windmolens protest-tegen-windmolens-in-barneveld

Onlangs rapporteerden verschillende media dat de Ombudsman zijn aanvankelijke kritiek op de informatieverschaffing over windenergie van de SER had ingetrokken.

Onder de titel, ‘Ombudsman: SER was toch eerlijk over windmolens’, schreef Gerard Reijn in de Volkskrant:

In november veegde hij nog de vloer aan met de vooringenomenheid van de SER en met die van SER-Kroonlid Ed Nijpels, die optreedt als bewaker van het Energieakkoord. Twee lobbygroepen tegen windmolens op land, de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines [NLVOW] en het Nationaal Kritisch Platform Windenergie [NKPW], hadden zich beklaagd dat de SER alleen oog had voor de voordelen en de nadelen bagatelliseerde of zelfs negeerde.

De ombudsman gaf hen in eerste instantie gelijk. Hij concludeerde in november dat de SER in een ‘factchecker’ op zijn website onjuiste, onvolledige en achterhaalde informatie over die windmolens verschafte. Maar hij had verzuimd de SER om een reactie te vragen. Nu die reactie er wel is, komt hij tot de diametraal tegenovergestelde conclusie: prima factchecker, op basis van inzichten van externe wetenschappers die vertrouwen verdienen.

Het is niet uniek dat de Nationale Ombudsman een rapport herziet. Maar zo’n diametraal tegenovergestelde conclusie is zeldzaam.

Aldus de Volkskrant.

Waar het nu inhoudelijk precies over ging kwam in het artikel niet aan de orde. Kortom, misschien nog net geen nepnieuws, maar toch in ieder geval onvolledig. En de lezer werd – zoals dat gebruikelijk is wanneer het ‘duurzaam’ betreft – weer eens op het verkeerde been gezet.

De beide belangengroeperingen, NLVOW en KPW, konden zich daarin natuurlijk niet vinden en schreven de Ombudsman de volgende brief.

Betreft: Klacht tegen de Borgingscommissie Energieakkoord en/of de Sociaal‐Economische Raad wegens onjuiste, onvolledige en tendentieuze informatie over windenergie

Geachte heer van Zutphen,

In januari en februari 2015 liet de heer Nijpels, voorzitter van de SER‐Commissie Borging Energieakkoord, via diverse media weten “helemaal klaar” te zijn met alle onjuistheden die de ronde doen over de kosten van windmolens. In zijn woorden: “Waar ik moeite mee heb, zijn de onzinverhalen. Daar heb ik last van. Ze belemmeren mijn taak: het gehele energieakkoord uitvoeren”. Vandaar dat hij aankondigde het debat actief te gaan beïnvloeden via een “on line factchecker”.

Er zijn inmiddels vijf afleveringen van de factchecker verschenen op de website van de SER met, wij citeren, “objectieve informatie voor burgers en bedrijven”. Zie verder hier.

Onze klacht richt zich tegen de derde aflevering met als titel: “Stelling: Omwonenden hebben vooral overlast en weinig profijt van windmolen”. Wij zijn van mening, en zullen dat hierna aantonen, dat anders dan wat de heer Nijpels zo expliciet aankondigde, anders dan wat de website expliciet vermeldt en anders dan waartoe een behoorlijk handelende overheid toe gehouden is, deze aflevering vol staat met onjuistheden en met onvolledige en tendentieuze informatie. De voordelen van windenergie worden systematisch zwaar aangezet, terwijl de nadelen ‐ vooral voor omwonenden ‐ al even systematisch worden afgezwakt.

Eerder kwam een voorganger van u, de heer Brenninkmeijer, tot de conclusie dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (toen nog Agentschap NL) eenzijdige voorlichting gaf over windenergie door wel de voordelen, maar niet de nadelen te vermelden. (Zie het Rapport van 1 augustus 2011, met nummer 2011/221.) Wij menen dat de Borgingscommissie Energieakkoord hetzelfde doet en dat dit onbehoorlijk is voor een overheidsinstantie, dan wel voor een instantie die zich gedraagt als woordvoerder van de overheid.

Reden dat wij onze klacht richten zowel tot de Borgingscommissie, als tot de Sociaal‐Economische Raad is dat wij niet hebben kunnen nagaan wie nu formeel verantwoordelijk is voor de tekst van de door ons gewraakte aflevering. Waarschijnlijk lijkt ons dat de Borgingscommissie verantwoordelijk is voor de inhoud, maar anderzijds wordt de aflevering gepubliceerd op de website van de SER waarvoor, naar wij vermoeden, de SER verantwoordelijk is.

Uiteraard hebben wij onze bezwaren en bedenkingen in eerste instantie voorgelegd aan de heer Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie. … Daarop kwam een korte, in onze ogen nietszeggende reactie van de heer Nijpels …. Wij hebben de heer Nijpels daarop laten weten dat zijn antwoord ons niet bevredigde … Toen wij niet meer van hem hoorden, hebben wij ons gewend tot de voorzitter van de SER, mevrouw Hamer …. Mevrouw Hamer reageerde per brief …. Waarop wij tenslotte mevrouw Hamer bedankten voor haar reactie, ook al was die voor ons evenmin bevredigend. …

Wij wenden ons dus tot u nadat we ‐ naar onze mening ‐ al het mogelijke hebben gedaan om onze op‐ en aanmerkingen over de betreffende aflevering onder de aandacht te brengen van degenen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud. Daarbij hebben wij concreet aangegeven waar naar ons oordeel de tekst van de aflevering onjuist, onvolledig en/of tendentieus was. Een eventueel verweer dat met al onze op‐ en aanmerkingen de aflevering te lang zou worden moet falen omdat de tekst nu meerdere lange passages bevat die weliswaar gaan over de (vermeende) voordelen van windenergie in het algemeen, maar die niet handelen over de voor- en nadelen van windenergie specifiek voor omwonenden, het onderwerp van deze aflevering.

Bovendien kan het onderwerp gemakkelijk gesplitst worden in twee afleveringen.

Voor onze concrete op‐ en aanmerkingen op de tekst van de gewraakte aflevering verwijzen wij u naar de direct hierna aan deze brief gehechte bijlage. Daarin laten wij in twee kolommen zien wat de tekst van de aflevering is en wat daarbij onze op‐ en aanmerkingen zijn. Wij geven per onderdeel een oordeel of het gaat om een onjuistheid, een onvolledigheid of om een eenzijdige/tendentieuze passage. In totaal komen wij aldus 6 keer op het oordeel “onjuist”, 31 keer op het oordeel “onvolledig” en 36 keer op het oordeel “tendentieus”. Waarbij “tendentieus” wil zeggen: de voordelen zwaar aanzetten en de nadelen bagatelliseren. Dit alles in een tekst met een beperkte omvang, een tekst die pretendeert “objectieve informatie” te verschaffen en die geschreven zou zijn door onafhankelijke deskundigen.

Onze klacht is dus dat het in hoge mate onbehoorlijk is dat een overheidsorgaan of een voor de overheid optredende instantie ‐ of dat nu de Borgingscommissie of de SER is ‐ onjuiste, onvolledige en/of tendentieuze informatie verspreidt over windenergie, in casu middels de hier aan de orde zijnde aflevering van de factcheckers. Dit weegt voor ons extra zwaar vanwege de pretentie van objectiviteit waarmee ook deze aflevering van de factchecker de wereld in wordt gezonden. Het is voor ons onbegrijpelijk dat een gezaghebbend instituut als de SER zich op deze wijze presenteert.

Onze klacht beperkt zich tot aflevering 3 van de factchecker als hierboven vermeld. Los daarvan wijzen wij er op dat in onze ogen het probleem van onjuiste, onvolledige en/of tendentieuze informatie over windenergie van de kant van de overheid breder is. Dit moge ook blijken uit de klacht van de NLVOW tegen de Staat bij het Compliance Committee van het Verdrag van Aarhus in Genève. Eén van de gronden van die klacht is dat Nederland zich niet houdt aan de verplichtingen van het Verdrag om burgers tijdig en adequaat te informeren over milieuaangelegenheden. Dus ook over windenergie. Bij wijze van achtergrondinformatie voegen wij een exemplaar van het desbetreffende verzoekschrift bij. De klacht is in behandeling genomen.

Wij verzoeken u, als u onze klacht gegrond acht, het daarheen te leiden dat de Borgingscommissie of de SER de gewraakte aflevering zodanig aanpast dat tegemoet wordt gekomen aan onze op‐ en aanmerkingen. Het zou beide instanties sieren als zijn daarna in nieuwe publicaties over windenergie een meer evenwichtig beeld geven van de voor‐ en nadelen.

Met vriendelijke groet,

Prof. Dr. A.W. Koers, voorzitter. Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW)

Dr. J.H.F. Jansen, voorzitter Nationaal Kritisch Platform Windenergie (NKPW)

De bijlage bevat een minutieuze weerlegging van de stellingen van de Borgingscommissie Energieakkoord door de NKPW en de NLVOW. Het zou te ver voeren hier alle stellingen en weerleggingen op te nemen. Daarom beperk ik mij tot slechts enkele.

Factchecker 3: Stelling: ‘Omwonenden hebben vooral overlast en weinig profijt van windmolens’ Het Energieakkoord heeft voor duurzame energie duidelijke doelen gesteld, ondertekend door onder meer het kabinet, provincies, gemeenten, sociale partners en maatschappelijke organisaties. In 2020 moet 14 procent van de energieopwekking duurzaam zijn en in 2023 16 procent.

Windenergie is een van de belangrijkste duurzame energiebronnen.[1]

Reactie 1. Dit is juist, maar het betekent niet dat windenergie een belangrijke energiebron is. Zelfs als de 6.000 MW op land in 2020 worden gehaald, levert wind op land niet meer dan 1,5 tot 2 % van het totale Nederlandse energieverbruik. Onvolledig en tendentieus.

Voor wind op land is het doel in het Energieakkoord vastgesteld op 6000 MW in 2020. Ook voor wind op zee zijn duidelijke afspraken gemaakt. Naast veel voorstanders voor windenergie is er ook tegenstand: omwonenden ervaren vooral last van windenergie op land en weinig profijt.[2]

Reactie 2. Die tegenstand komt niet alleen van omwonenden, maar ook van onafhankelijke wetenschappers die windenergie afwijzen, onder meer vanwege de beperkte bijdrage aan de energievoorziening, de geringe bijdrage aan het verminderen van de CO2 uitstoot en de zeer hoge kosten. Onvolledig en tendenties.

zo is het beeld.

Maar wat levert windenergie eigenlijk aan voordelen op? En welke nadelen kleven eraan? Kunnen omwonenden ook profiteren van windenergie in hun omgeving? In deze factchecker zetten we deze feiten over windenergie op een rijtje.

Wat levert windenergie aan voordelen op?[3]

Reactie 3. Let op het verschil in formulering tussen dit kopje en het volgende: dat windenergie voordelen heeft staat vast, maar of windenergie nadelen heeft moet eerst bewezen worden. Tendentieus.

Het profijt komt van de energie die windmolen produceert. Een windturbine met een mast van 100 meter en wieken van 50 meter lang produceert per jaar ongeveer 7 miljoen kWh. Dat is net zoveel als het elektriciteitsverbruik van 2000 huishoudens . Voordelen die gepaard gaan met deze energieproductie zijn:

1. Schoner: Windstroom heeft als voordeel boven stroom uit kolen- of gascentrales dat het schoon is (geen uitstoot van CO2, fijnstof en verzurende stoffen) en geen brandstoffen opmaakt.[4]

Reactie 4. Maar het leidt wel tot een hoger verbruik van fossiele brandstoffen in conventionele centrales die steeds bijgeregeld moeten worden omdat windenergie sterk variabel is. Bovendien: windenergie drukt de prijs van elektriciteit zodanig dat elektriciteitsbedrijven uit concurrentie overwegingen (relatief dure) gascentrales stil zetten en (relatief goedkope) kolencentrales volop laten draaien, ook al produceren die laatste twee tot drie keer zoveel CO2 als de eerste. Onvolledig en tendentieus.

Op dit moment staan er in Nederland op zee en op land 2150 windturbines, die samen jaarlijks ongeveer 7,8 TWh produceren,[5]

Reactie 5. Volgens het CBS produceerden de turbines op zee en land in 2014 samen 5,845 TWh. Ofwel er zijn ineens heel veel nieuwe windparken bijgekomen, ofwel het is ineens veel harder gaan waaien, ofwel de sprong van 5,8 TWh in 2014 naar 7,8 TWh is het resultaat van fantasievol rekenen. Onjuist en onvolledig.

waarmee de uitstoot van 4,1 miljoen ton CO2, 5538 ton NOx en 3042 ton SO2 wordt vermeden.[6]

Reactie 6. Maar zie punt 4: die extra uitstoot moet er dus vanaf worden getrokken. Bovendien is de manier waarop het CBS de vermeden uitstoot berekent omstreden en wordt door het EU Emissions Trading System elke ton hier vermeden CO2 elders in Europa gebruikt wordt om meer CO2 uit te stoten, zo stelt het CPB. Onvolledig en tendentieus.

Momenteel wordt 7 procent van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik met windenergie opgewekt.[7]

Reactie 7. Klinkt goed, maar het elektriciteitsverbruik maakt slechts 13 % uit van het totale Nederlandse energieverbruik (Compendium voor de Leefomgeving, 2014). Onvolledig en tendentieus.

En zo gaat het nog vele bladzijden verder.

Algemene conclusie van de Borgingscommissie:

De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat windenergie diverse voordelen kent. Deze zijn deels nationaal en mondiaal van aard: schone energie en minder klimaatverandering. De voordelen slaan ten dele ook op lokaal niveau neer. Dit neemt niet weg dat de nadelen van windenergie vooral lokaal worden ervaren. Initiatieven als de gedragscode wind op land zijn ingesteld om die nadelen te beperken.

Reactie: De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat Den Haag en het betrokken bedrijfsleven menen dat windenergie voordelen heeft, maar die voordelen werden nooit wetenschappelijk onderbouwd. In elk geval zijn de mondiale voordelen van windenergie in Nederland volstrekt onbetekenend. Windenergie berokkent omwonenden schade en leed zonder dat de overheid hen enige bescherming biedt. Windenergie tast niet alleen het landschap aan, maar ook de sociale cohesie in dorpen en andere gemeenschappen.

Aldus de stellingen van de Borgingscommissie en de reacties daarop van de NLVOW en het NKPW.

De volledige tekst is te vinden via dit artikel.

Ik heb het al vaak geschreven: duurzaam en desinformatie vormen een Siamese tweeling. Het bovenstaande vormt daarvan maar weer eens een bevestiging.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.