Op 2 maart 2017 verscheen in de Groene Amsterdammer een artikel, zie hier, waarin het Nederlandse veld van klimaatsceptici op grond van interviews werd belicht. Het is een stap in de goede richting, zij het wel een die met de nodige reserve bezien moet worden. Tekenend bijvoorbeeld voor het vooringenomen standpunt van Heilbron en Muntz, de auteurs, opent het artikel met een ad hominem jegens Myron Ebell, de klimaatadviseur van president Trump. Hij wordt beschreven als een grijze muis in een slecht zittend Amerikaans pak. Karaktermoord, stigmatisering, niet ter zake doende feiten en ridiculisering van klimaatsceptici behoort tot het vaste repertoire van klimaatbevlogen opwarmingsgelovigen. Het levert geen toegevoegde waarde aan het debat, maar werkt nodeloos polariserend. Het gaat immers om fundamentele wetenschappelijke vragen waar nog geen antwoord op is, maar die groenbevlogenen proberen te verdoezelen door bluf en ad hominems. Dit blijkt ook uit dit artikel.

De auteurs van het artikel herhalen het mantra van de financierende olielobby. Dit doen zij om op voorhand de wetenschappelijke, kritische, informatie in een verdachte reuk te stellen. Dit gaat niet in op de wetenschappelijke waarde van dergelijke artikelen. Verdoezelen dus. Men kan het ook omdraaien: hoe onafhankelijk zijn klimaatwetenschappers, gegeven hun afhankelijkheid van onderzoeksgelden en baangarantie? Dat levert een onthutsend beeld op. Zie Hier

Klimaatwetenschap ligt relatief gezien nog in de luiers vanwege de complexiteit (chaos), te veel parameters (noodzakelijke aannames) etc. en het dientengevolge gebrek aan rekencapaciteit om betrouwbare prognoses te geven. Inmiddels is aangetoond dat deze prognoses, de klimaatmodellen van het IPCC, systematisch ver boven de meetresultaten gaan. Bovendien blijken die modellen door het effect van waterdamp, het belangrijkste broeikasgas (95% van de warmteoverdracht naar het heelal), volledig te exploderen, wat de IPCC-modellen waardeloos maakt. Bovendien voldoen de modellen niet aan de eis van calibratie, toetsing aan het verleden, wat hen onbetrouwbaar maakt. Zie hier voor een gedegen analyse.

Het IPCC probeert krampachtig dit manco te verhullen door het zogenaamde betrouwbaarheidsinterval op te rekken om de meetresultaten zogenaamd statistisch binnenboord te houden. De nulhypothese: er is geen significante onnatuurlijke (lees: door mensen veroorzaakte) afwijking, wordt hierdoor juist bevestigd. Het IPCC draait de redenering om door de modellen als ‘bewijs’ van menselijke invloed op te voeren. Een PR-stunt zonder wetenschappelijke inhoud. Bekijkt men de historie, dan valt te zien dat alleen tussen 1980 en 1998 er sprake was van een samengaan van temperatuur- en substantiële menselijke CO2-stijging. Daarna liepen de curven weer uiteen, evenals ervoor. Totaal 18 jaar positieve correlatie sinds 1850. Dit is alles. Causaal verband? Hier lijkt het niet op, gezien de verre historie. Dit roept vragen op in hoeverre de beide journalisten zich hebben verdiept in deze feiten i.p.v. de door groepsdenken bepaalde standpunten waarin deze 7 illusies worden uitgedragen. Ik kan mij niet aan de gedachte onttrekken dat deze 7 illusies de teneur in dit artikel bepalen, namelijk ad hominem, air van eensgezinde morele verhevenheid, gelijkhebben, en neerbuigende stereotypering van andersdenkenden. Het halen van dit gelijk door te verwijzen naar het onderzoek naar de fouten die door het IPCC zijn gemaakt, dat aan de IAC (InterAcademy Council) was opgedragen, is een vergissing. Het IAC-rapport, namelijk was – hoewel diplomatiek geformuleerd – vernietigend. Terugkomend op het groepsdenken is bluffende en heilige verontwaardiging kenmerkend voor sommige alarmisten. Hier is een voorbeeld van een vraaggesprek met Van Ulzen en de weerman Van den Berg.

De tactiek van Van den Berg is doorzichtig. Met aan hysterie grenzende krachttermen en superlatieven doorspekte heilige verontwaardiging de schijn wekken van een onbetwistbaar wetenschappelijk bewezen feit om te verdoezelen dat dit er niet is. Nu dan, in een rood kadertje draagt het artikel de vermeende en “niet te ontkennen feiten” aan. Het belangrijkste argument waarachter de opstellers van het artikel zich verschuilen, is de drogrede van het argument ad verecundiam, het autoriteitsargument.

Laten we kijken naar de waarde van dit argument.
500 jaar geleden stelde 97% van de wetenschappers dat de zon om de aarde draaide

Thans weten we dat de aarde om de zon draait. Dus: ofwel de zon en de aarde hebben van plaats gewisseld ofwel die 97% is slechts een autoriteitsargument

Ene Godwin heeft een kansberekening gemaakt hoe snel de drogrede ad Hitlerum, vergelijken met Hitler en het nazisme, in (politieke) debatten de kop op steekt. Met links debatteren is dit al bijna meteen. Met groengelovigen is dit ook bijna meteen het 97% – van – de wetenschappers- argument. Dit zwakste van alle argumenten is een mythe die begon met een enquête in 2009. Hier. Met deze grafiek als samenvatting:

Vermakelijk is dan ook dit: https://www.youtube.com/watch?v=Sl9-tY1oZNw

We hebben dus 75 om hun subsidie bezorgde zich klimaatwetenschappers noemenden van de 77. Dit lijkt mij statistisch niet erg representatief voor de hele wetenschappelijke wereld van 6 miljoen wetenschappers. Het is mij bijvoorbeeld niet duidelijk wat een dr. Neerlandicus, toch ook een wetenschapper, afweet van klimaatwetenschap. Wat is trouwens een klimaatwetenschapper? Iemand die zeker een 20-tal wetenschappelijke disciplines tot in de puntjes beheerst? Lijkt mij stug. Na deze doorzichtige enquête is nog een poging gewaagd in 2013, maar ook die was niet succesvol.

Die 97% getuigt dan ook van een onbenullig gebrek aan zelfvertrouwen in de wetenschappelijke onderbouwing van alle opgelegde beweringen. Het ontbreken van dit zelfvertrouwen komt in het artikel dan ook duidelijk naar voren. Boude beweringen en retoriek verhullen het onwetenschappelijke gehalte van dat artikel. De lezer krijgt een verkokerd en fragmentarisch beeld van de werkelijkheid. Elk gezond verstand moet immers waarschuwen dat hier iets niet klopt. Zich beroepen op het IPCC en die 97% is net zoiets als zich beroepen op de paus. Beide hebben zich een dogmatische onfeilbaarheid aangemeten, die niet strookt met de feiten. In het geval van het IPCC overheerst een dogmatische visie op het dominante menselijke effect, zonder enig relevant onderzoek naar de natuurlijke forcings wat wetenschappelijk wel zo correct zou zijn. Dit is dan ook reden om het IPPC wetenschappelijk niet al te serieus te nemen.

De bekende klimaatalarmist Bart Strengers citerend stellen de auteurs dat de argumenten van de klimaatsceptici door ‘de wetenscháp’ niet per se als onwaar worden gezien, maar als bijzaken. Klimaatsceptici zouden dus niet tot de wetenschap behoren? Dat is onjuist, misleidend en getuigt alleen maar van het miskennen van de wetenschappelijke werkwijze. En over bijzaken gesproken: het bewijs van het bestaan van één zwarte zwaan ontkracht de bewering dat alle zwanen wit zijn. Deze zwarte zwaan is, naast andere, o.a. de welbekende temperatuurafzwakking na 1998. Maar ook de klimaatschommelingen in bijvoorbeeld de afgelopen 11.000 jaar.

Het is overigens interessant te melden dat die 2-graden doelstelling niet op een wetenschappelijk feit berust maar op een min of meer toevallige politieke uitspraak.

In het rode kader van het artikel staat nu dat meer dan 2 graden opwarming hoogstwaarschijnlijk vergaande catastrofale gevolgen zou hebben. Hebben de auteurs van het artikel in de Groene Amsterdammer deze bewering op feitelijkheid onderzocht? Het lijkt er niet op, want hier ontbreekt elk bewijs. De bandbreedte sinds 11.000 jaar is namelijk +4 en – 6° graden.

Gegeven de historie kan men concluderen dat niemand enige invloed op klimaatverandering (opwarming of afkoeling) heeft en dat dit nog zo is, ook al is het hooguit in de marge (zie Dijksma hierna genoemd). Helaas is bevattelijkheid voor doemdenken en de laksheid om feiten daadwerkelijk na te trekken eerder regel dan uitzondering.

Ik concludeer daarom dat de beide journalisten een relatief geslaagde poging hebben gedaan om de klimaatkritische ‘gemeenschap’ in Nederland in kaart te brengen. Waar zij niet in zijn geslaagd, is daadwerkelijk de context en inhoud van de kritiek uit deze hoek serieus te nemen en te belichten.

Laat ik het zo stellen. Hoe groot waren de kansen tot plaatsing in Trouw en de GA, wanneer zij minder selectief podium hadden gegeven aan de daadwerkelijk argumenten die sceptici aandroegen tijdens de vraaggesprekken? Boven het artikel hangt naar mijn mening impliciet en niet onderbouwd de sfeer van smeltende ijskappen, verwoestende natuurrampen, gevaarlijke zeespiegelstijging, en alle andere schrikbeelden die de burger dagelijks krijgt voorgeschoteld via de media. Er wordt althans geen afstand van genomen.

Ook slagen zij er niet in afstand te nemen van die onjuiste 97%-obsessie en hiermee het ontweken fundamentele vraagstuk: terugstraling vanuit de troposfeer door CO2 met catastrofale opwarming als gevolg. In plaats hiervan bleven de beide journalisten verstrikt in de politiek correcte dogmata die hun broodheer nu eenmaal van hen eist. Wat tot slot in het artikel schittert door afwezigheid, is de belichting van de kosten en baten verbonden aan de plannen van het Energieakkoord, het democratisch gehalte ervan en de informatievoorziening aan degenen die de rekening gepresenteerd krijgen, de burgers dus.

De baten zijn volgens Sharon Dijksma 0,14°C minder opwarming in 2100. De opgedrongen kosten bedragen ca. € 500 per huishouden per MAAND in 2025. Ook Dijsselbloem noemt deze kosten. Geen van beide is ooit openlijk aan de burger verteld. En dit zou democratie moeten heten? Het is jammer dat de beide auteurs van het artikel deze wanverhouding tussen kosten en baten enerzijds, en voorlichting en democratische keuze anderzijds niet hebben meegenomen. In dit geval is er geen sprake van democratie, tenzij de auteurs kunnen aantonen hoe goed de belastingbetaler betrokken was bij het Nationale Energieakkoord.

Samengevat, het artikel is tekenend voor de onzorgvuldige, vooringenomen, onvolledige en wetenschappelijk ondeugdelijke werkwijze van dit journalistenpaar, Heilbron en Muntz. Wat beiden zich nooit hebben gerealiseerd, is dat het om wetenschap gaat en niet om politiek welgevallige ideologie. Tijdens alle gesprekken hebben zij deze boodschap klaarblijkelijk niet opgepikt, maar zagen zij het debat als een politiek debat. Vanzelfsprekend is een dergelijk vraagstuk niet aan de politiek maar aan de wetenschap om te beoordelen, en dan zonder bevooroordeling. Dit blijkt een brug te ver voor onze huidige partij- en mediakartel. Een gemiste kans dus voor de beide auteurs, indien zij onbevooroordeeld waren geweest.

Tot slot: waarom zou het standpunt van de sceptici de omgekeerde wereld zijn? Antwoord: duidelijk is immers dat de opwarming is gestopt. Er is overtuigende reden om aan te nemen dat de wereld van hernieuwbaar de omgekeerde wereld is, namelijk de terugkeer naar de maatschappij van 250 jaar geleden. Ik lees graag het bewijs voor het tegendeel.

 

Bron hier.

Zie ook Rypke Zeilmaker hier.