Climate sensitivity overview

Klimaatgevoeligheid wordt gedefinieerd als de temperatuurstijging als gevolg van een verdubbeling van de CO2-concentratie in de atmosfeer. Het is een cruciale factor in de verwachtingen omtrent de toekomstige opwarming van de aarde (eigenlijk: atmosfeer).

De hoogte van de klimaatgevoeligheid heeft immense implicaties voor het klimaatbeleid. Is de klimaatgevoeligheid hoog, dan legitimeert dat een krachtig klimaatbeleid. Niet dat dat overigens zal helpen, want zelfs als de klimaatovereenkomst van Parijs (een verzameling nationale intentieverklaringen – geen bindende verplichtingen!) geheel zal worden gerealiseerd (hetgeen uiterst onwaarschijnlijk is), zal dat geen meetbaar effect hebben op het klimaat – zelfs niet volgens de modellen van de mainstream klimatologie. Maar het geeft de klimaatbevlogenen en degenen die hun politieke identiteit aan de klimaathysterie hebben verbonden, zo’n aangenaam warm gevoel, terwijl het goed is voor de portemonnee van de talloze economische en financiële belangen die van een actief klimaat- cum duurzaamheidsbeleid profiteren.

Is de klimaatgevoeligheid daarentegen laag, dan is er geen klimaatprobleem en kunnen we onze aandacht en geld richten op de oplossing van werkelijk urgente maatschappelijke problemen. Bij rationele besluitvorming (maar toegegeven, daarvan is bij het klimaatbeleid tot dusver geen sprake) zou men mogen verwachten dat de klimaathype in dat geval een stille dood sterft.

Hoe sterk is de opwarming? Een deel van de klimaatsceptici is van oordeel dat CO2 überhaupt geen opwarming veroorzaakt. Een ander deel erkent dat CO2 een opwarmingseffect heeft, maar dat dat zich bevindt onder de bandbreedte die het VN-klimaatpanel (IPCC) aangeeft: 1,5-4,5°C. Weer een ander deel van de sceptici vermoedt dat de gevoeligheid zich aan de onderkant van de bandbreedte bevindt. De zaak blijft omstreden. In het laatste IPCC-rapport waren de deskundigen het dermate met elkaar oneens dat ze geen overeenstemming konden bereiken over de beste schatting.

De discussie gaat ondertussen voort. Wat zijn de meest recente resultaten?

In hun ‘posting’, ‘Neue Hinweise auf eine niedigere CO2-Klimasensitivität’, presenteren Fritz Vahrenholt en Sebastian Lüning de nieuwste schattingen. Ik pik er een aantal elementen uit.

In oktober 2016 kwamen Zeng & Geil in ‘Geophysical Research Letters’ op een waarde van 2,34°C uit, dat onder het gemiddelde van de bandbreedte van het IPCC ligt.

In mei 2016 berekende Ray Bates in ‘Earth and Space Science’ een waarde van ongeveer 1°C.

Maar in maart 2017 kwam Hermann Harde in het ‘International Journal of Atmospheric Sciences’ op een nóg lagere waarde van 0,7°C uit.

En even daarvoor berekende Antero Ollila in een publicatie op ‘Watts Up With That’ een ‘Transient Climate Response’ (TCR) van 0,6°C.

Lees verder hier.

Maar dit alles ligt nog aanzienlijk hoger dan de berekening van (wijlen) Noor van Andel die in een publicatie in ‘Energy & Environment’ in februari 2011 op 0,2°C (!) uitkwam.

Kortom, genoeg stof voor verdere discussie.

In een voordracht in Essen (december 2015) heeft Marcel Crok een helder en boeiend overzicht gegeven van de discussie over de klimaatgevoeligheid, waaruit onder meer blijkt dat het IPCC hier en daar wat steekjes heeft laten vallen. Zie hieronder.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.