Rob Lemeire achtergrond wind-turbine-money

Rob Lemeire (België).

Een energiespecialist van een bekend energiebedrijf geeft mij in een lezersbrief gelijk wat betreft de beperkingen van zonnecellen. Hij blijft echter liever anoniem, en niet zonder reden.

Beste redactie,

Het artikel Zonnige dag is vloek voor elektriciteitsnet van Rob Lemeire is van het soort dat lang niet genoeg de media haalt. Hiermee bedoel ik: bewust geweerd wordt. Zelf wens ik ook anoniem te blijven in deze reactie. We liggen al genoeg onder vuur van ‘experts’ die het allemaal beter weten…

Nu, ik heb wel één opmerking: Mr. Lemeire verwijst  – grotendeels terecht – naar het moeilijk stockeerbaar karakter van elektriciteit in bulk. Er is wel een methode, maar deze is duur, de aanleg tijdrovend en uiteraard lang niet altijd toepasbaar: pumped hydro storage (pompcentrales)

In Coo, zoals u weet, staat een tamelijk zware waterkrachtcentrale: één met een vermogen van 1000 MW°. De enige van echte betekenis in België. Deze werkt hoofdzakelijk volgens een vast stramien: ’s nachts wordt water naar het bovenbekken gepompt, overdag wordt dit terug losgelaten naar het benedenbekken en drijft men turbines aan.

Indien men echter een deel van deze bovenbekkens (2 momenteel, Coo-1 en Coo-2) zou voorbehouden voor stockage van overschot aan zon- of windenergie, dan kan men deze wel geheel of deels opslaan. Engie – het vroegere Electrabel – heeft trouwens al jaren de plannen voor Coo-3 (een derde bovenbekken) in de kast liggen. De ruimte is er. Maar door allerlei redenen (geen praktische) wordt dit project ‘on hold’ gehouden.

Dit bovenbekken zou men in theorie kunnen voorbehouden voor louter het opslaan van overschotten. Door het water naar boven te pompen kan men een behoorlijk aandeel van het teveel op het net nuttig gebruiken.

Deze oplossing is echter zeer gedeeltelijk voor de opslag van de overschot van zon- of windenergie. Er is een enorme ‘boom’ van hernieuwbare energie, maar de technische oplossingen voor de problematiek van energiepieken volgen niet. Coo-3 zou mogelijk meer dan 500 MW opslaan. Dat is maar een klein deel van wat tegenwoordig maximaal opgewekt kan worden aan hernieuwbaar vermogen.

Engie gaat nu enkele MW aan opslag zetten op de site van Drogenbos, onder de vorm van batterijen. Weer uniek in België, maar ruim onvoldoende…

Tijdens de beginjaren van 2000 zijn er grootschalige studies gemaakt, onder andere in de VS (de Western Wind-and Solar Intergration study), waar bepaalde cijfers naar voor geschoven werden: vanaf 30% hernieuwbare energie (zon en wind) begint men netstabiliteitsproblemen te krijgen, vanaf 50% wordt dit problematisch. Deze cijfers houden nog steeds stand. Uw insteek beaamt dit trouwens.

ANONIEM, bekend bij de De Bron-redactie. Ingenieur, gastdocent energietechniek in hoger onderwijs.

° Noot van de redactie: 1000 MW gaat over het vermogen van de pompcentrale, dus het elektrisch vermogen dat de turbines kunnen leveren, niet over de totale energie-inhoud van de waterbekkens. Dit vermogen kan de pompcentrale van Coo ongeveer 6 uur lang aanhouden, indien de waterbekkens aan het begin volledig gevuld zouden zijn. De energie-inhoud van 6 uur 1000 MW wordt dan 6000 MWh (Megawattuur). Vergelijk met een eenvoudige gloeilamp van 50 Watt. 50 Watt is het elektrisch vermogen dat de gloeilamp verbruikt. Als de gloeilamp één uur aan blijft, zal er 50 Wattuur verbruikt zijn. Uw energieleverancier zal u een rekening opsturen die niet afhankelijk is van het vermogen, maar van de verbruikte energie, waarvoor een prijs betaald moet worden. Niet in Watt maar in Wattuur dus.

Naschrift Rob Lemeire: Ik ben het volledig eens met de inhoud van deze lezersbrief. Het feit dat hij zich anoniem moet uiten om met dergelijke evidenties af te komen, is een teken aan de wand: het maatschappelijke energiedebat wordt vandaag gedomineerd door pseudo-experts, die hun wensen belangrijker achten dan de feiten. Hij is overigens niet de enige wetenschapper, ingenieur of andere expert die zich gedeisd houdt in het openbare energie- en klimaatdebat, ik ken er nog.

De klimatoloog Luc Debontridder klaagde ooit dat de overheid eerder luistert naar de ‘klimaatexperts’ van NGO’s, die meestal niet eens een wetenschappelijke opleiding hebben genoten, dan naar officiële wetenschappelijke experten van het KMI, het Koninklijk Meteorologisch Instituut waar ook Debontridder zelf werkt. Dat zei hij publiekelijk in het Klimaatdebat georganiseerd door De Bron op 22 mei 2015 (waar geen enkele journalist op is afgekomen) – zie het geluidsfragment hier, vanaf 18:30 tot aan 19:45.

 

Bron hier.