Kees de Lange achtergrond molens in waterland 2

Kees de Lange.

De Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV) geeft het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde (NTvN) uit. Zoals het behoort bij een tijdschrift van een beroepsvereniging, is de inhoud doorgaans gericht op natuurkunde, en dat doet men kwalitatief heel behoorlijk. Anders wordt het als men de paden van de fysica verlaat en meent de politieke arena te moeten betreden. En dat was weer eens het geval in het juni-nummer van 2017.

Eerst wat voorgeschiedenis. Op 29 oktober 2015 organiseerde de NNV een symposium over energie en klimaat, waarbij men koos voor een politieke stellingname. Het bestuur hoopte de NNV-leden zo ver te krijgen dat zij het alarmistische klimaatstandpunt als het officiële NNV-standpunt zouden adopteren. Daartoe was een zeer eenzijdig programma van sprekers samengesteld. Ondergetekende zette in een open brief zijn bezwaren tegen dit voorstel uiteen. Een vergelijkbare reactie kwam van Kees le Pair. Het antwoord van het NNV-bestuur en mijn reactie daarop in de vorm van een column mag ik u niet onthouden.

Het symposium werd op 29 oktober 2015 gehouden, en bleek weinig overtuigend. In het novembernummer 2015 van het NTvN verscheen een samenvatting van de hand van voorzitter Jan van Ruitenbeek. Hierin werd aangekondigd dat een bestuursadviescommissie zich over de problematiek zou gaan buigen, waarbij een ledenconsultatie nadrukkelijk open werd gehouden. Het was overigens een merkwaardig verslag, waarop Kees le Pair en Kees de Lange gezamenlijk reageerden in een nieuwe column.

En toen werd het stil. Zonder dat de leden kennis konden nemen van het advies van de ‘klimaatcommissie’ meldde het bestuur in oktober 2016 (!) dat de NNV als vereniging geen politiek klimaatstandpunt zou innemen of zich over eerder geformuleerde stellingen zou uitspreken. Leden waren niet geraadpleegd. Het verstand leek doorgebroken en de rust leek weergekeerd.

Wel, wie dat denkt kent de hardnekkigheid van het NNV-bestuur niet. Dit voorjaar wist het te melden dat er op 9 juni 2017 opnieuw een symposium gehouden zou worden en opnieuw met uitsluitend sprekers uit het alarmistenkamp. Opnieuw trokken Kees le Pair en Kees de Lange aan de bel in een column. Het wordt eentonig inderdaad.

We komen nu in de laatste fase van de klimaatoorlog die door het NNV-bestuur ontketend is. In het juni-nummer van het NTvN verscheen een pagina-grote ‘editorial’ van Wim Verkleij. De man is werknemer van het KNMI en als je ergens een broedplaats van klimaatalarmisten vindt is het daar wel. Verkleij is lid van de NTvN-redactie, en als er sprake is van een redactionele bijdrage mogen we rustig aannemen dat de redactie in meerderheid achter de inhoud staat. Dat zou voor fysici die het goed met de NNV menen reden tot zorg moeten zijn

Het redactionele schrijfsel worstelt zich van de ene vorm van dramatiek naar de volgende, maar waar het ook over mag gaan, natuurkunde is het niet. We hebben te maken met onversneden politiek uit de linkse hoek. Zo wordt ingegaan op een klimaatconferentie in 2000 onder voorzitterschap van PvdA-econoom Jan Pronk. De gemiddelde Nederlander is al lang vergeten wie Pronk was, maar zijn gedrevenheid om de ‘opwarming van de aarde en de stijging van de zeespiegel te beperken’ wordt op welhaast orgastische toon beschreven. En nu, 17 jaar later, is de situatie natuurlijk niet minder dramatisch. Logisch, het was al die tijd twee voor twaalf zoals we allemaal weten. Maar gelukkig worden de zegeningen van het vermeende klimaat’akkoord’ van Parijs breed uitgemeten, hoewel de schrijver als echte weerman natuurlijk wel wat donkere wolken ontwaart.

En nu gaan we in NNV-termen weer twee jaar terug, alsof er niets gebeurd is. Want opnieuw worden de failliete plannen die toen keurig afgeschoten zijn uit de koelkast, of moet ik zeggen de magnetron, gehaald. Opnieuw wordt een beroep gedaan op de Nederlandse fysici om hun beroepsmatige integriteit op te offeren aan eenzijdige politieke voorkeuren. Opnieuw passeert geen enkel natuurkundig argument de revue. Opnieuw wordt zonder blikken of blozen nagelaten kanttekeningen te zetten bij de betrouwbaarheid van wel 100 verschillende klimaatmodellen. Opnieuw wordt maar even vergeten dat, hoewel economische en klimaatmodellen veel gemeen hebben, zelfs de geadoreerde Jan Pronk niet zal geloven dat economische modellen de werkelijkheid over 50 jaar kunnen voorspellen, maar wordt wel gesuggereerd dat zelfstandig nadenkende fysici voorspellingen van klimaatmodellen als zoete koek moeten slikken. Hoe verzin je het bij elkaar.

Hoewel ditmaal onze kleinkinderen ongemoeid worden gelaten, gaat de auteur wel vol op het orgel over de toekomstige onleefbaarheid van de aarde als de NNV niet tijdig bij zinnen komt. Mij dunkt dat het voor de toekomst van de natuurkunde van levensbelang is om onafhankelijke natuurwetenschap los van politieke of religieuze ideologie hoog in het vaandel te houden. Als de afgelopen 400 jaar natuurkunde ons iets geleerd zou moeten hebben, is het vooral dat.