De nieuwe Franse president, Emmanuel Macron, mocht zich bij zijn aantreden in grote populariteit verheugen. Hij nam het vermolmde Franse politieke bestel op de schop en wist tegelijkertijd de opkomst van Marine Le Pen te keren. Daarmee voorkwam hij een anti-Europese koers van het land, dat tot een van de belangrijkste grondleggers van de EU behoorde. In Brussel slaakte men een zucht van verlichting. Ook zijn plannen om een nieuwe impuls te geven aan de Franse economie konden op veel steun rekenen.

Maar de wittebroodsweken lijken nu voorbij. Zijn populariteit zakt in de peilingen. 47 procent is nog altijd “grotendeels tevreden” over president Macron, al was dat in juni wel nog 54 procent. 7 procent is “erg tevreden”, een daling met 3 procentpunt sinds vorige maand. Het aantal “erg ontevredenen” is gestegen van 12 naar 15 procent, 28 procent is “grotendeels ontevreden”, in juni was dat 23 procent. De daling van de populariteitscijfers is overigens een gebruikelijk verschijnsel bij nieuwe politieke leiders.

Vele Franse waarderen Macron’s daadkracht, maar anderen hebben bedenkingen bij zijn autoritaire stijl, die soms wel als Bonapartisme wordt gekwalificeerd.

Maar waar staat Macron nu voor als het om klimaat gaat?

Zoals vele vooraanstaande Franse politici is Macron een product van een van de ‘grandes écoles’ (École nationale d’administration, ENA). Vanwege hun invloed in de politiek en de overheid worden de oud-leerlingen van dit instituut ook wel ‘énarques’, de ‘mandarijnen’ van de burgerlijke samenleving, genoemd. Zij munten gewoonlijk uit door hun intelligentie, rationaliteit en eruditie.

Maar wat klimaat betreft heeft deze degelijke opleiding helaas geen vruchten mogen afwerpen, getuige een recente uitspraak van Macron:

Een effectieve strijd tegen het terrorisme is niet mogelijk zonder krachtige maatregelen tegen de opwarming van de aarde. Moeten we aan mensen die in Tsjaad, Niger en elders wonen, uitleggen dat klimaat geen probleem is? Het terrorisme, de grote onevenwichtigheden in onze wereld, wat we nu ervaren, hangen samen met de klimatologische onevenwichtigheden die onze internationale wijze van produceren heeft gegenereerd. En dus moeten we daarop reageren, want alles hangt met alles samen. Dus als we Afrika’s problemen, de ontwikkeling, de industrie en klimaat gescheiden willen aanpakken, prima, maar ik denk dat dat geen zin heeft. Aangezien deze problemen met elkaar verband houden, is het onze verantwoordelijkheid om onze verplichtingen ter zake op coherente wijze aan te pakken.

Video hier.

Deze gedachtegang is – om het maar vriendelijk te zeggen – complex. Als de Amerikaanse president, Donald Trump, dergelijke wartaal zou uitslaan, zou hij onmiddellijk door de media genadeloos worden neergesabeld. Men kan toch niet alles dat mis gaat in de wereld op het conto schrijven van de opwarming van de aarde, die zo’n twintig jaar geleden nagenoeg is gestopt? Dat tart toch elke logica? Maar Macron komt ermee weg.

Macron is druk bezig om het Franse klimaatbeleid op een hoger pitje te zetten. Daarmee vergroot hij de steun van de Franse ecologisten, die hij door zijn  benoeming van de mediagenieke Nicolas Hulot als minister voor ’transition écologique et solidaire (vraag me niet wat ‘solidaire’ in dit verband betekent) reeds had verworven. Hulot begon zijn carrière als persfotograaf. Vanaf 1987 presenteerde hij het televisieprogramma Ushuaïa en werd zo bij het grote publiek bekend als voorvechter van natuurbescherming, hetgeen – het kan niet genoeg worden beklemtoond – vaak op gespannen voet staat met klimaatbeleid.

Tijdens de gemeenschappelijke persconferentie met Trump ter gelegenheid van de ceremonie rond 14 juli heeft Macron gezegd de Amerikaanse beslissing om zich uit de klimaatovereenkomst van Parijs terug te trekken te respecteren. Maar tegelijkertijd heeft hij 60 miljoen euro gereserveerd voor het aantrekken van buitenlandse klimaatdeskundigen om een aantal jaren in Frankrijk te werken – zulks als reactie op de ontslaggolf onder hen in de VS als gevolg van het klimaatbeleid van Trump.

Daarnaast heeft hij een nieuwe klimaattop in Parijs aangekondigd op 12 december – twee jaar na de eerdergenoemde klimaatovereenkomst van Parijs – om nieuwe initiatieven te nemen, in het bijzonder op het gebied van de financiën. We wachten met spanning, maar niet al te hoge verwachtingen, af wat dat zal opleveren.

In de internationale diplomatie hebben de Fransen de reputatie van vasthoudendheid. En de Franse positie inzake klimaat is in lijn met die van Duitsland en de EU (en Nederland natuurlijk!). Tegen deze achtergrond is het te verwachten dat de klimaathysterie nog een lang leven zal zijn beschoren en de EU nog lange tijd op ramkoers zal blijven liggen met de nieuwe Amerikaanse regering wat het klimaatbeleid betreft.

Moeder Natuur zal intussen haar eigen plan trekken, in die zin dat het klimaat zich daar niets van zal aantrekken. Immers, de quasi-stagnatie van de opwarming van de aarde (of nauwkeuriger: atmosfeer) duurt voort. Maar het klimaatbeleid gaat onverminderd door. De kosten voor de westerse wereld van deze getuigenispolitiek worden op één à twee miljard dollar per dag (!) geschat, ten koste van de burgers en het bedrijfsleven. Dus het is hoog tijd dat de rationaliteit ter zake nu eindelijk eens de overhand krijgt.

De hoop van de klimaatsceptici is thans gevestigd op het rode team van Scott Pruitt van het Amerikaanse ‘Environmental Protection Agency’ (EPA). Misschien slaagt dat erin om rationaliteit en wetenschap in het klimaatdebat te herstellen. Laten we duimen!

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.