Klimaat neemt een prominente plaats in in de plannen van het nieuwe kabinet. Eerder wees Hugo Matthijssen er al op dat deze plannen volstrekt irreëel en onhaalbaar zijn.

Gelukkig zijn vele onderdelen van het beleid geformuleerd als doelstellingen die vér na het einde van de komend kabinetsperiode moeten zijn gerealiseerd. De ervaring leert dat die dan in het licht van de dan heersende situatie zullen worden aangepast. Aangenomen mag worden dat een aantal daarvan een stille dood zal sterven.

Een belangrijk punt in de plannen is de aanstelling van een klimaatminister. Deze wordt de icoon van de institutionalisering van de klimaatverdwazing. Maar de macht van deze bewindspersoon wordt behoorlijk ingeperkt door een consultatieplicht met talloze betrokken partijen. Zo schreef Robert Giebels in de Volkskrant dat hij/zij niet was te benijden:

Hoe vrijblijvend is de klimaatparagraaf? … Wat volgt na een ronkend begin is een lange lijst van opdrachten aan de nieuwe klimaatminister waarbij hem of haar vermoedelijk de moed in de cradle-to-cradle sneakers zinkt. Opvallend is dat die volstrekt afhankelijk zal zijn van heel veel anderen. De doelstellingen kunnen alleen gehaald worden met ‘onze buurlanden’, ‘bedrijven, bestuurlijke partners, milieubeweging’, de ‘industrie’ als aparte categorie, ‘gemeenten, provincies, waterschappen en netbeheerders’ en ‘boeren. Allemaal partijen waar de klimaatminister iets van gedaan moet krijgen, zonder dat hij of zij daar veel geld tegenover kan zetten.

In dezelfde Volkskrant publiceerde Marcel Crok forse inhoudelijke kritiek.

Hij beklemtoonde dat alle maatregelen geen aantoonbaar effect zullen hebben – ook niet over 100 jaar.

Met de voorgenomen CO2-reductie van 49 procent wordt een afkoeling bereikt van 0,0003 graden. In werkelijkheid is het afkoelende effect onmeetbaar klein. Dat betekent dus dat wij enorm veel geld gaan uitgeven om een niet meetbare uitkomst te bereiken. Om een niet meetbaar klimaateffect te bereiken wordt de burger keihard in zijn portemonnee gepakt. Dit is een heel kostbare versie van de keizer die geen kleren aan heeft.

Voorts bekritiseerde hij het denivellerend effect van het klimaatbeleid, een cruciaal element, dat zorgvuldig buiten de politieke discussie wordt gehouden.

Als je mensen op straat vraagt of zij vermindering van de CO2-uitstoot een goed idee vinden, zeggen ze uit volle borst: Ja! Maar het kabinet vertelt er niet bij hoeveel dat gaat kosten. Met mijn onderzoeksgroep heb ik berekend dat mensen in het jaar 2023, over 6 jaar al, aan CO2-reductie evenveel geld kwijt zijn als hun huidige vrij besteedbaar inkomen.

Bovendien gaat arm, dat toch al nauwelijks een vrij besteedbaar inkomen heeft, het veel meer voelen dan rijk, omdat arme mensen veel minder profiteren van klimaatsubsidies. Het is dus denivellerend. Daarom is het ook zo gek dat het concept van de Klimaatwet uit de hoed van links komt, namelijk van GroenLinks-leider Jesse Klaver en oud-PvdA-leider Diederik Samsom.

Leo Meyer mocht Marcel Crok in dezelfde krant van repliek dienen. Leo Meyer heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opstelling van het laatste ‘Assessment Report’ van het VN-klimaatpanel (IPCC). Thans treedt hij in ons land op als klimaatactivist om de strikte naleving van de daarin vervatte conclusies, waarmee hij zich volledig identificeert, te bevorderen.

Over de klimaatovereenkomst van Parijs schreef hij onder meer:

In Parijs is afgesproken dat de opwarming beperkt moet blijven tot flink beneden de twee graden Celsius. De lidstaten van de Europese Unie moeten samen in 2030 ten minste 40 procent reductie hebben bereikt. Het Nederlandse regeerakkoord is dus inderdaad ambitieuzer dan de EU. ….

En natuurlijk gaat dat geld kosten. We kunnen niet zeggen ‘de planeet gaat naar de bliksem maar we kunnen haar niet redden want dat kost geld’. Niets doen is net zoiets als geblinddoekt de snelweg oversteken en hopen dat het goed gaat.

Dat is nu weer zo’n typische uitspraak van een klimaatalarmist pur sang die nergens op slaat.

In talloze bijdragen hebben wij op deze website uitvoerig aangetoond dat het IPCC-dogma, de menselijke broeikashypothese, waarbij CO2 van menselijke oorsprong een dominante invloed op de temperatuur zou uitoefenen, wordt weerlegd door metingen. Deze hypothese dient derhalve te worden verworpen. De implicatie is dat het klimaatbeleid een wetenschappelijke basis ontbeert, nergens toe dient en derhalve dient te worden beëindigd. Het beleid gaat echter in tegengestelde richting. Het effect op het klimaat, in het bijzonder de temperatuur is niet meetbaar. Maar de maatschappelijke kosten zijn onvoorstelbaar hoog. De besluitvormers zijn nog immer in de greep van de klimaatwaanzin.

En dan de klimaatovereenkomst van Parijs. Dat was een staaltje politiek theater van de bovenste plank. Wie dacht dat deze tot een substantiële vermindering van de CO2-uitstoot zou leiden, kwam bedrogen uit. De mondiale uitstoot is de laatste jaren echter wèl betrekkelijk stabiel gebleven. Maar het IEA verwacht toch een aanzienlijke stijging in de komende decennia. Dat China en India een belangrijke bijdrage zouden leveren aan vermindering van de CO2-uitstoot, zoals Meyer stelt, is niet conform de intentieverklaringen die zij in ‘Parijs’ hebben ingediend en dient naar het rijk der fabelen te worden verwezen.

Leo Meyer:

Waar geen rekening mee wordt gehouden, is dat van verduurzaming van de samenleving en vermindering van de broeikasgasuitstoot ook een impuls uitgaat voor de economie. Er is nu al een heel nieuwe industrietak ontstaan die veel banen zal opleveren.

En daar duikt ook weer het bekende economische impuls of groene banensprookje op. Als economen de zinloosheid daarvan duidelijk willen maken, verwijzen zij vaak naar het bekende strandproject, waarbij de ochtendploeg kuilen graaft en de middagploeg die weer dichtgooit. Dat is goed voor de werkgelegenheid! Maar uit welvaartsoogpunt is het natuurlijk pure verspilling.

In verschillende landen zijn econometrische studies verschenen waaruit blijkt dat investeringen in hernieuwbare energie per saldo tot banenverlies leiden. Helaas worden die stelselmatig door klimaatactivisten genegeerd.

Volgens een Spaanse studie vernietigt elke groene baan 2,2 banen elders in de economie. Volgens een Britse studie 3,7 banen. En een Italiaanse studie concludeert:

…the same amount of capital that creates one job in the green sector, would create 6.9 or 4.8 if invested in the industry or the economy in general, respectively,

Lees verder hier.

En dan komt Leo Meyer met:

En dat er een denivellerende werking van zou uitgaan, vind ik wat voorbarig. In Nederland worden altijd compenserende maatregelen getroffen wanneer de laagste inkomensgroepen de dupe dreigen te worden.

Tja, wéér een nieuwe laag regelgeving met een overeenkomende groei van de bureaucratie en talloze uitvoeringsproblemen. Dat geeft bepaald geen ‘vertrouwen in de toekomst’.

Een andere belangrijk onderdeel van het klimaatpakket is de opslag van CO2 (een technologie die veel energie kost en nog nergens op grote schaal is toegepast), met een hoeveelheid waarvan zowel de milieubeweging als het bedrijfsleven met ongeloof en afkeuring hebben kennis genomen.

Enkele commentaren:

Teletekst:

Industrie: plan CO2-afvang kan niet.

Industriële energie-grootverbruikers, verenigd in de VEMW,verbazen zich over de omvang van de CO2-reductie die het nieuwe kabinet denkt te bereiken met het afvangen en opslaan van CO2.

Het kabinet wil de uitstoot tot 2030 met 56 megaton verminderen. Daarvan moet 18 megaton uit CO2-afvang komen. Volgens de VEMW zou daarvoor bijna alle CO2 van de industrie moeten worden afgevangen. Onlangs noemde adviesbureau McKinsey een afvang van 3 megaton in 2040 reëel.

De afvang van 18 megaton kost volgens de VEMW zó veel, dat bedrijven dan geen geld meer hebben voor de overstap van fossiele naar groenere energiebronnen.

Financieel Dagblad:

Greenpeace is tegenstander van CO2-opslag. Wijnhoven vindt het dan ook geen goed idee dat de SDE+-regeling nu ook wordt ingezet voor CO2-opslag. ‘Dat is strijdig met het beginsel dat de vervuiler betaalt. Want nu zal de burger, via de opslag duurzame energie, moeten betalen voor de kolencentrales die openblijven en hun CO2 onder de grond opslaan.’

Ook Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame energie, valt over de grote rol voor CO2-opslag. ‘CO2 afvang en opslag is een dure en complexe techniek. Dat dat in 2030 goed is voor 18 megaton CO2-reductie, is echt wensdenken’, aldus Van der Gaag. ‘Volstrekt onrealistisch!’

De Vereniging van Zakelijke Energieverbruikers (VEMW) noemt bij monde van directeur Hans Grünfeld de erkenning dat CO2-opslag een grote rol moet spelen, ‘belangrijk’. ‘Maar’, zegt hij, ‘ik me zorgen over de doelstelling om 18 megaton Co2 uit de industrie af te vangen en op te slaan. Dat is volstrekt onrealistisch.’

Het is al met al weer het bekende getuigenisbeleid dat de Nederlandse samenleving vele tientallen miljarden zal gaan kosten, zonder dat daar een meetbaar resultaat tegenover staat, hetgeen van regeringswege ook is bevestigd.

Papier is geduldig. Maar de praktijk is vaak weerbarstig. Zullen de overeengekomen doelstellingen ook worden gerealiseerd? Dat is hoogst onwaarschijnlijk. We moeten niet vergeten dat beleidsintenties van regeringsbeleid niet noodzakelijkerwijs ook tot uitvoering leiden.

Wie herinnert zich nog het kwartje van Kok (1991), een verhoging van de accijns op brandstoffen, die naar de regering verzekerde slechts tijdelijk zou zijn om een tekort op de begroting te vullen. Van afschaffing is het nooit gekomen.

Wie herinnert zich nog de steun aan Griekenland, waarvan elke cent zou worden terugbetaald, zo werd ons verzekerd? Dat is tot op heden niet gebeurd.

En dan de onverwachte invoering van het eigenwoningforfait, nadat de mensen door de overheid zijn gestimuleerd om hun huis af te betalen.

Wie herinnert zich nog de windmolens die niet op wind maar op subsidie draaiden? Thans zijn weer vele miljarden voorzien om nog meer zwaaipalen te plaatsen.

Kortom, het zijn niet alleen windmolens die draaien, maar ook het beleid.

Hoe zullen generaties na ons deze episode in de vaderlandse politieke besluitvorming beoordelen? Het toppunt van modern obscurantisme?