Een bijdrage van Hugo Matthijssen.

De beurs wordt vaak beschouwd als graadmeter van de reële economie. Aan het koersverloop wordt zelfs wel een zekere voorspellende waarde toegekend, omdat daarin de toekomstverwachtingen van vaak goed geïnformeerde beleggers tot uitdrukking komen. We moeten die opvatting overigens met een korrel zout nemen, want koersen kunnen flink fluctueren.

Wat is het sentiment onder beleggers over hernieuwbare energie en kernenergie op dit moment? Op de recente klimaattop in Bonn werd weer veel propaganda gemaakt voor de uitbreiding van het aandeel hernieuwbare energie in de energy mix, maar vele beleggers zien dat kennelijk toch een tikkeltje anders, getuige het verloop van de beurskoersen.

Want er heeft een aardverschuiving op de beurzen plaatsgevonden: twee ronduit dramatische ontwikkelingen. Enerzijds koersdalingen als gevolg van de malaise bij Siemens en de catastrofale verliezen bij Vestas, de toonaangevende Deense Fabrikant van windturbines. Anderzijds koersstijgingen als gevolg van hernieuwde belangstelling voor kernenergie. Aandelen van uraniummijnen schoten in korte tijd plotseling omhoog op de beurzen in de VS en Canada.

Ondanks alle propaganda voor hernieuwbare energie van de politiek en media lijken de beurzen een ‘energierevolutie’ aan te kondigen die in tegenovergestelde richting gaat dan het mediaspektakel van de klimaatconferentie in Bonn.

Siemens is actief op de markt van turbines en windturbines. Zij hebben de gok genomen om het accent te leggen op windenergie. Met Duitsland als voorbeeld hoopten ze dat andere Europese landen zouden volgen. Omdat de windturbine nauwelijks energie-intensief genoemd kan worden, kan deze ook nooit leveren wat ervan verwacht wordt. Door lobby en verkeerde informatie in de media denken veel mensen dat wind en zon samen een groot deel van onze huidige energieproductie gaan overnemen. Maar het besef dringt langzaam door dat dat niet het geval is.

Een voorbeeld: het windpark Gemini, dat bestaat uit 150 windmolens met een totaal opgesteld vermogen van 600 MW, zou voor 780.000 huishoudens stroom leveren. Dat wekt verwachtingen. Maar alle huishoudens samen gebruiken 4% van ons totale energiegebruik in de vorm van elektriciteit. Totaal heeft Nederland afgerond 7.700.000 huishoudens.

Simpel berekend betekent dat dat een windpark, waarvoor 4,5 miljard subsidie is gereserveerd, na een jaar of 15 niet meer bijdraagt dan 0,4% van ons totale energieverbruik. En dan zijn de inpassingsverliezen er nog niet af. Aan de andere kant, rond windkracht 6 pieken die molens met 600 MW. Dat betekent dat de opbrengst van windenergie marginaal genoemd kan worden en de kosten gigantisch en dat valt niet lang vol te houden.

Ook is de laatste jaren in Duitsland gebleken dat de investeerders nauwelijks nog hun geld er uit halen en dat sommige projecten verlies lijden.

Conclusie: windenergie is een slechte investering en kan alleen rendement opleveren door enorme subsidiebedragen. Dat besef dringt langzamerhand door. Spanje en de VS haken af en ook in Duitsland realiseert zich op de verkeerde weg te zijn.

Een bijkomend effect is dat naarmate er weersafhankelijke, meer gesubsidieerde windstroom op het net gebracht wordt, de centrales moeten terugschakelen of afschakelen. Het gaat zelfs nu in Duitsland zover dat men de pieken af en toe niet meer op het eigen net kan opvangen en dan wordt de stroomprijs op de markt negatief.

Dat proces is al een aantal jaren aan de gang met als eerste gevolg dat de afgelopen jaren ook in Nederland met name gascentrales werden stilgelegd en zelfs ontmanteld. Zelfs als men alleen uitgaat van directe kosten, zoals de gasprijs en de onderhoudskosten, dan is nog is het verdienmodel negatief. We zagen dan ook een toename van windstroom, waardoor de centrale capaciteit misbruikt werd voor balancering. Daardoor gingen de rendementen van de centrales onderuit. Kolen wisten het nog over te nemen. Maar er is geen markt meer voor nieuwe turbines.

We zitten nu in de fase dat de laatste middelen nog worden ingezet om de stroomvoorziening aan de gang te houden. Het groot onderhoud van gascentrales wordt niet meer uitgevoerd.

De energiemarkt is volkomen verziekt en als we zo nog even doorgaan en meer weersafhankelijke stroom op het net zetten, stoppen de centrales vanzelf en kan het net niet meer worden gebalanceerd.

Kortom, Siemens en Vestas hebben zich vergist. Zij hebben gouden bergen beloofd wat wind betreft, terwijl zij als techneuten heel goed wisten dat dat op de lange termijn geen haalbare kaart zou zijn. De gasturbinemarkt is onderuit gegaan, niet omdat we zonder deze centrales kunnen, maar omdat het verdienmodel al jaren negatief is.

Groot onderhoud stoppen betekent dat met veel geluk een centrale nog 2 tot 4 jaar kan doordraaien, afhankelijk van de technische staat op dit moment. En dan gaat het licht uit.

Siemens heeft de ellende over zichzelf afgeroepen.

De beurzen hebben het door, getuige het koersverloop. Wind heeft geen toekomst en gasturbines moeten we over enkele jaren in China kopen.

Het zal duidelijk zijn dat de slimste mensen op deze wereld nu kijken naar de mogelijkheden van thorium/uranium/plutonium-stokende gesmolten zoutreactoren.