Een bijdrage van Hugo Matthijssen.

Onlangs verscheen een (opinie-) artikel van Taco Douma, directeur centrales bij RWE in Nederland en Duitsland, in het Dagblad van het Noorden met als kop ‘Zonder biomassa geen duurzame samenleving‘.

Allereerst een inleiding waarin wordt gesteld dat met de door de regering aangekondigde maatregelen slechts de helft van de CO2-reductie doelstelling wordt gehaald en we alles uit de kast moeten halen om de doelstelling te halen, hetgeen betekent: uitfasering van fossiele brandstoffen, energiebesparing en ontwikkeling van meer duurzame energie.

Daarvoor heeft Nederland duurzame energie nodig en dan is de stap naar het verstoken van hout in centrales snel gemaakt. Daarbij werd opgemerkt dat biomassa (houtstook in centrales) de enige manier is om voldoende betrouwbaar en betaalbaar duurzame energie te produceren. Aangegeven werd dat houtpellets komen uit duurzaam beheerde bossen die snel groeien, zodat met een korte CO2-cyclus duurzame stroom wordt geproduceerd.

En dat, beste mensen, is een sprookje!

De praktijk is anders. In de VS en Canada worden complete bossen verzaagd en verwerkt tot pellets. Het zijn vaak bossen die voor de houtproductie minder gunstig zijn en met rust gelaten zijn. Biotopen die meer dan 100 jaar de tijd gehad hebben om zich te ontwikkelen worden onderuit gehaald en op die terreinen zouden dan de snelgroeiende bomen geplant moeten worden, als dat al gebeurt. Zie ook de reportage van Zembla: “Bos als brandstof

Dan het vervolg: vers hout wordt versnipperd, gedroogd en tot pellets geperst en dat kost al veel energie. De volgende stap is transport met vrachtwagens naar de havens en via bulkschepen komt dat hout dan in onze haven aan. Gigantische bergen hout die door de schoorsteen van de centrales verdwijnen en dat zou CO2 neutraal zijn? Kijken we naar hout als brandstof dan is bekend dat hoe droog het ook is er altijd enkele procenten water in zit en het kost energie om dat te verdampen. Ook bestaat hout niet alleen uit koolstof zodat in de praktijk stroom wordt opgewekt met een min of meer inferieure brandstof. De CO2-uitstoot per kWu uit een hout gestookte centrale is 20% hoger dan de CO2-uitstoot per kWu van een kolengestookte centrale.

En dan moet al die CO2 weer door bossen worden vastgelegd en met snelgroeiende bomen zou dat een stuk beter gaan. Ook dat is de vraag. De bomen leggen CO2 vast met gebruikmaking van zonlicht, voedsel uit de bodem en water. De energie van zonlicht wordt gebruikt om CO2 te splitsen. De zuurstof gaat via de huidmondjes van de bladeren naar buiten en de koolstof wordt in de boom opgenomen als bouwsteen. In de beginfase van de groei worden andere vezels geproduceerd dan in de latere fase, zodat sneller groeien niet direct betekent dat er ook meer CO2 wordt vastgelegd.

Zie het hele verhaal hier.

Niet voor niets komt er een kentering van de beeldvorming t.a.v. dit onderwerp in de Tweede Kamer.

Terug naar het onderwerp. Er wordt een autoriteit ingezet een directeur van RWE in Nederland en Duitsland om aan te geven dat we zonder biomassa geen duurzame samenleving kunnen realiseren en hij pleit voor het verbranden van houtpellets in centrales.

Laten we ergens een andere autoriteit bij halen: De Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW). En die is heel duidelijk.

De conclusie: het verbranden van hout in elektriciteitscentrales en van bio-ethanol en biodiesel in auto’s lijkt niet of nauwelijks bij te dragen aan besparing van CO2-uitstoot. Daarom zijn ze niet geschikt als middel voor de transitie naar een duurzame energievoorziening.

Ook de zeer ervaren bosbouwer Leffert Oldenkamp heeft daar al eens een inhoudelijk goed onderbouwd artikel over geschreven. Een stukje uit zijn tekst:

Joris Thyssen van Greenpeace:

‘We hebben daarbij twee voorwaarden gesteld: een maximum aan de hoeveelheid bijstook en de biomassa moet uit duurzaam beheerde bossen komen. Het probleem is dat door een extra vraag naar biomassa naast de vraag naar hout, bio-olie, soja en naar al die andere dingen die we uit het bos kunnen halen, de druk op het bos te groot wordt. En is er dus een heel groot gevaar dat er bossen gekapt worden en bossen verdwijnen omdat wij hier in Nederland biomassa in kolencentrales willen bijstoken. Daarvan hebben we gezegd. Dat mag niet. Alleen maar biomassa uit duurzaam beheerde bossen.’

Een vertegenwoordiger van RWE, Taco Douma, verklaarde daarop dat dat precies is wat er gebeurt. RWE gebruikt geen pellets die uit hele bomen zijn vervaardigd.

Resthout of geen resthout, en ongeacht het feit of CO2 al dan niet tot significante opwarming leidt, het gebruik van biomassa als bijstook voor kolencentrales is een aanslag op de bossen en biodiversiteit, leidt tot geen grammetje minder CO2-uitstoot, is veel duurder dan kolen en heeft een extreem lage EROEI. Onverstandig dus!”

Daarnaast vormen de bossen de longen van de wereld en daar moeten we zuinig op zijn.

Hoe komt het Dagblad van het Noorden nu in beeld, vraag je je af. Het is een opiniestuk en de verantwoordelijkheid voor de inhoud ligt bij de schrijver maar het venijn zit in de staart: een nawoord van John Geijp. Hier verkort weergegeven.

Biomassa is plantaardig en dierlijk materiaal en kan gebruikt worden om middels verbranding, vergassing en vergisting energie op te wekken en sommige steenkoolcentrales te vergroenen. De inzet is niet onomstreden omdat er niet alleen afvalhout en reststoffen voor zouden worden gebruikt. Tegenstanders vrezen bijvoorbeeld dat voor de stook bossen worden gekapt en dat er gewassen worden verbouwd ten koste van areaal voor voedselgewassen.

Hier zie je enkele zaken die aandacht behoeven: ten eerste de toelichting is maar zeer beperkt er wordt een summiere beschrijving gegeven van biomassa. Vergeten wordt bijvoorbeeld dat de productie van veel vormen van biomassa en het transport daarvan vaak meer energie kosten dan dat er mee wordt geproduceerd. Kijk maar eens naar de argumentatie van Zembla en de KNAW. Ook wordt vergeten dat er veel biobrandstof wordt geproduceerd van eetbare olie en suikerhoudende gewassen zoals mais etc.

De tweede opmerking is dat hij het heeft over tegenstanders en daarmee trekt hij het onderwerp in een ‘frame’ van voor- en tegenstanders, terwijl juist argumentatie en waarheidsvinding een van de hoofdtaken is van een journalist.

Zie ook deze link.

Het is aan de lezer om te oordelen, maar autoriteitsargumenten gebruiken en daarop aan te haken in plaats van gedegen journalistiek onderzoek te doen, zegt al genoeg.