Ap Cloosterman.

Een bijdrage van Ap Cloosterman.

Groenland is een autonoom land binnen het Deense Koninkrijk.

Groenland is 52 x zo groot als Nederland. 85% van het land is bedekt met een ijslaag. Alleen de kuststrook van 15–150 km. breed, vooral in het zuiden en westen, is bewoonbaar, mede door de invloed van de Warme Golfstroom. Het is, na de Antarctische ijskap, het grootste ijslichaam ter wereld. De ijskap is bijna 2.400 kilometer lang in noord-zuid richting en de grootste breedte is 1.100 kilometer. De gemiddelde hoogte van het ijs is 2.135 meter.

Als de hele 2,8 miljoen kubieke kilometer ijs zou smelten, zou de wereldwijde zeespiegel volgens Wikipedia
stijgen met 7,2 m.

Dit is niet geheel juist en we komen hier nog op terug.

Vanaf het jaar 985 tot in de twaalfde eeuw vestigden zich 300 à 400 kolonisten (Vikingen) in twee nederzettingen aan de westkust van Groenland. Dit was mogelijk dankzij het gunstige klimaat in die jaren. Deze periode staat bekend als het middeleeuwse klimaatoptimum.

Aan het begin van de twaalfde eeuw waren er meer dan driehonderd boerderijen met ongeveer vijfduizend mensen. De kolonisten hadden vee en jaagden op wild.

In de veertiende eeuw werd het op Groenland plotseling kouder. Er waren vreselijke koude, natte zomers en er staken meer stormen op. Het pakijs rond Groenland sloot de vaarroute naar IJsland af, waardoor jarenlang geen aanvoer mogelijk was. Na 1410 stierven de nederzettingen uit.

Groenland heeft nu een poolklimaat met regionale verschillen. De temperatuur daalt in het binnenland tot –50 graden. Föhnwinden zorgen zomers aan de kust voor temperaturen tot +20 graden. Noord–Groenland is in juni één van de zonnigste plaatsen van de hele wereld.

Er is 1,1 miljoen jaar geleden een ijsvrije periode geweest op Groenland en deze heeft 280.000 jaar geduurd. De bergtoppen waren overigens niet ijsvrij.

In de ijsvrije en warme periode van Groenland was er geen sprake van menselijke emissie van broeikasgassen: natuurlijke klimaatverandering is de norm!

Het ijs op Groenland smelt – Oorzaak?

Onderzoek wijst uit dat de Groenlandse ijskap sinds de jaren negentig van de vorige eeuw met een factor twee sneller afsmelt.

Exacte satelliet gegevens zijn vanaf 2002 beschikbaar:

Bron: Data from the Gravity Recovery and Climate Experiment (GRACE) satellite.

De ijskap van Groenland verliest sinds 1996 jaarlijks ijs. Gemiddeld was dit 286 miljard ton ijs per jaar. Dit komt overeen met 0,8 mm zeespiegelstijging per jaar.

De alarmistische opvatting over de oorzaak is bekend:

Opwarming door het broeikasgaseffect t.g.v. antropogene CO2-emissie.

Sceptici weten, dat CO2 bij de afsmelt van poolijs geen rol meer speelt, omdat:

  • Uit onderzoek van historisch materiaal (ijskernen en oceanische sedimentkernen) is gebleken, dat eerst een temperatuurverhoging van de atmosfeer plaatsvindt en dat pas daarna het CO2-gehalte in de atmosfeer stijgt door het vrijkomen van CO2 uit het opgewarmde zeewater.
  • Een hoeveelheid van +/- 400 ppm CO2 al in staat is om de uitgestoten aardse infrarood straling van 4,25 en 15 μm te absorberen en dat betekent dat een toenemend gehalte aan CO2 niet meer werkzaam is.
  • De kleinschalige geïsoleerde laboratorium opstelling van Arrhenius niet te vergelijken is met de praktijk van de horizontale en verticale luchtcirculatie, oceanische stromingen, onweer en zonactiviteit.

De huidige opwarming van het Groenlandse ijs heeft dus niets van doen met het broeikaseffect door CO2.

Andere factoren spelen hier een rol, zoals de roet-en vuilaanslag op het ijs.

Het albedo van een met roet bedekte sneeuw-of ijslaag is 5–10%, terwijl ijs of sneeuw een albedo heeft van 80–95%. De met roet bedekte ijslaag neemt dus veel meer zonnewarmte op waardoor het onderliggende ijs smelt. Door scheuren in het ijs valt smeltwater naar beneden en bereikt uiteindelijk de bodem en vormt vervolgens het glijmiddel waardoor het ijs in zee afglijdt.

De mens is hier debet aan vanwege roet- en stofuitstoot door:

  • Verkeer met dieselolie als brandstof. Schepen met zware stookolie als brandstof. Een groot containerschip verbruikt per dag 262.000 liter zware stookolie. Zware stookolie is een teerachtige stof, welke van tevoren opgewarmd moet worden om het vloeibaar te kunnen verpompen. De roetuitstoot van één schip is equivalent aan de roetuitstoot van 1 miljoen auto’s. Op de oceanen varen zo’n 100.000 zeeschepen.
  • Affakkelen bij fossiele bronnen en industrie.
  • Afsteken vuurwerk.
  • Oorlog: bommen en granaten.
  • Enorme stofwolken.
  • Opzettelijk aangestoken bosbranden.
  • Industrie.
  • Hout- en pelletkachels.
  • Vreugdevuren.
  • Olie, kolen en biomassa gestookte centrales.
  • Slijtage rubberen autobanden.

Natuurlijke oorzaken door:

  • Vulkaanuitbarstingen.
  • Bosbranden.
  • Opstuivend woestijnzand.
  • Warme Golfstroom: warmer oceaanwater en afname snelheid.

Bron hier.

In bovenstaande afbeelding wordt het volgende weergegeven: In alle staafdiagrammen wordt op de X-as de jaartallen aangegeven van 1880 tot en met 2016. Op de y-as wordt de oppervlakte temperatuur van het wereldwijde zeewater aangegeven. De nullijn is de gemiddelde oppervlakte temperatuur van het zeewater van de vorige 20ste eeuw.

De bovenste grafiek betreft het zeegebied tussen 0° en 30° N. Br., de middelste grafiek tussen 60°NBr en 60° Z. Br. en de onderste grafiek tussen 0° en 30°Z. Br.

Voor de Groenlandse ijskap beschouwen we de bovenste grafiek en zien dan dat de temperatuur van het noordelijke zeewater vanaf 1880 tot en met 2016 met 1,9°C is gestegen.

Ook hier speelt het broeikasgas CO2 nauwelijks of geen rol:

Als koel water aan warme lucht wordt blootgesteld dan zal deze infrarood straling (=warmte) slechts een fractie van een millimeter in het wateroppervlak binnen dringen en deze warmte zal gebruikt worden voor verdamping. Het water zelf zal daardoor niet of nauwelijks opgewarmd worden. Anders is dit met zonnestraling. Zonnestraling heeft een kortere golflengte en dringt dieper in het wateroppervlak door (200 tot 500m). Deze straling is wel in staat om het water op te warmen.

Een praktisch voorbeeld: Het koude badwater (10°C) in een warme kamer (25°C) zal ondanks de warme lucht er boven nauwelijks of niet opwarmen. Buiten in de Zon wordt het water wel opgewarmd. Ik kan mij nog herinneren, dat in de oorlog ons badwater eerst in de Zon werd gezet om opgewarmd te worden.

Met de Warme Golfstroom stroomt dit opgewarmde water naar het noorden en spoelt op Groenland tegen de onderkant van de gletsjers aan waardoor afsmelt plaats vindt. Dit smelten gebeurt ook met het zee-ijs.

IJs wordt vervangen door smeltwater en dat betekent dat de Zon (water heeft een lager albedo dan ijs) meer warmte instraalt en het smeltproces daardoor versterkt wordt. Het tipping point is bereikt.

Het smeltproces van zee-ijs is onomkeerbaar en dat betekent dat er een enorme plas zoet water vrijkomt, waarmee het aangevoerde zoute en warme water van de Warme Golfstroom wordt verdund.

Dit gaat ten koste van de stroomsnelheid van zowel de Koude- als uiteindelijk ook van de Warme Golfstroom.

De stroming van de Warme Golfstroom is een gevolg van de wind en de aanzuigende werking van de zgn. poolpomp.

De poolpomp werkt als volgt: Tijdens zijn weg naar het noorden wordt het oceaanwater in de tropen sterk verwarmd en er vindt verdamping plaats waardoor het water zouter wordt. Aangekomen op de Noordpool wordt dit zoute water sterk afgekoeld en is daarmee zwaarder dan het zeewater daar ter plaatse.

Dit zoute water zakt naar de bodem en vormt hiermee de aandrijving van de Koude Golfstroom onderlangs richting het zuiden.

Wordt vervolgd.