Will Happer.

Op dit blog hebben we herhaaldelijk aandacht geschonken aan de beperkingen van klimaatmodellen. Modellen, die een vereenvoudigde voorstelling van de realiteit bieden, zijn onontbeerlijk om inzicht te krijgen in de complexe werkelijkheid. Maar zij schieten vaak tekort als instrument om de toekomst te voorspellen.

In bijgaande video legt William Happer, emeritus professor natuurkunde aan de Amerikaanse ‘Princeton University’, op een voor een breed publiek toegankelijk wijze uit waarom klimaatmodellen hierop geen uitzondering vormen. Zij zijn niet in staat de toekomstige temperatuur van de aarde (eigenlijk: atmosfeer) te voorspellen.

Ik pik er een aantal elementen uit.

Happer vertelt dat hij veel ervaring heeft met lange–termijn klimaatmodellen. En het blijkt dat die niet werken. Zij werken niet in het verleden. Zij werken niet in het heden. En het is moeilijk om zich voor te stellen dat ze ooit in de nabije toekomst zullen werken.

Daar is een simpele reden voor. Afgezien van het menselijk brein is het klimaat een van ingewikkeldste systemen op aarde. Het aantal factoren dat van invloed is op het klimaat, de zon, de bewegingen van de aarde in de ruimte, oceanen, wolken, en ja ook menselijke industriële activiteit, is enorm groot en variabel.

Laten we ter illustratie onze aandacht richten op water. De aarde is in wezen een waterplaneet. (Zie ook hier.) Het klimaat wordt bepaald door een gecompliceerde interactie tussen twee turbulente vloeistoffen: de atmosfeer, die grote hoeveelheden water bevat (denk aan regen en sneeuw) en de oceanen, die 70% van de oppervlakte van de aarde bedekken. We kunnen niet voorspellen wat voor invloed de atmosfeer zal hebben op toekomstige temperaturen omdat we de ontwikkeling van wolkenformaties niet kunnen voorspellen alsmede de convectie van warmte, zuurstof en zout en andere stoffen die door de oceanen stromen. Om nog maar niet te spreken van cycli zoals El Niño in de Stille Oceaan. Deze bemoeilijken voorspellingen over de oceaantemperatuur.

We kunnen noch de ontwikkeling van de atmosfeer, noch die van de oceaan voorspellen, laat staan hun interactie. Maar we kunnen wèl met zekerheid stellen: water in al zijn verschijningsvormen heeft grote invloed op de opwarming en afkoeling van de atmosfeer. Vergeleken met water, H2O, heeft kooldioxide, CO2, een geringe invloed op de opwarming van de aarde.

Het is uitzonderlijk moeilijk om te voorspellen wat een vloeistof zal doen. Om er achter te komen wat twee vloeistoffen zullen doen in hun onderlinge wisselwerking gedurende lange perioden op planetaire schaal is nagenoeg onmogelijk.

Zou er wel één rationeel denkend iemand zijn die denkt dat computermodellen temperaturen over tientallen jaren kunnen voorspellen? Het antwoord is dat zij dat niet kunnen. Daarom bleek gedurende de laatste dertig jaar de een na de andere voorspelling – gebaseerd op computermodellen – fout te zijn. Zij zijn fout omdat zelfs de krachtigste computers niet alle vergelijkingen kunnen oplossen, die nodig zijn om het klimaat nauwkeurig te voorspellen. Sommige modelleurs versimpelen de uiterst complexe vergelijkingen. Zij ’tunen’ de vereenvoudigde vergelijking. Door de input te variëren kunnen zij de gewenste output krijgen. Maar dat is geen wetenschap. Dat is ‘science fiction’.

Aldus Will Happer.

 

Zie verder hier.