De hamerslag waarmee de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Laurent Fabius, in december 2015 de klimaatconferentie in Parijs bezegelde en tot succes verklaarde, bracht een golf van zelfgenoegzame euforie teweeg. Er volgde een staande ovatie. Deelnemers omhelsden elkaar en dansten op stoelen en banken. Alom sprak men van een historische overeenkomst. De planeet zou worden gered van die verschrikkelijke opwarming als gevolg van – vooral – menselijke uitstoot van CO2.

Thans is het stof van Parijs neergedaald en is het tijd voor een nuchterder oordeel.

Het blijft zorgwekkend hoe de goed opgeleide en intelligente crème de la crème van de internationale politiek in de eigen gecreëerde sprookjes gelooft. Even verbazingwekkend is dat de reguliere media daar kritiekloos in meegingen. De triomf van onnozelheid! Immers alleen al de tekst van de overeenkomst gaf daar in het geheel geen aanleiding toe.

Want ‘Parijs’ is niet meer dan een verzameling intentieverklaringen van landen om hun CO2-uitstoot te verminderen. Er staan geen sancties op niet–nakoming. En grote CO2-emittenten, zoals China, India, verplichtten zich voor de komende 15 jaar tot niets.

Bovendien, volgens de (onvolkomen) klimaatmodellen zal er 0,16 graden C minder opwarming zijn in 2100 indien alle landen zich aan hun beloften houden. Dit is zó weinig dat het niet waarneembaar zal zijn op thermometers

Bij de wisseling van de politieke wacht in de VS verklaarde de regering Trump uit de overeenkomst van Parijs te zullen treden. Dit was een breuk met het beleid van zijn voorganger, Obama. Het bracht een schok teweeg bij de – voornamelijk ontwikkelde – landen, die de overeenkomst van Parijs als ‘redding van de planeet’ zagen.

Nog geen anderhalf jaar later verklaarde Bondskanselier Merkel op de G–20 Top in Hamburg omfloerst met een van onheil bezwangerd gelaat over de Amerikaanse koerswending: ‘Wij weten allen dat we met grote mondiale uitdagingen worden geconfronteerd en we weten dat de tijd dringt. Oplossingen kunnen alleen worden gevonden als we tot compromis bereid zijn en toenadering tot elkaar zoeken, maar zonder – en ik zeg dit met nadruk – te veel te buigen, want we kunnen natuurlijk ook duidelijk erkennen wanneer er verschillen van opvatting zijn.’ Aldus Merkel.

Het heeft niet mogen baten. Het Westelijke kamp bleef verdeeld.

En hoe zit het met de mondiale CO2-uitstoot na ‘Parijs’?

Bron: IEA.

Die zijn de laatste tijd licht gestegen. Kortom, de intentieverklaringen van de klimaatovereenkomst van Parijs blijken slechts van beperkte waarde – om niet te zeggen: het papier niet waard waarop zij zijn geschreven. Dit is natuurlijk voorpaginanieuws (grapje!)

Maar – verrassing! verrassing! – tegelijkertijd is de gemiddelde wereldtemperatuur de laatste tijd niet toegenomen, maar (fors) afgenomen met ~ 0,65 graden C! Dit is natuurlijk eveneens voorpaginanieuws (opnieuw grapje!). De beloofde opwarmingscatastrofe laat dus nog even op zich wachten (geen grapje!).

Bron: Roy Spencer.

Kortom de realiteit laat zich niets gelegen liggen aan de AGW–hypothese (AGW = ‘Anthropogenic Global Warming’) en het (verbale) klimaatbeleid.

Richard Feynman zei het al:

It doesn’t matter how beautiful your theory is, it doesn’t matter how smart you are. If it doesn’t agree with experiment, it’s wrong.

Ondanks het feit dat de wereldwijde CO2-emissies blijven stijgen en de gemiddelde temperatuur blijft dalen, blijven landen als Nederland hardnekkig volhouden dat er een klimaatprobleem is, aan de oplossing waarvan zij een substantiële bijdrage dienen te leveren. Dit zal echter geen aantoonbaar effect hebben op de gemiddelde wereldtemperatuur.

Het wordt daarentegen wèl duidelijk dat dit een forse financiële aderlating betekent voor de samenleving en in het bijzonder de minst draagkrachtigen. Het is de grootste denivelleringsoperatie in de moderne geschiedenis.

Na zich vele jaren als felle evangelist van de menselijke broeikashypothese en lobbyist van een stringent klimaatbeleid te hebben geprofileerd, is zelfs de Volkskrant er achter gekomen dat het huidige beleid wel heel erg veel pijn gaat veroorzaken, getuige een recent artikel van Koen Haegens: ‘Groene revolutie begint pijn te doen: wie betaalt de rekening van het klimaatbeleid?

Enkele passages:

De eensgezindheid rond de Nederlandse klimaatrevolutie deed het afgelopen jaar denken aan een EO-jongerendag, of een eindeloze NLdoet. Zij aan zij steken goedwillende burgers de handen uit de mouwen om zonnepanelen aan te leggen of een week vleesloos te koken. Afgezien van wat kniezende klimaatontkenners langs de zijlijn – Baudet, Wilders – lijkt het groene bedoelingen troef. Van links tot rechts, van vakbonden tot multinationals.

Deze week bleek hoe broos dat groene eenheidsfront is. Een brede coalitie bepleitte de euthanasie van de CV–ketel. Vanaf 2021 zouden huishoudens volledig moeten overgaan op warmtepompen en hybride systemen. Die stoten minder CO2 uit. Bovendien maken ze Nederland minder afhankelijk van het gas.

Toch zijn lang niet alle reacties positief. Zo waarschuwt de Vereniging Eigen Huis voor een ‘kakofonie van geluid’, als gevolg van de bij de warmtepompen horende ventilatoren. Maar vooral het prijskaartje doet mensen schrikken. Een CV–ketel kost hooguit 2.000 euro. Warmtepompen zijn, inclusief installatie, al snel vier tot vijf keer zo duur. …

Het onverwachte kabinetsbesluit van donderdag om de Groningse gaskraan helemaal dicht te draaien, dreunt mogelijk nog langer na. Nu overheerst opluchting. De bewoners in het aardbevingsgebied kunnen over enkele jaren weer rustig slapen. Maar straks valt de rekening op de deurmat – en volgen de ruzies over wie die moet betalen. Dan komt de groene revolutie ineens wel erg dichtbij.

Beetje bij beetje sluipt zo het venijn in het klimaatdebat. Een totale verrassing is dat niet. De win–winsituatie waarvan enthousiaste verduurzamingsadviseurs graag spreken, was van begin af aan een sprookje. De afgelopen jaren werden plaatselijk verhitte conflicten uitgevochten over windmolens in weilanden, of anders wel de houtkachel van de buren. Maar de komende maanden wordt het echt menens.

Het kabinet wil nog voor de zomer een nieuw klimaatakkoord op hoofdlijnen afsluiten. Verspreid over vijf onderhandelingstafels stelt de Nederlandse polder plannen op om uiterlijk in 2030 maar liefst 49 procent minder CO2 uit te stoten dan in 1990. ‘Dit is geen politiek’, stelde minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat hierover, ‘dit is uitvoering.’

Klimaatbeleid als technocratische invuloefening? Verstandiger lijken de woorden die Wiebes deze week na ‘Groningen’ sprak: ‘Liefde gaat door de maag, maar draagvlak door de portemonnee.’ Zo bezien staat zijn kabinet voor een zware opgave. In totaal schat de minister de jaarlijkse kosten op 1 tot 3 procent van het bruto binnenlands product. Volgens voorzichtige ramingen van het ministerie van Financiën zal alleen al de energiebelasting voor een gemiddeld huishouden in 2021 138 euro per jaar hoger zijn dan nu. …

Hoe die klimaatpijn te verdelen? Dat kan wel eens dé politieke kwestie van 2018 worden. Het is een miljardendans waarbij de gebruikelijke plussen en minnen in de koopkrachtplaatjes in het niet vallen. De rijksten trekken vooralsnog aan het langste eind in deze verdelingsstrijd. Zij zijn de morele én financiële winnaars van de groene revolutie. Wie geld heeft en handig is, strijkt belastingvoordeel op door groen te beleggen. Hij verdient aan de zonnepanelen op het (uitgestrekte) dak en kan pronken met zijn gesubsidieerde Tesla.

Wie daarentegen huurt, geen geld op de plank heeft voor milieuvriendelijke investeringen of gewoon verdwaalt in het woud van subsidieregelingen, heeft het nakijken. In 2021 zijn de meest welgestelden slechts 1,2 procent van hun besteedbaar inkomen kwijt aan klimaatbeleid. De laagste inkomens betalen 4,2 procent, blijkt uit onderzoek van CE Delft in opdracht van Milieudefensie. …

Aldus Koen Haegens in de Volkskrant.

Lees verder hier.

En waar doen we dit allemaal voor? Het huidige klimaatbeleid zal geen aantoonbare invloed hebben op de Nederlandse CO2–uitstoot, zoals op dit blog reeds vele malen is betoogd en berekend. Het zal geen aantoonbare invloed hebben op het klimaat – zeker niet indien de rest van de wereld niet meedoet. Het enige dat valt te bedenken is dat het bevrediging schenkt aan de deugmens die in velen van ons schuilt.

Maar het is twijfelachtig of dit voordeel de komende politieke strijd over de lastenverdeling zal overleven.

Hoe het ook zij, het is hoog tijd dat het partijkartel uit zijn slaapstand inzake klimaat wordt gewekt.