Dagelijks worden we door de media overspoeld met onheilsberichten over de nefaste gevolgen van de opwarming van de aarde.

Onder de titel, ‘De staat van het klimaat: gaat de wereld naar de haaien of is het allemaal flauwe praat?’, breken de Belgische ‘De Morgen’ en ‘Humo’ in een gezamenlijk artikel met deze klimaatpropaganda door een aantal klimaatprofessionals kritische vragen te stellen over de zo populaire doemverhalen, die als rechtvaardiging dienen van een uiterst kostbaar doch ineffectief klimaatbeleid. Het resultaat is ontnuchterend. Maar waarom nu pas en niet tien jaar eerder?

Ik pik er een aantal elementen uit.

Dat de aarde opwarmt, daar zijn we het allemaal – op één bewoner van het Witte Huis na – over eens. Maar over de gevolgen van die opwarming zijn de meningen verdeeld. Humo en De Morgen gaan bij een uitgelezen panel van internationale specialisten op zoek naar eerlijke antwoorden: de zeven plagen van de klimaatopwarming, en wat de mens eraan kan doen. …

Waarom stijgt het zeeniveau?

Philippe Huybrechts, glacioloog aan de VUB en lid van het VN-klimaatpanel IPCC: “Voornamelijk door het afsmelten van ijskappen en gletsjers. Gletsjers zijn onze beste klimaatindicator. Ze reageren met vertraging op het klimaat van vijftig jaar geleden. Zelfs als de opwarming vandaag stopt, zullen ze zich nog kilometers terugtrekken alvorens te stabiliseren. Door de opwarming zullen heel wat van onze gletsjers onherroepelijk verdwijnen. Dat is spijtig, maar de gevolgen zijn niet zo dramatisch. …

Jacques van Nederpelt, landbouwkundige aan de universiteiten van Amsterdam en Utrecht: “Men gooit al het ijs ter wereld graag op één hoopje. Maar een ijsklontje dat in een vol glas water smelt, doet het glas niet overlopen. Dat is de wet van Archimedes. Alleen ijs dat op het land ligt en in zee terechtkomt, zoals de ijskappen van Groenland en Antarctica, voegt water aan de oceaan toe. De ijsmassa op Antarctica is kilometers dik en vele miljoenen kubieke kilometers in omvang. Die ijsmassa brokkelt voorlopig aan de randen af. Landinwaarts merken we het tegenovergestelde effect: door de opwarming van de dampkring valt daar meer sneeuw, waardoor de ijskap aangroeit.”

Huybrechts: “… Zelfs áls de opwarming van de aarde zich doorzet, wat nog altijd geen zekerheid is, dan zal het nog honderden jaren duren voor Vlaanderen verzuipt. De kans dat het nooit zover komt, lijkt mij groter.”

De stijging van de zeespiegel zorgt wel al voor problemen: in de Stille Zuidzee staat het water verschillende eilandbewoners al aan de lippen.

Nils-Axel Mörner.

Huybrechts: “Dat valt helaas niet meer te voorkomen. Een temperatuurstijging van 2 graden is te veel voor atollen die maar een halve meter boven het zeeniveau liggen. Ik vermoed dat ze tegen het einde van de eeuw worden ontruimd.”

Van Nederpelt: “Die eilanden staan er beroerd voor, al wonen er maar een paar duizend mensen. Men zoomt er graag op in omdat de beelden erg dramatisch zijn, maar we moeten eerlijk zijn: op wereldschaal heeft dat niet zoveel te betekenen.”

[Noot: Dat wordt door Nils-Axel Mörner weersproken. Zie hier.]

Onze voedselproductie is erg gevoelig voor de klimaatverandering. Regen, droogte, hittegolven, vriesperiodes en overstromingen beïnvloeden de oogst of de groei van de veestapel. Internationale rapporten waarschuwen al langer voor een dreigende instabiliteit in onze voedselproductie.

Richard Tol.

Richard Tol, hoogleraar klimaateconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en sinds 1994 lid van het VN-klimaatpanel IPCC: “Dat is een negatieve boodschap, terwijl de laatste modellen net positief zijn: ze tonen aan dat de voedselopbrengst onder invloed van een gemiddelde klimaatverandering zal toenemen. Dat komt door de zogenaamde CO2-bemesting: meer CO2 in de lucht doet planten sneller groeien en maakt ze water-efficiënter. Dezelfde modellen laten ook zien dat de negatieve gevolgen van de klimaatverandering de positieve gevolgen van de CO2-bemesting pas op het einde van deze eeuw zullen tenietdoen. Op de korte termijn hebben we dus niets te vrezen. …

In de landbouw is er al duizenden jaren een voortdurende technologische vooruitgang. Er is geen reden om aan te nemen dat die plots zou stoppen. Er is een grote bezorgdheid over Afrika, maar op dezelfde grond en in hetzelfde klimaat kun je daar vandaag al met een betere techniek tien keer zoveel uit het land halen.”

Ebi: “Jaren geleden voorspelde men voor sommige delen van de wereld een enorme achteruitgang in de landbouwproductie. Zulke studies gingen ervan uit dat boeren jaar na jaar hetzelfde gewas zouden kweken, zelfs na twee mislukte oogsten. Maar boeren zijn toch niet dom? Na een mislukte oogst zoeken ze een ander gewas om hun familie te voeden.”

Jorgen Eivind Olesen, klimaatexpert aan de Universiteit van Aarhus en voormalig lid van het IPCC: “Ik schat dat de toename in totale productie op wereldschaal niet meer dan 5 of 10 procent zal bedragen. Rusland kan zijn landbouwcapaciteit dankzij de klimaatverandering nu al verdriedubbelen, maar doet dat niet wegens corruptie en slecht beleid. En in Canada en Noorwegen, landen die ook bevoordeeld worden door de klimaatverandering, maakt de landbouw maar een klein deel uit van de totale economie. In Groenland kijken ze echt wel uit naar het moment dat het land ijsvrij wordt. Weet u trouwens hoe men de klimaatverandering daar noemt? Klimaatverbetering!”

Over het mogelijke verband tussen klimaatverandering en hongersnood.

Tol: “De studie van econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen uit de jaren 70 is intussen meermaals herhaald en bevestigd. Hongersnood komt alleen voor in dictaturen en kolonies, nooit in een democratie. De voorbije eeuwen is er altijd voldoende voedsel op de wereld geweest. Het probleem is nooit de hoeveelheid, maar de verdeling ervan.”

Brengen klimatologische veranderingen ook gevaren met zich voor de volksgezondheid, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe ziektes?

Ebi: “Dat lijkt me eerder voer voor een spannende Hollywoodfilm. Ons interesseert vooral welke impact een temperatuurstijging van 1,5 of 2 graden op bestaande ziekten zal hebben. Op sommige plaatsen zullen muggen hun habitat en dus ook de overdracht van bepaalde ziektes kunnen vergroten. Op andere plaatsen wordt het dan weer te warm en te droog om een ziekte als malaria te verspreiden.”

Tol: “Malaria is nog altijd meer een armoedeziekte dan een klimaatziekte. George Bush en Bill Gates hebben veel middelen vrijgemaakt voor medisch onderzoek naar malaria. Op dit moment zijn we in de derde stage van het onderzoek naar een malariavaccin. Door de verspreiding van muggennetten is het aantal malariadoden de voorbije vijftien jaar met de helft verminderd. Nu zit er een vaccin aan te komen dat voor 97 procent effectief is.

Zorgt een warmer klimaat voor meer hittegolven en dus ook voor meer hittedoden?

Tol: “Ja, maar tegelijk is er een afname van het aantal koudedoden. In landen als België en Nederland zijn er traditioneel meer koude- dan hittedoden. Dat komt deels door koudestress en deels omdat we de winter binnenshuis, dicht bij elkaar, doorbrengen en dus makkelijker besmettelijke ziektes overbrengen. Warmte zorgt in onze contreien dus voor een positieve uitkomst.”

Men stelt vaak dat de rijkere landen profiteren van de klimaatopwarming en de armere landen het nog harder te verduren krijgen.

Ebi: “Dat is niet altijd zo. Kijk maar naar de natuurrampen die de VS teisteren: orkanen, overstromingen en bosbranden. In Europa veroorzaakten de hittegolven van 2003 70.000 doden. Rijkere landen hebben meer middelen om zich tegen de veranderingen te wapenen, maar immuun zijn ze niet.”

Is het mogelijk om de economische kosten van de klimaatopwarming te berekenen?

Tol: “Dat is een bijzonder complexe berekening, omdat de gevolgen zich in elke sector laten voelen.”

Over duurzame energie.

Tol: “Tot nu was de industrie van zonne- en windenergie niet levensvatbaar. Zodra de overheidssubsidies wegvielen, trok de industrie zich terug. Dat lijkt nu te veranderen: alternatieve energie zou over een tiental jaar economisch rendabel kunnen zijn.”

[Noot: Dit wordt door vele deskundigen bestreden. ‘Duurzame’ energie zal altijd 100% backup van fossiele energie nodig hebben.]

Volgens Kristof Calvo (Groen) creëert de alternatieve energiesector tienduizenden groene jobs.

Tol: “Dat is onzin. Er is hoogstens een verschuiving, want in de fossiele industrie gaan jobs verloren. In de alternatieve industrie heeft men voor dezelfde hoeveelheid energie honderd werknemers nodig, tegenover tien in de fossiele. Maar de energieprijs blijft dezelfde. Als we al banen creëren, dan zijn het slechtbetaalde.”

Welke rol speelt de financiële sector in de strijd tegen de klimaatopwarming? Ze kan leningen voor vervuilende projecten duurder maken of fossiele producten uit beleggersportefeuilles weren.

Tol: “Het idee dat beleggingsfondsen zich uit vervuilende industrieën terugtrekken, is vooral een pr-verhaal. Het klinkt goed in de media en het maakt een bedrijf aantrekkelijk voor aandeelhouders, maar het werkt averechts. Fondsen die zich terugtrekken uit ‘bruine’ energiebronnen, verlagen zo de prijs ervan. Bijgevolg zullen investeerders met minder scrupules ze voor een prikje opkopen.”

Volgens sommige bronnen zal de klimaatverandering de grootste vluchtelingencrisis aller tijden veroorzaken.

Stefan Kröpelin, klimaathistoricus van het Africa Research Center aan de Universiteit van Keulen: “Toen ik veertig jaar geleden voor het eerst naar Egypte ging, leefden er twintig miljoen mensen. Nu zijn dat er bijna honderd miljoen. Dat zorgt voor tal van conflicten, waardoor mensen op de vlucht slaan. Dat is de dramatische situatie in veel Afrikaanse landen. Ik hou niet van het woord ‘klimaatvluchteling’, omdat het de negatieve impact van de klimaatopwarming in Afrika schromelijk overschat. Het heeft eerder te maken met een exponentiële bevolkingsgroei en een overmatig gebruik van natuurlijke bronnen. Die mensen vluchten omdat ze te veel kinderen hebben die ze niet langer kunnen voeden, omdat hun landbouwgronden uitgeput en overbewerkt zijn, of omdat ze al jaren verwikkeld zijn in een conflict over water. De waarheid is dat de klimaatopwarming een minimale invloed heeft op de situatie in Afrika. Er is altijd een politieke en economische achtergrond.”

In de media duiken om de haverklap foto’s op van een uitgedroogde, Afrikaanse akker en daaronder een verwijzing naar de klimaatverandering.

Stefan Kröpelin, “… dat is een misverstand. Die droge, gescheurde akkers zijn bijna altijd het gevolg van een conflict tussen lokale boeren. Ik ken geschillen tussen stammen die al duizenden jaren aanslepen.

Van Nederpelt: “Je hoort vaak dat Afrika droger wordt, maar die stelling snijdt wetenschappelijk gezien geen hout. Als het warmer wordt, kan de atmosfeer meer vocht opnemen. Dat is een natuurkundige wet. Er valt vandaag al meer regen in de Sahel. Op satellietbeelden van landen als Burkina Faso is duidelijk te zien hoe de natuurlijke vegetatie de laatste decennia naar het noorden is opgeschoven. Men roept altijd maar dat het er droger wordt, maar dat klopt niet: er is steeds meer regenval.”

Kröpelin: “Tien jaar geleden klonk het in de media dat de Sahara naar Europa zou opschuiven en dat de hele wereld droger wordt. Maar het tegendeel is waar: de regenval neemt overal toe! … Ook de Kaspische Zee in Rusland, het grootste meer ter wereld, zou verdwijnen door de klimaatopwarming, maar in werkelijkheid zijn de uit hun voegen gebarsten katoenplantages in de omgeving de grote boosdoener. Dat hebben de Russen en de omliggende landen nu trouwens goed begrepen, want ze zijn die industrie flink aan het afbouwen. Gevolg: het meer wordt weer groter.”

De algemene aanname is wel dat diersoorten honderd tot duizend keer sneller dan normaal uitsterven.

Søren Faurby, biogeograaf aan de Universiteit van Göteborg die al jaren onderzoek voert naar het uitsterven van diersoorten: “We lezen voortdurend dat diersoorten uitsterven als gevolg van de klimaatopwarming, maar dat klopt niet helemaal. Het is bijzonder moeilijk om de exacte reden te achterhalen. Zo ging men er lange tijd van uit dat de klimaatopwarming aan de basis lag van het verdwijnen van verschillende dier- en vogelsoorten in Australië. Maar een nieuwe studie heeft aangetoond dat de gewone huiskat veel meer schade aanricht. De huiskat is een invasieve soort. Inheemse dieren zijn het niet gewend om te worden opgejaagd door een kat en kunnen zich niet verdedigen. Mocht het klimaat alleen de oorzaak zijn, dan zou de grootste uitstervingsgraad logischerwijze voorkomen in delen met de grootste klimaatverandering. Maar zulke bewijzen vinden we niet.”

Van Nederpelt: “De mens neemt steeds meer ruimte in ten nadele van de dieren. Dat is te wijten aan verstedelijking, maar ook aan boskap voor landbouw. Dat heeft niets met klimaatverandering te maken. Een groot gedeelte van de dierenwereld heeft trouwens niet zozeer last van te hoge, maar eerder van te lage temperaturen.

Lees verder hier of hier.

Alweer wat sprookjes minder.