De Energiewende is duur, héél duur. Het gaat daarbij om exorbitante bedragen, waarvan men zich geen voorstelling kan maken. En het klimaateffect daarvan is nihil. Het is zó klein dat het niet meetbaar is, ook niet aan het eind van deze eeuw. Het is dus niet meer dan getuigenispolitiek.

In 2004 verklaarde de toenmalige Duitse milieuminister, Jürgen Trittin (Groenen): ‘Es bleibt dabei, dass die Förderung erneuerbarer Energien einen durchschnittlichen Haushalt nur rund 1 Euro im Monat kostet – so viel wie eine Kugel Eis.’

Dat bleek onjuist. Wordt Trittin (hier op de achtergrond in beeld in een TV-fragment waarin desinformatie wordt ontmaskerd) nu aangeklaagd vanwege kiezersbedrog en het verspreiden van nepinformatie?

Onder de titel, ‘Teurer Fehler: Noch mehr Milliarden für die Energiewende’, schreef Holger Douglas voor ‘Tichys Einblick’:

Deze keer is de beurt aan de belastingbetaler: miljarden moeten worden uitbetaald aan de compensatie van de energiebedrijven voor de overhaaste energietransitie. Maar de hoogste rekening moet nog komen.

520 miljard euro is nog steeds niet genoeg. Dit zijn de berekende kosten van de Energiewende tot 2025, zoals vastgesteld door het ‘Institut für Wettbewerbsökonomik’ van de Universiteit van Düsseldorf. De 25.000 euro, waarmee elke huishouding van vier personen het wereldklimaat redt, zijn nog onvoldoende. Er zullen nog veel meer miljarden nodig zijn.

Nu bijvoorbeeld voor compensatie van elektriciteitsproducenten. De regering heeft besloten de energiebedrijven RWE en Vattenfall te compenseren. Ze hadden hun planning gebaseerd op de looptijdafspraken van hun kerncentrales en de zogenoemde reststroomvolumes.

Na het ongeluk in Fukushima besloten de CDU en FDP onder kanselier Merkel in 2011 in paniek om met kernenergie te stoppen. Acht kerncentrales moesten onmiddellijk worden gesloten, de rest tegen 2022.

Eigenaren van dieselvoertuigen kennen het principe ondertussen ook: van de ene dag op de andere een gigantisch waardeverlies. De energiebedrijven moesten miljarden afschrijven, gingen bijna failliet en zijn vandaag de dag slechts een schaduw van wat ze eens waren. Een betrouwbare, goed-functionerende en betaalbare energievoorziening van een geïndustrialiseerd land werd met een paar pennenstreken vernietigd.

Alle stroomverbruikers worden met de gevolgen daarvan geconfronteerd: exorbitante kostenstijgingen en toenemende onbetrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening.

De stroomproducenten konden dit verlies uiteraard niet over hun kant laten gaan en klaagden de staat aan. De bedrijfsleiding is het jegens de aandeelhouders verplicht om zich te verdedigen tegen waardeverlies. Vooral het conflict bij RWE, waar gemeenten voornamelijk aandeelhouders zijn, trok de aandacht. Aan de ene kant moesten ze toezien hoe hun stadskassen werden geplunderd – ze konden bijvoorbeeld nauwelijks meer lokaal vervoer en zwembaden betalen – maar aan de andere kant, moesten ze zich als slaafse volgers van hun politieke partijen schikken in de nieuwe doctrine van het energiebeleid.

Op 6 december 2016 bepaalde het Federale Constitutionele Hof dat de ‘Atomausstieg’ de eigendomsrechten van exploitanten van kerncentrales schond en dat de energiebedrijven een “adequate” vergoeding voor hun verliezen dienden te ontvangen. Het gaat hier om miljarden.

Maar deze verplichting om schadevergoeding te betalen is niet de enige ramp van het paniekerige nucleaire beleid. Vorig jaar verwierp het Federale Constitutionele Hof de brandstofbelasting als onwettig. De dollartekens in de ogen van de CDU en FDP-politici waren op dat moment zo groot dat ze een belasting op de splijtstofelementen verzonnen in ruil voor een verlenging van de looptijd van de kerncentrales. Een langere looptijd – dus meer opbrengst! Dat was het aanbod van de politiek aan de energieproducenten, die dat niet konden weigeren.

In totaal gaat het om 6,2 miljard euro. Die moeten nu worden terugbetaald aan de energiebedrijven. Plus rente.

Het Zweedse Vattenfall is onafhankelijker van de Duitse politiek en kan zich daarom een meer offensieve aanpak veroorloven dan de Duitse energiebedrijven, die grotendeels worden gedomineerd door de politiek. Vattenfall beklaagt zich bij het Internationaal Arbitragehof van de Wereldbank tegen de ontmanteling van zijn twee kerncentrales Krümmel en Brunsbüttel. Compensatie claim: 4,7 miljard euro, plus opnieuw rente natuurlijk.

Het ijsbolletje dat Trittin destijds beloofde, en waar iedereen voor moet betalen, wordt dus steeds duurder en het systeem wordt steeds waanzinniger.

Bron hier.