Een gastbijdrage van Patrick van Schie.

Religieuze fanaten maken alles ondergeschikt aan hun heilige geloof. Nuchter denken, redelijkheid en vrijheid delven dan al snel het onderspit. Zolang religieuze fanaten dit zichzelf aandoen zou je nog kunnen betogen dat ze het zelf ook maar moeten ‘weten’, maar het wezen van zulk fanatisme is meestal zijn zendingsdrang. Anderen moeten worden overtuigd, of op zijn minst leven volgens de regels die dit heilige geloof ‘voorschrijft’. Zo’n geloof maakt zich het liefst meester van een staat, om alle inwoners onder zijn religieuze dwingelandij te brengen. Of, zoals de fanaten zelf zullen betogen, de inwoners deelgenoot te laten worden van het Grote Inzicht.

De religieus beheerste staat lijkt voor Nederland geschiedenis. Hoewel de scheiding tussen kerk en staat (helaas) niet volledig is verwezenlijkt, mag iedereen zijn eigen godsdienst belijden of openlijk ongodsdienstig zijn (behalve in bepaalde moslimgroeperingen). Wij zijn een grotendeels geseculariseerd land. Van religieuze dwang door de staat hebben wij dus allang geen last meer.

Zou je denken. Ware het niet dat religie zich ook in geseculariseerde gedaante kan aandienen. Eén van die hedendaagse gedaanten is het Groene geloof. Het bestaat uit het samenstel aan overtuigingen dat de mens verantwoordelijk is voor een verslechtering van natuur en milieu – van het verdwijnen van diersoorten tot en met de opwarming van de aarde – en dat de mens dit nu moet terugdraaien. Wij moeten, aldus de gelovigen, boete doen voor ons zondige gedrag en gaan leven volgens een reeks dogma’s gegoten in meetbare doelstellingen zoals opgenomen in klimaatverdragen.

Natuurlijk kan er soms sprake zijn van een causale relatie tussen menselijk gedrag en negatieve ontwikkelingen in de natuur en ons milieu. Maar dit is lang niet altijd zo zeker als steevast door de milieugelovigen wordt voorgesteld. En een van de uitingen van het fanatisme van de tegenwoordige milieureligieuzen is hoe eenieder die kritische kanttekeningen waagt te plaatsen bij hun geloofsstellingen of leefregels onmiddellijk wordt verketterd. Dit wordt gedaan onder het mom van een wetenschappelijke consensus, maar kenmerkend voor het anti-wetenschappelijk karakter van de milieufanaten is dat zij geen argumenten hanteren om tegenwerpingen te ontkrachten maar verdachtmakingen. De tegenwerpingen worden gewoonweg op de brandstapel gelegd; en nú zijn het nog ‘slechts’ de ‘ketterse’ boeken en artikelen…

Van een scheiding tussen staat en milieureligie is al helemaal geen sprake meer. Veel landen, en de Europese Unie, binden zich aan klimaatdoelstellingen, die zij vertalen in dogma’s welke offers vergen van de burgers, of die burgers het Groene geloof nu delen of niet. Zo zullen alle Nederlandse burgers hun CV-ketel komende jaren moeten gaan inruilen voor een aanzienlijk duurder verwarmingssysteem omdat een van de nieuwe dogma’s luidt ‘Gij zult geen gas meer verstoken.’

Vele honderden Nederlandse veetelers dreigen nu reeds te worden geofferd op het altaar van de milieureligie. In haar ondoorgrondelijke wijsheid heeft de Europese Unie voor de landbouw het dogma van het fosfaatplafond opgesteld. Boeren worden onderworpen aan een maximum uitstoot van fosfaten, dat door de rechtzinnige heersers in Brussel wordt gehandhaafd door aan elke veeteler een maximum aan te houden koeien op te leggen. Uitbreiding van je bedrijf tot boven dit maximum is verboden, ook als daar al investeringen voor zijn verricht, en wie al boven het maximum zit moet zijn runderen afslachten. De koe (van een ander) als offer aan de god van de Groenen.

Het extra bizarre is dat mest uiteraard allesbehalve vreemd is aan de natuur. Het ís een en al natuur, en de natuur weet er ook prima mee om te gaan. Ja, een bodem kan verzadigd raken aan fosfaten, maar er is wereldwijd eerder een tekort dan een te veel aan fosfaten. Je zou dus denken dat boeren die te veel mest produceren deze mogen uitvoeren, maar de Brusselse bureaucraten hebben in hun betonnen denken besloten dat mestexport niet mag worden toegepast om onder het fosfaatplafond te blijven.

Patrick van Schie.

Dus moeten Agnes – bekend geworden als de eerste boerin in de serie ‘Boer zoekt vrouw’ –, de Tukker Frans – uit hetzelfde programma – en al hun agrarische lotgenoten buigen desnoods tot hun bedrijf ‘breekt’ voor het heilige gebod uit Brussel ‘Gij zult niet meer koeien hebben dan u wordt voorgerekend.’ Voor veetelers geldt geen vrij ondernemerschap. Zij moeten kennelijk dienstbaar worden gemaakt aan een door Groene gelovigen, met in Nederland predikanten als Jesse en Alexander, vormgegeven planeconomie. Hebben we nog altijd niet geleerd dat planning een economie ruïneert? Offer Agnes, Frans en de gezonde bedrijven van al die andere Nederlandse veetelers niet op aan zulke religieuze verdwazing.

Patrick van Schie is historicus en directeur van de TeldersStichting, de liberale denktank van Nederland gelieerd aan de VVD. Hij schreef deze column, die eerder in Trouw verscheen, op persoonlijke titel.