Een gastbijdrage van Peter van Beurden.

In de Balie was er onlangs een bijeenkomst met een aantal sprekers, die moesten becommentariëren of van het gas af in het tempo dat de regering voor ogen stond wel haalbaar was. Zie hier.

Tijdens die bijeenkomst kwam de opmerking voor de zoveelste maal voorbij: het methaan van de veestapel is de grootste boosdoener… Die oprisping van iemand met een Duits accent – want onze oosterburen liggen blijkbaar mijlenver op ons voor als het om de bescherming van “moeder Aarde” gaat – schoot me in het verkeerde keelgat.

Ja, we hebben een grote veestapel wereldwijd zo’n 65 miljard dieren. Daarvan zijn mooie staatjes met hoeveel vlees– en hoeveel melkrunderen, hoeveel geiten, schapen, varkens, kippen, ganzen etc.

Nou hebben de runderen en vooral het melkvee blijkbaar de onhebbelijke gewoonte methaanboeren en methaanscheten te laten. Die kunnen daar niet zoveel aan doen, want die worden daartoe aangezet door de methaanproducerende bacteriën die het gras helpen verteren dat wij niet kunnen eten. Daarna genieten wij het vlees en de melk.

Wie kan me helpen? Is het niet zo dat als dat gras niet gegeten wordt het afhankelijk van de plaats waar het staat bij het vergaan van het gras en bladeren in hun levenscyclus óók worden omgezet in CO2 of in CH4 en dat runderen geen houtige gewassen eten die CO2 meerjarig kunnen opslaan?

Hoort die hele riedel van bezwaren niet naar het rijk der fabelen te worden verwezen en is het niet zo dat de bacteriën / schimmels er buiten of ín het vee voor zorgen dat de planten die dieren en mensen eten direct of indirect weer hapklaar in CO2 worden omgezet zodat de planten in de gematigde zone weer in het volgende jaar aan een nieuwe cyclus kunnen beginnen?

Tegen de tijd dat we koeien en de rest van de veestapel steenkool voeren verandert dat misschien, maar voorlopig hangt alles samen met de koolstofcyclus waaraan wij mensen ons bestaan te danken hebben. Waar zit mijn denkfout? Waarom wordt het CO2 niet opgenomen in het systeem? Zijn we misschien wat ongeduldig?

Door het verstoken van fossiele brandstof komt er meer CO2 in de koolstofcyclus. Die is zoekende naar een nieuw evenwicht waarbij er evenveel in de korte of lange koolstofkringloop wordt opgenomen dan er wordt afgevoerd.

Ook CH4 wordt weer omgezet in CO2. Hoeveel tijd daarmee heen gaat is me niet duidelijk. De getallen daaromtrent verschillen nogal. Roept u maar!

Uiteindelijk leidt het allemaal naar meer CO2 waardoor de aarde vergroent. Meer mensen vragen méér planten en/of dieren. Dat kun je éénjarig doen of méérjarig. Heidevelden in stand houden op plaatsen waar ze niet thuishoren is dus een toeristische aangelegenheid en werkt tegen de échte natuur in. Maar in het stadium van verdwazing waarin we bijna collectief meegaan noemen we dat “Nieuwe natuur”.

Nederland was een hout/bosland, van oudsher, al voor de laatste ijstijd toen het zich kon vestigen op de sedimenten van het oude Hercynische gebergte waarvan we de resten nu de Ardennen noemen. De aarde red zich wel. Maar mensen hebben voedsel nodig en eten zelden gras of boombladeren. Realiseren we ons wel dat een bos meer is dan een bomenplantage. Dat daar allerlei dieren en mensen hun kostje scharrelen en daarbij voedsel omzetten in CO2/methaan.

Rudy Rabbinge.

Bos laten groeien met bomen die CO2 langjarig in hun hout opslaan lijkt me dus een uitstekend idee. Oerwouden laten staan en dus niet opstoken in een vlaag van verstandsverbijstering nog een beter idee. Maar blijkbaar ligt het rapport van de KNAW hierover rustig te verstoffen in de bekende bureaulade of het verticale archief.

Opstoken dat we dan ook nog onderbouwen met een dubieuze boekhouding van circulair CO2. Wat je uiteindelijk oogst aan hout moet je dan wel meteen grootschalig herplanten. Het is nog een beter idee als je de kap gepaard laat gaan met een langjarige opslag van het hout in gebouwen, meubelen, etc. En dat weer laten volgen door recycling tot er tenslotte na een zo lang mogelijke cyclus allen te verbranden rest worden omgezet in energie. De bosbouwer en de bosbrandexpert in ons gezelschap kunnen daar vast zinnige opmerkingen over kwijt.

Donna Laframboise.

Waar het misgaat in de wetenschap is in het op een gedegen manier bijeenbrengen van de diverse gescheiden inzichten van allerlei groepjes op deelgebieden gespecialiseerde klimaatwetenschappers”. Het bij elkaar brengen van die gewaardeerde en hopelijk objectieve wetenschappelijke inzichten laten we over aan de bovenlaag in het IPCC, een belanghebbende politieke bovenlaag met bijbehorende politieke agenda. Daarvan kun je weinig wijsheid en véél propaganda verwachten. Lees het boek “The delinquent teenager van Donna Laframboise. Mogelijk vallen je dan alweer en aantal schellen van de ogen.

Asscher en Klaver bij Jinek.

En onze politici moeten het doen met een samenvatting door het KNMI van ik meen 60 – van een IPCC rapport van 6000 pagina’s. Maar ze informeren zich gelukkig ook buiten die samenvatting. Wat moge blijken uit hun reacties op een opmerking van Eva Jinek die zij in een recent praatprogramma maakte over een Ethiopische koeienscheet en de catastrofale gevolgen daarvan.

Die heugelijke avond waren er vier politieke leiders bij Jinek. Jesse Klaver, Gert Jan Seghers, Alexander Pechtold en Lodewijk Ascher. Zij waren daar in verband met het bekrachtigen van de klimaatwet. Euforie alom! Jinek vroeg of de aanwezige politici diezelfde avond vlees hadden gegeten en of ze met de auto waren gekomen, een nieuw pak hadden gekocht en of ze wel wisten wat of hun ecologische voetafdruk was.

Boosdoener CO2 en CH4 dus weer in de beklaagden bank. Vervolgens werd in opperste verbazing de enorme vervuiling van de Ethiopische koeienscheet aan de kaak gesteld en neigden de heren er toe om het vlees eten eraan te geven als dat zo’n enorme vervuiling met zich bracht. (Zie hier, vanaf 18.35 min.)