Hugo Matthijssen.

Een bijdrage van Hugo Matthijssen.

De mens wordt geboren met een beperkt aantal primaire reactiepatronen bij gevaar. Er zijn 3 keuzes. De eerste 2 zijn vechten en vluchten. Daarbij komt het individu in actie. Hij of zij doet iets en achteraf kun je dan vaak beoordelen of de actie succesvol is geweest.

Een paar duizend jaar terug was vechten of vluchten bepalend voor het overleven van het individu. Het recht van de sterkste was de norm. Een derde reactie, niets doen, geeft een innerlijk conflict, dat veel spanning oproept.

De huidige tijd

In de samenleving zoals we die nu kennen, is er een klein laagje vernis over onze primaire reacties gegoten. We hebben besloten niet direct te vechten, maar schakelen derden in, zoals mediators, politie en justitie, om namens ons het gelijk te halen of het conflict op te lossen. Ook onze fysieke verdediging (het recht om geweld te gebruiken) is ondergebracht bij de politie en, op grotere schaal voor de landsverdediging, bij de krijgsmacht. Om dat alles in goede banen te leiden, hebben we een democratie met een gekozen parlement en een daaruit gevormde regering, waarbij het parlement de regering controleert.

De besluitvorming zoals t.a.v. infrastructurele zaken moet aan democratisch vastgelegde procedures voldoen. Procedures waarbij de burger, die van mening is dat zijn of haar belangen in het spel zijn, een klacht kan indienen of in beroep kan gaan. De afhandeling van deze klachten of beroepen kunnen soms langer duren, maar dat kan nodig zijn voor een zuivere belangenafweging.

De belangenbehartiging van de burger is belegd bij de “overheid”, die ook een zorgplicht heeft naar de burger toe. Komen meer burgers in conflict met elkaar of met een rechtspersoon dan kan de rechter worden ingeschakeld. Ook zal de politie ons belang moeten verdedigen, binnen de kaders van de wetgeving.

Komen we echter in conflict met de overheid dan is er een recht op beroep, waarbij de Raad van State de laatste stap is. Deze raad controleert dan of de overheid de democratisch vastgestelde regels en procedures gevolgd heeft bij de besluitvorming en uitvoering van activiteiten.

Bijzondere wetgeving in geval van nood

Soms kan het nodig zijn om snel te handelen. Om maar en paar punten te noemen: er kan een oorlogsdreiging zijn of terroristen hebben het op ons voorzien; er breken dijken door of een zeer besmettelijke ziekte breekt uit. Om dit soort zaken snel op te lossen, is een crisis en herstelwet in het leven geroepen. De overheid neemt de regie om de crisis adequaat op te lossen en kan achteraf nog worden gecontroleerd door het parlement.

Nu zijn er ook situaties waarbij de veiligheid op de lange termijn in het geding is, zoals dijkaanleg, waterberging etc. Het betreft grote infrastructurele zaken van algemeen belang en daarvoor is de rijkscoördinatieregeling in het leven geroepen. Het rijk kan zo de democratie opzij zetten.

De (on)terechte inzet van de crisis en herstelwet en de rijkscoördinatieregeling

De overheid heeft beslist dat schone energie van landsbelang is en heeft voor de plaatsing van windmolens en de daarbij behorende voorzieningen de crisis en herstelwet ingezet. En voor de planning van deze windparken over het grondgebied de rijkscoördinatieregeling .

Dat betekent dat de bevoegdheid voor het besluiten over de noodzaak van windenergie en de plaatsing van turbines nu autonoom wordt beslist door de rijksoverheid. Beroep is nauwelijks mogelijk. De provincies hebben zich gecommitteerd en in het interprovinciaal overleg afgesproken wat de verdeling over de provincies van het door het rijk opgelegde windvermogen zal zijn. De gemeenten hebben nauwelijks nog inbreng. Zij kunnen weinig anders dan meewerken en hooguit beslissen waar er binnen de gemeente molens geplaatst gaan worden als die gemeenten door de provincie als zoekgebied zijn aangemerkt.

En de burger die staat letterlijk buiten spel, hoe duidelijk en plausibel het bezwaar ook is. En de gang naar de Raad van State is niets anders dan een toets of er binnen de regels gehandeld is. En daarbij wordt uitgegaan van de crisis en herstelwet en de rijkscoördinatieregeling

De vraag kan gesteld worden of de crisis en herstelwet en de rijkscoördinatieregeling terecht worden ingezet. Windenergie zou een groot probleem moeten oplossen maar de praktijk is anders. In 2020 hebben we volgens de planning ongeveer 6000 MW opgesteld windvermogen op het land staan. En omdat het niet altijd waait en er ook wel eens weinig wind is leveren al die molens samen ongeveer 25% van het opgestelde vermogen maal het aantal uren per jaar. Dat komt overeen met een doordraaiende centrale capaciteit van 1500 MW. En van de levering van deze windmolens moeten de inpassingsverliezen en de transportverliezen nog af.

De levering per jaar van 6000MW opgesteld windvermogen is minder dan wat de Eemshavencentrale kan leveren. Ongeveer de helft van de tijd leveren die molens minder dan 20% van dit opgestelde vermogen, zodat je uiteindelijk ook geen centrale kan missen. Er is dan ook gezien de relatief geringe prestaties van windenergie op het land geen enkele reden om zwaar geschut zoals een crisis en herstelwet en de rijkscoördinatieregeling toe te passen en zo de democratie opzij te zetten – nog los van de enorme invloed op het leefklimaat .

En dan komen we nog even terug bij het begin. Bij de mens die door de overheid buitenspel is gezet. Een mens is van nature geneigd om conflicten uit de weg te gaan en. als dat niet kan te vechten. Dat vechten hebben we “beschaafd” opgelost met de inzet van politie en justitie mediation, overleg etc.

Maar nu is de overheid de actor er worden besluiten genomen die vérstrekkende gevolgen hebben voor ons leefgebied. Zelfs de geluidsnormen voor windmolens zijn aangepast om nog meer molens kwijt te kunnen. De overheid die onterecht wetgeving inzet en die de inspraak buiten spel zet, is onterecht bezig.

En de burger heeft geen enkele realistische rechtsgang meer. Ook vluchten kan niet meer. Je huis is qua prijs onderuit. Je krijgt er geen redelijk bedrag meer voor terug. Je staat met de rug tegen de muur en kan geen kant meer op. Dat soort situaties maakt dat mensen ziek worden. En de oorzaak moet je toch ècht bij de overheid zoeken.