Porto

 

Een bijdrage van Benoît Rittaud, President van de ‘Association des climato–réalistes’.

Vooraanstaande wetenschappers vanuit de gehele wereld verzamelden zich op 7 en 8 september 2018 in Porto, Portugal, om de stand van de wetenschap vanuit een klimaatrealistisch perspectief te bespreken.

Fernanda Ribeiro.

Na applaus voor Fernanda Ribeiro, decaan aan de Universiteit van Porto, die het mogelijk maakte om de conferentie aldaar te houden, vonden gedurende twee dagen lezingen plaats over de stand van de wetenschap vanuit een klimaatrealistisch perspectief.

Het is te vroeg om te kunnen beweren dat er een sluitende en complete theorie bestaat, die de ontwikkeling van het klimaat kan verklaren (zonder gebruik te maken van CO2 als verklarende factor). In zijn presentatie op zaterdagmiddag probeerde Nils–Axel Mörner echter een synthese te schetsen van hoe zo’n coherente theorie er uiteindelijk uit zou kunnen zien.

Nils-Axel Mörner.

Volgens zijn presentatie, en zonder in te gaan op de details van mechanismen die nog niet goed worden begrepen, dient men – en dat is geen verrassing – te kijken naar de invloed van fluctuaties van de zonneactiviteit op de klimaatveranderingen. Deze variabiliteit manifesteert zich via vier mechanismen: de wijziging van de oceaancirculatie (in zijn eerste presentatie wees Nils–Axel Mörner erop dat de Portugese kust een ideale observatiepost is om de veranderingen van de Golfstroom te bestuderen), wolken (we denken daarbij dan natuurlijk aan het werk van Svensmark en Shaviv), luminositeit en uiteindelijk de winden. Afhankelijk van de auteur, is het de een of de andere factor die domineert.

Vincent Courtillot.

Wat de winden betreft waren verschillende sprekers (Nils–Axel Mörner, Piers Corbyn, Nicola Scafetta) vooral geïnteresseerd in de kwestie van de lengte van de dag. Dit komt overeen met het werk van Vincent Courtillot, waaruit duidelijk naar voren komt dat de variatie in de rotatiesnelheid van de aarde (die sinds de jaren 1960 nauwkeurig kan worden gemeten) correleert met klimaatkenmerken, door het effect van aardrotatie op zonale winden. (Vincent Courtillot had die gedachte al geopperd aan het einde van een debat bij de Academie van Wetenschappen, dat vier jaar geleden plaatsvond.)

Terwijl sommige voordrachten betrekking hadden op de effecten van de zon op onze planeet, was een andere presentatie gericht op het effect van de planeten op de zon. De variatie van de zonneactiviteit (in het bijzonder gemeten aan de hand van het aantal zonnevlekken) kan worden verklaard uit analyses van de bewegingen van de planeten. De zwaartekracht van de grootste planeten (Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus) is van een orde van grootte die voldoende is om de positie van het zwaartepunt van het zonnestelsel meetbaar te beïnvloeden, afhankelijk van de positie van die planeten.

Ik ben nog steeds niet echt overtuigd van een van de voorgestelde alternatieven. Naar mijn mening is er nog behoorlijk wat werk aan de winkel, voordat zij als in beton gegoten kunnen worden gepresenteerd. Dat wil zeggen, om niet het risico te lopen dat de astronomische cycli, die door deze en gene werden genoemd, kunnen worden afgeserveerd met verwijzing naar de beroemde uitspraak van John von Neumann:

‘With four parameters I can fit an elephant, and with five I can make him wiggle his trunk.’

Francois Gervais.

Onder de cycli die nog steeds stand houden, is die van 60 jaar (misschien te onderscheiden in twee afzonderlijke zeer vergelijkbare looptijden, volgens Roger Tattersall). Dat zou François Gervais, een Franse klimaatrealist, plezier doen, die zoals gewoonlijk een degelijke presentatie hield over de klimaatgevoeligheid.

Wat de cycli betreft, leek Roger Tattersall mij de meest overtuigende spreker. Hij stelde de stabiliteit van een aantal dynamische systemen, zoals die van de belangrijkste satellieten van Jupiter, aan de orde. Hij legde ook verband met de rij van Fibonacci. Het is bekend dat deze reeks getallen (1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, …) de fundamentele eigenschap heeft dat de verhouding van twee opeenvolgende termen (8/5, dan 13/8, dan 21/13, etc.) steeds dichter bij de waarde (1 + √5) / 2 komt. Deze waarde wordt de gulden snede genoemd. De gulden snede heeft een speciale rekenkundige eigenschap: dit is het getal dat, in exacte mathematische zin, het verst is verwijderd van de verzameling breuken (de getallen van de vorm m/n met m en n gehele getallen). Deze eigenschap zou de aanwezigheid van de eerste termen van de rij van Fibonacci in deze overwegingen van orbitale stabiliteit kunnen verklaren. De ideeën van Roger over de geschiedenis van de wetenschap, door Kepler’s geschriften waren evenzeer erg interessant.

Roger Tattersall.

Een vraag die meerdere keren aan de orde kwam, was die van een toekomstig zonneminimum. Het is waar dat de bijzonder zwakke zonnecyclus 24 genoeg is om voorspellingen te rechtvaardigen van een mogelijk equivalent van een Dalton-minimum of, sterker, van een Maunder-minimum (een periode gedurende welke in Frankrijk in de winter de wijn bevroor in de glazen). Deze zoektocht naar het volgende minimum is misschien ingegeven door wensdenken. Deze zou het einde kunnen betekenen van de huidige opwarming en daardoor waarschijnlijk ook van het klimaatalarmisme. Maar goed …

De meeste sprekers over dit onderwerp suggereerden de komst van een minimum zo rond 2030 (hoewel een van de sprekers het einde van deze eeuw waarschijnlijker achtte). Ik laat deze voorspelling voor rekening van de betrokken sprekers en wijs er alleen maar op dat deze overeenkomt met het idee van een 60–jarige cyclus en met de ontwikkeling van de wereldwijde temperatuur. Bovendien heeft deze hypothese het voordeel dat zij tijdig kan worden getoetst. We zullen zeker nog een paar jaar moeten wachten om duidelijkheid te krijgen. Maar we hoeven niet te wachten tot 2050 of 2100, zoals bij de IPCC-modellen.

Camille Veyres, de tweede van ons [Franse] team, was een van de weinigen die probeerde een brede presentatie te geven over de fouten die het IPCC had gemaakt (hij sprak van “fraude”, ik keur dit soort kwalificaties af). Hij deed zijn uiterste best om zijn ideeën zo beknopt mogelijk te verduidelijken om binnen zijn 20 minuten spreektijd te blijven.

Daarnaast concentreerden verschillende presentaties zich op meer gespecialiseerde thema’ s, zoals de belangrijke en interessante voordracht van Albrecht Glatzle over methaan, de onverklaarde stabilisatie in de afgelopen jaren daarvan en het ontbreken van enige link tussen de geografische verdeling van concentratie daarvan met die van de locatie van de veehouderij.

Peter Ridd.

Een grappig toeval wilde dat rond de tijd dat de lokale versie van de belachelijke “wereldwijde klimaatmars” begon, de voordracht van Peter Ridd plaatsvond. Deze Australische specialist van het Great Barrier Reef werd door zijn universiteit ontslagen, vanwege zijn kritiek op de nakende ondergang daarvan, die bijna elk jaar wordt voorspeld. Ridd zelf kon niet komen. Zijn voordracht werd daarom gepresenteerd door Nils-Axel Mörner.

Christopher Essex.

Het beste werd niet voor het einde bewaard (dat was mijn voordracht, die de laatste was …), maar voor het begin, met een uitstekende presentatie van Christopher Essex. Hij schetste onder andere een indrukwekkend beeld van wat er gebeurt als we een gedachte–experiment uitvoeren met betrekking tot onze perceptie van de snelheid waarmee de tijd voorbij gaat, door deze te vertragen of te versnellen. (Er is, zo vertelde hij ons, een aflevering van Star Trek gebaseerd op dit idee). Als we bijvoorbeeld een foto van een wilde rivier nemen met een sluitertijd van enkele minuten, verdwijnt de beweging van kolken en golven, waardoor er slechts een beeld overblijft van water dat schijnbaar volkomen kalm is. Meer in het algemeen, het vertragen van dingen (of het versnellen ervan, afhankelijk van het gezichtspunt), transformeert een dynamiek in een structuur, zoals bij een foto van de sterrenhemel die is genomen met een sluitertijd van een uur, waarbij de beweging van de sterren (te traag voor het oog) lijkt op een structuur gemaakt van lichtbogen en –cirkels waarvan de poolster het gemeenschappelijke centrum is – met deze eigenschap dat het onmogelijk is om de richting van de beweging van de sterren te reconstrueren zonder aanvullende informatie.

Benoît Rittaud.

Al met al waren het twee dagen die de moeite waard waren. Meningsverschillen, discussies, vragen … evenveel indicaties dat klimaat–realistische conferenties inderdaad wetenschappelijke conferenties zijn.

PS,

De samenvattingen kunnen worden bekeken op de website van de conferentie. De presentaties en video’s zullen binnenkort op de website worden gezet.

Bron hier.