Klimaat – schone Aarde – energie – dierenleed: één grote Babylonische spraakverwarring.

Een bijdrage van Ap Cloosterman.

Tijdens de klimaat demonstratie van scholieren, op donderdag 7 februari 2019, was het niet alleen het klimaat, dat de alarmbel deed rinkelen. Uit de foto’s van de spanborden blijkt, dat het onderwijs er niet in is geslaagd om de jeugd de verschillen van deze onderwerpen bij te brengen. Een schone Aarde door het minder gebruik van plastic heeft niets te maken met het klimaat. En dat geldt ook voor dierenleed. ‘Weg met CO2’ zou betrekking kunnen hebben op het klimaat.

 

Het is inmiddels gebleken, dat er betreffende de invloed van de menselijke CO2-emissies op het klimaat nauwelijks meer sprake is. Onze atmosfeer bevat naast 78% stikstof en 21% zuurstof 0,04% CO2. 0,0002% Op de totale hoeveelheid lucht is er door de mens ingebracht, aldus dr. Kees Lepair.

Daarnaast kan onze atmosfeer wisselend 0,5 tot 4% waterdamp bevatten. De opwarming van de Aarde onder invloed van het broeikasgas proces komt voor 95% voor rekening van waterdamp en slechts 5% op het conto van CO2.

CO2 komt vrij bij het verstoken van fossiele brandstoffen.

Kolen (C): C + O2 → CO2

Bij moderne schone kolencentrales bestaan de rookgassen voornamelijk uit CO2. Giftige bestanddelen in de rookgassen worden verwijderd. Dit geldt natuurlijk niet voor kolengestookte kachels.

Aardgas (CH4): CH4 + 2O2 → CO2 + 2H2O

 

De rookgassen bij de verbranding van aardgas bestaan uit kooldioxide en waterdamp. Bedenk ook, dat koeltorens veel waterdamp in de atmosfeer brengen.

Er zijn ontwikkelingen dat aardgas vervangen gaat worden door waterstof.

Het verbrandingsproces:

Waterstof (H2) 2H2 + O2 → 2H2O

Het rookgas bij de verbranding van waterstof bestaat dus voor 100% uit waterdamp.

Bij mijn weten is er door het IPCC nooit onderzoek gedaan naar de invloed van wisselende vochtgehaltes op de aardse opwarming. Gezien de overheersende rol van waterdamp op het broeikasgas effect zou dit best eens de grote schuldige door menselijk handelen kunnen zijn.

Ik ga er hierbij dus vanuit, dat de invloed van een CO2 gehalte van meer dan 380-400 ppm nauwelijks meer invloed heeft op de opwarming van de Aarde.

Dat zou kunnen betekenen dat schone kolencentrales een beter alternatief zijn dan de energieopwekking door aardgas of waterstof.

De conclusie van het IPCC, dat de menselijke uitstoot van CO2 de oorzaak is van de opwarming van de Aarde was o.a. gebaseerd op een klimaatonderzoek in de periode 1975-2004. Zie onderstaande grafiek.

In deze grafiek zijn de blauwe lijnen de verbindingslijnen tussen de gemiddelde maandtemperaturen en de rode lijnen en de groene lijn geven de gemiddelden aan over een bepaald tijdsgebied. De groene lijn duidt op de periode waarover ICCP haar onderzoek heeft gedaan. De temperaturen op de verticale as betreffen de verschillen met het nulpunt (0,0 = bruingeel gestreepte lijn) en dat is het langjarig gemiddelde van 1939 – 2009.

De bovenste rode spiraal is de stijgende lijn van het CO2 gehalte in de atmosfeer. In 1954 is men op Mauna Loa (Hawaii) begonnen met het meten van de CO2-gehaltes. Het zaagtand profiel wordt veroorzaakt doordat op het noordelijk halfrond in de zomer veel meer CO2 wordt opgenomen dan op het zuidelijk halfrond. Het noordelijk halfrond bevat namelijk veel meer land en er is dus ook meer plantengroei.

De overeenkomst tussen temperatuur en het CO2 gehalte van de atmosfeer in de periode 1975-2004 berust op toeval, maar dat is wel de periode waarop IPCC haar conclusies heeft getrokken dat CO2 de oorzaak is van een klimaatverandering.

Alleen de groene stijgende temperatuurlijn komt overeen met het stijgende CO2 gehalte maar daar mag men dus niet de conclusie uit trekken dat er een afhankelijkheid is tussen het CO2 gehalte en de opwarming van de aardse atmosfeer.

Eenzelfde verkeerde conclusie wordt duidelijk in de volgende onderstaande grafiek. De grafiek geeft het aantal paren broedende ooievaars weer en het aantal baby’s dat wordt geboren. De conclusie, dat de baby’s door ooievaars werden bezorgd is natuurlijk onzin.

Een ander argument om de overheersende rol van waterdamp te bevestigen is het verschil in warmteverlies in de woestijn en in de tropen. Zowel in de tropen als in de woestijn is het CO2 gehalte in de atmosfeer nagenoeg gelijk. Na zonsondergang verdwijnt de warmte in de woestijn als sneeuw voor de Zon de ruimte in. Ondanks het gehalte aan CO2 (400 ppm) kan het daar vrij snel afkoelen tot onder het vriespunt: de luchtvochtigheid is laag. In de tropen is het de waterdamp, die als een deken de warmte tegenhoudt om naar de ruimte te ontsnappen.

 

In onderstaande grafiek is de aardse temperatuur in de lagere troposfeer weergegeven van 1979 t/m januari 2019.

De nullijn is gemiddelde temperatuur over de periode 1981-2010.

De blauwe balletjes zijn de gemiddelde maandtemperaturen en de rode getrokken lijn is het gemiddelde van 13 maanden. De rode lijn loopt nog niet verder door omdat de periode van 13 maanden nog niet helemaal is verstreken.
Ook met deze grafiek is het niet te verklaren dat CO2 van invloed is op de aardse opwarming. Immers het CO2-gehalte verloopt volgens een vrij rechte lijn omhoog, terwijl de temperatuur, afgezien van de seizoen invloeden, zeer onregelmatig stijgt en daalt.

Aanbevelingen

  1. Er dient opnieuw onderzoek plaats te vinden naar de juiste oorzaak van klimaatverandering, waarbij ook de genoemde oorzaken (17 stuks!!) uit het artikel hier mee beoordeeld dienen te worden.
  2. Zolang er geen duidelijkheid is: bestaande centrales operationeel houden en de huisgezinnen op (buitenlands) aardgas aangesloten houden.
  3. Stoppen met het plaatsen van windturbines.
  4. (Lucht)warmtepompen uitsluitend op vrijwillige basis installeren.
  5. Minstens twee à vier nieuwe generatie kerncentrales bouwen, zodat deze operationeel zijn tegen de tijd dat de fossiele brandstoffen schaars geworden zijn.