Jeroen Hetzler.

Een bijdrage van Jeroen Hetzler.

Op 13 maart kwam dan het verlossende woord van de rekenmeesters van het CPB en PBL over de financiële zegeningen van het klimaatakkoord.

Zegeningen? Zou het echt een feest voor de portemonnee worden, zoals ons aller klimaatgoeroe, Ed Nijpels, al jaren roept?

Ik ben bang dat dit feest enige scepsis verdient, tenzij de wisselkoers van Nijpelitaanse klimaateuro’s echt dat feest kunnen beloven. Zo wordt voorgehouden dat het allemaal een kleine € 2 miljard per jaar zal kosten. Eigenaardig, want als we de CPB-tabel 2.1 (bron) bezien, dan gaat het meer de richting van € 10 miljard per jaar op. Hoeveel de totale kosten van het klimaatbeleid in 2030 zijn, wordt niet duidelijk uit de rapporten.

In de CPB-tabel 2.1 worden €5,2 miljard als totaal aan beleidskosten (dus overheid?) genoemd, maar even verder als niet-EMU (Economische en Monetaire Unie) lasten nog eens €1,6 miljard, die zo te zien ook meegerekend zou moeten worden. Samen €6,8 miljard.

Deze twee effecten opgeteld leveren een totaalbedrag op van (minimaal) 4 (zie 2.1 van het CPB-rapport) + (eventueel) 1,6 miljard, dus €9,2 miljard tot €10,8 miljard in 2030 vijf maal zoveel dus. De wisselkoers van de Nijpelitaanse Klimaateuro? (Bron hier.)

En in de tussentijd zitten wij nog met de verder oplopende kosten van het Energieakkoord waardoor een stijging van de energielasten met nog eens ongeveer € 350/jaar per huishouden verwacht kan worden. Zie hier.

Op de inkomenseffecten kom ik terug, maar eerst wat er zoal is weggelaten aan verborgen kosten. Allereerst is daar het sprookje van de subsidieloze windmolens op zee. Nogal makkelijk als je het leeuwendeel van de kosten overhevelt naar netbeheer. Wat te denken van de vele miljarden aan kosten van de stopcontacten op zee, de bekabeling en het aan land brengen van de stroom?

Ten tweede is uit die berekeningen het gasloos maken van particuliere woningen verdwenen. De kosten hiervan bedragen op jaarbasis tenminste € 18 miljard over 31 jaar (zie hier).

Ten derde wordt met geen woord gerept over de kosten van netverzwaring (Netbeheer). Hierover is tijdens een hoorzitting gesteld dat de totaalkosten hierdoor op € 50 miljard/jaar komen. Zie hier.

De kern van het betoog van Ir. Rooijers laat aan duidelijkheid niets te wensen over: € 50 miljard per jaar = €6.400/jaar per huishouden = € 540 per maand.

Eigenaardig, want onlangs werden de kosten door het PBL op € 4 miljard per jaar gesteld en nu opeens weer op €1,9. Voor feest-voor-de-portemonnee-Nijpels was dit reden voor onverminderd optimisme.

Kan Nijpels eigenlijk wel rekenen? Het antwoord is nee. Hier is het sommetje: met 20 jaar genomen, komen we op € 1.000 miljard. Inderdaad, het CPB-rapport blijkt een financiële gatenkaas waardoor niemand meer een duidelijk zicht heeft op de kosten en waar die gealloceerd worden. Rookgordijnen: zie hier.

Over koopkrachtverliezen. Ook die blijven verborgen achter rookgordijnen. Lees:

De rekenmeesters laten nu een bandbreedte van de koopkracht zien. Die loopt van -0,5 procent tot -2,9 procent. De allergrootste financiële klappen staan niet in de doorrekening van de klimaatplannen. Die treffen 200.000 huishoudens van tweeverdieners, 170.000 alleenstaanden en 23.000 eenverdieners. Ter illustratie: bij alleenverdieners gaat het negatieve koopkrachteffect tot -3,2 procent. Dan blijft onzichtbaar dat tienduizenden alleenverdieners een groter verlies hebben, waarbij onduidelijk is hoe groot. Zie hier.

En dan deze voorbeelden van marxistische dwang en wensdenken:

De belangrijkste lastenverzwaringen betreffen de ODE, afschaffing van de salderingsregel, motorrijtuigenbelasting en de vrachtwagenheffing. Deze belastingen leiden samen met alle andere lastenverzwaringen tot een stijging van de lasten met 5,2 mld. euro, terwijl de uitgaven met 4,4 mld. euro omhoog gaan. Door deze bijsturing van de consumptie- en productiebeslissingen, met als doel de CO₂-emissies te verlagen, zullen bedrijven hun productieproces aanpassen en wordt uiteindelijk de arbeidsproductiviteit structureel gedrukt. Het totale klimaat- en energiebeleid gaat met transitie-effecten gepaard, maar op de langere termijn zijn de werkgelegenheidseffecten marginaal. Het totale klimaat- en energiebeleid heeft een heel beperkt effect op het arbeidsaanbod of de totale vraag naar werknemers. De beoogde technologische ontwikkeling gericht op schonere productie creëert geen extra vraag naar werknemers, omdat dit (deels) ook ten koste gaat van uitgaven aan andere, alternatieve technologische ontwikkelingen. Ondanks dat er op de langere termijn nauwelijks of geen afname van de werkgelegenheid is, zullen er wel spanningen op de arbeidsmarkt komen, omdat de werkgelegenheid in beperkte mate verschuift naar bedrijven die schoner produceren (zie ook de CPB/PBL-studie uit 2018 naar de werkgelegenheidseffecten van fiscale vergroening, link). De werkgelegenheid verschuift van kolencentrales, landbouw, metaal, en consumenten– en voedselproducten naar de windmolens en de dienstensector.

Pagina 12, zie hier.

Zou het, al die gedragsveranderingen? Stalin was heel overtuigend in gedragsverandering teweeg te brengen. Ik vond het bovendien typerend om weer het rookgordijn van de werkgelegenheid (bouw en gesubsidieerde exploitatie windmolens o.a.) aan te halen. Bekend is uit diverse studies dat 1 groene (dus planeconomische) baan ca. 2,2 vrije marktbanen verdrijft. De kroon spant het windpark Gemini dat maar liefst 60 banen in de zorg verdrijft per gesubsidieerde baan in de exploitatiefase. Logisch als je inferieure energiedragers inzet met een te lage vermogensdichtheid. Zie ook hier.

We lezen verder op pagina 22 als voorbeeld van dwang:

Voor de maatregelen op het terrein van mobiliteit wordt zo met name zichtbaar met welke inkomenseffecten huishoudens te maken krijgen wanneer zij niet overstappen op elektrisch rijden de komende jaren.

Zie hier.

Voorts is het rookgordijn nog verdicht door de ommezwaai van Rutte:

De doorrekeningen van het klimaatbeleid waren voor het kabinet reden om na de presentatie een koerswijziging aan te kondigen. Rutte maakte bekend dat hij burgers wil ontlasten en bedrijven zwaarder gaat aanslaan. Zo is er opnieuw grote onzekerheid over de definitieve financiële gevolgen voor Nederlanders.

Om het draagvlak voor klimaatmaatregelen te redden neemt het kabinet een week voor de provinciale verkiezingen de vlucht naar voren. Zo moeten klimaatlasten voor burgers omlaag en gaat het bedrijfsleven meer betalen. Pas eind april zal blijken wat de beloftes precies waard zijn. Het Centraal Planbureau waarschuwde eerder vandaag dat bedrijven opgelegde klimaatkosten voor 80 procent zullen doorberekenen aan de consument. De beloftes van het kabinet kunnen de burger dus opnieuw raken. De boodschap dat het klimaatakkoord burgers beperkt raakt, is ongegrond.

Zie hier.

Hoewel de politiek had beloofd vóór de verkiezingen duidelijkheid te geven over de gevolgen van de groene plannen voor de portemonnee, is er vooral een rookgordijn opgetrokken. Benieuwd hoeveel kiezers hierin zullen trappen.

Er is echter nog een olifant in de zaal: één argument dat in de klimaatdiscussie van de laatste dagen achter rookgordijnen is verdwenen. Beleid dient namelijk te zijn gebaseerd op een heldere probleemstelling. Er is echter geen probleem dat moeten worden opgelost. Er is immers thans geen zorgwekkende opwarming. Voorts is er nooit bewijs geleverd van een toekomstige catastrofale en unieke opwarming, ofwel de wetenschappelijke bevestiging van de CAGW-hypothese (CAGW = ‘Catastrophic Anthropogenic Global Warming’, door mensen veroorzaakte catastrofale opwarming).

Nijpels juicht steeds over de zegeningen van het klimaatbeleid, maar wat deze baten dan concreet zijn en wanneer die zich manifesteren? Geen rampen vanwege voldoende bereikte temperatuurvermindering? Volgens de projecties van de hypothetische klimaatmodellen is die zó gering dat die – zelfs in 2100 – niet aantoonbaar zal zijn.

Ik heb het aan Pinokkio gevraagd, maar die wist het ook niet. Zo lang er geen antwoord is op deze vragen, is het klimaatbeleid slechts een marxistisch politiek instrument. Opmerkelijk dat de VVD, CDA en CU zich zo laten overbluffen. Gezond verstand en zelf onderzoeken? Hoe gedwee deze partijen zich maar van alles hebben laten wijsmaken, toont dit aan.

Oh, ironie der ironieën: vorige week verscheen in Elsevier Weekblad een hoogst intrigerend artikel dat het klimaatbeleid stoelt op verouderde cijfers. Zo schreef Simon Rozendaal:

Volgens de laatste inzichten van het IPCC mag de helft meer CO2 en andere broeikasgassen worden uitgestoten dan in het verleden is gedacht. Die 49 en 95 procent zijn op hun beurt gebaseerd op cijfers uit het voorlaatste IPCC-rapport Nu is er in 2018 een nieuw rapport (SR15) van de internationale IPCC-experts verschenen en daarin staan weer heel andere cijfers.

Dit is dus goed nieuws en reden voor minder doldriest optreden waartoe klimaatalarmisten als Jetten en Klaver oproepen. Het toont tevens aan dat het klimaatbeleid berust op het drijfzand van ideologie, niet op wetenschap. Jetten en Klaver zijn zijn bluffende beunhazen die van dit onderzoeksterrein de kennis hebben van een kleuter in eikeltjespyjama. Zie hier en hier.

Tot slot 2 punten. Ten eerste wordt over bedrijven steeds gesproken als vervuilers. Dit is onzin en slechts bedoeld als de retorische truc van demonisering van zowel CO2 als het bedrijfsleven. Een uiting van het marxistische anti-kapitalistische vijandbeeld dat bij GroenLinks en D66 nog springlevend blijkt.

Ten tweede de fabel van de 97%-consensus. Het zwakst denkbare argument, en bovendien onjuist, om het gelijk te halen alsof dit het onweerlegbare bewijs is van de menselijke broeikashypothese. Als je er zelf niets van begrijpt, zoals bij Jetten en Klaver het geval is, is dit de ultieme drogreden om elke discussie dood te slaan. Jammer dat sceptici vaak nalaten hun opponenten om de oren te slaan met de onzinnigheid van deze 97%. Hier valt nog veel te winnen.

Ten derde nog enkele punten die buiten de media worden gehouden, omdat ze onwelgevallig zijn. Zo worden berichten als dat van Simon Rozendaal hierboven niet door de MSM vermeld. Dit verzwijgen was ook het lot van het rapport over de manier waarop het KNMI het aantal warme dagen en het aantal hittegolven van de eerste helft van de twintigste eeuw heeft weggepoetst. En wat hiervan te denken?

Deltares, dat ’een onafhankelijk instituut voor toegepast onderzoek op het gebied van water en ondergrond’ is, publiceerde een rapport over de zeespiegelstijging voor onze kust. Dit meldde het instituut: ’Uit de nieuwe methode kan worden geconcludeerd dat de zeespiegel over de periode 1890 tot en met 2017, met 18,6 cm per eeuw is gestegen tot 6 cm boven NAP. Terugkijkend naar het verleden is er geen sprake van een versnelde zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. Ook blijkt dat een deel van de gemeten zeespiegelstijging wordt veroorzaakt door bodemdaling (die is 4,5 cm per eeuw).’

Bron: hier

Derhalve blijft van kracht:

Ceterum censeo Legem Climae delendam esse.

(Overigens ben ik van mening dat de Klimaatwet vernietigd moet worden)