Een gastbijdrage van Reynier Pronk.

Elke projectleider wordt vroeger of later geconfronteerd met een project waarvan hij de haalbaarheid en/of nut-en-noodzaak betwijfeld. Dat geld zelfs nog meer voor de (gedelegeerd) project-eigenaar. Dat is degene die wordt aangesteld om de zakelijke kant van een project in de gaten houdt, namelijk: de bruikbaarheid van de eindresultaten en het incasseren van de ‘baten’.

De project-eigenaar en de projectleider zouden zich voor aanvang van het project moeten vergewissen van de nut-en-noodzaakvraag en de haalbaarheid (tijd/geld/kwaliteit/risico’s).

Dat doen ze niet voor niets; dat is een ingebouwde veiligheid. Immers zijn zij de experts op het gebied van projectuitvoering en resultaten-/baten-management. Het gaat zelfs zo ver, dat verwacht mag worden dat zij de opdracht teruggeven indien deze door welke oorzaak dan ook, niet uitvoerbaar is.

Dat heet check & balance. De opdrachtgever, zou hier blij mee moeten zijn, want hem blijft een onnutte investering, ja soms zelfs een debacle bespaard. Hij houdt z’n geld op zak of kan een besteden aan een nuttiger doel.

Tot zover de theorie. Hoe gaat het vaak in de praktijk, tenminste als het over overheidsprojecten gaat (maar die niet alleen).

Een goed doorgewerkte business case ontbreekt maar al te vaak. Dat is een belangrijke fout, want je zult dan nooit weten of je zinvol investeert. Maar een nóg grotere fout, zo niet de allergrootste fout wordt gemaakt door het project direct, met huid en haar, uit te besteden aan de leverancier(s).

Die leveranciers hebben wél hun huiswerk gemaakt: namelijk hun eigen business case: hoe implementeer ik mijn oplossingen (die ik al op de plank had liggen) met zo min mogelijk inspanning tegen een zo laag mogelijke kostprijs, tegen een zo hoog mogelijk prijs zodat ik flink aan de deal kan verdienen? Zo simpel kan een business case zijn!

Eerder schreef ik al dat de opdrachtgever eisen en randvoorwaarden aan de resultaten van een project zou moeten stellen, bijvoorbeeld dat energie-opwekkers ‘vraaggestuurd’ moeten zijn en dat ze slechts een beperkt deel van het landschap mogen innemen.

Door het aan de leveranciers over te laten is het maar de vraag of de beoogde doelstellingen c.q. resultaten die de opdrachtgever nodig heeft gerealiseerd zullen worden en dan ook nog op tijd, binnen budget en met de beoogde kwaliteit.

De bouwers van de Betuwelijn en de HSL hebben hun facturen netjes betaald gekregen; hun business case is naar tevredenheid gerealiseerd, maar die van de opdrachtgever? Bij lange na niet! Erger nog: er wordt nog dag na dag verlies ingeboekt (exploitatie en onderhoud). Maar ja, de belastingbetaler … u weet wel.

In het geval van het klimaat’-project’ valt op dat men al jaren geleden is begonnen met oplossingen, zonder dat de vraag is gesteld: oplossingen? waarvoor eigenlijk? Welk probleem wordt opgelost met windturbine- en zonneparken, peperdure isolatie van gebouwen en peperdure, lawaaiige warmtepompen en de afschaffing van alles wat naar benzine of gas ruikt?

Het antwoord is simpel: helemaal niets, niente, nada, noppo!

Is het onwetendheid van onze bestuurders? Mijn collega’s en ik hebben de afgelopen 20-30 jaar duizenden mensen opgeleid in project- (en programma-) management. Ja ook bij de overheid.

De conclusie kan dan alleen maar zijn: Men gaat alle belangrijke basisvragen en alle mogelijkheden tot check & balance met opzet uit de weg.

Waarom? Dat heet politiek. Kijk ons eens lekker bezig? Zeggen we tegen de EU, de actiegroepen en de andere ondertekenaars van het klimaatakoord van Parijs.

Reynier Pronk.

Wij burgers betalen hiervoor de rekening. Met ons belastinggeld wordt slordig omgesprongen. Veel falende (IT en infra) projecten, grote overheidsapparaten waarbij ook nog tal van consultants worden ingehuurd en allemaal commissies en planbureaus om de bestuurders bij te staan. Peperduur!

In mijn ogen is het grootste overheidsdebacle: Het UWV. Los van alle mislukte projecten, zijn 17.500 medewerkers in hun mega-grote bedrijfspanden niet in staat om fraude met uitkeringen te beteugelen.

Tenslotte: bedenk dat alle bestuurders, klimaattafelaars en politici die nu ingrijpende beslissingen nemen die ons allen op vele manieren zullen treffen er al lang niet meer zijn als onze huizen nog ruiken naar gebakken peren.