Een bijdrage van André Bijkerk.

Voor de degenen die overwegen om op het klimaatplan te reageren, dit is wat ik heb ingestuurd en ik zou graag plagiaat willen aanmoedigen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

1a. Het klimaatplan heeft totaal geen invloed op het klimaat en dient ze snel mogelijk te worden beëindigd.

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

1b. De rollen van de verschillende partijen zijn te verdelen in de symbiose van enerzijds de alarmisten-narcisten en anderzijds de deugkudde. De eerste profiteert met materieel gewin, onderwerping en prestige, de tweede met een goed gevoel in de waan dat het grootste offer dat ze moet brengen de wereld zal redden. Wie tot geen van beide partijen behoort, verliest altijd. Zowel door het vooruitzicht van een uiteindelijk totaal ontwrichte samenleving alswel door het stempel van paria van de andere twee partijen.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?

Zo snel mogelijk stoppen met zinloze, niet werkende schijnoplossingen, met name windmolens en stoppen met onderbuik grillen zoals ‘van het gas los’. Geen enkele maatregel doorvoeren zonder een gedegen onafhankelijke ‘feasibility study‘ zoals vroeger ook gebruikelijk was. Rationeel energiebeleid voeren, dat betekent dan gas, fracking en kernenergie niet op voorhand moeten worden gedemoniseerd.

Vraag 3a (Energie): Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn?

3a Een aanbodgestuurd energienet vraagt om problemen. Hoe groter dat net is, hoe groter de problemen. De energie-samenwerking vergroot dat soort problemen dus alleen maar. Nee, het waait niet altijd ergens wel. Met een blokkerend hogedrukgebied boven midden Europa is er gewoon nauwelijks windenergie, voor weken aaneen, voor alle samenwerkende landen. Onder windkracht 5 rijdt de intercity niet meer en kunt u uw Tesla niet bijladen.

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?

3b. Mijn bijdrage kan alleen maar zijn om een roepende in de steeds drukker wordende woestijn te zijn.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?

4. Je kunt prachtige verduurzamingsmaatregelen verzinnen voor infrastructuur, isolatie en dat soort dingen, maar op het moment van offerte-aanvraag en gunning, blijkt dat hoogstens één op de vijf aannemers reageert met een offerte die iets van drie keer de raming overtreft. Einde project! Er is immers veel te veel werk en daar zitten ze niet op te wachten.

Vraag 5 (landbouw): Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?

5. Nederland is de tweede exporteur van kwaliteitslandbouwproducten ter wereld na de Verenigde Staten. Een belangrijke bijdrage daarvoor komt van een voormalige oliepijplijn, die nu CO2 gas transporteert naar het Westland voor bemestigsdoeleinden. Waarin een heel klein land, heel groot kan zijn. Wat wil je nu nog meer? Laat het aan de ondernemers over en schrap die wurgklimaatdictatuur.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.

6. Wind is niet duurzaam, wanneer uw windmolen na 15-20 jaar omvalt door vermoeidheidsbelasting. Zonnepanelen zijn door hun grillige opbrengt niet in te passen in het net en doen het niet – onder een laag sneeuw – wanneer je ze het hardst nodig hebt. Voor dit soort projecten geldt: feasibility studie. Alle pro’s en con’s laten uitrekenen door een onafhankelijke partij en niet vreemd opkijken als het advies luidt: ‘Nee’.

Vraag 7a: (Electrisch rijden) Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

7a Elektrisch rijden verplaatst alleen maar de energie bron van onder de motorkap naar de elektriciteitscentrale. Door de langere weg en opslagproblemen met batterijen is de efficiëntie niet wezenlijk groter dan een gewone brandstofmotor. Wel moet het energienet substantieel worden geherdimensioneerd op het extra verbruik terwijl haar capaciteit door de verduurzaamheidsdrang nu net onder grote druk komt. Daarom met elektrisch rijden niet worden aangemoedigd.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

7b. Voor het overige, alleen boven modaal kan zich elektrisch rijden permitteren, onder-modaal mag dat betalen. Robin Hood zou zich in zijn graf omdraaien.

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

7c. Verminder de behoefte aan mobiliteit door thuis online te werken, te studeren en te vergaderen. Stimuleer verhuizen naar de werkplek om het forensen terug te dringen.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?

Het element koolstof (C) in de CO2 is de belangrijkste bouwsteen van het leven, het komt alleen in de diverse overgangsvormen even als kooldioxide voor. De hoeveelheid koolstof beschikbaar voor het leven, is echter beperkt en tendeert steeds kleiner te worden door een semi-permanente opslag als kalk in schelpen en krijtrotsen als carbonaat en door sedimentatie van bio-afval. Elke reductie maatregel van CO2 is een directe aanval op de totaal beschikbare biomassa op aarde, versnelt het einde van de leefbaarheid en moet dus met kracht worden ontraden. CO2 naar het Westland pompen om er paprika’s van te maken is echter een prachtige toepassing.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?

Door onmiddellijke beëindiging van de klimaatgekte zal dit probleem niet meer relevant zijn. Dat geldt ook voor het voortbestaan van talloze vogelsoorten en vleermuizen die erdoor worden bedreigd.