Auteur: Roger Pielke.

Vertaling: Martien de Wit.

Meer dan een decennium geleden, karakteriseerden Gwyn Prins en Steve Rayner klimaatbeleid als een ‘veiling van beloften’, waarin politici ‘wedijverden om elkaar te overtreffen met voorgestelde emissiedoelstellingen die eenvoudigweg niet haalbaar waren.’

Bijvoorbeeld, onder Democraten die strijden om het presidentschap in 2020 hebben meerdere kandidaten, waaronder Joe Biden, zich verplicht om tegen 2050 een netto-nul kooldioxide-uitstoot te bereiken. Kandidaat Andrew Yang heeft 2049 geboden en Cory Booker ging daaroverheen met 2045. Bernie Sanders heeft een reductie van 71% beloofd tegen 2030.

Een reden dat we deze veiling van beloftenzien, is dat de doelstellingen en tijdschema’s voor emissiereducties gemakkelijk kunnen worden beloofd, maar wat moeilijker zijn te bevatten. Hier zal ik laten zien wat netto nul koolstofdioxide-uitstoot voor 2050 eigenlijk betekent, in termen van de snelheid van inzet van koolstofvrije energie en het gelijktijdig buiten gebruik stellen van infrastructuur voor fossiele brandstoffen.

Om deze analyse uit te voeren, gebruik ik de BP Statistical Review of World Energy, die gegevens levert over het wereldwijde en nationale fossiele brandstofverbruik in eenheden die ‘miljoen ton olie-equivalent’ of mtoe worden genoemd. In 2018 verbruikte de wereld 11.743 mtoe in de vorm van steenkool, aardgas en aardolie. De verbranding van deze fossiele brandstoffen resulteerde in 33,7 miljard ton CO2 uitstoot. Om die uitstoot tot netto-nul te laten dalen, moeten we dus ongeveer 12.000 mtoe energieverbruik vervangen. (Ik negeer hier de zogenoemde negatieve emissietechnologieën, die momenteel nog niet op enige schaal van betekenis bestaan).

Een ander nuttig getal om te weten is dat er tot 1 januari 2050 nog ongeveer 11.000 dagen resteren. Om tegen 2050 wereldwijd het doel van netto-nul CO2-uitstoot te kunnen halen, is per dag de inzet vereist van > 1 mtoe CO2-vrij energieverbruik (~ 12.000 mtoe / 11.000 dagen), te beginnen met vandaag en dan elke volgende dag in de komende dertig jaar. Het bereiken van de netto-nul doelstelling vereist tegelijk de dagelijkse buiten bedrijfstelling van meer dan 1 mtoe energieverbruik per dag, die is verkregen uit fossiele brandstoffen.

Nog een belangrijk getal om te overwegen, is de verwachte toename van het energieverbruik in de komende decennia. Het Internationaal Energieagentschap verwacht momenteel dat het wereldwijde energieverbruik met ongeveer 1,25% per jaar zal toenemen tot 2040. Dat stijgingspercentage van het energieverbruik zou betekenen dat de wereld tegen 2050 nog eens ~ 5.800 mtoe extra energie nodig heeft, of ongeveer 0,5 een mtoe per dag tot 2050. Dat brengt het totale benodigde inzetniveau om netto-nul-emissies te bereiken op ongeveer 1,6 mtoe per dag tot 2050.

Op het concept van een mtoe is vrij moeilijk vat te krijgen. Laten we de mtoe dus in een meer begrijpelijke eenheid plaatsen: een kerncentrale en dan meer specifiek het Turkey Point Nuclear Generating Station in Homestead, Florida. De hoeveelheid energie die wordt aangeduid met 1 mtoe, is vergelijkbaar met de hoeveelheid energie die gedurende een jaar wordt geproduceerd door de kerncentrale van Turkey Point. Dus de rekensom is hier eenvoudig: om tegen 2050 een netto nul-uitstoot van CO2 te bereiken, zou de wereld elke twee dagen het CO2-vrije equivalent van 3 Turkey Point kerncentrales moeten inzetten, vanaf morgen en doorlopend tot 2050. Tegelijkertijd zou er elke dag het equivalent in fossiele brandstoffen ter grootte van een Turkey Point-kerncentrale moeten worden ontmanteld, vanaf morgen en tot 2050.

Ik heb ontdekt dat sommige mensen het gebruik van een kerncentrale als maatstaf niet leuk vinden. Dus we kunnen ook windenergie vervangen als een maatstaf.

Netto nul CO2 tegen 2050 vereist de inzet van ca.1500 windturbines (van elk 2,5 MW) over ongeveer 300 vierkante mijlen, elke dag vanaf morgen tot 2050. De onderstaande figuur illustreert de uitdaging.

Natuurlijk kijk ik in deze analyse alleen naar schaal en negeer ik de complexiteit van het daadwerkelijk inzetten van deze technologieën. Ik negeer ook het feit dat fossiele brandstoffen de basis vormen voor veel producten die centraal staan ​​in de huidige wereldeconomie; het elimineren daarvan is lang niet zo eenvoudig als het loskoppelen van de ene energiebron en het aansluiten van een andere.

We kunnen dezelfde analyse ook toepassen op de Verenigde Staten, die volgens BP meer dan 1.900 mtoe fossiele brandstoffen in 2018 hebben verbruikt. Om het nul CO2-doel te behalen, zou de VS elke zes dagen een nieuwe CO2-vrije centrale moeten inzetten, te beginnen met deze week en dan doorlopend tot 2050. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de mogelijke stijging van het toekomstige energieverbruik.

En hoe zit het met een netto-nul doel tegen 2030, zo’n 3700 dagen vanaf vandaag? Wereldwijd zou een dergelijk doel impliceren dat er vanaf morgen meer dan 4 nieuwe kerncentrales per dag geopend zouden moeten worden. Voor de Verenigde Staten alleen betekent dat om de andere dag de opening van een nieuwe kerncentrale.

Eurocommissaris Frans Timmermans: wenst de CO2-uitstoot in de EU in 2030 met minstens 50 procent terug te brengen.

Er zijn natuurlijk enkele belangrijke (technische) factoren die deze ronde getallen kunnen beïnvloeden, zoals aannames over capaciteit van energie genererende technologieën, winst in efficiëntie in energieverbruik tussen primaire en uiteindelijke energie en aannames over de algemene energie-intensiteit van de economie. Daarom moedig ik iedereen aan om zelf rekenwerk te doen en – dat is cruciaal -, om politici en beleidsmedewerkers te vragen hun cijfers openbaar te maken, die zij gebruiken voor de snelheid van inzet van CO2-vrije energie en de snelheid van ontmanteling van de huidige infrastructuur voor fossiele brandstoffen.

We zien die cijfers niet vaak om voor de hand liggende redenen. De schaal – ongeacht met welke aannames je begint – is absoluut verbijsterend.

De wereld beweegt steeds verder af van netto-nul CO2 uitstoot. In 2018 voegde de wereld volgens BP meer dan 280 mtoe toe aan het totale fossiele brandstofverbruik en ongeveer 106 aan CO2-vrij verbruik. Om in de richting van netto-nul te gaan, zouden al die toevoegingen (ongeveer 400 mtoe) CO2-vrij moeten zijn, terwijl ze ongeveer 400 mtoe aan fossiele brandstofverbruik moeten vervangen. In een rond getal zou de inzet van CO2-vrije energie met ongeveer 800% moeten toenemen.

Vergis je niet, deze cijfers zijn ontnuchterend. Ze geven in begrijpelijke bewoordingen aan dat de wereld en de Verenigde Staten niet op weg zijn naar netto nul-koolstofdioxide-uitstoot. In feite bewegen we ons elke dag in de tegenovergestelde richting. Veilingen van beloften voor emissiereducties verminderen de uitstoot niet echt. Technologie vermindert emissies.

Kunnen we tegen 2050 de nul CO2-doelstelling bereiken? De omvang van de uitdaging is enorm, maar dat maakt het bereiken van het doel nog niet onmogelijk. Wat het bereiken van het doel onmogelijk maakt, is het niet goed begrijpen van de schaal van de uitdaging en het ontbreken van beleidsvoorstellen die bij die schaal passen.

Wanneer u een ‘veiling van beloften’ in het klimaatbeleid ziet voor emissiereducties, vraag dan eens naar de kosten voor de inzet van CO2-vrije energietechnologieën en de kosten voor de ontmanteling van bestaande infrastructuur voor fossiele brandstoffen. Maak vervolgens de sommetjes en kijk of het klopt.

Bron: hier.