Een gastbijdrage van Jeroen Visbeek.

Tijdens de donkere dagen voor de Kerst ben ik mij gaan verdiepen in het klimaatdebat. Ik wilde eens de argumenten van de zogeheten ‘klimaatontkenners’ aanhoren. Ik ging er even lekker voor zitten met de gedachte ‘dit wordt lachen’. Mijn veronderstelling was dat de klimaatontkenners door de olie-industrie betaalde ‘wetenschappers’ zijn, die de belangen van de fossiele industrie behartigen. Foute mensen dus die verwarring proberen te zaaien, en dat terwijl het vijf voor twaalf is … toch?

De schok was groot toen voor mij al snel duidelijk werd dat de klimaatontkenners juist gerenommeerde gepensioneerde wetenschappers en kritische journalisten zijn – onafhankelijk dus. En hun goed onderbouwde boodschap was schokkend: met zuivere wetenschappelijke argumenten concluderen veel wetenschappers dat de opwarming van de Aarde zonder klimaatmaatregelen de komende eeuw hoogstwaarschijnlijk binnen aanvaardbare grenzen blijft. Anders gesteld: het klimaatprobleem is bedrog!

Hier moest ik in mijn hoofd een draai maken van 180 graden. Ik ben opgegroeid met het geloof in de wetenschap en als ik keer op keer lees dat er binnen de wetenschap consensus bestaat dat het klimaat door onze schuld op hol slaat, dan neem ik dat serieus. Maar nu ik dieper in de materie ben gedoken, kan ik met mijn gezonde verstand alleen maar concluderen dat de klimaatsceptici gelijk hebben, en bijgevolg vervalt de noodzaak van de energietransitie.

Samenvatting van de drie delen van het klimaatdossier

De klimaatwetenschappers hebben in tegenstelling tot wat in de media wordt beweerd geen sterk verband gevonden tussen CO2 en de opwarming van de Aarde. Hun belangrijkste bevindingen zijn: CO2 is niet de hoofdoorzaak van de opwarming. CO2 is een zwak broeikasgas. De zeespiegelstijging versnelt niet Het weer wordt niet extremer, en meer CO2 is zelfs gunstig voor de vergroening van de Aarde. Er is nu geen reden om de uitstoot van CO2 te reduceren. Helaas worden de zuiver wetenschappelijke bevindingen terzijde geschoven en verlenen veel wetenschappers lippendienst aan hun werkgevers.

Vervolgens kijk ik met het rampscenario van de alarmisten in de hand, of de energietransitie een haalbare kaart is. De wereld is verslaafd aan goedkope fossiele brandstoffen en door de groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart in de opkomende landen zal de vraag naar goedkope fossiele energie voorlopig blijven stijgen. Er zit nog zeker voor honderd jaar meer dan genoeg olie, gas en steenkool in de grond. Alle duurzame bronnen – inclusief kernenergie – kunnen op hun best een deel van de groeiende energievraag ondervangen. Het gestelde doel van reductie van broeikasgassen is op de schaal van de wereld volstrekt onhaalbaar.

Hieruit volgt dat elke bijdrage van Nederland hierin onbeduidend is, maar misschien kunnen we wel economische baat hebben bij een energietransitie. Maar alle studies van (onafhankelijke) ingenieurs – dus mensen die er verstand van hebben – laten zien dat alle ‘groene’ energiebronnen zoals biobrandstoffen, wind en zon met de huidige stand van techniek onrendabel zijn. Onverstandig om hierin te investeren.

Wetenschappelijke studies tonen dat zelfs zonder reductie van CO2-uitstoot het klimaat niet op hol slaat, en dat is maar mooi ook omdat de energietransitie deze eeuw onmogelijk is. Maar hoe is het toch mogelijk dat wij zijn gaan geloven in het fabeltje van de klimaatmythe? We zijn geïndoctrineerd met het verhaal dat de menselijke CO2-uitstoot dramatische gevolgen heeft voor het klimaat, en we worden gebombardeerd met beweringen van deskundigen, politici en zelfs van journalisten dat de energietransitie noodzakelijk, betaalbaar en haalbaar is. Het appelleert aan ons schuldgevoel. De westerse mens heeft met zijn vervuilende leefstijl en onderdrukking van de armen zichzelf verrijkt en de wereld in gevaar gebracht. Om onze erfzonde goed te maken moeten we nu een aflaat betalen.

De klimaatgekte cum energietransitie is een religie, waarin de aanhangers geloven dat de mens even aan de thermostaat van de Aarde kan draaien. Met de klimaatverdragen en energieakkoorden zitten we zelfs wettelijk vast aan deze hersenschim. Het is het toppunt van ironie dat Trump, Wilders en Jensen als verstandige mensen deze waanzin moeten doorprikken.

 

De klimaatmythe

klimaat CO2-temperatuur hockeystickcurve

De grafiek rechts (‘hockeystickcurve’) toont een snelle temperatuurstijging na 1900 en dat correleert met de lijn van de CO2-concentratie in de linker grafiek. Al meer dan een miljoen jaar schommelt de CO2-concentratie tussen de 175-300 ppm en na 1900 schiet deze omhoog. Beide lijnen lijken na 1900 af te wijken van hun boven- en ondergrens en de aanname is dat dit een gevolg is van de Industriële Revolutie.

De klimaatgekte begon in de jaren negentig van de vorige eeuw. Toen publiceerden klimatologen een grafiek met een reconstructie van de temperatuur op het noordelijk halfrond gedurende het afgelopen millennium en deze grafiek is bekend geworden als de hockeystickcurve (zie boven). Op de grafiek is te zien dat de gemiddelde temperatuur op het noordelijk halfrond tussen 1000 en 1900 heel licht daalt en dat vanaf 1900 de curve stijl omhoog loopt. Vervolgens vergeleek men deze trendlijn met een grafiek met de CO2-concentratie in de atmosfeer, en iedereen ziet dat de overeenkomst treffend is; in beide grafieken vliegen de temperatuur en CO2 na 1900 omhoog.

En zo werd de klimaatmythe geboren. Het verhaal is deze: koolstofdioxidegas (CO2) is een broeikasgas en sinds de Industriële Revolutie stoot de mens met de verbranding van de fossiele brandstoffen grote hoeveelheden CO2 in de atmosfeer. De overeenkomst in de twee grafieken ‘bewijst’ dat door de activiteiten van de mens de temperatuur pijlsnel met 0,8 °C is gestegen en door simpel de trendlijnen in de grafieken door te trekken, kan iedereen begrijpen dat het op Aarde binnen een eeuw onleefbaar wordt. De klimatologen sloegen alarm.

Hoewel ze steeds met voorspellingen kwamen die niet uitkwamen weten ze het nu zeker. Hun smeekbede luidt: we moeten binnen de volgende vijftien jaar drastisch de uitstoot van broeikasgassen verlagen, want anders is het klimaat van de komende tienduizend jaar ernstig verstoord. Onze beschaving staat op het spel. Maar waarom kwamen hun voorspellingen niet uit en op welke gronden verkondigen ze hun waarschuwingen?

klimaat temperatuur 10000 heden

Betrouwbare reconstructie van de temperatuur op basis van een ijskern op Groenland (GRID2 genaamd).

Bron J. Storrs Hall van het Foresight Institute.

De temperatuur van het ijs (in Fahrenheit) correleert met de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de Aarde. De opwarming waar men zich zo drukt over maakt is het rode lijntje (rechts). Als de temperatuur vanaf heden nog 1 °C zal stijgen, komen we op gelijke hoogte als het Middeleeuwse temperatuur maximum, maar dan zitten we nog onder het Holoceen maximum. Vindt U de recente temperatuurstijging op deze grafiek een aanleiding om te beweren dat het nog nooit zo warm was?

Er kwam veel kritiek op de hockeystickcurve. Zo zijn het Middeleeuws klimaatoptimum (rond 1000 was het warmer dan tegenwoordig) en de Kleine IJstijd (1300-1850) nauwelijks terug te vinden in de trendlijn. De gegevens in deze curve zijn afgeleid van boomringen en dat zijn geen goede indicatoren voor de temperatuur. Algemeen wordt nu aangenomen dat het in de Hoge Middeleeuwen warmer was dan tegenwoordig.

Onderzoek toont aan dat de temperatuur op Aarde de afgelopen duizenden jaren flink jojoot en de temperatuurstijging die we nu waarnemen is verreweg van uitzonderlijk. Alle fluctuaties van voor 1850 kunnen onmogelijk veroorzaakt zijn door menselijk uitgestoten CO2 en het is dan ook veel waarschijnlijker dat de huidige opwarming een natuurlijke oorzaak heeft.

Helaas is de misleidende hockeystickcurve blijven hangen in de hoofden van de alarmisten, omdat het verhaal zo mooi past bij het idee dat wij (de westerse mens) sinds de opkomst van industrie en het moderne kapitalisme de Aarde vervuilen. Voor ‘links’ is het grootkapitaal de bron van al het kwaad maar na de val van het communisme en de omarming van het neoliberalisme moesten de linkse politici op zoek naar een nieuwe ideologie om het kapitalisme zwart te maken en ze vonden hun antwoord in de klimaatmythe.

Oude verhaal: kapitalisme = onderdrukking onderklasse > sociale revolutie > iedereen gelijk.
Nieuwe verhaal: kapitalisme = CO2-vervuiling > revolutie energie > iedereen onafhankelijk en gelijk.

De wetenschappers die meegaan met het nieuwe linkse maakbaarheidsideaal krijgen alle middelen om de mythe te bevestigen en te bewijzen. Alle kritische wetenschappers worden net als Galileo Galilei monddood gemaakt.

Een leeswaarschuwing voor de gelovers: de volgende alinea kan een schok veroorzaken.

CO2 is niet de oorzaak

Klimatologen hebben tot op heden geen empirisch bewijs gevonden voor de aanname dat de CO2-concentratie in de atmosfeer een sterke causale correlatie heeft met de gemiddelde temperatuur op Aarde. Wel vinden ze sterke aanwijzingen dat het klimaat wordt beïnvloed door oceaanstromingen, vulkaanactiviteit, zonneactiviteit, kosmische straling en de baanbewegingen van de Aarde. Bij de opwarming die wij sinds 1850 registeren speelt volgens de klimaatsceptici de stijgende CO2-concentratie een bescheiden rol. De invloed van de mens op het klimaat is klein.

klimaat CO2-temperatuur Vostok-ijskern

Al Gore toonde met de bovenstaande grafiek aan dat er een sterke correlatie bestaat tussen de temperatuur (blauwe lijn) en de CO2-concentratie (groene lijn). De waarden zijn afgeleid uit ijskernen uit Vostok. Wat Gore niet zei, en misschien ook niet wist, is dat bij veel omslagpunten in deze zogenoemde Vostokgrafiek de temperatuur een beetje voorliep op de CO2.

De tijdvertraging tussen temperatuur en CO2-gehalte varieert van ongeveer 200 jaar tot meer dan 1500 jaar. Deze vertraging van gemiddeld 800 jaar is niet zichtbaar in de bovenstaande grafiek met een tijdschaal van 400.000 jaar. Maar als je inzoomt (grafiek onder) is dat wel te zien. Wanneer men de temperatuur- en CO2-data van dezelfde ijskern in detail bekijkt rond de overgang Weichselijstijd–Holoceen, dan is duidelijk de vertraging te zien bij een aantal markante omslagpunten.

Al Gore toonde in zijn documentairefilm, An Inconvenient Truth uit 2006, een grafiek waarop te zien is dat er in de afgelopen miljoen jaar een sterke correlatie is te zien tussen de gemiddelde temperatuur op Aarde en de CO2-concentratie in de atmosfeer: hoe meer CO2, hoe warmer het op Aarde wordt. Deze correlatie is afgeleid uit analyses van boorringen uit poolijs en uit nauwkeurig onderzoek blijkt dat deze correlatie juist omgekeerd is. De CO2-concentratie in de atmosfeer volgt de temperatuurfluctuaties met een vertraging van enkele honderden jaren. Bij een toename van de temperatuur laten de oceanen (met een vertraging) CO2 in de dampkring vrij en bij een afnemende temperatuur nemen de oceanen CO2 op. Dit wijst erop dat CO2 niet de drijvende kracht is voor temperatuurfluctuaties.

Als CO2 een sterk broeikasgas is, zouden volgens de theorieën over de broeikaswerking, de hogere lagen van de troposfeer warmer moeten zijn dan het aardoppervlak. Al decennia worden met weerballonnen metingen verricht en alle meetresultaten wijzen uit dat de temperaturen op grotere hoogte niet hoger zijn. De afgelopen zeventig jaar is de gemeten CO2-concentratie in de atmosfeer gestegen van 310 naar 400 ppm maar er is geen versterkt broeikaseffect gemeten in de atmosfeer. Conclusie: CO2 speelt een zeer beperkte rol in het broeikaseffect.

De opwarming wordt sterk overschat

Van de totale emissie van koolstofdioxide op Aarde komt naar schatting slechts 6% van menselijke activiteiten en een deel hiervan accumuleert in de atmosfeer en het is bewezen dat onze (bescheiden) bijdrage de stijgende CO2-concentratie in de atmosfeer veroorzaakt (280 ppm rond 1800, nu 400 ppm). De hele discussie spitst zich op de vraag hoe groot de invloed is van de stijgende CO2-concentratie op de temperatuur. Dit noemen wetenschappers de klimaatgevoeligheid. Dit is de stijging van temperatuur bij een verdubbeling van de CO2-concentratie. Hierbij moeten we in het achterhoofd houden dat dit getal nog niet uitdrukt dat CO2 de (hoofd)oorzaak is van de temperatuurfluctuaties. CO2 is een indicatie van de temperatuurverandering maar is niet de oorzaak.

Laboratoriumproeven in de jaren zestig van de vorige eeuw kwamen uit op een klimaatgevoeligheid van 1,1 °C: een verdubbeling van de CO2-concentratie ‘veroorzaakt’ 1,1 °C temperatuurverhoging. Berekeningen aan emissiespectra van langgolvige straling komen tot vergelijkbare resultaten (als alle andere factoren gelijk blijven).

Bij een gelijkblijvende uitstoot van CO2 zal naar verwachting ergens rond 2100 de CO2-concentratie zijn verdubbeld ten opzichte van 1850, en de meetwaarde van 1,1 vertelt ons dat we pas rond 2100 een temperatuurverhoging hebben van 1,1 graad ten opzichte van 1850 en dat is ruim binnen de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs (dus zonder enige CO2-reductie).

Deze geruststellende voorspelling is gebaseerd op een meetwaarde (dus betrouwbaar), maar de alarmisten gingen vanaf de jaren zeventig meer vertrouwen in hun modellen en daar gaan ze de mist in omdat ze moeten ‘knoeien’ om hun modellen te laten overeenkomen met de recente meetgegevens. Om de gemeten temperatuurstijging van 1975-2000 te laten corresponderen met de uitkomsten van de klimaatmodellen, moeten de modelbouwers een hoge klimaatgevoeligheid kiezen; het IPCC gaat in haar vijfde rapport uit van 3,4 °C. Deze hoge waarde is nodig om de modellen te laten kloppen.

klimaatgevoeligheid voglens Lewis-Curry 2014

De resultaten van onderzoek van Lewis en Curry. In de grafiek staat horizontaal de klimaatgevoeligheid en op de verticale as de waarschijnlijkheid. Uit de grafiek volgt dat de beste schatting voor de klimaatgevoeligheid op basis van meetgegevens uitkomt op 1,64 °C. Desondanks hanteert het IPCC in haar vijfde rapport uit 2013 in haar modellen een ondergrens van 1,5 en een bovengrens van 4,5 (met een waarschijnlijk van 66%) met een klimaatgevoeligheid van gemiddeld 3,4 graden, twee keer zo hoog dus als de schatting van Curry/Lewis die gebaseerd is op de waarnemingen.

Het IPCC verantwoordt haar hoge waarde voor de klimaatgevoeligheid met schattingen van met name het gedrag van waterdamp en van wolken in de atmosfeer, maar deze schattingen zijn zeer speculatief omdat we niet in staat zijn om de vorming van wolken te voorspellen. (zie verder de staat van het klimaat).

Veel betrouwbaarder zijn natuurlijk de berekeningen van de klimaatgevoeligheid op basis van meetgegevens. De wetenschappers Curry en Lewis hebben analyses gedaan van de gemeten temperaturen tussen 1850-2011 en zij kwamen uit op een veel lagere waarde van de klimaatgevoeligheid, namelijk 1,64 °C. Met de (veel te hoge) gebruikte klimaatgevoeligheid in de klimaatmodellen (3,4 °C) volgt een alarmerende temperatuurstijging van 2-4 graden (in 2100 ten opzichte van 1850 bij gelijkblijvende CO2-uitstoot). Maar wie zich baseert op de klimaatgevoeligheid op basis van de temperatuurmetingen (1,64 °C) komt voor 2100 uit op een verwachte temperatuurstijging ongeveer 0,8 °C ten opzichte van nu, en dan blijft de temperatuurstijging tussen 1850 en 2100 ruim binnen de 2 °C, en dus binnen de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs en dat zelfs zonder enige reducties van menselijke CO2-uitstoot. Op basis van de wetenschap welke is gebaseerd op waarnemingen moeten we concluderen dat er (momenteel) geen klimaatprobleem bestaat.

We kunnen het weer nog niet eens voorspellen

Het klimaat is een uitermate ingewikkeld fysisch-chemisch systeem en voor het begrip van hoe het klimaat zich gedraagt en ontwikkelt zijn nogal wat vaardigheden nodig. Een onvolledige lijst zou in elk geval de disciplines thermodynamica, statische fysica, atmosferische chemie en fysica, statistiek, oceanologie, geologie, glaciologie, dendrologie, molecuulspectroscopie, archeologie, modellering van complexe systemen, en dateringstechnieken omvatten. Deskundigen op al deze terreinen tegelijk bestaan niet.

De klimaatmodellen zijn te vergelijken met de economische modellen. Op papier lijken deze modellen zeer indrukwekkend maar de voorspellende waarde is feitelijk nul; het klimaat en de economie zijn veel te complex. Om een indruk te geven: in de klimaatmodellen zitten 200 parameters en als je 1 parameter wijzigt heeft dat vergaande gevolgen voor de voorspellingen. Klimaatmodellen kunnen niet veel meer dan een recente trend extrapoleren.

Een zeer onzekere factor in de modellen is waterdamp. Van alle broeikasgassen in de atmosfeer heeft waterdamp een aandeel van 75% maar hier staat tegenover dat de waterdruppels in de wolken juist een afkoelend effect hebben. Deze twee tegengestelde effecten kunnen niet goed gemodelleerd worden in de klimaatmodellen. Zo regent het in de klimaatmodellen langer maar minder sterk. Het miezert altijd een beetje. Dit indiceert dat de modellen op dit cruciale onderdeel er naast zitten. We zijn niet in staat om de vorming van wolken te voorspellen en daarom zijn onze weersvoorspellingen en klimaatmodellen voor de langere termijn volstrekt onbetrouwbaar.

klimaat temperatuur 1859-2010

In de grafiek is de rode lijn de gemiddelde gemeten oppervlaktetemperatuur, en de grijze lijn is het vierjarige gemiddelde hiervan. De klimaatmodellen van het IPCC zijn gefinetuned op de stijgende trend van 1975-2000 maar ze kunnen de afvlakking van na 2000 niet verklaren en het grillige verloop van de temperatuur van voor 1975 ook niet. Geen enkel IPCC-model is in staat om de grijze lijn zelfs bij benadering te simuleren.

Onderzoeker Scafetta heeft een beter model opgesteld. Hij onderscheidt een viertal oscillaties in de temperatuurlijn, namelijk een van 9,1 jaar, een met een lengte van 10 tot 11 jaar, een van ongeveer 20 jaar en een van ongeveer 60 jaar. De eerste lijkt gerelateerd aan de getijdencycli als gevolg van de aantrekkingskracht van Maan en Zon, de andere drie vinden hun oorsprong in de banen van met name Jupiter en Saturnus. Uit de combinatie van de vier oscillaties volgt een blauwe en zwarte lijn (welke iets anders zijn gekalibreerd).

In bovenstaande grafiek is te zien dat er een sterke correlatie bestaat tussen het gemeten temperatuurverloop (grijze lijn) en de zwarte en blauwe lijnen (met een gemiddelde fout van slechts 0,05 °C). Volgens Scafetta zal de globale temperatuurstijging in de 21e eeuw uitkomen tussen 0,3 °C en 1,2 °C (blauwe gebied) waarbij Scafetta nog een correctie naar boven heeft toegepast voor antropogene opwarming door CO2. Het IPCC voorspelt voor de diverse scenario’s een temperatuurtoename in de 21e eeuw van 1,0 °C tot 3,6 °C (groen gebied).

Een ander probleem met de klimaatmodellen is dat deze niet kunnen verklaren waarom de mondiale temperatuur tussen 1940 en 1975 afnam, juist in de periode dat het gebruik van fossiele brandstoffen snel steeg. Ook de temperatuurstijging tussen 1910 en 1940 (die veel lijkt op de stijging van 1975-2000) kan niet met de klimaatmodellen worden verklaard. Het enige wat de klimaatmodellen goed voorspellen is de temperatuurstijging van 1975-2000 maar hierop zijn ze juist afgestemd en dat zegt dus helemaal niets. En nu is de hele paniek over het klimaat gebaseerd op de trendlijnen van de modellen waarmee het verleden niet kan worden gereconstrueerd (voor 1975) en de voorspellingen van na 2000 niet kloppen met de waarnemingen (het wordt sinds 2000 niet warmer).

Steunbewijs: Profetie van rampspoed komt niet uit

klimaat-zeespiegelstijging vanaf 1880
Volgens metingen stijgt de zeespiegel met een geruststellende 20cm/eeuw en deze versnelt niet.

De klimaatmodellen voorspellen dat door de temperatuurstijging het klimaat extremer zou moeten worden: meer orkanen, extreme neerslag en droogte, meer overstromingen en een versnelde stijging van de zeespiegel. Ook hier spreken de waarnemingen de voorspellingen tegen. Uit analyse van meetgegevens zien we de afgelopen honderd jaar geen toe- of afname van extreme droogte of extreme regenval, en het aantal orkanen neemt niet toe (ook niet in kracht), de trend is zelfs licht dalend.

Metingen aan de zeespiegel van de laatste eeuw indiceren een stijging 20 cm/eeuw en deze versnelt niet. Na meer dan een eeuw van door de mens uitgestoten broeikasgassen zien we geen extremer weer of een versnelde zeespiegelstijging, terwijl de modellen dit wel voorspellen. Het IPCC heeft hier onderzoek naar gedaan en onderschrijft dat het weer de afgelopen honderd jaar niet extremer is geworden.

De burgeroorlog in Syrië wordt door sommigen toegeschreven aan klimaatverandering. Door een ongekende droogte ontstond er voedselschaarste wat in 2011 tot opstanden leidde. De werkelijke oorzaak is de bevolkingsgroei. Om de groeiende bevolking te voeden gebruikten de Syrische boeren steeds meer water voor de irrigatie waardoor er in een jaar met wat minder regenval watergebrek ontstond. Door bevolkingsgroei wordt water schaars.

Steunbewijs: Krimpende gletsjers vertellen een ander verhaal

 

Archeologische resten en boomstronken komen onder het ijs vandaan, die erop duiden dat het vroeger warmer was en dat de boomgrens aanzienlijk hoger lag. Romeinse legioenen trokken regelmatig over de Alpen. Zij waren niet tegen de kou uitgerust. Uit de militaire geschiedenis van de Romeinen zijn echter geen beschrijvingen bekend van ontberingen die zij zouden hebben geleden vanwege koude op die expedities. Ook Hannibal trok over een sneeuwloze Alpen.

Sinds het einde van de laatste ijstijd (10.000 v.Chr.) zitten we in een warme periode waarin de gletsjers zich terugtrekken en de zeespiegel stijgt. Binnen dit warmere interglaciale tijdperk verandert het klimaat voortdurend. Zo was er tussen 1300 en 1850 een koude periode die we kennen als de Kleine IJstijd. Wat we nu zien is de terugtrekking van de gletsjers die in de Kleine IJstijd waren aangegroeid. De gletsjers krimpen vanaf 1850, toen er nog geen sprake was van een CO2-‘probleem’.

En wat blijkt: bij het terugtrekken van de gletsjers komen er boomstronken en fundamenten van boerderijen uit de Middeleeuwen tevoorschijn. De boomgrens lag in de Middeleeuwen honderden meters hoger.

Rond het jaar 1000 koloniseerden de Noormannen Groenland en zij konden er zelfs landbouw bedrijven maar nadat de Kleine IJstijd rond 1300 intrad moesten ze vluchten. Trouwens, in de Romeinse tijd was het in Europa warmer dan tegenwoordig. In Zuid-Engeland werd in de Romeinse tijd druiven geteeld. Het recente verleden met zijn klimaatschommelingen laat ons zien dat de huidige trend niet tot rampen zal leiden. Sterker nog, de Hoge Middeleeuwen (1000-1300) en de Romeinse tijd waren juist bloeitijden.

Steunbewijs: De hoeveelheid Noordpoolijs is een onbetrouwbare indicator

De ijsvorming in de Noordelijke IJszee is een complex proces dat nog lang niet goed wordt begrepen. Satellietmetingen vanaf 1977 tonen dat het drijfijs in het Noordpoolgebied tot 2008 sterk afnam maar sindsdien herstelt het drijfijs. In 2017 was de hoeveelheid drijfijs in de Noordpool ongeveer gelijk aan het langjarig gemiddelde 1981-2010. In 2017 was er zelfs meer zee-ijs dan in 1922.

Rond de Zuidpool groeit de hoeveelheid drijfijs en netto neemt momenteel de hoeveelheid drijfijs op Aarde toe. Deense onderzoekers hebben in een in Science gepubliceerd onderzoek aangetoond dat zelfs tijdens een warme periode zo’n 8000 jaar geleden, toen het op Aarde enkele graden warmer was dan momenteel, het Noordpoolse zomerdrijfijs in omvang ongeveer de helft was van het jaar 2007: het ‘rampjaar’ toen de omvang van het zomerdrijfijs op een dieptepunt was. Dus zelfs als de Aarde nu nog 1-2 graden zou opwarmen, zal het Noordpoolijs waarschijnlijk niet verdwijnen.

Steunbewijs: De ijsberen zijn niet zielig

Het aantal ijsberen is sinds 1970 verviervoudigd omdat de jacht op ijsberen sindsdien is verboden. De beelden van uitgehongerde ijsberen zou een gevolg kunnen zijn van een te veel aan ijsberen.

Steunbewijs: De ijskappen verdwijnen niet

De Aarde warmt sinds het einde van de Kleine IJstijd op. Deze opwarming doet zich sterker voor bij de poolgebieden en we zien dat de ijskap op Groenland smelt langs de randen, ofschoon de hoeveelheid ijsvrije gebieden ten tijde van de Hoge Middeleeuwen nog niet is bereikt.

Een warmer klimaat betekent ook meer verdamping en als gevolg van de toenemende neerslag in de poolgebieden groeien de laatste decennia de ijskappen op Groenland en Antarctica. Het wetenschappelijk station op de Zuidpool staat geheel op vijzels zodat de gebouwen niet vast komen te zitten in het accumulerende ijs. Berekeningen wijzen uit dat de ijskappen op Groenland en Antarctica netto iets krimpen maar deze afname is dusdanig klein dat er absoluut geen reden is voor paniek.

Steunbewijs: De natuur is niet van slag

Volgens de alarmisten zou de biodiversiteit zwaar onder druk staan door de klimaatverandering. Dit is aperte onzin. De biodiversiteit hangt af van de temperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe groter de biodiversiteit en daarom zijn de tropen zoveel rijker dan de toendra’s. De opwarming van de Aarde is dus alleen maar gunstig voor de biodiversiteit.

Alle organismen die nu op Aarde leven hebben barre ijstijden overleefd met veel extremere condities dan tegenwoordig. Ook hebben ze warmere tijden meegemaakt. De ijsberen hebben de warme periode in het Holoceen (7000-3000 v.Chr.) – met aanmerkelijk hogere temperaturen dan tegenwoordig – overleefd.

Ook het koraal leeft al miljoenen jaren op Aarde en het zeeleven zal niet uitsterven bij 2 graden temperatuurstijging of een toenemende zuurtegraad van de oceanen. De natuur is een meester in het aanpassen. Het biodiversiteit wordt bedreigd door andere factoren zoals landbouwgif, ontbossing, bodemvervuiling, afname van leefruimte, plasticsoep, bejaging en overbevissing.

Er bestaat geen wetenschappelijke consensus

Kent u dat broodje-aapverhaal: 97% van de wetenschappers zou het erover eens zijn dat de door de mens uitgestoten broeikasgassen een desastreus effect heeft op het klimaat? Het is opvallend hoe klakkeloos de pers, politici en milieugroeperingen deze propaganda overnamen. Hier volgen de feiten.

Het verhaal is in 2009 in de wereld gekomen door een waardeloze studie van Zimmerman en Doran. Zij schreven 10.257 klimaatwetenschappers aan (waarvan 96% nota bene Amerikaans) met enkele vage vragen over het klimaat. Slechts 3146 antwoordden. Van deze 3146 wetenschappers heeft mevrouw Zimmerman eigenhandig 3.067 antwoorden/wetenschappers gewist – blijkbaar bevielen de antwoorden haar niet – waardoor er nog maar 79! overbleven. Van deze ‘overgebleven’ 79 wetenschappers waren er 2 die negatief antwoordden op haar stellingen. De 97% die overbleef is een volstrekt onwetenschappelijk getal.

In een andere metastudie uit 2013 komt John Cook (overigens een cartoonist en geen wetenschapper) ook uit op 97%. Cook bestudeerde 11.944 publicaties. Hij turfde het aantal studies die bevestigen dat de Aarde opwarmt wat wordt veroorzaakt door antropogene broeikasgassen (De belangrijkste oorzaak betekent hier: meer dan 50 procent).

Wanneer men echter met de stofkam Cooks rapport uitpluist, blijkt dat slechts 64 van de 11.944 publicaties expliciet bevestigen dat meer dan 50% van de opwarming een antropogene oorzaak heeft. Om tot de 97% te komen telt Cook ook alle rapporten erbij die geen percentage noemen en daarnaast ook nog alle rapporten waarin met veel slagen om de arm gezinspeeld wordt op antropogene oorzaken.

Het is volstrekt logisch dat nagenoeg alle wetenschappers op de een of andere manier de antropogene broeikasgassen een invloed toedichten om de simpele reden dat CO2 een broeikasgas is. Hoezo, cherry picking? Cooks studie laat zien dat slechts 0,54% van de wetenschappers de bevindingen van het IPCC onderschrijft.

Meer dan 30.000 Amerikaanse wetenschappers hebben in 2009 een petitie ondertekend waarin ze verklaren dat de uitstoot van menselijke broeikasgassen geen significante bijdrage levert aan de opwarming van de Aarde.

Alleen maar goed nieuws

Ja, het wordt warmer op Aarde en ja, CO2 is een broeikasgas, maar de invloed van CO2 op de temperatuur is waarschijnlijk onbeduidend en de verwachte opwarming is op basis van analyses van metingen momenteel niet alarmerend. De zeespiegelstijging is beperkt tot 20 cm/eeuw en deze versnelt niet en er zijn geen aanwijzingen dat het klimaat extremer wordt. We hebben voldoende tijd om verstandiger om te gaan met energiebeleid en klimaatverandering.

Meer CO2 is goed

De Aarde wordt als gevolg van de stijgende CO2-concentratie groener. De planten groeien harder, vooral in de drogere gebieden. Satellietbeelden van de Sahel tonen een vergroening van 30% ten opzichte van 1970. Wetenschappers schrijven de vergroening van de Aarde toe aan de toenemende CO2-concentratie. Als de CO2-concentratie volgens de verwachtingen stijgt naar 600 ppm in 2100 (was 280 ppm rond 1800, nu 400 ppm) zullen de landbouwgewassen ongeveer 40 procent meer voedsel opleveren ten opzichte van de pre-industriële opbrengsten.

Verandering in de bladoppervlakte-index (bladoppervlak/grondoppervlak) over de periode 1982-2017 op basis van satellietwaarnemingen. Bron: KNMI.

40.000 Jaar geleden was ten tijde van het hoogtepunt van de laatste ijstijd de CO2-concentratie op Aarde 175 ppm en dat is sinds het ontstaan van de Aarde het laagste niveau ooit. Bijna alle planten gaan dood als de CO2-concentratie onder de 150 ppm daalt. Op grotere hoogte hebben planten zelfs meer CO2 nodig en in de bergen stierven de planten waardoor er door verrotting weer wat CO2 in de lucht kwam die planten weer opnamen waardoor de concentratie weer daalde, enzovoort.

Langzaam wordt CO2 opgesloten in gesteenten en op de langere termijn zullen de planten deze uitputtingsslag verliezen. De planten snakten naar de koolstof die onbereikbaar in een fossiele vorm is opgeslagen in de aardbodem. Dankzij de verbranding van fossiele brandstoffen heeft homo sapiens het plantenleven gered voor de aanstaande ijstijd. CO2 is geen vervuiling; het is Pokon. Ironie: de milieubeweging frustreert de vergroening van onze planeet.

Het hele klimaatdebat draait uiteindelijk om deze vraag: geloof je in de rampscenario’s van onbetrouwbare klimaatmodellen of baseer je je op wetenschappelijke analyses van metingen en waarnemingen? De Fransen zeggen, Uit de botsing van meningen komt de waarheid naar boven, maar de klimaatprofeten zijn doof voor wetenschappelijke argumenten.

Bekijk onderstaande video’s om je ogen te openen voor de feiten.

De feiten over het klimaat gepresenteerd door Hans Labohm in het stadhuis te Rotterdam: YouTube

Wetenschappers die kritiek hebben op de IPCC-bevindingen worden systematisch genegeerd of zelfs bedreigd door milieuorganisaties, politici en andere wetenschappers. The Great Global Warming Swindle trekt de onafhankelijkheid van de wetenschap in twijfel aan de hand van de stelling dat het verkrijgen van subsidies makkelijker gaat wanneer het versterkte broeikaseffect binnen het onderzoeksgebied wordt gehaald.

Mede-oprichter van Greenpeace Patrick Moore gelooft niet dat mensen de belangrijkste oorzaak zijn van de opwarming van de Aarde. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor deze hypothese, zegt hij, maar toch horen we steeds dat ‘het debat voorbij is’ en ‘dat er wetenschappelijke consensus is’. YouTube

Prof. dr. Salomon Kroonenberg beargumenteert dat de invloed van de door de mens uitgestoten broeikasgassen nog steeds onzichtbaar is. De gemiddelde wereldtemperatuur, de zeespiegelrijzing, het afsmelten van de gletsjers en de frequentie van extreme gebeurtenissen vallen nog steeds binnen de bandbreedte van de natuurlijke processen. YouTube

Tony Heller stelt dat wetenschappers bij o.a. de NASA en NOAA sjoemelen met de meetgegevens van de temperatuur om de opwarming te overdrijven. De video’s zijn overtuigend. Twee video’s op YouTube: video 1 en video 2

Vervalsing van meetgegevens door de meteorologische dienst in Australië. De politici willen alarmerende cijfers horen en die krijgen ze ook. YouTube

‘Gesjoemel’ door het KNMI met hittegolven in de periode 1901-1951. De staat van het klimaat

Aldus Jeroen Visbeek.

Bron hier.