Auteur: Anthony Watts

Vertaling: Martien de Wit.

Een verrassend commentaar gepubliceerd op 29 januari in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature meldde: ‘Emissie – het ‘business as usual‘-verhaal is misleidend – Stop het gebruik van het ‘worst case scenario‘ voor opwarming en klimaatverandering als de meest waarschijnlijke uitkomst – meer realistische uitgangspunten zorgen voor beter beleid.

Dit heeft de bijl in honderden onderzoeken en mediaverhalen gezet, die eerder ernstige klimaatgevolgen in de toekomst voorspelden als gevolg van toegenomen kooldioxide (CO2) in onze atmosfeer.

De gevolgen werden voorspeld door een computermodel met de naam Representative Carbon Pathways (RCP). Het worst case scenario-model, RCP8.5 werd meer dan 2500 keer in wetenschappelijke tijdschriften en in honderden mediaverhalen aangehaald als de primaire noodzaak tot ‘dringende actie’ voor het klimaat. Voorspellingen van het RCP8.5-model suggereerden maximale wereldwijde temperatuurstijgingen van bijna 6 °C (10.8 °F) tegen het jaar 2100, zoals is weergegeven in figuur 1.

Figuur 1 – bron: Neil Craik, University of Waterloo

Maar in het oorspronkelijke wetenschappelijke artikel had RCP8.5 slechts een kleine kans van 3% om werkelijkheid te worden. Aangezien klimaatalarmisten (en sommige klimaatwetenschappers) de voorkeur geven aan de toekomstige ondergang van de wereld om maar actie te stimuleren, zijn de voorspellingen van RCP8.5, bekend geworden als het ‘business-as-usual‘ scenario, ook al kwam het nergens ook maar in de buurt.

In een verbluffende draai verzette klimaatwetenschapper Zeke Hausfather van het Breakthrough Institute zich tegen de klimaatconsensus en zei dat het onwaarschijnlijk is dat het RCP8.5 worst case scenario‘ zal plaatsvinden. De reden? We halen het niet, gezien de hoeveelheid fossiele brandstof die nu wordt gebruikt. Het model gaat uit van een toename van 500% van het gebruik van steenkool, wat nu als zeer onwaarschijnlijk wordt beschouwd aangezien het gebruik van steenkool aanzienlijk is gedaald, zoals te zien in figuur 2.

Figuur 2 – bron: United States Energy Information Administration (EIA)

Dus met de nieuwe informatie die het ‘worst case’ RCP8.5-scenario uitsluit, gaan ze in plaats van de voorspelling van een toekomstige wereld die met 6 °C (10.8 °F) opwarmt, nu naar het volgende lagere scenario RCP6 met opwarming tegen 2100 van rond de 3 °C (5,4 ° F).

Echter, volgens de typisch klimaatalarmistische mode, wijzen de twee auteurs van dit Nature-artikel er op dat de lagere temperaturen als gevolg van deze daling van het gebruik van kolen en de uitsluiting van RCP8.5 niet kunnen worden gegarandeerd.

De reden? Wetenschappers zijn nog steeds onzeker over hoe gevoelig de mondiale temperaturen zijn voor een verdubbeling van CO2 in de atmosfeer. De waarde, bekend als de Charney Sensitivity, is nog steeds niet zeker. Dat is meer dan 40 jaar nadat die voor het eerst werd geïntroduceerd in 1979 door de United States National Academy of Sciences, voorgezeten door Jule Charney. Hij schatte de klimaatgevoeligheid op 3 °C (5,4 °F), met een marge van ± 1,5 °C (2,7 °F).

Zonder de ware reactie van de opwarming op verhoogde CO2 te kennen, worden in wezen alle klimaatmodellen waardeloze onzin. Het is een schitterende illustratie van hoe onnauwkeurig de klimaatwetenschap eigenlijk is.

Maar nu komt het: nieuwe klimaatmodellen worden gebruikt voor de volgende reeks grote voorspellingen die volgend jaar van het IPCC komen, bekend als AR6. Die modellen zouden aantonen dat temperaturen gevoeliger zijn voor CO2 dan eerder werd gedacht.

Dus met AR6 zullen de hogere aantallen van het ‘worst-case scenario‘ waarschijnlijk weer op tafel liggen, samen met voortdurende oproepen tot klimaatactie in de vorm van reducties, alternatieve technologie en CO2-belasting.

Vervelend: er zit nog een vlieg in de soep. Zelfs als de atmosfeer gevoeliger is voor CO2 dan ze denken, is het onwaarschijnlijk dat de wereld ooit een verdubbeling van CO2 in de atmosfeer zal bereiken – het niveau waarop schattingen van de klimaatgevoeligheid zijn gebaseerd. Het blijkt, op basis van een nieuwe berekening die een schatting maakt of de wereld dat punt ooit zal bereiken, dat het antwoord waarschijnlijk ‘nee‘ is.

Klimaatwetenschapper Dr. Roy Spencer maakte in dezelfde week dat dit nieuwe Nature-artikel uitkwam een modelberekening en ontdekte iets totaal verrassends. Hij gebruikte data van de EIA die voorspellen dat op energie gebaseerde CO2-emissies tot 2050 met 0,6% per jaar zullen groeien. Hij stopte die gegevens in een klimaatmodel. Met de redelijke EIA-veronderstellingen met betrekking tot CO2-emissies, bereikt het klimaatmodel niet eens een verdubbeling van atmosferische CO2, maar bereikt in plaats daarvan een evenwicht in CO2-concentratie van 541 ppm in het midden van de jaren 2200.

Spencer schrijft:

Het resultaat is, dat gezien de nieuwste voorspellingen van CO2-uitstoot, de toekomstige CO2-concentraties niet alleen ver onder het RCP8.5-scenario zullen liggen, maar misschien zelfs niet zo hoog zullen zijn als RCP4.5, waarbij atmosferische CO2 concentraties mogelijk niet eens een verdubbeling (560 ppm) bereiken van geschatte pre-industriële niveaus (280 ppm) alvorens af te vlakken. Dit resultaat is zelfs zonder toekomstige reducties in CO2-uitstoot, wat een mogelijkheid is wanneer nieuwe energietechnologieën beschikbaar komen.

[Zie ook de recente presentatie van Roy Spencer hier. Zeer de moeite waard!]

Het RCP4.5-scenario suggereert een bereik van opwarming van ongeveer 1,7 tot 3,2 °C (3-5,8 °F), wat niet tot een ‘klimaatnoodsituatie’ leidt en zelfs gunstig kan zijn voor de mensheid. Per slot van rekening deed de mensheid het niet goed tijdens koude periodes in de geschiedenis en een nieuwe wereldwijde ijstijd zou absoluut rampzalig zijn.

Met deze brede onzekerheid over wat het toekomstige klimaat zal worden, geldt uiteindelijk ook voor de voorspellingen van de klimaatwetenschap de beroemde uitspraak van de grote Yogi Berra, die zei:

Het is moeilijk om voorspellingen te doen, vooral over de toekomst.

Anthony Watts is voormalig televisie-meteoroloog en senior fellow voor milieu en klimaat voor het Heartland Institute. Hij beheert de meest bekeken website over het klimaat ter wereld: https://wattsupwiththat.com