Auteur: Dr. Helmut Pöltelt.

Vertaling: Martien de Wit.

Een klein bericht van het Duitse ‘Bundesamt für Bevölkerungsschutz und Katastrophenhilfe(Federaal Bureau voor de Bescherming Bevolking en Rampenbestrijding, BKK) bleef grotendeels onopgemerkt in de media. De BKK zal aan burgers een ‘noodkookboek’ uitdelen voor tijden zonder een functionerende stroomvoorziening. Het boek bevat recepten die kunnen worden bereid zonder elektrische keukenapparatuur en zonder leidingwater.

Dit is de onmiskenbare indicatie dat de bondsregering en de verantwoordelijke partijpolitici heel goed weten dat er een ‘black-out‘ ofwel een langdurige totale uitval van de elektrische energievoorziening dreigt, als gevolg van de energietransitie en het klimaatpakket. Wanneer dat zal gebeuren is onbekend. Met Oostenrijk als voorbeeld heb ik de effecten van zo’n black-out eens op een rij gezet. Dit is ook op ons van toepassing. Meer informatie is te vinden op internet.

De effecten van een black-out

1. Informatie- en communicatietechnologie

Bij de vaste telefonie vallen de (digitale) terminal en de abonneelijn onmiddellijk uit en vervolgens de lokale centrales.

Bij de mobiele netwerken zijn het niet zozeer de eindapparaten, die wanneer ze volledig zijn opgeladen en matig worden gebruikt, nog een paar dagen functioneren maar eerder de basisstations die inbellen op het netwerk onmogelijk maken. Oudere technologieën worden (vanwege het toegenomen aantal oproepen) meestal binnen enkele minuten overbelast of vallen volledig uit vanwege de slechts korte tijd werkende noodstroomvoorziening.

Krantenuitgevers en -drukkerijen die over noodstroomcapaciteit beschikken, kunnen wellicht de bevolking nog korte tijd informeren. Televisiestations met een noodstroomvoorziening kunnen nog steeds uitzenden, maar de bevolking heeft in het geval van een stroomstoring niet langer de mogelijkheid om uitzendingen met hun tv-toestellen te ontvangen.

Radio-uitzendingen die via op batterijen werkende radio-ontvangers kunnen worden ontvangen (bijvoorbeeld in auto’s), worden de belangrijkste informatiebron voor de bevolking tijdens een black-out.

Na korte tijd zullen er ook aanzienlijke beperkingen zijn in de communicatie tussen autoriteiten en noodorganisaties (met digitale radiosystemen na ongeveer 24 uur, met conventionele batterijen veel eerder). De beschikbare reserves voor centrale communicatiefaciliteiten zijn uiterlijk na enkele dagen uitgeput of zijn grotendeels onbruikbaar vanwege uitgevallen eindapparatuur.

2. Vervoer en verkeer

Elektrisch aangedreven elementen in weg-, spoor-, lucht- en waterverkeer vallen onmiddellijk of uiterlijk na een paar uur uit. Wegverkeer is vooral chaotisch in steden door het uitvallen van de verkeerslichtregeling direct na een stroomuitval. Kruispunten, tunnels en slagbomen zijn geblokkeerd; files en ongevallen (zelfs met ernstig letsel en overlijden) zijn het onmiddellijke resultaat. In het algemeen komen reddingswerkers en hulpdiensten door de verkeerschaos vaak te laat aan op de inzetlocaties.

Liften, roltrappen, elektronische sluitsystemen en deuropeners vallen uit.

Als bovenleidingen uitvallen, komt al het elektrische railvervoer tot stilstand. Veel mensen zitten dan vast in metro’s en treinen. Controlecentra, seinhuizen en beveiligingstechniek worden drastisch beperkt in hun functies.

Bij het luchtverkeer kunnen de gronddiensten van grotere luchthavens meestal enkele dagen worden gehandhaafd met behulp van back-up netwerken en brandstofreserves, maar starts en landingen zijn slechts beperkt mogelijk.

Autoriteiten, hulpdiensten en hulporganisaties worden extreem op de proef gesteld in geval van een stroomstoring van meerdere dagen: de brandstoftoevoer moet op tijd worden gewaarborgd, omleidingen moeten worden georganiseerd en transport-assen moeten worden gedefinieerd. Planning voor noodstroomvoorzieningen, vooral op bijzonder gevoelige locaties (bijv. ziekenhuizen, verpleeghuizen, enz.) moeten beschikbaar zijn, anders zal een black-out binnen enkele uren tot chaos leiden.

3. Energievoorziening

Door het uitvallen van bijna alle tankstations blijven talloze voertuigen stil staan en het gemotoriseerde privévervoer neemt na de eerste 24 uur sterk af. Lokaal openbaar vervoer kan ook slechts in beperkte mate worden onderhouden door schaarse brandstof, het uitvallen van veel chauffeurs en de heersende verkeerschaos.

De EU-richtlijn 119/2009, die sinds 2012 in een noodstroomvoorziening bij benzinestations voorziet, is in Oostenrijk nog niet geïmplementeerd. Maar zelfs met een zelfvoorzienende stroomvoorziening van de tankstations, kan de levering van brandstof aan de tankstations een ander probleem vormen: volgens onderzoek wordt het lossen van brandstof uit tankwagens door de olieleveranciers in het algemeen beveiligd via een internet-ondersteund IT-systeem. Zonder functionerend internet is het lossen van de tankwagens niet mogelijk.

Ook de functionaliteit van noodstroomaggregaten is niet altijd gegarandeerd: volgens een Duits onderzoek uit 2014 kon in 60 procent van de ‘netvervangingssystemen’ de brandstof niet meer worden gebruikt. De toevoeging van biobrandstoffen, die ook in Oostenrijk verplicht is, verkort de houdbaarheid van dieselbrandstoffen.

4. Watervoorziening en sanitaire voorzieningen

Op het gebied van watervoorziening is elektrische energie vooral nodig bij de waterproductie, maar ook bij waterbehandeling en waterdistributie. Als de stroom uitvalt, is het niet langer mogelijk grondwater op te pompen. Distributiesystemen kunnen alleen nog door natuurlijk verval werken, zodat aanzienlijk minder water wordt geleverd en hoger gelegen gebieden meestal niet meer kunnen worden gevoed. Waterzuiveringsinstallaties werken niet zonder elektriciteit.

Volgens de studie ‘Oostenrijkse voedselvoorziening’ hebben ongeveer 1,5 van de 8 miljoen mensen in Oostenrijk geen watervoorraden.

Een onderbreking van de watervoorziening is fataal in het dagelijks leven van mensen:

De bereiding van eten en drinken is aanzienlijk moeilijker, het doorspoelen van het toilet werkt niet en persoonlijke hygiëne is slechts in beperkte mate mogelijk. Met de toenemende duur van de stroomuitval kunnen de problemen worden verergerd.

Schone kleding zal weldra niet meer bestaan ​​en de hygiënische omstandigheden zullen gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Toiletten zijn verstopt, het risico op verspreiding van ziekten groeit.

Afvoer van afvalwater is ook slechts beperkt mogelijk in geval van een black-out. Omdat rioolpompen vaak niet worden ondersteund door noodstroom, kan afvalwater uit de riolen ontsnappen en kelders onder water zetten. Grote hoeveelheden afvalwater moeten om de rioolwaterzuiveringsinstallatie heen geleid worden en komen in de omringende wateren terecht. Dit leidt na enige tijd tot aanzienlijke milieuschade.

– Een ander gevolg van de stroomuitval is een groeiend risico op brand: in de industriële sector bijvoorbeeld door het uitvallen van koel- en procesbesturingssystemen, in huishoudens door pogingen om te koken, te verwarmen of te verlichten zonder elektriciteit.

– Omdat brandbestrijding moeilijk is als gevolg van de verminderde of uitgevallen watervoorziening, bestaat het risico van branduitbreiding naar huizenblokken en zelfs hele stadsdelen, met name in steden vanwege de hoge bebouwingsdichtheid.

5. Voedselvoorziening

In het geval van een black-out is de voedselvoorziening ernstig verstoord en zal de verstrekking en verdeling onder de bevolking vooral in plattelandsgebieden de primaire verantwoordelijkheid zijn van de lokale autoriteiten (gemeenten). Van hun succesvolle optreden hangt niet alleen het overleven ​​van veel mensen af, maar ook de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

Volgens de studie ‘Voedsel- en voedingspreventie Oostenrijk’ kunnen ongeveer drie miljoen mensen uiterlijk op de vierde dag niet meer voldoende voor zichzelf zorgen. Na zeven dagen zijn dat al ongeveer zes miljoen mensen.

Binnen de eerste dagen van een black-out is er al schade aan groenten en fruit in kassen vanwege het gebrek aan airconditioning en ventilatie.

Het uitvallen van elektrisch bediende stal- en melkapparatuur beïnvloedt het welzijn van de dieren, leidt aanvankelijk tot uierinfecties bij melkvee en – als er geen snelle behandeling wordt uitgevoerd – tot de dood. De aanvoer van varkens en pluimvee op grote bedrijven is uiterst problematisch. In het geval van een stroomstoring sterven de dieren vaak al na enkele uren.

De verwerkende voedingsmiddelenindustrie valt meestal onmiddellijk uit, zodat de levering aan distributiecentra en winkels (volgens het ‘just in time‘-principe) wordt onderbroken. Het gaat dan om voedselvoorraden, maar meestal in de vorm van gekoelde producten. Weinig magazijnen kunnen de vereiste noodstroomvoorziening langer dan twee dagen volhouden.

Goederentransport en aanvulling van de filialen werken niet langer vanwege de grotendeels ingestorte verkeerslogistiek. De schappen in de winkels zijn daarom heel snel leeg.

Hulpverlening aan de stadsbevolking door kleinschalige landbouw functioneerde nog tot op zekere hoogte in de jaren vijftig. Op dat moment werkte ongeveer een derde van de bevolking in Oostenrijk in meer dan 430.000 land- en bosbouwbedrijven. Vandaag ziet het er anders uit: industriële voedselproductie heeft tot lagere kosten van levensmiddelen geleid, maar ook tot een concentratie van de productie. Vandaag zijn er nog maar 160.000 land- en bosbouwbedrijven in Oostenrijk.

6. Gezondheidszorg

Bijna alle medische en farmaceutische voorzieningen voor de bevolking zijn direct afhankelijk van elektriciteit. De gezondheidszorg kan daarom slechts kort de gevolgen van een black-out weerstaan. Binnen enkele dagen verslechtert de situatie zodanig dat zelfs bij intensief gebruik van regionale steuncapaciteit de medische en farmaceutische zorg grotendeels kan instorten.

Ziekenhuizen kunnen slechts in beperkte mate blijven werken met noodgeneratoren. Geneesmiddelen worden ook schaars in apotheken omdat de toelevering uitvalt en de productie en verkoop van farmaceutische producten in totaliteit afnemen. De van de koelketen afhankelijke insulinedistributie, maar ook het in stand houden van dialysevoorzieningen wordt kritisch. Externe diensten zoals schoonmaak, was- en voedselbezorging staan ​​stil.

Verzorgingshuizen voor ouderen moeten gedeeltelijk worden ontruimd en bewoners worden overgelaten aan de thuiszorg. Mobiele thuiszorg kan nauwelijks worden gehandhaafd. De meeste artsenpraktijken en apotheken kunnen zonder elektriciteit niet meer werken en worden in het geval van een black-out gesloten.

7. Openbare orde en veiligheid

De chaotische omstandigheden van een black-out en de daaruit voortvloeiende tekorten kunnen leiden tot diefstal en roof. Degenen die niet langer het steeds schaarser wordende voedsel kunnen kopen, zullen kansen grijpen om geld en voedsel te stelen. De politie en het leger bereiken al na enkele dagen hun grenzen om de orde en veiligheid in het land te handhaven. Veel mensen verlaten ‘hotspots‘ (zoals problematische buurten) en verhuizen naar familie, vrienden en kennissen, waar de veiligheid beter is gegarandeerd.

Gevangenisinstellingen met noodstroomvoorziening kunnen in eerste instantie de belangrijkste functies van de operatie in geval van een black-out in stand houden, namelijk de veiligheid van de gevangenen en hun basis verzorging. Luchten en sporten in de buitenlucht wordt steeds problematischer, maar ook de permanente opsluiting van de gevangenen. De psychische druk neemt toe onder zowel de gevangenismedewerkers als onder de gevangenen. Gevangenbewaarders kunnen door verkeersproblemen te laat komen of helemaal niet verschijnen. Dit verhoogt het risico op onrust in de detentiecentra.

Bij een black-out kunnen vooral in grootstedelijke gebieden zware rellen en gewelddadige confrontaties op de openbare weg worden verwacht. De coördinatie van de nodige tegenmaatregelen wordt echter bemoeilijkt door uitgevallen communicatiemiddelen. De politie en het leger zullen zwaar belast worden door acties om de orde en veiligheid te handhaven en om kritieke infrastructuren te beschermen. Zij zullen daardoor slechts in zeer beperkte mate beschikbaar zijn voor andere hulp.

8. Financiële schade

De financiële gevolgen van een black-out zijn ook dramatisch: volgens de Studie Black Ö.2 des Österreichisches Sicherheitsforschungs-Förderprogramms KIRAS (een initiatief van het Federale Ministerie van Transport, Innovatie en Technologie) kost een uur black-out in Oostenrijk ongeveer 46 miljoen euro. De schade van een in de studie geanalyseerd stroomonderbrekingscenario gedurende 25 uur in januari met het begin van de stroomuitval om 10.00 uur ’s morgens, bedraagt voor alle Oostenrijkse bedrijven, openbare instellingen en huishoudens ongeveer 984 miljoen euro. Dit is inclusief het verlies aan productie tijdens deze werkdagen, evenals de schade aan particuliere huishoudens, die kan worden toegeschreven aan verlies van gebruik, verlies van comfort en directe schade (bijvoorbeeld bedorven voedsel).