Hoe VN-organisaties de wereld voor het lapje hebben gehouden.

Auteur: John McLean PhD

Samenvatting

Klimaatactivisten willen ons doen geloven dat door de mens veroorzaakte opwarming een feit is en een ernstige bedreiging vormt. Na het lezen van de verschillende verslagen van vergaderingen voorafgaand aan de oprichting van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) en vervolgens van het IPCC zelf, concludeer ik dat het allemaal enorm overdreven is. Er is geen zekerheid dat door de mens veroorzaakte opwarming (of door de mens veroorzaakte klimaatverandering) de moeite waard is om je zorgen over te maken.

Begrijp me niet verkeerd, de mogelijkheid dat een toenemende concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer opwarming zou kunnen veroorzaken, was in de jaren tachtig een goed onderzoek waard. Maar kijk goed naar de rapporten van die bijeenkomsten en de beweringen die destijds werden gedaan. Sommige waren speculatie, andere overdreven en sommige gewoon fout. De output van klimaatmodellen werd gebruikt om alarm te slaan, maar op dat moment waren de modellen erg primitief.

Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) heeft de wetenschap niet beoordeeld, maar genegeerd. Haar acties berustten hoofdzakelijk op het ‘voorzorgbeginsel’, dat inhoudt dat tegen een dreiging dient te worden opgetreden, zelfs als deze niet volledig wordt begrepen. En het klimaat’probleem’ werd nog lang niet begrepen.

Het zijn de UNEP en andere VN–organisaties geweest, ondersteund door verschillende activisten / wetenschappers, die brood zagen in het meesurfen op de hype, die politieke chicanes, veronderstellingen, speculatie en onvoldragen wetenschap hebben gebruikt om de mogelijkheid van een menselijke invloed op het klimaat om te zetten in een algemeen geaccepteerd ‘feit’, ondanks dat er geen geloofwaardig bewijs daarvoor is.

De UNEP en de World Meteorological Organisation (WMO) hebben bijgedragen aan de oprichting van het IPCC en zij hebben het opgedragen klimaatverandering te onderzoeken, met name de invloed van toenemende broeikasgassen. Met andere woorden, de rol van het IPCC was om bewijs te vinden ter ondersteuning van de claims die al eerder door die twee organisaties werden gedaan.

Dat is niet gelukt. Bij elk nieuw klimaatrapport van het IPCC veranderde het zogenaamde bewijs.

Het IPCC begon met te beweren: ‘We weten niet wat anders opwarming zou hebben kunnen veroorzaken’, wat een zwaktebod was. Maar in het tweede rapport werd toegegeven dat er nog veel onzekerheid bestond. Dat tweede rapport baseerde zich voor zijn beweringen op een wetenschappelijk artikel, dat vlak daarvoor was geschreven door IPCC–auteurs en niet eens was peer-reviewed door het tijdschrift, waaraan het was aangeboden. Het artikel werd kort genoemd in het volgende IPCC– rapport, in een hoofdstuk geschreven door enkele auteurs van het artikel, voordat het verdween.

Het derde IPCC–rapport bevatte de temperatuurgrafiek van de ‘hockeystick’. Een paar jaar later bleek die grafiek onjuist te zijn, omdat vergelijkbare grafieken konden worden geproduceerd op basis van willekeurige gegevens, zodat dit ‘bewijsmateriaal’ in latere rapporten niet meer werd vermeld.

In het vierde rapport werd beweerd dat de gemiddelde wereldtemperaturen in overeenstemming waren met klimaatmodellen en probeerde men te impliceren dat de modellen nauwkeurig beschreven wat er aan de hand was. Dat werd ongedaan gemaakt door het vijfde rapport dat aantoonde dat bijna alle modellen tekortschoten, omdat hun retrospectieve voorspellingen van opwarming voor de voorgaande 15 jaar een grotere opwarming lieten zien dan temperatuurwaarnemingen aangaven.

In elk van zijn rapporten heeft het IPCC grotendeels de gevestigde atmosferische fysica genegeerd, die aantoont dat een toename van broeikasgassen een verwaarloosbaar effect op de temperatuur zal hebben, omdat bijna al hun invloed reeds plaatsvond, toen er veel minder van deze gassen in de atmosfeer zaten. Het IPCC zegt weinig over hoe broeikasgassen de atmosfeer koelen en zegt ook niet veel over opwarming die wordt veroorzaakt doordat broeikasgassen worden verwijderd door andere mechanismen, waardoor het aardoppervlak afkoelt.

Ondanks de toename van atmosferische broeikasgassen in de afgelopen 15 jaar, was het IPCC’s rapport uit 2013 onzeker over het feit of er in die periode enige opwarming had plaatsgevonden. Volgens de eerdere claims van het IPCC, UNEP en WMO zou dit onmogelijk kunnen gebeuren, Dus het feit dat het wèl gebeurde, ondermijnde het idee van door de mens veroorzaakte opwarming.

Het alarmisme van het UNEP en het IPCC gaf ook aanleiding tot het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), opgericht in 1992. Ondanks het ontbreken van bewijsmateriaal, begon het UNFCCC onmiddellijk te beweren dat broeikasgassen een ernstige bedreiging vormden voor het toekomstige klimaat. Het UNFCCC is doorgegaan met de promotie van deze opvatting gericht op de totstandkoming van het Kyoto-protocol en vervolgens het klimaatakkoord van Parijs. Het laatste heeft veel gebreken, met name de afwezigheid van aanwijzingen voor enig gevaar en een duidelijke ‘pre-industriële’ temperatuur, of enige indicatie hoe deze kan worden bepaald.

Regeringen hebben in een vlaag van onbezonnenheid de ongegronde beweringen van het IPCC onderschreven en elke samenvatting voor beleidsmakers goedgekeurd. Dit heeft ertoe geleid dat regeringen de ongegronde claims van het UNFCCC en het Klimaatakkoord van Parijs steunen. In veel gevallen heeft het daaruit voortvloeiende klimaat- en energiebeleid de samenleving financiële lasten opgelegd zonder enig aantoonbaar voordeel.

De wereld heeft twee opties. Een daarvan is om de VN–organisaties te blijven steunen met hun overdrijving, valse urgentie, foute wetenschap, twijfelachtige veronderstellingen en falende klimaatmodellen – met andere woorden om ongefundeerde claims te ondersteunen waarvoor geen geloofwaardig bewijs is.

De andere optie is om de boodschap van de betrokken VN–organisatie te verwerpen en te erkennen dat het klimaat voortdurend en op natuurlijke wijze verandert, en dat we ons eraan moeten aanpassen.

***

Download het volledige document hier.

John McLean is medeondertekenaar van de ‘CLINTEL Declaration‘.