Freeman Dyson: Wetenschappelijk dogmatisme is nog springlevend.

Auteur: Freeman Dyson.

Vertaling: Martien de Wit.

Freeman Dyson werd geboren in Engeland op 15 december 1923 en studeerde in 1945 af aan de universiteit van Cambridge met een BA in wiskunde. In 1947 verhuisde hij naar de VS, waar hij ging werken aan de Cornell University en later aan het Institute for Advanced Study in Princeton.

Professor Dyson was een toegewijd aanhanger van de GWPF (Global Warming Policy Foundation) en een van de oprichters van de Academische adviesraad van de GWPF. 

Voorwoord van Freeman Dyson van het GWPF-rapport van Indur Goklany: Carbon Dioxide: The Good News.

Indur Goklany heeft zorgvuldig werk verricht en het bewijs verzameld en gedocumenteerd dat koolstofdioxide in de atmosfeer veel meer goed dan kwaad doet. Voor elke onbevooroordeelde lezer moeten de feiten duidelijk zijn, dat de niet-klimatologische effecten van koolstofdioxide als een bouwsteen van het leven van dieren, planten en gewassen cruciaal voordelig zijn, dat de mogelijk schadelijke klimaateffecten van koolstofdioxide sterk zijn overdreven, en dat de voordelen duidelijk opwegen tegen de mogelijke schade.

Ik beschouw mezelf als een onbevooroordeeld persoon en voor mij zijn deze feiten zonneklaar. Maar diezelfde feiten zijn niet duidelijk voor de meerderheid van wetenschappers en politici, die koolstofdioxide als slecht en gevaarlijk beschouwen. De mensen die verondersteld worden experts te zijn en die beweren de wetenschap te begrijpen, zijn precies de mensen die blind zijn voor het bewijs. Diegenen onder mijn wetenschappelijke collega’s die het heersende dogma over kooldioxide geloven, zullen het bewijs van Goklany niet overtuigend vinden. Ik hoop dat een paar van hen de moeite zullen nemen om het bewijs in detail te onderzoeken en te zien hoe het in strijd is met het heersende dogma, maar ik weet dat de meerderheid blind zal blijven. Dat is voor mij het centrale mysterie van de klimaatwetenschap. Het is geen wetenschappelijk mysterie maar een menselijk mysterie. Hoe komt het dat een hele generatie wetenschappelijke experts blind is voor voor de hand liggende feiten? In dit voorwoord bied ik u een voorlopige oplossing van het mysterie.

Indur Goklany.

Er zijn veel voorbeelden in de geschiedenis van de wetenschap van irrationele overtuigingen, gepromoot door beroemde denkers en overgenomen door loyale discipelen. Soms, zoals bij het gebruik van aderlatingen als een behandeling voor verschillende ziekten, leidde irrationeel geloof tot een groot aantal menselijke slachtoffers. George Washington was één van de slachtoffers. Andere irrationele overtuigingen, zoals de flogistontheorie van verbranding of de kosmologie van cirkelvormige hemelbewegingen van Aristoteles, hebben alleen schade toegebracht doordat het tot uitstel leidde van zorgvuldig onderzoek van de natuur. In al deze gevallen zien we een gemeenschap van mensen gelukkig verenigd in een vals geloof dat leiders en volgelingen bij elkaar bracht. Iedereen die het heersende geloof in twijfel trok, zou de vrede van de gemeenschap verstoren.

Echte vooruitgang in de wetenschap vereist een andere culturele traditie, met individuen die nieuwe middelen uitvinden om de natuur te verkennen en niet bang zijn om autoriteit in twijfel te trekken. Wetenschap bedreven door rebellen en ketters op zoek naar waarheid, heeft de afgelopen drie eeuwen grote vooruitgang geboekt. Maar die nieuwe cultuur van wetenschappelijk scepticisme is een betrekkelijk recent verschijnsel en is nog niet diep doorgedrongen in ons denken. De oude cultuur van groepstrouw en dogmatisch geloof leeft nog steeds onder de oppervlakte en domineert zowel de opvattingen van wetenschappers als die van gewone burgers.

Om menselijk gedrag te begrijpen, kijk ik naar de menselijke evolutie. Ongeveer honderdduizend jaar geleden vond onze soort een nieuw soort evolutie uit. Naast biologische evolutie op basis van genetische veranderingen, zijn we begonnen met een culturele evolutie op basis van sociale en intellectuele veranderingen. De biologische evolutie stopte niet, maar de culturele evolutie ging veel sneller en werd al snel dominant. Sociale gewoonten en overtuigingen veranderen en verspreiden zich veel sneller dan genen. Culturele evolutie werd mogelijk gemaakt door gesproken talen en tribale loyaliteit.

Stammen concurreerden met stammen en cultuur met cultuur. De culturen die de overhand kregen, waren die welke de cohesie van de stammen bevorderden. Mensen waren altijd sociale dieren en cultuur maakte ons nog socialer. We zijn geëvolueerd om ons thuis te voelen in een groep die hetzelfde denkt. Het was belangrijker voor een groep mensen om verenigd te zijn dan gelijk te hebben. Het was altijd gevaarlijk en meestal onwenselijk om autoriteit in twijfel te trekken. Als het gezag ernstig werd bedreigd, werden ketters verbrand op de brandstapel.

Ik vermoed dat het denken van politici en wetenschappers over controversiële kwesties vandaag nog steeds tribaal is. Wetenschap en politiek verschillen niet wezenlijk van andere aspecten van de menselijke cultuur. Wetenschap en politiek zijn producten van culturele evolutie. Het denken over wetenschappelijke vragen wordt nog steeds aan het publiek gepresenteerd als een competitieve sport met winnaars en verliezers. Voor spelers van een tak van sport die een publieke reputatie te verdedigen heeft, is het belangrijker om tot een winnend team te behoren dan om het bewijsmateriaal kritisch te onderzoeken.

Culturele evolutie was honderdduizend jaar gefocust op verhalen, verteld door ouderen aan kinderen die in een grot rond het vuur zaten. Die grotvuur-evolutie gaf ons hersenen die wonderbaarlijk gevoelig zijn voor fabel en fantasie, maar ongevoelig voor feiten en cijfers. Om een ​​stam te laten zegevieren in de ruwe wereld van roofdieren en prooien, was het nuttig om hersenen te hebben met een sterke emotionele band met gedeelde liederen en verhalen. Het was niet nuttig om hersenen te hebben, die zich afvroegen of de verhalen waar waren. Onze wetenschappers en politici van de moderne tijd zijn recent geëvolueerd uit deze holbewoners. Ze dragen nog steeds, zoals Charles Darwin opmerkte over mensen in het algemeen, het onuitwisbare stempel van hun lage afkomst.

In het jaar 1978 heeft het Amerikaanse ministerie van Energie een Alomvattend Plan voor Onderzoek en Evaluatie van Kooldioxide-effectenopgesteld, waarin de agenda van officiële discussies over kooldioxide voor de komende 37 jaar werd vastgelegd. Ik schreef een memorandum waarin ik protesteerde tegen het plan:

De directe effecten van kooldioxide-toename op de plantengroei en op de concurrentie tussen de soorten krijgen weinig aandacht. Het plan is opgesteld alsof klimaatverandering het enige serieuze effect van koolstofdioxide op menselijke activiteiten zou zijn… In een vergelijking van de niet-klimaateffecten met de klimaateffecten van koolstofdioxide, kunnen de niet-klimaateffecten zijn:

1. zekerder,

2. meer onmiddellijk,

3. gemakkelijker waar te nemen,

4. potentieel minstens zo ernstig.

Ons onderzoeksplan moet deze kwesties rechtstreeks aanpakken, niet als een nevenactiviteit van klimaatstudies.

Mijn protest kreeg geen aandacht en het ‘Alomvattende Plan zegevierde. Als gevolg hiervan werd de publieke perceptie van kooldioxide gedomineerd door de experts van computerklimaatmodellen, die het plan hebben ontworpen. Het tribale groepsdenken van die groep experts werd versterkt door een ondersteunende politieke bureaucratie.

Indur Goklany heeft een enorme hoeveelheid bewijs verzameld om twee feiten aan te tonen. Ten eerste zijn de niet-klimatologische effecten van koolstofdioxide dominant t.o.v. de klimatologische effecten en ze zijn overweldigend gunstig. Ten tweede zijn de klimaateffecten die in de echte wereld worden waargenomen veel minder schadelijk dan de door de klimaatmodellen voorspelde effecten en zijn ze ook vaak gunstig geweest.

Filmmaker Marijn Poels met Freeman Dyson.

Ik hoop dat de wetenschappers en politici, die al 37 jaar blindelings kooldioxide demoniseren, op een dag hun ogen zullen openen en naar het bewijs zullen kijken. Goklany en ik beweren niet onfeilbaar te zijn. Net als experts op het gebied van klimaatmodellen zijn ook wij recentelijk geëvolueerd uit de cultuur van de holbewoners. Net als zij hebben we onze eigen vooroordelen en blindheid geërfd. De waarheid komt naar voren wanneer verschillende groepen onderzoekers naar elkaars verhalen luisteren en elkaars fouten corrigeren.

Princeton – september 2015

Freeman Dyson, een wereldberoemde theoretisch fysicus, was emeritus professor wiskundige fysica en astrofysica aan het Institute of Advanced Study in Princeton, waarvan hij vele jaren voorzitter was. Dyson was de auteur van tal van veelgelezen wetenschappelijke boeken. Hij was mede-oprichter van de Academische Adviesraad van de GWPF.

Bron: Global Warming Policy Foundation (GWPF)

Freeman Dyson was ondertekenaar van de ‘CLINTEL Declaration’.