Droogtes, overstromingen of vulkanische uitbarstingen: de grillen van moeder natuur hebben al sinds mensenheugenis tot misoogsten gevoerd. Dat deze heden ten dage niet langer hongersnoden veroorzaken, hebben we mede te danken aan de moderne landbouw, aldus Udo Pollmer.

Hartje zomer had de Elbe weinig water. Jonge activisten ontrolden spandoeken in de rivierbedding om aan de wereld hun verontwaardiging over het heerlijke weer te verkondigen. In vette letters stond er het woord “klimaatverandering!” op geschilderd. Hadden zij, in plaats van wat verveeld rond te hangen, nieuwsgierig de rivierbedding geïnspecteerd, dan zouden ze erin geslaagd zijn verhelderende ontdekkingen te doen: bijvoorbeeld Hongerstenen.

“De Elbe”, zo schreef de Teplitz Zeitung in 1876, “biedt ten gevolge van de aanhoudende droogte zo’n trieste aanblik, zoals sinds 1842 niet meer is voorgekomen: overal steken de hongerstenen de kop op en de waterpeil-meter bij de Elbbrücke in Dresden is al helemaal losgekomen van het water.” Een grote steen draagt de inscriptie: “Wer einst mich sah, der hat geweint. Wer jetzt mich sieht wird weinen.

Toen de droogte kwam, verhongerden eerst de ouderen, die men geen eten meer gaf, vervolgens de kinderen. De overlevenden waren door het leed getekend. Om dit alles te documenteren, liggen op de bodem van veel rivieren hongerstenen.

De oudste bevindt zich in het Spreewald. Daarop staat geschreven „Wenn Ihr diesen Stein wiedersehen werdet, so werdet Ihr weinen, so flach war das Wasser im Jahre 1417.“ De lijst van bekende hongerstenen is schier eindeloos. In sommige gevallen, gaat het over een periode van tot zeven jaar tot wel twee decennia droogte. Een slinkende rivier was voor de tijden van de zogenaamde klimaatverandering een regelmatig verschijning. Vandaag de dag is dit zo ver verwijdert van het voorstellingsvermogen van de burger, dat zij zich aan luxe vragen over kunnen geven zoals: hoeveel geslachten bestaan er, mag men dieren wel eten of maken diëten slank?

Misoogsten en hongersnoden zijn niet nieuw

De meest verwoestende droogte van Europa is te vinden in het jaar 1540. Al tijdens de winter heersten in Italië temperaturen zoals anders alleen in juli. Daarna regende het in Centraal-Europa onder subtropische temperaturen elf maanden nauwelijks nog. De bossen vlogen in brand, nederzettingen met hun vakwerkhuizen werden een prooi van de vlammen. Toen de putten opgedroogd waren, werd afvalwater gedronken – met het uitbreken van ziektes tot gevolg.

Het weer is afhankelijk van onze centrale ster, de zon. Haar activiteit is aan aanzienlijke schommelingen onderhevig. Sommige worden beschouwd als afwijkingen, anderen staan in relatie met talrijke cycli, die zich uitstrekken variërend van elf jaar tot enkele duizenden jaren. Vallen de maxima of minima van verscheidene cycli samen, dan is het effect vergelijkbaar met een springvloed. De capriolen van de zon zijn de belangrijkste oorzaak van de droogte-catastrofen.

Voor misoogsten en hongersnoden ten gevolge van koude of aanhoudende regen, zijn de oorzaken wat gemakkelijker te vinden. Toen in 1783 de vulkaan Laki uitbrak op IJsland, werd het noordelijk halfrond omringd door een wolk van rook. Het werd koud, de winters duurden eindeloos, en werden gevolgd door zware overstromingen. Koud en nat was het ook in 1816 – een jaar daarvoor was de Tambora uitgebroken. Nadat in 1883 de Krakatau explodeerde herhaalden de weersomstandigheden zich.

Datgene wat vulkanen aan as uitspugen, verdeeld zich in de atmosfeer en kaatst de stralen van de zon weer terug de ruimte in. Dan wordt het kouder. Zo gebeurde ook in 2011 na de uitbarsting van de Eyjafjallajökull op IJsland het jaar daarvoor. Nadat de geweldige aswolk zich in de bovenste laag van de atmosfeer gelijkmatig verdeeld had, werd de zomer merkbaar koeler.

Wanneer de zon capriolen uithaalt

Aangezien de mensen ertoe neigen, om in hun vertwijfeling een schuldige voor hun lot te zoeken, volgden op catastrofen altijd weer pogroms. Dat een droge rivierbedding tegenwoordig zo weinig invloed op zowel de watervoorziening als op overstromingen heeft, hebben we te danken aan de ach zo klimaat-schadelijke uitvindingen zoals kunstmest, gewasbescherming, wereldhandel en de tot nu toe onmisbare dieselmotor. Sindsdien zijn ook de tijden van verbranding van weerheksen en ongelovigen voorbij.

Zijn we er genoeg op voorbereid, wanneer de zon capriolen uithaalt of wanneer het ergens in de aardkorst knalt? Dan heerste er een echte apocalyptische stemming. Hebben we genoeg overschotten? Zijn de voorraden van de staten goed gevuld en zowel tegen plagen als plunderaars beschermd? Is er een goede distributie geregeld? Dat zijn dan zo die vragen die voorafgaan aan elke maaltijd.

Eet smakelijk!

 

Literatuur: 

Anon: Kleine Chronik. Teplitzer Zeitung vom 30. August 1876, S.1 

Bressan D: This 1783 Volcanic eruption changed the course of history. Forbes.com vom 8. Juni 2015 

Witze A, Kanipe J: Island on Fire: The extraordinary story of Laki, the volcano that turned eighteenth-century Europe dark. Profile-Books: 2014; 224

Sigurdsson H et al: Encyclopedia of Volcanoes. Academic Press, London 2000

Dagget D: The great climate change witch hunt. Blog vom 20. Feb. 2015

U.S. Forest Service : Natural Climate Cycles. USDA, Climate Change Ressource Center

Robock A: Stratospheric control of climate. Science 1996; 272: 972-973

Zeilinga de Boer J, Sanders DT: Volcanoes in Human History. Princeton University Press, Oxford 2002

Corliss WR: Mysterious Universe: A Handbook of Astronomical Anomalies. The Sourcebook Project, Glen Arm 1979

Düwel-Hösselbarth W: Ernteglück und Hungersnot. Theiss, Stuttgart 2002

Rahmsdorf S: Timing of abrupt climate change: A precise clock. Geophysical Research Letters 2003; 30: e1510

Margolina S: Die letzte große Erzählung des Westens. Cicero.de 18. Aug. 2018

Bron hier.