Nog vijf jaar tot de klimaatapocalyps paniek zaaien World Meteorological Organisation Britse meteorologisch instituut

Afbeelding: Vasnetsov.

Paniek en alarm: volgens de WMO (World Meteorological Organisation) en het Met Office (het Britse meteorologisch instituut) is er een kans van 3% dat de stijging van het komende vijfjarige wereldwijde temperatuurgemiddelde boven de 1,5 °C uitkomt.

Auteur: Dr. David Whitehouse, Wetenschapsredacteur GWPF (Global Warming Policy Forum).

Vertaling: Martien de Wit.

Klimaatcatastrofe over vijf jaar

Er zijn verschillende definities voor hectiek. Een daarvan is het gebruik van krachtige acties om een beleid af te dwingen of een standpunt te promoten. Dat verschijnsel bestaat natuurlijk overal en je ziet het zeker bij alle aspecten van klimaatverandering. Het is overduidelijk wanneer wetenschappers beurzen, banen en krantenkoppen willen genereren. Het is geen nieuwe ontdekking dat je met het combineren van veel gedoe met statistieken van alles kunt bereiken.

Het onlangs gepubliceerde nieuws van de World Meteorological Organization (WMO), opgesteld door het UK Met Office, dat er een “toenemende kans” is dat de wereld de “Parijse drempel” van 1,5 °C in de mondiale temperatuur boven het pre-industriële niveau overschrijdt, is een goed voorbeeld hiervan. Er staat dat er een kans van 20% is, dat in één van de komende vijf jaren de temperatuurstijging de 1,5 °C zal overschrijden, en een kans van 70% dat er een enkele maand in dezelfde periode zal zijn met deze overschrijding.

Een andere manier om dit te zeggen – statistisch even gerechtvaardigd – is, dat er een kans van 80% is dat de mondiale jaargemiddelde temperatuur de komende vijf jaar statistisch niet significant zal stijgen. Maar daarmee haal de krantenkoppen niet!

Realiseer je eens wat dit betekent. Als er tegen 2025 geen significante verandering is in de wereldwijde gemiddelde temperatuur, kunnen we dertig jaar terugkijken (de officiële definitie van klimaat) en vaststellen dat de twee belangrijkste opwarmingsepisodes, 1998 en 2015, beide te wijten waren aan natuurlijke klimatologische variabiliteit, in dit geval twee El Niño-gebeurtenissen. In veel opzichten is het WMO-rapport meer een bewijs van de invloed van natuurlijke klimatologische variabiliteit dan van antropogene opwarming op de lange termijn.

Bovendien is deze voorspelling getest door de richting van de tijd in de computermodellen om te keren en te zien hoe succesvol deze het verleden ‘voorspellen’. Je zou verwachten dat elk model hier goed in is, omdat waarnemingen uit het verleden al zijn opgenomen in het model dat is geëvolueerd om er geen ernstige meningsverschillen mee te krijgen. In zo’n gecompliceerd systeem als het klimaat – en het WMO-rapport benadrukt eigenlijk de onzekere en slecht begrepen aard van interne klimatologische variabiliteit – is het kijken naar de toekomst iets heel anders. Goede ‘voorspellingen’ van het verleden impliceren geen goede voorspellingen van de toekomst.

In andere rapporten van hetzelfde WMO-document worden de statistieken nog meer verdacht. Men zegt dat er een kans van 3% is dat het komende vijfjarige wereldwijde temperatuurgemiddelde de 1,5 °C overschrijdt. Drie procent impliceert een zeer nauwkeurig voorspellend vermogen, vooral als er geen foutenmarge bij wordt vermeld.

Nogmaals, elke journalist die objectief naar deze cijfers kijkt, zou ontdekken dat het echte verhaal is dat er een kans van 97% is dat het gemiddelde van de komende vijf jaar min of meer zal blijven zoals het nu is. En toch verkondigt de website van Ecologist dat we nog maar vijf jaar de tijd hebben voordat de klimaatapocalyps zich aandient.

Zo’n verhaal is voor journalisten een soort lakmoesproef. Ze kunnen het persbericht overschrijven en het klakkeloos opnemen op hun website met kleine wijzigingen en ondersteunende verklaringen. Of ze kunnen de statistieken bekijken en – hoe zal ik het eens zeggen – vragen stellen. Toch heb ik het gevoel dat het tijdperk van onvoorwaardelijke journalistieke promotie voor het milieu, dat in de eerste jaren van deze eeuw begon, geleidelijk aan vervaagt.

Misschien zouden ze kunnen beginnen met zich te laten leiden door de empirische gegevens en de berichten die wij (de GWPF) al jaren publiceren. We begrijpen de natuurlijke klimatologische variabiliteit niet; onze modellen zijn lang niet zo nauwkeurig als sommigen beweren en voorspellingen van toekomstige temperaturen eindigen vaker wel dan niet in een smadelijke afgang.

Bron hier.