Windenergie is echt véél duurder dan kernenergie zelfs als je de windturbines cadeau krijgt is het nog duurder. CO2-uitstoot door windenergie

Shutterstock.

Zelfs als je de windturbines cadeau krijgt, is windenergie nog steeds duurder.

Een gastbijdrage van Rob Walter.

Kernenergie is weer bespreekbaar

Nadat in Nederland de toepassing van nieuwe kernenergie jaren lang is doodgezwegen, ziet het er naar uit dat kernenergie nu weer bespreekbaar wordt. Tot nu toe ging onze overheid er van uit dat het zal lukken om met (nagenoeg) alleen windenergie en zonne-energie al de energie die Nederland gebruikt CO2-vrij te maken. Dat dit technisch niet kan, begint nu enigszins door te dringen tot de beleids bepalers 1).

Kernenergie produceert ook nog eens minder CO2 dan energie uit wind en zon 2), dus het is eigenlijk onlogisch om kernenergie in de ban te doen. Daarom hebben Tweede Kamer en minister Wiebes aan het Weense ingenieursbureau ENCO gevraagd om de mogelijke rol van kernenergie in de energiemix te onderzoeken. Conclusie van het rapport is dat kernenergie “niet duurder is dan wind en zon” als de extra netkosten worden meegerekend 1).

Toch blijven tegenstanders van kernenergie volhouden dat kernenergie veel duurder is dan windenergie 3). Nu worden de extra kosten voor energie uit wind en zon onzichtbaar gemaakt, en betaalt de consument die via de netbeheerder en verstopt in diverse belastingen. Die extra kosten blijven daardoor voor de consument onbekend. Dit artikel maakt duidelijk wat die extra kosten zijn en laat zien hoe juist die extra kosten er voor zorgen dat wind en zon duurder zijn dan kernenergie.

Windenergie is eigenlijk heel onhandig

Voor de stabiliteit van het elektriciteitsnet is de fluctuerende windenergie fnuikend. Als het waait “smijten” de windturbines hun geproduceerde elektriciteit klakkeloos in het elektriciteitsnet, zonder rekening te houden met de grootte van de vraag op dat moment. En zonder rekening te houden met de door centrales (en andere producenten zoals zonne-panelen en zonne-weiden) op dat moment geproduceerde elektriciteit. De centrales moeten dan op willekeurige tijdstippen hun vermogen afregelen. En als de wind wegvalt dan moeten de centrales plotseling opstarten of bijregelen. Want vraag en aanbod moeten iedere seconde in evenwicht zijn. Dus gelijk zijn, anders stort het systeem in elkaar en gaat het licht uit. Dat bijregelen door de centrales lukt nu nog dankzij het feit dat nog steeds maar een beetje, namelijk slechts een tiende deel van onze elektriciteit uit windenergie komt.

Doordat de centrales voortdurend moeten op en af regelen voor de wind, draaien de centrales wel minder efficiënt. Daardoor gebruiken zij meer brandstof. Dat minder efficiënt draaien kost niet alleen extra geld, maar betekent ook dat die centrales meer CO2 uitstoten. Dat was nou juist niet de bedoeling 4).

Als er nog meer windturbines komen, dan draaien de centrales nog minder efficiënt en neemt de hoeveelheid CO2-uitstoot per kWh elektriciteit uit de windturbines flink toe. Tot er een grens bereikt wordt waarbij plotselinge energie-tekorten en plotselinge energie-overschotten niet meer zijn op te vangen en de continuïteit van gegarandeerde energie zonder storingen niet meer mogelijk is. Die storingen kosten de maatschappij niet alleen veel ongemakken maar vooral héél veel geld en verlies van welvaart. Bij 20%-30% windenergie is de grens bereikt waarbij het elektriciteitsnet nog de stoten uit de wind kan opvangen. Boven die 20-30% windenergie zijn erg kostbare maatregelen nodig, die windenergie nog duurder maken dan dat die nu al is. Bij zo’n 50% windenergie helpen normale maatregelen niet meer, en kunnen alleen extreem kostbare maatregelen, zoals afregelen van de windenergie en kostbare opslag van de overtollige windenergie, het elektriciteitsnet nog behoeden voor ineenstorting.

Twee systemen.

In Nederland hebben we twee energiesystemen naast elkaar voor onze elektriciteit.

We hebben een volwaardig en compleet systeem dat Nederland op ieder moment kan voorzien van de benodigde hoeveelheid elektriciteit, óók als het niet waait en er ook geen zon is. Dat is nodig, want wind en zon zijn er niet altijd. Dat volwaardige systeem bestaat uit elektriciteitscentrales en elektrische verbindingen. Die verbindingen noemen we het elektriciteitsnet, dat centrales (alle opwekkers) onderling verbindt en ze verbindt met de gebruikers: de industrie, huizen, kantoren, treinen, etc. Samen vormen zij het “hoofd systeem” voor onze elektriciteitsvoorziening.

Daarnaast hebben we een “tweede systeem” bestaande uit windturbines en hun verbindingen naar het elektriciteitsnet. Dat “tweede elektriciteitssysteem” krijgt in Nederland altijd voorrang. Als er uit dat “tweede systeem” elektriciteit komt, dus als het waait, komt dat bij de elektriciteit in ons “hoofd systeem”. In dat “hoofd systeem” moeten de centrales dan “een stapje opzij doen” en de stroom uit het tweede systeem vóór laten gaan. Dat betekent dat in het “hoofd-systeem” centrales moeten afregelen. En als de wind wegvalt, dan moeten die centrales plotseling weer opregelen. Eigenlijk een heel rare situatie, die nooit efficiënt kan zijn. Het “tweede systeem” hebben we alleen maar omdat kernenergie als CO2-vrije energiebron tot nu toe werd afgewezen. Met voldoende kernenergie kunnen we heel het “tweede systeem” gewoon afbreken. Dat spaart jaarlijks vele miljarden aan kosten.

Wat kost al de windenergie eigenlijk?

Omdat we in Nederland al een compleet systeem hebben voor onze elektriciteit dat goed voldoet, het “hoofd-systeem”, kun je het “tweede systeem” bestaande uit windturbines en bijbehorende verbindingen naar het elektriciteitsnet, als een extra luxe beschouwen. Als je dat “tweede systeem” morgen afbreekt gebeurt er immers niets. Voor die extra luxe is door de Tweede Kamer besloten omdat daardoor in de elektriciteitscentrales een beetje minder fossiele brandstof wordt gebruikt. En dus een beetje minder CO2 wordt uitgestoten. Buiten dit CO2-verhaal is er geen enkele andere reden om elektriciteit met windturbines te produceren.

Zou je kiezen voor een betrouwbare en betaalbare andere CO2-vrije methode om elektriciteit te maken, dan kun je dat hele “tweede systeem” met al zijn windturbines en bijbehorende verbindingen direct afbreken. En bespaar je dus al de kosten voor dat “tweede systeem”.

Een betrouwbare en betaalbare andere CO2-vrije methode om elektriciteit te maken zou bijvoorbeeld kernenergie kunnen zijn. Zodra onze Tweede Kamer daarvoor kiest en er voldoende kerncentrales in bedrijf zijn, kan dat “tweede systeem” vervallen en blijft er veel geld over, waarmee Nederland goede voorzieningen voor het volk en voor verhoging van onze welvaart kan financieren.

De kosten van windenergie bestaan uit alle kosten die dat “tweede systeem” meebrengen:

kosten voor de windturbines + verbindingen + elektrische verliezen

+ extra kosten in het “hoofd-systeem” voor opvangen van de grilligheid van wind.

Hiervoor is tot nu toe is al zeker 80 miljard Euro uitgegeven. Met de plannen voor nog méér windturbines zal daar de komende jaren nog eens meer dan 100 miljard Euro bijkomen. Die kosten kunnen vermeden worden bij toepassing van kernenergie.

Wat kost dan de windenergie per geleverd kWh?

Je kunt er van uitgaan dat de vergoeding per geleverde kWh + subsidie, kostendekkend is voor alle directe kosten van de windturbine zelf (kapitaalslasten, onderhoud, eigen verbruik en later afbreken). Je zou verwachten dat dit de kostprijs is van een geleverde kWh windenergie (behoudens winstmarge), maar helaas is dat niet zo.

Want om de echte kostprijs per geleverde kWh te bepalen moet je al de door de windturbines veroorzaakte extra kosten optellen bij die kostendekkende vergoeding.

De gemiddelde vergoeding voor geleverde windenergie is 4½-5 cent per kWh. De soorten kosten die je bij die 4½-5 cent moet optellen om tot een totale kostprijs te komen zijn:

  1. De kosten van subsidies en belastingaftrek die nog altijd gegeven worden (ook al doet men of er geen subsidies meer nodig zijn voor de laatst gebouwde en nog te bouwen windparken). Ten onrechte worden die subsidies en belastingvoordelen gebagatelliseerd door voorstanders van windenergie 5).

  2. De kosten voor de elektrische verbindingen, zoals de aansluitingen naar de windturbines, waaronder de kostbare zeekabels, de “stopcontacten in zee”, de extra schakelstations en transformatoren, de kostbare omzetting gelijkspanning in wisselspanning en de verzwaring van alle hoogspanningsverbindingen op land om de stroomstoten op te vangen. Je praat voor al die verbindingscomponenten bij elkaar nu al over zo’n 40 miljard Euro, investeringskosten die zonder al die windturbines er niet zouden zijn. En al die kosten lopen in de komende jaren op tot meer dan 100 miljard Euro. Daar komen nog de onderhoudskosten bij die voor al die componenten kostbaar zijn, vooral voor de componenten in zee 6).

  3. De kosten van elektrische verliezen in al die verbindingen inclusief de verliezen in alle bijbehorende componenten zoals schakelinstallaties, transformatoren en de omzetting van gelijkspanning in wisselspanning 7).

  4. De kosten veroorzaakt bij regeling door de centrales in het elektriciteitsnet om de fluctuaties in geleverde elektriciteit uit windturbines te compenseren. Hoe meer windturbines op het net zijn aangesloten, hoe hoger de kosten (per kWh) van de regeling door de centrales. Die kosten bestaan uit de extra brandstof voor de centrales en de doorlopende kosten van kapitaal, handling en personeelskosten voor minder geleverde kWh tijdens afregelen voor de windenergie. Bovendien kosten van “stand-by” bij veel wind 8).

  5. De kosten voor het niet meedoen aan de regeling naar de variabele vraag. De vraag naar elektrische energie varieert voortdurend, vooral tussen dag en nacht en natuurlijk per seizoen. Daardoor kunnen niet alle centrales altijd voluit draaien, maar moeten zich aanpassen aan die vraag. Dat aanpassen is natuurlijk veel duurder dan altijd vol draaien, dus aanpassen kost geld. De windturbines trekken zich niets aan van de vraag naar elektrische energie en “smijten” al de elektrische energie die zij uit wind kunnen maken klakkeloos in het landelijke elektriciteitsnet. De centrales (en dergelijke opwekkers) moeten daardoor extra bij of afregelen naar de veranderingen in de vraag. Bedenk ook dat de vraag naar elektriciteit voor de gebruikers ’s nachts meestal ongeveer de helft is van de vraag overdag. En ’s nachts kan het flink waaien, dus dat betekent dan extra hard aanpassen voor de centrales! Bij kerncentrales in plaats van windturbines zou dat niet spelen 9).

  6. De kosten voor het niet meedoen aan de opvang van storingen in het elektriciteitsnet, waar alle centrales aan deelnemen en dat nu extra moeten doen voor de windturbines 10).

  7. De kosten voor pieken van de windenergie die uitstijgen boven de op dat moment benodigde hoeveelheid elektriciteit (vraag verminderd met minimaal draaiend vermogen voor “achtervang” en niet-regelbaar vermogen op dat moment van b.v. zonne-energie). Die pieken zouden overschotten veroorzaken (curtailment) wanneer je geen extra maatregelen neemt. Die maatregelen zijn noodzakelijk, want vraag en aanbod moeten immers altijd gelijk zijn in het elektriciteitssysteem. Verkoop van die overschotten naar het buitenland tegen hoge boetes of windturbines afregelen of de overschotten omzetten in andere energievormen zijn technisch oplossingen. En die veroorzaken allemaal extra kosten. Deze kosten stijgen sterk bij toenemend percentage windenergie 11).

De hierboven bij de punten 1 t/m 7 genoemde extra kosten gelden wel voor windenergie en zonne-energie, maar niet voor de centrales op fossiele brandstof en ook niet voor de kerncentrales 12).

Verborgen kosten maken windenergie duur

Over de extra kosten per geleverde kWh windenergie aan het landelijke hoogspannings-elektriciteitsnet, is wel iets bekend. Kwalitatief zijn die 7 punten bekend en veel beschreven. Maar kwantitatief, dus wat kost dat extra per kWh-windenergie en hoe bereken je dat, daarover is bij mijn weten nog geen overzichtelijk rapport gepubliceerd. Op basis van wat er wel over bekend is en met gedegen kennis van het energievoorzieningssysteem kun je wel vrij nauwkeurig aangeven hoe hoog de extra kosten minstens zijn 12).

Met een voorzichtige schatting en berekening van de bovengenoemde extra kostenposten ben ik gekomen op de onderstaande waarden voor de gemiddelde extra kosten per geleverde kWh. Die gelden voor levering in het Nederlandse hoogspanningsnet. Hierbij blijf ik aan de onderkant van de extra kosten (in werkelijkheid zullen die hoger liggen). Bij nog verder toenemend aantal windturbines zullen de kosten per kWh windenergie véél hoger liggen. Alle genoemde bedragen worden bij de voetnoten achterin toegelicht.

Dit zijn de bijkomende kosten die je mee moet nemen in de kostprijs van windenergie:Windenergie is echt véél duurder dan kernenergie zelfs als je de windturbines cadeau krijgt is het nog duurder. CO2-uitstoot door windenergie

Bijkomende verborgen kosten minstens 6 cent/kWh

Dus voorzichtig geschat liggen de gemiddelde totale extra kosten per geleverde kWh elektriciteit uit windturbines binnen de bandbreedte 5-9½ cent 13). Laag gemiddeld, zéér voorzichtig gerekend, kun je wel uitgaan van een gewogen gemiddeld bedrag van 6 cent/kWh 14). Wanneer het aantal windturbines toeneemt zal dit getal hoger uitkomen. Ga, gezien de reeds lopende plannen voor meer windparken, er maar van uit dat dit binnen enkele jaren zal oplopen tot 8 cent/kWh en hoger. Over 10 jaar, als de doelstelling 2030 gehaald zou worden, en er tenminste 3 maal zoveel windenergie op ons hoogspanningsnet voedt, zullen die extra kosten boven de 10 cent/kWh liggen.

6 cent/kWh klinkt onschuldig, maar als je bedenkt dat het om héél veel kWh’en per jaar gaat, betekent het dat de Nederlandse gemeenschap door die extra kosten per jaar miljarden Euro’s moet opbrengen. Het gaat nu al om zo’n 13 miljard kWh per jaar, dat kost de Nederlandse gemeenschap bijna 1 miljard Euro extra (nutteloze) kosten per jaar 15).

Bij de voorgenomen uitbreiding van het aantal windturbines zal dit over 5 jaar zijn opgelopen tot 3 miljard Euro/jaar en nog eens 5 jaar verder, in 2030, tot minstens 6 miljard Euro per jaar. Dat is héél veel weggesmeten geld, en die kosten blijven ieder jaar terug komen. Bovendien is bij een groter percentage windenergie de CO2-besparing per kWh geringer, dus betaalt de Nederlandse burger dat vele geld, jaar in jaar uit, zonder dat dit de gewenste CO2 besparing oplevert. Alleen maar omdat een aantal mensen daar zo veel aan verdient.

Bij kerncentrales spelen er geen “extra” kosten.

Zelfs de vergoeding voor windstroom is te hoog

De extra kosten moet de gemeenschap dus opbrengen bovenop de gemiddelde vergoeding voor geleverde windenergie van 4½-5 cent/kWh. Die 4½-5 cent/kWh is gelijk aan de vergoeding die de centrales in het net gemiddeld krijgen voor geleverd gegarandeerd vermogen. Deze vergoeding had niet voor de windturbines mogen gelden. Helaas heeft de Tweede Kamer al eerder bepaald dat elektriciteit uit windenergie absolute voorrang krijgt voor levering op het elektriciteitsnet. In het gehanteerde systeem van vergoedingen krijgen daarmee de windturbines ten onrechte de volle vergoeding die geldt voor gegarandeerd elektrisch vermogen. Dit komt neer op een forse extra subsidie op windenergie, die verzwegen wordt en die de leek niet kan zien, maar wel betaalt.

Zelfs gratis windturbines zijn nog te duur

Die extra kosten van windenergie zijn dus al hoger dan de gemiddelde prijs van elektriciteit uit de verschillende centrales (die liggen tussen 4½ en 5 cent per kWh). Zelfs als de windturbines helemaal niets zouden kosten (bouw + onderhoud, etc.), zou elektriciteit uit wind duurder zijn dan elektriciteit uit de centrales in het landelijke elektriciteitsnet.

Kostprijs windenergie is nu 11 cent/kWh en loopt de volgende jaren op tot boven 20 cent/kWh

De werkelijke gemiddelde prijs per kWh die de maatschappij betaalt voor geleverde elektriciteit uit de nieuwste windturbines, dus de goedkoopste (nieuwe) windparken, ligt ten minste op (4½ tot 5) + 6 cent, pakweg zo’n 11 cent per kWh. Voor de oudere bestaande windparken zal dat meer zijn. Die 11 cent/kWh geldt voor de huidige situatie, met nog een relatief klein aandeel windenergie 14). Voor die prijs produceren de windturbines “rommelig” vermogen, dat fluctueert en er vaak niet is wanneer de maatschappij dat nodig heeft.

Nog duurder als er méér windmolens komen

Wanneer er in Nederland nog meer windturbines bij komen, en dat willen onze regering en de Tweede Kamer, dan betekent dit, dat de extra net-kosten per geleverde kWh nog hoger worden. Hoe groter namelijk het aandeel wind (en zon) is in de Nederlandse elektriciteitsvoorziening hoe hoger de extra kosten worden. Dat komt door de extra kosten die genoemd zijn onder de punten 4 t/m 7. Die kosten nemen toe doordat het elektriciteitsnet meer last krijgt van de hogere energie-stoten uit nog meer windturbines. De extra kosten van windenergie zullen, met de huidige plannen voor méér windturbines, al in de komende 5 jaar oplopen tot 3 miljard Euro per jaar en zullen in 2030 zijn opgelopen tot meer dan 6 miljard Euro per jaar 16). Zo snel lopen de kosten van windenergie op als de overheid conform het klimaatakkoord doorgaat met uitbreiding van windenergie.

Ook de CO2-uitstoot per kWh neemt toe als er nog meer windturbines komen.

Bij kernenergie heb je dat effect niet, liggen de kosten lager en wordt méér CO2 bespaard.

Met zonne-energie erbij nog duurder

Ook zonne-energie leidt tot extra kosten in het elektriciteitsnet. Zonne-energie is er als de zon vol schijnt en is er een beetje als het bewolkt is en is er niet als het donker wordt. Zonne-energie is dus, net zoals windenergie, niet zo betrouwbaar. Het levert dan ook extra kosten in het net, vergelijkbaar met de boven genoemde netkosten onder de punten 4 t/m 7. Beide energievormen zijn in feite niet geschikt om toe te passen voor de landelijke elektriciteitsvoorziening.

Als beide energiesoorten wind en zon tegelijkertijd in een elektriciteitsnet worden toegepast, zoals in Nederland, dan wordt het aandeel “onbetrouwbare” energie nog groter en de fluctuaties nog overheersender. Samen zorgen zij voor nog hogere extra netkosten (punten 4 t/m 7). Samen veroorzaken zij meer CO2-uitstoot. Samen zorgen zij er bij toenemende omvang ook nog eens voor dat het maximaal mogelijke aandeel “duurzaam” eerder bereikt wordt.

Bij kernenergie bestaat die grens niet.

Opslag is geen echte oplossing

Wordt het gemiddelde aandeel windenergie in de elektriciteitsvoorziening groter dan pakweg zo’n 20%-30%, en dat wil de politiek, dan wordt opslag van windenergie noodzakelijk . Dat is zeer kostbaar.

Alle opslagmethoden zijn op zich zelf al heel duur, en dat wordt nog erger omdat in de cyclus:

elektriciteit gas (of waterstof) elektriciteit

50%-75% verloren gaat (slecht rendement van de cyclus: 50%-25%).

Dat maakt alle elektriciteit uit windenergie nog veel duurder! Ik schat dat de kostprijs voor elektriciteit uit windenergie dan oploopt tot gemiddeld 20-30 cent/kWh. Richting 90% – 100% energie uit wind en zon loopt die gemiddelde prijs nog veel verder op richting “onbetaalbaar” 17).

Voor kernenergie is die opslag niet nodig. Bovendien is de goedkoopste manier om waterstof te maken: elektrolyse bij hoge temperatuur, wat het goedkoopste is bij gebruik van de kernreactor en goedkope kernstroom.

Echte waarde van een kWh windenergie minder dan één cent

Mijn overtuiging is dat de waarde van elektriciteit uit windturbines in een volledig subsidievrij puur commercieel elektriciteitsvoorzieningssysteem gemiddeld onder de één cent per kWh zou liggen. Nu betaalt de maatschappij 4½ tot 5 cent per kWh voor elektriciteit uit windturbines voor iets dat minder dan één cent waard is. Waar bovenop de burger ook nog de zichtbare en onzichtbare kosten en subsidies opbrengt.

Hoe zit het met de CO2-uitstoot door windenergie

De hoeveelheid CO2-uitstoot per geleverde kWh windenergie wordt meestal alleen berekend over de bouw van de windturbines. Vooral door voorstanders van windturbines en door mensen die er belang bij hebben. Een enkeling is zo netjes om ook onderhoud en toekomstige afbraak en verwerking voor recycling mee te rekenen. Maar de CO2-uitstoot die daar tijdens bedrijf bij komt wordt verzwegen (bovengenoemde punten 2 t/m 7). Voor het eerst wordt daar nu op gewezen door minister Wiebes. Zie Kamerbrief van 22 september 2020 1).

Hoeveel CO2-uitstoot per geleverde kWh toegerekend moet worden aan ieder van de bovenstaande punten is nog nergens degelijk doorgerekend. Meer dan schattingen in kwalitatieve zin heb ik daarvoor niet kunnen vinden. Toch moet je voor alle punten 2 t/m 7 de extra CO2-uitstoot meerekenen in de vergelijking met kernenergie, om te bepalen wie van die twee in werkelijkheid groener is 2).

Windenergie produceert per kWh beduidend meer CO2 dan kernenergie

Er zijn veel CO2 effecten, die men vergeet mee te tellen. Bijvoorbeeld moet je meetellen de CO2-productie bij het onderhoud en voor het maken en afbreken van de extra elektrische verbindingen, “stopcontacten in zee”, extra schakelstations en transformatoren, omzetting gelijkspanning in wisselspanning en verzwaring van alle hoogspanningsverbindingen op land om de stroomstoten op te vangen. Zij vormen tenslotte het boven genoemde “tweede systeem” dat volstrekt onnodig is voor een gegarandeerde betrouwbare elektriciteits-voorziening en alleen maar bedacht is om juist CO2 te besparen.

Bij dit alles moet je dan ook nog tellen de CO2-productie die veroorzaakt wordt door de elektrische verliezen in al die verbindingen, schakelstations, etc.

En dat is nog niet alles, want er wordt extra CO2 geproduceerd door het op-en-neer regelen van de diverse centrales om de fluctuerende windstroom te compenseren (en dat veroorzaakt best wel veel extra CO2 !). Hoe meer windturbines, hoe groter deze extra CO2 productie is.

En dan wordt het nog veel erger als de hoeveelheid windenergie (vanaf ca 20% – 30%) zo groot wordt, dat opslag nodig is om in de perioden met te veel windenergie die “te vele” energie weg te werken. Al maak je daar later weer elektriciteit mee, dan wordt er toch in totaal veel extra CO2 uitgestoten in de cyclus opslaan-en-weer-in-elektriciteit omzetten (via gas of waterstof).

Hoe hoger het percentage windenergie in onze elektriciteitsvoorziening wordt, hoe hoger de onbruikbare pieken worden en hoe groter daardoor de extra CO2-uitstoot wordt.

Al met al is de CO2-uitstoot per kWh windenergie duidelijk groter dan voor kernenergie.

Schade aan de natuur

Dan komt hier nog bij dat meer windturbines ook meer schade veroorzaken aan milieu en natuur. Zoals horizonvervuiling, geluidshinder, vermoorden van vogels door de wieken van de windturbines (hoe groter de turbine hoe erger!). Een schade die tot nu toe niet wordt meegenomen bij de beoordelingen van windenergie. En dat is ten onrechte.

Wat kost dan kernenergie ?

In tegenstelling tot windenergie zijn alle cijfers van kernenergie bekend. Daar is immers wereldwijd veel ervaring mee. Er zijn al zo’n 450 kerncentrales in bedrijf en er zijn op dit moment 57 in aanbouw en er zijn nog meer dan 100 in de planning. Over wat een kWh uit een kerncentrale kost is heel veel gepubliceerd. Over de kosten van de bouw van kerncentrales is nagenoeg alles bekend, net zoals over de bedrijfsvoering en over alle bijkomende kosten voor de brandstof. Ook de kosten voor het afbreken van de centrale aan het einde van de levensduur en voor de berging van afval zijn bekend.

Kijk maar naar voorbeeld Frankrijk dat 85% van zijn elektrische energie uit kernenergie haalt. Daar is de prijs voor elektrische energie veel lager dan bij ons 19).

Recent zijn bij de bouw van drie grote kerncentrales de kosten uit de hand gelopen (Finland, Groot-Brittannië en één centrale in Frankrijk). Tegenstanders kijken alleen naar die drie kerncentrales en baseren daarop hun propaganda over dure kerncentrales. Inmiddels zijn er veel goedkopere kerncentrales gebouwd op vele plaatsen in de wereld. Goedkoper en met kortere leveringstijden. Literatuur daarover is er meer dan voldoende, weinig zinvol om dat hier te herhalen 1) en 20) en 21).

Wel wil ik hier iets schrijven over de regelbaarheid van die kerncentrales. Zij zijn prima regelbaar, vooral de nieuwere kerncentrales. Hoe meer die centrales voluit mogen draaien, “in basislast” heet dat, hoe lager de prijs per kWh wordt. Dat lijkt mij voor ieder logisch. De eerste paar nieuwe kerncentrales in Nederland zouden, vind ik, het beste in basislast kunnen draaien. Om snel veel écht CO2-vrije energie in Nederland te hebben. De volgende kerncentrales zouden geleidelijk met de tijd kunnen deelnemen aan de regeling naar de energievraag.

De centrales met fossiele brandstoffen (voornamelijk gas) zouden zo lang mogelijk moeten regelen naar de behoefte en naar aanbod van windenergie op ieder moment, zoals dat ook nu gebeurt. Kerncentrales afregelen ten behoeve van wind en zon is zonde, want kernenergie is CO2-armer dan energie uit wind en zon!

Windenergie is echt véél duurder dan kernenergie zelfs als je de windturbines cadeau krijgt is het nog duurder. CO2-uitstoot door windenergie

Rob Walter.

Als Nederland in de komende jaren eindelijk de voordelen van goedkope en goed regelbare kernenergie inziet zouden meer kerncentrales geleidelijk de kolen-, olie- en gascentrales moeten vervangen. Waarbij de vervanging van de gascentrales over tientallen jaren kan worden uitgespreid. Maar vooral moet eerst de plaatsing van nieuwe dure, CO2-producerende windturbines gestopt worden. Alle nu nog aanwezige windturbines moeten vervolgens geleidelijk worden afgebroken. Dat wordt even slikken voor de milieu-organisaties, die juist gepleit hebben voor windenergie en daar een goot deel van hun huidige macht aan te danken hebben 3).

Voor velen is het geruststellend dat beslissingen over de volgende series kerncentrales, na de eerste één tot drie nieuwe kerncentrales, pas over 10-20 jaar genomen hoeven te worden. Dan is de techniek al weer verder.

***

Voetnoten

1) zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/09/22/possible-role-of-nuclear-in-the-dutch-energy-mix-in-the-future

en https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/09/23/kernenergie-als-optie-voor-energiemix

De overheid constateert dat de systeemkosten van zon en wind onvoldoende worden meegewogen in de kosten van die technologieën. Wanneer de extra kosten die voortvloeien uit zon en wind (systeemkosten zoals bijvoorbeeld extra netwerkkosten, kosten voor balanceren van het net, aansluitingskosten) worden meegenomen, is kernenergie niet duurder. Deze systeemkosten, die onevenredig toenemen bij een hoger percentage zon en wind, worden doorgaans niet meegenomen in de kWh-prijs, maar worden afgewenteld op de netbeheerder en/of consument.

2) De CO2-uitstoot per geleverde kWh wordt als volgt bepaald:

1. Voor windturbines is de totale CO2-uitstoot = de hoeveelheid CO2 die uitgestoten wordt over de hele levenscyclus van de turbine: het maken, transporteren, monteren, bedrijf voeren, onderhouden, later weer afbreken en afvoeren en afval verwerken + de CO2-uitstoot voor het maken, onderhouden en later weer afbreken en verwerken van de verbindingen tussen de windturbines en het landelijk hoogspanningsnet (met alle elementen zoals stopcontacten in zee, transformatoren, schakelinstallaties en omzettingen van gelijkspanning in wisselspanning). Wanneer je de gedurende de levensduur door de windturbines totaal geproduceerde CO2 deelt door de over die levensduur geproduceerde hoeveelheid kWh elektriciteit, dan vind je de gemiddelde CO2-uitstoot per kWh.

Dat is echter nog niet alles, want je moet hierbij optellen de extra uitgestoten CO2 per geproduceerde kWh die veroorzaakt wordt door de elektrische verliezen in bovengenoemde verbindingen + de uitgestoten CO2 door bijregelen van de centrales in het landelijke netwerk (voor zover die veroorzaakt wordt door de fluctuerende elektriciteit uit de windturbines, dus de punten 4 t/m 7).

Voor alle waarden per kWh, zowel de kostprijs/kWh als de CO2-uitstoot/kWh behoort voor windenergie gerekend te worden met de daadwerkelijk in het landelijke hoogspanningsnet geleverde kWh elektriciteit.

2. Voor kerncentrales is de totale CO2-uitstoot = de hoeveelheid CO2 die uitgestoten wordt over de hele levenscyclus van de kerncentrale: het fabriceren, transporteren, monteren, bedrijf voeren, onderhoud, brandstof (Uranium delven, opwerken en transport), later kerncentrale afbreken na einde levensduur en verwerken, en voor het afval: de verwerking + berging + eindberging. Wanneer je de gedurende de levensduur door de kerncentrale totaal geproduceerde CO2 deelt door de over die levensduur geproduceerde hoeveelheid kWh elektriciteit, dan vind je de gemiddelde CO2-uitstoot per kWh.

3) zie: https://www.climategate.nl/2020/07/strijd-om-kernenergie/

4) zie: https://www.clepair.net/windbesparing.html

en : https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83140NED/table?ts=1603529713539

en: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/37823wkk/table?ts=1603530139529

en: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80030ned/table?ts=1603530604179

5) De kostprijs per kWh windenergie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aanschafkosten van de windturbine. Maar de daarop ontvangen subsidies, belastingaftrek en andere belastingvoordelen moeten dan wel meegerekend worden, om tot de prijs te komen die de werkelijkheid echt weergeeft. In de meeste gevallen is er ook een subsidie gegeven per geproduceerde kWh elektriciteit. Die moet in de berekening van de kostprijs vanzelfsprekend ook worden meegenomen. Al die subsidies leiden tot een toeslag op de “kale” kostprijs waarmee door de exploitant gerekend wordt. Die toeslag komt uit op ½-1 cent voor nieuwe windturbines en loopt op tot 2 cent (en meer) voor oudere windturbines. Op die oudere windturbines zit meer subsidie.

6) Het is correct om alle kosten van alle verbindingen en bijbehorende componenten tussen iedere windturbine en het landelijke elektriciteitsnet toe te rekenen aan de windenergie. Die verbindingen en alles wat daarbij hoort zijn er tenslotte alleen maar voor de momenten dat er voldoende wind is. Al die componenten behoren immers tot het eerder genoemde “tweede systeem” dat een toevoeging vormt op het zelfstandig “hoofd-systeem”, het goed functionerend landelijk elektriciteitssysteem. Als het niet waait functioneert dat “hoofd-systeem” immers voor de volle 100%, en dat is dan ook noodzakelijk voor een betrouwbare en continue elektriciteitsvoorziening.

Ook de kosten van verzwaringen van verbindingen binnen het landelijke elektriciteitsnet, die tot doel hebben om de grote “windstoten” in het net op te vangen, en ook de extra verbindingen om die windenergie af te voeren, moeten aan de windenergie worden toegerekend. Een voorbeeld daarvan is de 380kV lijn die op dit moment gebouwd wordt om de windenergie voor de Zeeuwse kust af te voeren naar Brabant (bij Eindhoven). Die kost ca. 1½ miljard Euro. Ook worden extra (dure) koppelingen naar het buitenland gebouwd, die alleen nodig zijn om de hoge stroomstoten van windenergie af te voeren.

De verbindingskabels in zee zijn zeer kostbaar. De “stopcontacten in zee” alleen al kosten meer dan een miljard Euro per stuk. De aanlanding en koppeling aan het landelijke hoogspanningsnet en de bijbehorende schakelinstallaties en transformatoren en omzettingen van gelijkspanning in wisselspanning (voor hoge spanning en hoge stroom!) kosten ook nog eens vele miljarden Euro’s. Zelfs als je de kapitaalslasten hiervan over langere termijn afschrijft en de rente laag inzet, dan kom je tot getallen die in ieder geval liggen boven 1½ cent per kWh uit wind. Amerikaans onderzoek geeft voor deze kosten, zelfs voor eenvoudiger dus goedkopere opstellingen, al 1,8 dollarcent/kWh 14).

Hier komen ook nog de onderhoudskosten bij van al die verbindingen en alle tussen liggende componenten. Onderhoud is kostbaar, vooral voor al de componenten in zee.

De in dit artikel genoemde kosten van 1-1½ cent/kWh zijn aan de lage kant voor de werkelijk optredende kosten. Ik verwacht dat 2 cent/kWh realistischer zou zijn.

7) Alle verbindingskabels en tussen liggende transformatoren, schakelinstallaties en omzettingen van gelijkspanning in wisselspanning, veroorzaken elektrische verliezen. Er lijkt wat van het elektrisch vermogen uit de windparken “verloren” te gaan onderweg naar het landelijk hoogspanningsnet. Er komt dus minder elektrisch vermogen aan in het landelijke hoogspanningsnet (eerder genoemd het “hoofd-systeem”).

De opgegeven geleverde hoeveelheid elektriciteit van een windturbine wordt ten onrechte gemeten aan de klemmen van de windturbine in plaats van op het invoedingspunt van het landelijke elektriciteitsnet. De windturbines moeten dus extra draai-uren maken om de opgegeven hoeveelheid elektrische energie ook daadwerkelijk in het landelijke hoogspanningsnet af te leveren. Dit verschil tussen meting aan de klemmen van de windturbine en meting in het invoedingspunt in het landelijke elektriciteitsnetwerk moet je als extra kosten toerekenen om tot de echte kosten per kWh van de windturbine te komen (bijvoorbeeld middels een reductiefactor). In de literatuur over kostprijs van windturbines wordt deze post nooit meegenomen.

Het gaat hier dus om de kosten die toegerekend moeten worden aan de elektrische verliezen van het deel van het “tweede systeem” voor zover dat bestaat uit de elementen tussen windturbines en het invoedingspunt in het landelijke hoogspanningsnet (“hoofd-systeem”).

8) De extra kosten die veroorzaakt worden door het op- en afregelen van fossiel gestookte centrales (ten behoeve van de windenergie) zijn hoog. Hoger dan “men” denkt. In de literatuur over de prijs van windenergie worden die kosten meestal niet meegenomen of worden onderschat. In ons vlakke Nederlandse landschap hebben wij niet de mogelijkheid om met (waterkracht) pompaccumulatie-centrales pieken van de elektriciteit uit wind te vereffenen. Wij gebruiken de fossiel gestookte centrales om bij en af te regelen, tegengesteld aan de fluctuaties van windenergie. Zo wordt in de centrales een beetje op brandstof bespaard, dus ook op geproduceerde CO2. De centrales krijgen echter, juist door dat op- en afregelen, een slechter gemiddeld rendement. Door dat slechter rendement wordt juist weer extra fossiele brandstof verbruikt, en dus weer extra CO2 uitgestoten. Dat betekent niet alleen die extra CO2, maar kost ook extra geld. Dus extra kosten die aan ieder kWh windenergie moeten worden toegerekend. Die extra bandstofkosten worden door sommigen nog wel mee gerekend als extra netwerkkosten of systeemkosten, maar lang niet iedereen doet dat. Wat nagenoeg nooit meegerekend wordt, dat zijn de niet-vergoede beheers- en kapitaalskosten van die centrales tijdens terug regeling voor de windstroom. En die zijn beduidend! Want iemand moet die betalen. Die kosten zitten nu versluierd in de prijs voor elektriciteit. Maar beter is om die kosten zichtbaar te maken en toe te rekenen aan de kosten van windenergie.

Omdat wind zo onbetrouwbaar is (periodes van windstilte) moeten de fossiel gestookte centrales in staat zijn om voor 100% alle benodigde elektriciteit te leveren (bovenop enkele duurzaam benoemde bronnen zoals zonne-energie en biomassacentrales). In plaats van één bron (de centrale) zet Nederland dus twee bronnen in (centrale + windturbines). Voor iedere geleverde kWh windenergie moeten de centrales (gemiddeld) één kWh afregelen. Een kWh waar nagenoeg de volle kosten, buiten dat aandeel brandstofkosten, ergens uit betaald moeten worden. Hoe je ook rekent, de maatschappij zal die kosten moeten betalen. En hoe je ook rekent, die kosten moet je volledig toerekenen aan de windenergie. Ik heb dat dan ook meegerekend in de “kosten regeling centrales” onder punt 4.

Dat is dus voor iedere kWh windstroom de prijs van een niet-geleverde kWh uit een fossiel-gestookte centrale verminderd met het brandstof-deel. En dan weer een beetje verhoogd voor de extra fossiele brandstof door slechtere verbranding en extra warm-stand-by staan van de centrale.

9) In de kostprijs van de centrales zijn de kosten voor regeling naar de variërende vraag (o.a. dag/nacht verbruik) en de storingsreserve altijd al opgenomen. Kijk maar naar Frankrijk, als voorbeeld van een land met veel kernenergie. De kosten voor extra opvang, omdat een steeds groter aandeel windenergie hier niet aan mee doet, behoort eigenlijk niet in de kostprijs van de centrales. Dit zijn in het “hoofdsysteem” extra kosten. Windenergie en zonne-energie veroorzaken helaas extra kosten voor iedere kWh uit conventionele centrales.

Bij kenenergie in plaats van wind en zon valt dat weg.

10) Voor het niet deelnemen van de windturbines in de opvang van storingen in het elektriciteitsnet, moeten de centrales dat ook doen voor het aandeel windenergie. Dat kost nu ca ¼ – ½ cent/kWh wind. Bij meer windturbines zal dit binnenkort oplopen tot 1 cent/kWh. De centrales houden namelijk een extra regelruimte van ca 5% aan (“draaiende reserve”), om bij uitvallen van productiemiddelen of belangrijke verbindingen snel extra vermogen te kunnen leveren. Bij een toenemend aanbod windenergie is die extra regelruimte niet meer voldoende. Dan moet nog meer “draaiende reserve” worden geleverd door de centrales. Dat kost geld.

11) Curtailment kost in 2020, nu we nog maar 11% windenergie hebben, nog slechts rond de 0,1 tot 0,2 cent per kWh. Dit is nu nog weinig, maar zal zeker sterk oplopen in de volgende jaren. Boven de 30% is tenminste gedurende de nacht, als het waait geen samenspel meer mogelijk tussen de fluctuerende windstroom en de bij-regelende fossiel gestookte elektriciteitscentrales. Zeker als er ook nog vast, niet regelbaar, vermogen is. Wanneer het overschot niet kan worden teruggebracht (afregelen windturbines of export tegen negatieve prijzen) komt de stabiliteit van het net in gevaar.

Zolang er nog andere niet-regelbare stroomproducenten op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, zoals zonne-energie (!), zal ook overdag de grens van maximaal inpasbare hoeveelheid windenergie worden bereikt. Dat kan leiden tot instabiliteit van het net (dus veelvuldige uitval van de landelijke elektriciteitsvoorziening). De enige oplossing wordt dan grootschalige opslag en dat is echt onbetaalbaar. Zo zal waterstof, geproduceerd uit fluctuerende wind, zonder erg hoge subsidies niet kunnen concurreren tegen waterstof die met kerncentrales wordt geproduceerd.

Wanneer 11% van het gemiddeld over een jaar gevraagde vermogen in het landelijke elektriciteitsnet door windenergie geleverd wordt, dan betekent dit bij een bedrijfstijd van 25% voor de windturbines, dat het opgesteld vermogen van de windturbines ongeveer 40% (4 x ca. 11%) bedraagt van het maximaal gevraagd elektrisch vermogen in het elektriciteitsnet van het “hoofdsysteem” 12).

In de uren met lage belasting, zoals vaak ’s nachts, is de belasting ongeveer de helft van de dagbelasting. Dan blijft er nog (bij 11% windenergie) maar weinig ruimte over voor het draaiend regelvermogen van de centrales. Bij een gevraagd vermogen ’s nachts van 50% van de dagpiek zou nog grootteorde 10% regelvermogen over blijven, en soms zelfs minder. Wanneer er althans geen vast draaiend vermogen is. Dat is al te weinig om het elektriciteitsnet met zekerheid te blijven beheersen. Als er dan ook nog te veel vast, niet regelbaar, vermogen is, kan de elektriciteitsvoorziening in de problemen komen. Dat volgt ook uit de gegevens en cijfers op de websites van TenneT en CBS.

Samen met de minimaal geleverde productie van de draaiende “achtervang” door regelbare centrales, is het overschot (curtailment) aan windenergie nu (bij 11% windenergie) nog beperkt. Vanaf zo’n 15-20% windenergie beginnen de tijdelijke overschotten aan elektriciteit uit wind zo groot te worden, dat extra maatregelen noodzakelijk worden om de net-stabiliteit tussen windvlagen nog in de hand te houden (vooral ’s nachts). Die 15-20% windenergie is overdag meestal nog op te vangen met extra draaiende reserve (voor extra regelvermogen) of levering naar het buitenland. Beiden kosten veel geld. En dan kunnen pieken ook nog worden opgevangen door terug regelen van de windturbines (wordt in NL nog niet gedaan) en/óf door opslag, maar beiden kosten veel geld, vooral opslag is erg kostbaar.

Alle maatregelen om te hoge pieken in het elektriciteitsnet te voorkomen of op te vangen brengen extra kosten met zich mee. Die moeten worden toegekend aan de gemiddelde kostprijs van windenergie. Boven een aandeel van 20% geleverde windenergie nemen deze extra kosten snel toe  extra kosten stijgen dan al van ½ cent/kWh (15% wind) naar 1 cent/kWh (20% wind) en naar 1,5 cent/kWh (25-30% wind). Al deze kosten nemen nog eens extra versneld toe bij een nog groter aantal windturbines.

Bedenk dat als er nog meer zonne-energie in Nederland komt, het probleem van de curtailment daardoor nog groter wordt. Dat niet-regelbaar vermogen van de zonnecellen leidt er bij gelijktijdig zon en harde wind toe dat eerder grote pieken ontstaan die tegen hoge kosten moeten worden opgevangen. Vooral op dagen dat de vraag door omstandigheden (b.v. feestdagen) laag is. Plotselinge toename van harde wind tot stormsterkte kan leiden tot stilzetten van windturbines en dat kan weer leiden tot een kostbare “black-out”. De kosten om dat te voorkomen zijn aanzienlijk.

12) zie: https://www.climategate.nl/2020/04/wat-deugt-er-niet-aan-windenergie/

Zie in bovengenoemd artikel figuur 3A en 3B met bijbehorende toelichting:

Hier laat Fred Udo op heldere wijze zien dat bij 25% aandeel windenergie en een bedrijfstijd van de windturbines van 25%, de maximumwaarden (pieken) van de windenergie gelijk zijn aan de gemiddelde momentane waarden van de elektriciteit in het landelijke elektriciteitsnet.

Aangezien de vraag naar elektriciteit in de nacht ongeveer de helft is van de vraag overdag is er ’s nachts bij harde wind een overschot aan elektrische energie van gemiddeld ca. 65% (vereenvoudigd model van de tijd met 2/3 dagbelasting en 1/3 nachtbelasting). Waar laat je zoveel overschot aan elektrische energie uit wind? Dat is niet meer regelbaar met centrales in het net! Zonder opslag en/of afschakelen van windturbines kom je er dan niet meer uit. En beide maatregelen zijn kostbaar.

Verder laat Fred Udo in figuur 3B zien dat bij 50% aandeel windenergie en een bedrijfstijd van de windturbines van 25%, de maximumwaarden (pieken) van de windenergie het dubbele zijn van de gemiddelde momentane waarde van de elektriciteit in het landelijke elektriciteitsnet. Dan is bij harde wind in de nacht het overschot aan elektrische energie gemiddeld ca. 130%, dus meer dan het dubbele van de gevraagde energie (of 230% van de nachtwaarde). En ook die grote hoeveelheid elektrische energie uit wind fluctueert met het windaanbod op dat moment. Er ontstaat een niet meer te beheersen situatie in het Nederlandse elektriciteitsnet. Zelfs met kostbare opslag en ver afregelen van de windturbines kom je er dan niet meer uit.

Dat de in de praktijk optredende belastingcurves in het landelijke net (vraag = aanbod) er nog veel grilliger uitzien dan gemiddelde waarden, maakt de problematiek alleen maar nog complexer. En maakt de maatregelen nog kostbaarder!

Niet alleen in de nacht, maar ook overdag wordt de situatie onbeheersbaar, zodra de hoeveelheid niet-regelbare zonne-energie nog verder toeneemt (en dat wil onze overheid!).

Dat vraagt allemaal kostbare voorzieningen, die zonder die vele windturbines niet nodig zouden zijn. Kosten van die voorzieningen moet je dus toerekenen aan de windenergie. Dus nog eens extra toeslagen op de kWh kostprijs van windenergie.

Bij kernenergie heb je die kostbare voorzieningen niet nodig.

Het Klimaatakkoord wil tot 70% van onze elektriciteitsbehoefte opwekken met wind en zon. Dat is technisch en economisch niet uitvoerbaar.

13) De extra kosten van gemiddeld 5-9½ cent voor iedere kWh windenergie die aan het landelijke 380kV net wordt geleverd, volgt uit de optelling van de extra kosten genoemd bij de punten 1 t/m 7. Voor de nieuwste windturbines zullen alleen de onder punt 1 genoemde kosten (subsidie en belastingvoordelen) relatief laag uitvallen, dus aan de onderkant van de aangegeven bandbreedte. Daar staat tegenover dat de onder 2 genoemde kosten voor verbindingen naar de nieuwe windturbines in zee beduidend hoger liggen dan bij de oudere windturbines (die nieuwe komen ver in zee te liggen). Ook de onder 3 genoemde kosten voor verliezen zullen bij de nieuwe windturbines in zee met hogere vermogens en langere verbindingen, hoger liggen.

Alle onder de punten 4 t/m 7 genoemde extra kosten gelden (ongeveer) in gelijke mate voor de oudere en de nieuwste windturbines.

De extra kosten uit de punten 1 t/m 7 zijn berekend voor de huidige situatie in Nederland, dus bij een nog beperkt aandeel windenergie in de Nederlandse elektriciteitsvoorziening van slechts 11%. Bedacht moet worden dat de berekende waarden onder de punten 4 t/m 7 snel oplopen bij meer windturbines, dus bij een groter aandeel dan 11%. Bij doorvoering van de huidige plannen van de Tweede Kamer worden we over 5 jaar al geconfronteerd met niet alleen beduidend hogere extra kosten van windenergie, maar óók met hogere kosten per kWh-windenergie. Het is nuttig om tegen die tijd te berekenen (en te meten) hoe hoog die extra kosten dan exact zijn.

14) 11 cent/kWh is een heel voorzichtige schatting. En dan nog gebaseerd op de laatste, modernste en meest effectieve windturbines. De werkelijkheid is ongunstiger, want de werkelijke extra kosten liggen nu al hoger door het aandeel oudere, zwaar gesubsidieerde windturbines. Bovendien zullen de extra kosten de komende jaren flink stijgen door het toegenomen aandeel windenergie 16).

Metingen in de praktijk zullen dit een keer moeten aantonen, maar zolang er geen echt betrouwbare metingen zijn uitgevoerd zullen we het hiermee moeten doen. Voor mij staat vast dat de werkelijke extra kosten per kWh aan het hoogspanningsnet afgegeven elektriciteit uit windturbines, zeker niet lager liggen.

15) Als andere rapporten uitkomen op lagere kosten voor windenergie, dan is dat omdat zij niet alle soorten extra kosten (uit de punten 1 t/m 7) meenemen.

16) Volgens het klimaatakkoord moet er in de komende 10 jaar, tussen 2020 en 2030, zo’n 20.000 MW windvermogen bij komen. De doelstelling is uiteindelijk 26.500 MW windvermogen en ca. 80 miljard kWh/jaar uit wind en zon (en na 2030 moet dat nog veel meer worden). Ter vergelijking: de maximale belasting van het Nederlandse elektriciteitsnet is ca. 17.000 MW 21). 26.500 MW wind tegenover een maximale belasting van 17.000 MW is eigenlijk onnozel. Laat staan tegenover de half zo hoge nacht-belasting van ca. 8.500 MW.

De doelstelling van nog eens 20.000 MW windturbines gaat dan ook niet lukken. Volgens die doelstelling moet in 2030 ca. 40% van alle elektriciteit in Nederland uit wind en zon komen, en zal dit richting 2050 moeten toenemen tot 80% of meer. Bij 40% moet al gemiddeld bijna de helft van alle windenergie als overschot worden afgevoerd (afregelen of opslaan) terwijl in perioden met weinig wind en perioden zonder wind alle centrales weer voor 100% van de elektriciteitsvoorziening moeten zorgen. Een onmogelijke situatie!

Die 40% kan het hoogspanningsnet dus nog niet eens verwerken. Nu niet en later ook niet zonder erg kostbare extra maatregelen zoals afregelen van de windenergie en opslag van de windenergie. De plannen voor na 2030, waarbij er nog meer energie uit wind en zon moet komen, zijn al helemaal niet meer reëel. Zelfs onuitvoerbaar!

Wind op zee gaat per kWh duurder worden door nieuwe windparken ver in zee met lange kabels naar land en met een kostbaar werkeiland in zee (dat op zich al tussen 15 en 25 miljard Euro gaat kosten). Daar bovenop komt, dat de extra netkosten in het landelijke elektriciteitssysteem, inclusief de bijbehorende extra maatregelen, flink gaan oplopen. Dat komt omdat een te groot aandeel fluctuerende windenergie moet worden opgevangen, wat niet efficiënt is. Dit alles gaat op jaarbasis uiteindelijk meer dan 10 miljard Euro kosten, die de burger dus jaar-in-jaar-uit moet opbrengen. Dat zijn alleen nog maar de extra kosten die bij andere vormen van opwekking (zoals kernenergie) niet nodig zijn.

In 2020 bedragen de extra kosten van windenergie, bij 13 miljoen MWh-wind/jaar [CBS 4)] en extra kosten 6 cent/kWh: 13.000.000.000 kWh/jaar x 0,06 Euro/kWh = bijna één miljard Euro extra (nutteloze) kosten per jaar.

In 2025 bedragen de extra kosten van windenergie, bij ca. 40 miljoen MWh-wind/jaar, waarbij inmiddels de extra kosten zijn opgelopen tot 8 cent/kWh: ca. 40.000.000.000 kWh/jaar x 0,08 Euro/kWh = ruim 3 miljard Euro extra (nutteloze) kosten per jaar.

In 2030, slechts 10 jaren na nu, bedragen de extra kosten van windenergie, bij ca. 60 miljoen MWh-wind/jaar (doelstelling klimaatakkoord ligt nog hoger), waarbij inmiddels de extra kosten nog hoger zijn opgelopen, zelfs door hoge pieken opgelopen tot meer dan 10 cent/kWh: ca. 60.000.000.000 kWh/jaar x 0,10 Euro/kWh = 6 miljard Euro extra (nutteloze) kosten per jaar.

Je kunt concluderen dat zon en wind niet meer dan slechts een beperkt deel van de elektriciteitsbehoefte kunnen dekken. En dan nog tegen hoge kosten.

Bij een echt groot aandeel elektriciteit uit wind lopen de netbeheersingskosten sterk op, tot boven 10 (mogelijk 15) cent/kWh. Dat is vooral voor het opvangen van de pieken (curtailment). Het is zelfs nog de vraag in hoeverre zo’n groot aandeel windenergie nog is op te vangen met afregelen van de windturbines (prijsverhogend) en zeer kostbare opslag. In ieder geval zullen de extra kosten per kWh bij verder toenemend aandeel windenergie nog veel verder oplopen.

Volgens de plannen uit het klimaatakkoord moet het windvermogen na 2030 nog verder worden opgevoerd dan de voorgenomen 26,5 GW in 2030. Als Nederland dat echt wil uitvoeren, dan zullen de extra jaarlasten oplopen tot mega hoge bedragen die ver boven de 10 miljard Euro per jaar liggen. Dat zijn dan nog steeds alléén de extra kosten bovenop de kosten van al de windturbines zelf en de zonnevelden.

Onnodige extra kosten, want bij kernenergie heb je die kosten in het geheel niet!

17) Waterstof produceren uit de hoge pieken van elektriciteit uit windturbines is één van de wensen van onze overheid. Dat is een niet-praktisch en onlogisch idee. Stel je voor een fabriek (of meerdere kleine productieplaatsen) die bij vlagen middels elektrolyse waterstof maakt en dan moet concurreren tegen andere fabrieken in Nederland en in heel Europa die ditzelfde proces uitvoeren in continu-proces met continu beschikbare elektriciteit, wellicht gekoppeld aan goedkope kernenergie. De Nederlandse waterstof uit windenergie zal natuurlijk onverkoopbaar zijn buiten Nederland en zal zelfs in Nederland niet economisch haalbaar zijn.

Sommige mensen suggereren dat die pieken waar ze dan waterstof van willen maken “gratis” zijn. Voor die pieken ontvangen de windturbine-exploitanten nu de volle kWh-prijs van 4½-5 cent/kWh. Als je voor de pieken die vergoeding niet geeft, dan ontvangt de windturbine-exploitant te weinig om rond te komen  zijn kostprijs, die alleen uit indirecte kosten is opgebouwd, zou dan omhoog gaan. Dan wordt windenergie alweer duurder!

18) De hoeveelheid geleverde windenergie wordt in Nederland gerekend als de gemeten hoeveelheid kWh aan de klemmen van de windturbine. Dat komt overeen met de Europese richtlijnen. Zoals beredeneerd aan de hand van de twee systemen, met een “tweede systeem” naast ons “hoofd-systeem”, zouden onze instanties behoren te rekenen met de hoeveelheid kWh die geleverd worden op de plaats van voeding op het landelijke hoogspanningsnet. En dat betekent een lagere waarde voor de geleverde windenergie. Wat onze overheid en voorstanders van windenergie slecht uitkomt. Ook daarin wordt windenergie door de overheid te gunstig voorgesteld.

19) Om de hoogte van kWh-prijzen van landen te vergelijken moet je eerst de overheids-toeslagen zoals BTW en energiebelasting er af halen voor een juiste en eerlijke vergelijking, en natuurlijk zowel naar prijzen voor grootverbruikers als middelgrote- en kleinverbruikers kijken.

20) https://www.nei.org/CorporateSite/media/filefolder/resources/reports-and-briefs/Nuclear-Costs-in-Context.pdf

https://www.ecomodernisme.nl/de-zaak-hinkley-point-c-is-kernenergie-duur/

21) https://www.oecd-nea.org/ndd/pubs/2018/7441-full-costs-2018-es.pdf