Over oude en nieuwe angsten Hoe de klimaatangst eindigt weten we nog niet Pas na 2030 is daar mogelijk iets zinnigs te zeggenEen bijdrage van Reynier Pronk.

Hoe de klimaatangst eindigt weten we nog niet. Daarvoor is het nog een beetje te vroeg. Pas na 2030 is daar mogelijk iets zinnigs te zeggen. Of er ooit een eindevaluatie wordt gehouden is niet waarschijnlijk; daar doen de media niet aan. Het onderwerp sterft dus mogelijk langzaam uit, bijvoorbeeld als er zich nieuw potentieel onheil aandient.

Als dat niet het geval is, worden alle klimaatdoemscenario’s mogelijk opnieuw doorgeschoven naar latere data, zoals eerder gebeurd is met die van de Club van Rome en de ‘Stellingen van Gore’ en de voorspelling van een ijsvrije Noordpool in 2012.

Wat we nu wel kunnen doen is terugkijken naar eerdere rep-en-roer-momenten. Nog redelijk vers in het geheugen ligt het Millenniumscenario, waarbij vliegtuigen als dorre bladeren uit de lucht zouden dwarrelen, het land zou onderlopen omdat sluizen en stuwen zich spontaan zouden openen, de gehele watervoorziening stil zou komen te vallen (zet op 31/12/1999 het bad vol water) en alle computers en administratieve systemen zodanig ontregeld zouden worden, dat facturen, salarissen en pensioenen niet meer uitbetaald konden worden.

En toen …? gebeurde er niets …! Oké, een aantal bedrijven hadden hun IT op orde gebracht, maar dat gold zeker niet voor alle bedrijven en overheden. Wel waren er mede onder het bewind van ‘Centurion Timmer’ miljarden uitgegeven (kan niet schelen wat het kost) door overheden en het bedrijfsleven om een debacle af te wenden. Dus blijft de vraag wat er gebeurd zou zijn als er voor de ‘do nothing’ optie was gekozen en de problemen die zich na de ‘fatale’ datumwisseling mogelijk hadden voor gedaan, achteraf waren opgelost. Adaptatie versus mitigatie.

Maar zoals altijd: je weet het niet. Professor van Ostaijen noemt, zoals ik al eerder schreef in mijn stukje ‘Crisis Jongsma’, dit fenomeen een ‘Self-denying Prophecy’. Daardoor komen de ‘mitigators’ er altijd mee weg. Die zullen blijven volhouden dat mitigatie geholpen heeft om de voorspelde rampen af te wentelen. In dit rijtje past natuurlijk ook ‘Het Gat in de Ozonlaag”. Dat werd plotseling kleiner. Omdat wij zijn overgestapt op okselrollers in plaats van drijfgas-deo, of door natuurlijke oorzaak. Zeg het maar.

Een ander rep-enroer-scenario was natuurlijk de Zure Regen. Die is geheel verdwenen uit het publieke debat, op een beetje NOx-gedoe rond Natura-2000 gebieden na dan. Maar over stervende bossen en uitstervende kruiden heeft niemand het meer.

Leuk om dit allemaal nog even uit te zoeken. Klik je ‘zure regen’ in op Delpher, periode 1980 – 1989, dan krijg je maar liefst 754 pagina’s. Ik heb ze niet allemaal kunnen lezen, maar er zijn meer dan 11.000 kranten-artikelen in Delpher over dit onderwerp te vinden. Het ene nog alarmistischer dan het andere. Aan de afname van het aantal krantenartikelen eind jaren tachtig, kun je zien dat het onderwerp langzaam uitsterft. (in tegenstelling tot ‘de bedreigde bossen’, want die staan er florissanter bij dan ooit). En … net als nu: vrijwel geen enkel tegengeluid. Kranten overtoepten elkaar met nog slechtere doemscenario’s.

In 1981 zijn er slechts 51 artikelen in Delpher te vinden, dat loopt op tot 1611 in 1984 en zakt weer af naar 860 in 1989. In de jaren negentig dooft de belangstelling vrijwel geheel en stapten de kranten over op de volgende hype: Het K-woord.

Ik pik er drie brisante artikelen uit die m.i. exemplarisch zijn voor de gekte van die tijd.

In mei 1984 demonstreerden Milieuorganisaties waaronder Greenpeace en Milieudefensie (daar zijn ze weer!) op het Binnenhof met de leus: Zure Regen Is Dure Regen. Zij hadden thuis hun creativiteit de vrije loop gelaten en van vuilniszakken een soort carnavalspakken gemaakt met daarop de namen van de boosdoeners: AMER (kolencentrale), Borssele, Hoogovens, DSM, Esso, BP, Shell. Die worden nu opnieuw op de korrel genomen, maar nu niet voor het behoud van bossen (die mogen van Greenpeace nu zonder pardon de biomassa-oven in) maar tegen de uitstoot van het levensbedreigende goedje: CO2, waarvan zich 4 deeltjes op de 10.000 in de atmosfeer bevinden.

Zie hier.

Op 4 april 1984 schreef de krant:

‘In verschillende Europese landen hebben milieuactivisten spectaculaire bezettingen van grote industriële schoorstenen uitgevoerd als protest tegen de zure regen. Zure regen wordt veroorzaakt door industrie-uitstoot en uitlaatgassen en veroorzaakt grote schade aan bossen, bodem en water.’

Greenpeace deed ooit nuttig werk als het ging om het bestrijden van het doodknuppelen van zeehonden-puppy’s, het dumpen in zee van radioactief afval en de walvisjacht. Maar nu het klimaat domineert, maakt het ze niet zoveel meer uit dat er o.m. bruinvissen gedesoriënteerd stranden door windmolen-bouw en -geraas (hier). Greenpeace is een ideaal onderkomen voor mensen met een Messiascomplex, steeds maar weer op zoek naar nieuwe doelen.

Op 17 oktober 1984 is de directeur van Staatsbosbeheer, Ir. F. Prillevitz, aan het woord:

“De zure regen is de grootste boosdoener bij de teruggang van de bossen in Nederland”. En:

“Nu het tweede vitaliteitsonderzoek is afgerond, (..) blijft zure regen over als dé factor die verantwoordelijk is voor de schade”.

Nu inmiddels duidelijk is geworden dat de bossen er florissanter bijstaan dan ooit en door datzelfde Staatsbosbeheer enthousiast worden ‘uitgedund’ ten behoeve van houtstook in biomassacentrales, zou een woord van spijt over de gedane uitspraken op z’n plaats zijn. Maar de huidige directeur heeft zelf kennelijk geen ‘actieve herinnering’ aan de gedane uitspraken van zijn voorganger, die naar ik begrijp, een belangrijke internationale carrière heeft gemaakt. Paniek loont!

Over oude en nieuwe angsten Hoe de klimaatangst eindigt weten we nog niet Pas na 2030 is daar mogelijk iets zinnigs te zeggen

Nu we het toch hebben over het dik aanzetten van een toch wel enigszins opgeblazen probleem, is het interessant om even dit artikel in het AD van 27 maart 1985 te lezen. Daarin staan kruiden die al het loodje zouden hebben gelegd en kruiden die door de zure regen ernstig bedreigd worden en toen geacht werden om snel te verdwijnen.

Laten we ze even doornemen:

Volgens het AD waren de volgende planten en kruiden toen al uitgestorven;

Wolverlei, Rozenkransje, Hondsviooltje, Fraai Hertshooi, Dalkruid, Grote Wolfsklauw, Eikvaren, Kleine Ratelaar.

Ernstig bedreigd door zure regen waren:

Gaffeltandmos, Struikheide, Pilzegge, Liggend Walstro, Verfbrem, Dennemorchis, Dwergrus, Beenbreek, Vetblad en Tandjesgras.

Nu, 36 jaar later, kunnen we kijken wat er écht is uitgestorven. Hierbij de schokkende cijfers. Er zijn zegge en schrijven 0 (Nul) van de genoemde kruiden en planten uitgestorven.

Een drietal staan in op de rode lijst, maar alleen in Nederland; daarbuiten doen ze het nog prima. De overige floreren als nimmer tevoren. Het moet gezegd: het is wel een beetje vervelend als de natuur zich niet aan de voorspellingen van experts wenst te houden. Spelbreker!

Het is niet moeilijk om een parallel te trekken tussen de tot gigantische proporties opgeblazen ‘Zure Regen Crisis’ (!) en de Klimaat Crisis. Het Gaffeltandmos, de Struikheide en de Beenbreek van toen zijn vervangen door verdrinkend Tuvalu, de bosbranden in Australië, de ijsvrije noordpool, het uitsterven van ijsberen en de metershoge stijging van de zeespiegel.

Rest natuurlijk de vraag of de verzamelde ‘Hendrik Haan*)’-pers hun alarmistische publicaties ooit hebben geëvalueerd. Daarover is maar weinig terug te vinden. Wel vond ik een artikel in het Friesch Dagblad van 1 juli 2019: ‘Wat is er toch gebeurd met de zure regen?’ zie hier

Een paar quotes uit het artikel:

Vanaf 1979 werd het bestaan van zure regen met name bekendgemaakt door de Duitse bodemonderzoeker en milieudeskundige Bernhard Ulrich (1926-2015). Hij liet gedurende de jaren tachtig geen mogelijkheid onbenut om zoals hij dat noemde het grote Waldsterben onder de aandacht te brengen.

Ulrich zei dat grote bossen binnen vijf jaar dood zouden zijn als we niet snel wat zouden doen aan de luchtvervuiling, de bron van zure regen en de oorzaak van massale bomensterfte. Ulrichs boodschap sloeg aan en al spoedig werden ook stervende of dode meren in Scandinavië toegeschreven aan de zure regen, evenals kunstwerken van zandsteen die langzaam oplosten.

De zure regen leek vooral huis te houden in de bossen van Centraal-Europa, maar ook de Nederlandse bomen hadden te lijden. In heel Europa sprongen de media boven op het relatief jonge milieuprobleem. Er verschenen alarmerende krantenkoppen als ‘Europa’s bossen één sterfhuis’ en ‘We staan voor een ecologisch Hiroshima’.

In mei 1984 besloot Nederland tot het nemen van maatregelen. Zo moest de uitstoot van zwaveldioxide met 70 procent naar beneden. Stikstofoxide moest met 30 procent terug en de ammoniakuitstoot moest in 2000 met de helft verminderd zijn. De maatregelen hadden directe gevolgen voor de burger. De stroomprijs ging bijvoorbeeld omhoog, auto’s werden duurder door loodvrije benzine en katalysatoren. En de intensieve veehouderij moest de uitstoot van ammoniak beperken.

Om de burgers goed te doordringen van de ernst van de situatie begon de overheid in 1985 onder de noemer ‘Stop zure regen’ een grote publiciteitscampagne met tv-spotjes, advertenties in dagbladen en straataffiches.

Het is moeilijk na te gaan welke effecten de maatregelen precies hebben gehad. Het is nu wel vast komen te staan dat het grote Waldsterben meerdere oorzaken kan hebben gehad. Naast verzuring speelden ook weersomstandigheden, ziektes, schimmels en insectenplagen een rol. En achteraf gezien bleek het destijds met die massale boomsterfte ook wel mee te vallen.

Ulrich zei in 2015 (het jaar waarin hij stierf), terugkijkend op het Waldsterben-debat in de jaren tachtig, dat de ,,geluidsterkte van de media” in die jaren wel veel lager had gemogen, maar dat hij zelf steeds bij de feiten is gebleven. Het verwijt van overdrijving is echter altijd aan hem blijven kleven.

Over oude en nieuwe angsten Hoe de klimaatangst eindigt weten we nog niet Pas na 2030 is daar mogelijk iets zinnigs te zeggen

Reynier Pronk.

En … hebben de media hiervan iets geleerd? De vraag stellen is hem beantwoorden; niets. Van de zure regen-hype kan gezegd worden dat die nog tot iets nuttigs heeft geleid; zo zijn voertuigen schoner geworden en zijn op fabrieksschoorstenen filters gezet. Dat kan helaas niet worden gezegd van de klimaat-soufflé (80% lucht) Die is minder onschuldig. Zoals op Climategate.nl reeds veelvuldig is uitgelegd, worden er nu al tot niets leidende, draconische maatregelen uitgevoerd die niet alleen het landschap, de flora en fauna ernstig bedreigen, maar ook het welzijn en de welvaart van een groot deel van de bevolking op het spel zetten.

En de pers? Die wast haar handen in onschuld. Zij willen de o zo noodzakelijke transitie niet voor de voeten lopen en overdrijving en leugentjes voor bestwil moeten kunnen. En waarom zouden ze verantwoording afleggen? Het geheugen van de massa is immers maar kort.

***

*) Hendrik Haan is een liedje uit Ja zuster, nee zuster van Annie M.G. Schmidt zie hier.