Simon Rozendaal. Foto: Guido Benschop.

Een bijdrage van Paul Scheffers.

Een uitgebreide boekbespreking van een boek dat al 3 jaar in de winkel ligt, dat is wellicht vreemd, maar gezien de onbekendheid bij Nederlandse politici, de hoge bruikbaarheid, de relevantie en blijvende actualiteit van de verzamelde wetenschappelijke en politieke kritiek in dit boek, bespreek ik het alsnog voor de bezoekers van Climategate.nl.

(** PS : geeft aan bijdrage door de auteur)

Simon Rozendaal ( ** PS)

Als chemicus en wetenschapsjournalist met meer dan 30 jaar ervaring is hij met pensioen, maar hij lijdt nog heden niet bepaald aan een schrijversblokkade met zijn kritische columns in Elsevier weekblad.

Jarenlang was hij DE criticus van de overdreven angstverspreiding in klimaatrapporten van het VN-klimaatpanel, dat voor haar conclusies en aanbevelingen mede onder pressie van milieuactivisten in de hoofdredactie blijkt te zijn geschreven.

Hij genoot bescherming door Elsevier’s hoofdredactie om zijn altijd objectieve maar soms zeer pijnlijk kritische columns ten aanzien van onwetende politici, alarmistische klimaatactivisten en hun beider onwetenschappelijk wensdenken.

Simon Rozendaal wordt nog steeds door extreme klimaatactivisten als een ‘Luke Warmer’ aangeduid: Rozendaal erkent klimaatverandering en met enige reserve de AGW-hypothese, echter is kritisch op de overdreven drastische, dwingende, ineffectieve en onzinnige klimaatmaatregelen waarmee ideologen en politieke activisten bij de politici in Nederland aan de deur kloppen en in wetten proberen te verankeren.

Daarom wordt Rozendaal in de brede journaille nog steeds als scepticus gedoodverfd, hetgeen ook de door hem zeer gewaardeerde internationaal sociaal-econoom Bjørn Lomborg, waarmee hij zich verwant voelt, nog steeds overkomt. Nuance blijkt vaak zoek, zo ook in de journalistiek, de politiek en in het klimaatwetenschappelijke ‘debat’, zo weet Rozendaal.

In de titel van het boek is de eerste uitspraak een verwijzing naar de vele aardse energiebronnen en natuurlijke klimaatfactoren en de tweede uitspraak is een verwijzing naar de opgewonden politici en ideologisch gedreven klimaatactivisten, die het overdreven en oververhitte politieke ‘klimaat’ in de wereld en in Nederland domineren.

De paragrafen hieronder in dit artikel volgen zoveel als mogelijk de volgorde van de hoofdstukken, analyses en conclusies zoals weergegeven door Simon Rozendaal in het boek.

Het wordt zo overdreven

De activistische inslag van de klimaatwetenschap is door het bestaan van het VN-IPCC bijna onvermijdelijk. Het VN-klimaatpanel is opgericht om de VN-lidstaten te waarschuwen voor de gevolgen van meer CO2-uitstoot. Vanaf de oprichting in de periodieke 7-jarige rapporten namen activisten plaats in het kernteam als redacteurs met een politieke opdracht de ernst van CO2-klimaatverandering daar waar mogelijk te overdrijven.

In de 150 jaar recente geschiedenis is de temperatuur op aarde met bijna een graad toegenomen, de CO2 in de atmosfeer steeg in de laatste 300 jaar van 280 naar de huidige 420 ppm (parts per million).

Sinds 1870 draagt de industriële CO2-uitstoot bij aan de opwarming, voor die tijd waren er slechts natuurlijke klimaatfactoren. De relatie tussen CO2 en de opwarming van de aarde blijkt echter niet één-op-één.

Je kan omgekeerd concluderen uit het klimaatrapport, zo stelt Rozendaal, dat het VN-panel ervan uit gaat, dat de opwarming voor de helft niet door de mens wordt veroorzaakt, maar anderzijds is het niet onverstandig om het fossiele energieverbruik en haar CO2-uitstoot wereldwijd te gaan verminderen.

De ene energiebron en fijnstof is de andere niet

Het VN-klimaatpanel berekent evenveel CO2-uitstoot voor kernenergie als voor windturbine-energie. Groene stroom uit waterkracht heeft tweemaal zoveel CO2-uitstoot, zonne-energie viermaal zoveel, olie en gas 35 maal zoveel, biomassa en steenkool 75 maal zoveel. De laatste 4 zijn ook verantwoordelijk voor hogere concentraties fijnstof.

Over fijnstof is de uitstoot ten opzichte van 1900 enorm gedaald, tegenwoordig zijn fijnstoffilters geplaatst op de allernieuwste schoorstenen van energiecentrales, fabrieken en auto-uitlaten.

Fijnstof is ook een natuurlijk fenomeen, zoals bijvoorbeeld in Mongolië waar de fijnstof 6 maal zo erg is als in London in 1900. In Nederland zal fijnstof blijven, bijvoorbeeld door extra bandenslijtage bij toenemende aantallen elektrische auto’s, maar ook door de bouwsector, bij recycling, bij biomassa en afvalverwerking.

Van het gas af met meer biomassa

Er is een paradox in het besluit van het kabinet Rutte geheel van het aardgas af te stappen. Het leidt tot meer CO2-uitstoot. Niet alleen is geheel ’van het gas af’ vooralsnog onmogelijk, het is ook een schijnoplossing. Om van het aardgas af te gaan worden in hoog tempo nieuwe biomassa elektriciteitscentrales geïnstalleerd, omdat de wind- en zonne-energie uitrol over Nederland te langzaam voortschrijdt om de in wetten vastgelegde CO2-reductiedoelstellingen te gaan halen.

Biomassa is een honderden duizenden jaren oude energiebron tot aan het topgebruik rond 1800, maar ook nog tot op heden, nu weer in toenemende mate. Er is onvoldoende snoeiafval aanvoer beschikbaar in Nederland voor zo’n biomassa-elektriciteitscentrale, en daar ligt het probleem.

Complete bossen in de USA en Oost-Europa worden tot snippers (pellets) vermalen en per bulkschip, vervolgens per trein en vrachtwagen naar de nog gedoogde nieuwste Nederlandse kolencentrales getransporteerd of verdwijnen in de biomassacentrales. Biomassa stoot 2 maal zoveel CO2-uit als het aardgas uit Nederlandse bronnen of vanuit pijpleidingen met buitenlands aangevoerd aardgas.

(Biomassa geldt als CO2-neutraal in de boekhouding van de Green Deal in de Europese Unie, maar wordt door critici en ook milieuactivisten als verwerpelijke boekhoudfraude met CO2-uitstoot betiteld. ** PS)

Daarom heeft biomassa-energie afnemend draagvlak bij de bevolking, maar opmerkelijk, ook bij milieugroeperingen. De burgers en ook woningcorporaties staan niet te trappelen voor ‘van het gas af’, die voor een ombouw naar elektrisch-gas-hybride warmtepompen inclusief de benodigde isolatieverbeteringen per woning enige tienduizenden euro’s gaat kosten.

(De politici in Nederland hebben reeds ervaren, dat ‘van het gas af’ en ‘biomassa-energie’ niet-weldoordachte en impopulaire klimaat ‘oplossingen’ zijn geweest en een afnemend politiek draagvlak veroorzaken in de gewenste energietransitie. ** PS)

De zware en chemische industrie geheel opnieuw ontwerpen

Aardgas en aardolie zijn DE huidige brandstoffen en grondstof bij vele chemische fabrieken en hun processen. Ombouwen van aardgas naar elektriciteit impliceert een complete re-design en ombouw van de energie-intensieve industrie in Nederland. Ook werkgelegenheid is in het geding bij deze kostbare ombouw of geheel vertrek om die reden uit Nederland van deze industrie.

De Universiteit Groningen analyseerde, dat de politiek de gewenste energietransitie 10 maal sneller dan mogelijk is en ze berekende, dat voor Dow-Chemie-Terneuzen voor haar vele tientallen chemische productiefabrieken bij het ‘van het gas af’ overstappen naar hernieuwbare energie er alleen al een 5-tal extra grote windturbineparken (type Gemini Link hier ) op de Noordzee extra nodig zijn om van hun huidige fossiele energiebronnen af te kunnen stappen!

(Dan zijn de grote energie gebruikende industriecentra in Delfzijl, Botlek, IJmuiden, Geleen, Moerdijk, Eindhoven en nog een paar extra datacenters in de Nederlandse polders nog niet overgestapt naar hernieuwbaar! Ik denk dat de huidige politiek zich dat niet realiseert, dan wel bewust verzwijgt! ** PS)

Waarom zonne- en windenergie altijd zullen tekortschieten

Windmolens en zonnecellen zijn geen bijster krachtige energiebronnen. De ‘power density’ is erg laag. Vele honderden windmolens verdwenen in de steden en polders snel toen zo’n 150 jaar geleden stoommachines op fossiele energie draaiend hun intrede deden.

De ‘power density’ of energiedichtheid van moderne windturbines en zonnecellen is nog steeds relatief laag en zullen laag blijven. Windturbines en zonnecellen generen in de toekomst door hun geringe energiedichtheid en daardoor wereldwijd vele miljoenen benodigde aantallen met schade aan flora, fauna, milieu, maatschappelijk welzijn en veroorzaken een depletie aan mineralen en zeldzame aardmetalen.

Industrieel Nederland is te klein voor hernieuwbare energie

Een industrieel land als Nederland haar oppervlakte is te klein om alle benodigde energie uit hernieuwbare bronnen te halen. Voor windenergie geldt de wet van Betz, waarbij bij de nieuwste windmolens slechts 46% van de wind kunnen benutten, tenminste als het waait. Er is in Nederland en bij haar buurlanden slechts 40% van het jaar voldoende wind voor windstroomproductie.

Ook de weersinvloeden bij onze buurlanden zijn vrijwel gelijkwaardig en windstilte strekt zich dan uit tot buiten onze grenzen. Er zullen voor de nieuwe wind- en zonneparken 5 tot 10 maal zoveel extra stroomkabels door de lucht of in de grond dienen te worden aangelegd in Nederland voor een dekkend computergestuurd zogenaamd ‘smartnet’ om onbalans en stroomstoringen te voorkomen.

(Elektriciteit is slechts 30% van het totale energieverbruik wereldwijd. Hoe gaan zonne- en windenergie dat oplossen de komende 30 jaren? En in Nederland? ** PS)

Duurzame vervuiling

Miljoenen toekomstig afgedankte zonnepanelen van glas met aluminium, zilver, lood, chroom, cadmium, plastics, gemixt afval door elkaar, moeilijk en daardoor kostbaar te scheiden. Een afgedankte zonnecellen afvalberg van 78 miljoen ton zal er in 2050 wereldwijd zijn (volgens een modelberekening ** PS). Nu al weten landen niet wat ze met deze huidige berg chemisch afval moeten doen.

Ook verouderde windturbineparken dragen bij aan de afvalberg door de afgedankte wieken gemaakt van meervoudige polymeren, waarbij recycling tot herbruikbare grondstof erg kostbaar is. Ze worden na afdanking nu bedekt met aarde als ophoging van terreinen, zoals in vele landen reeds het geval is.

Denemarken en Duitsland zijn het verst gevorderd in de hernieuwbare energietransitie, maar hebben nu voor de consumenten de duurste energietarieven van Europa. Duitsland compenseerde de sluiting van haar CO2-loze kerncentrales met de met fijnstof vervuilende en hoog CO2-uitstotende bruinkool-energiecentrales.

Socialiseren van de hernieuwbare extra kosten

Op de Noordzee moet ieder nieuw windturbinepark aangesloten worden op een ‘stopcontact’ of ‘smart hub’, elk met installatie- en aansluitkosten van zo’n 4 miljard. De kosten van de ‘stopcontacten’, het continue balanceren met fossiele gascentrales van wisselend hernieuwbare energie aanbod aan de wisselende niet synchrone vraag naar elektriciteit worden verrekend door de energieleveranciers aan de consument, waardoor nieuwe windturbineparken nu gelden als zogenaamd ‘zonder rijkssubsidie aan te kunnen’.

(Dat doorbelasten van de installatie- en balanceringskosten door de energieleveranciers aan de consument wordt eufemistisch het ‘socialiseren’ van de energietransitie genoemd door Rozendaal. ** PS)

Groene waterstof economie

Wisselvallige overcapaciteit met hernieuwbare direct geproduceerde stroom kan niet worden opgeslagen tot het nodig is. Oplossing, de tijdelijke overcapaciteit omzetten tot de energiedrager groene waterstof?

De groene waterstof uitrol uit hernieuwbare energie ligt op enorme achterstand in Nederland. De vele benodigde waterstoffabrieken moeten nog worden gebouwd ten behoeve van een ideologisch gedroomde ‘waterstofeconomie’.

(Bij waterstofproductie gaat 70% van de hernieuwbare energie in het productieproces verloren. Overheidscontracten met afname garantieclausules zijn inmiddels verleend voor de bouw van diverse waterstoffabrieken. ** PS)

De natuurlijke grilligheid van het aanbod met zon- en windenergie en de pieken in het gebruik door industrie en huishoudens kan leiden tot een dagelijkse gevaarlijke onbalans van het hele stroomnet met toenemende risico’s van stroomuitval. Dat risico van stroomuitval sterk neemt toe naarmate de fossiele back-up stroomproductie als directe terugval / opvang wordt afgeschaft.

(Waterstof als brandstof is de komende decennia nog te weinig beschikbaar en ook hoogst onwaarschijnlijk om breed voor huisverwarming, industriewarmte (> 800 grC) of voor zwaar transport te worden toegepast. Als grondstof voor de industriële chemische processen ter vervanging van aardgas is een waterstof toepassing pas het eerst haalbaar in het komende decennium. ** PS)

De andere oplossing: ‘Energy farming

Ook biobrandstoffen als ethanol en methanol uit suikerriet, -bieten, bonen of granen worden nu via ‘energy farming’ toegepast en bals klimaatmaatregel als verdunning toegevoegd aan de hogere energiedichtheid van de fossiele brandstoffen in de E5 en E10 benzine, respectievelijk diesel.

Van ’energy farming’ zijn ook negatieve sociale effecten gebleken op wereldschaal. Door het gebruik van schaarse landbouwgrond voor ‘energy farming’ staat wereldwijd goedkoop voedsel produceren onder druk. Door de hogere wereldvoedselprijzen wordt voedsel de lagere inkomens minder betaalbaar. Ook is er bij de productie van biobrandstoffen een hoog energieverbruik met navenant aanzienlijk meer CO2-uitstoot.

Vliegtuigmotoren draaiend op biobrandstoffen gemaakt uit oude frituurolie is al geen nouveauté meer. De technologische ontwikkelingen zullen in de komende decennia nog enige sprongen vooruit moet maken voordat hernieuwbare elektrische aandrijvingen op grote schaal in de luchtvaart zijn te realiseren.

(‘Voedsel in de tank stoppen!’ Met een duurzaam meme wordt dit ‘energy farming’ genoemd, biomassa oogsten dus, het is enorme hoeveelheden zeldzame natuur slopen, of goedkope landbouwproductie wegdrukken. ** PS).

Vergroening door CO2-uitstoot

Niet alle extra CO2-uitstoot heeft negatieve klimaateffecten. Kritische klimaatwetenschappers (vanuit NASA ** PS) spreken van CO2-groeigas en vergroening voor de natuur, zo blijkt uit de 20% extra verdichting en vergroening van de aarde met bossen, die ook weer de zuurstoflongen van de wereld voor ons aardbewoners zijn.

(Er zijn diverse IPCC-kritische klimaatwetenschappers die 1000 ppm CO2 in de atmosfeer een meer natuurlijke groeibalans voor de aardse natuur achten. Nog immer uitbreidende toevoeging van 1000 ppm CO2 als groeigas in de Nederlandse glastuinbouw is al vele jaren het bewijs van de positieve vergroening door extra CO2-uitstoot. ** PS)

CCS en CCU

In de toekomst wordt industriële CO2-uitstoot via CCS (Carbon Capture and Storage) in lege zoutkoepels in Nederland opgeslagen. Een tussenoplossing, een niet ongevaarlijke, omdat bij lekkage CO2 zwaarder is dan lucht en dan dodelijk is voor de in de omgeving wonende bewoners. Ook CCS moet dus verdwijnen uit de tijdelijke opslag van de milieuactivisten na het bereiken van zero-CO2-uitstoot. CO2 vervolgens laten ontsnappen of als grondstof van CCU?

CCU (Carbon Capture and Usage) is de meer recente ‘oplossing’ om uitgestoten CO2 in o.a. betonproductie of in synthetische brandstoffen vast te leggen. Voor groeigas, CCS en CCU in Nederland is wel een nieuw separaat buizenstelsel met grote dichtheid voorwaardelijk en dat moet nog geheel aangelegd in de komende jaren.

(SHELL heeft inmiddels een mega CCS-meerjarencontract van de Nederlandse overheid binnengesleept, en de milieubeweging is mordicus tegen de in hun ogen non-oplossing, hoewel de politiek weer verdeeld is over CCS als het de Hoogovens en / of werkgelegenheid betreft ** PS)

De olifant in de kamer: kernenergie

CO2-loze kernenergie! De anti-nucleaire insteek van AR5-rapport is schokkend en het weerspiegelt de ideologie en vingerafdruk van het activistische Greenpeace. Andere milieuactivisten zien inmiddels in, dat zonder kernenergie de doelstelling en realisatie van een energietransitie ‘af van fossiele brandstoffen’ dan bij voorbaat is gedoemd te mislukken. Mits de samenleving het wil kan het, en ook relatief snel en veilig, in zo’n 20 jaar. (Kijk naar China! ** PS).

Tsjernobyl deed de plannen voor nieuwe kerncentrales in de onderste lade verdwijnen, maar grote capaciteit kerncentrales hebben in de energiewetenschap een onmiskenbare grote toekomst vanwege hun ‘energy density’ en hun kleine oppervlakte beslag van slechts een vierkante kilometer per centrale.

(De toekomst is aan nieuw ontworpen mobiele kernenergiecentrales met een capaciteit voor een industrieel complex, mega-cargoship of bewoning op een afgelegen locatie. Wereldwijd worden thans zo’n 100 nieuwe kerncentrales gebouwd en nog zo’n 200 gepland. Zie hier. ** PS).

Kernafval als nieuwe kerncentrale brandstof

Paul Scheffers.

Nadelen van kernafval worden zowel overdreven als de voordelen onderschat. Na veilig in glas (en in lood en beton **PS) te zijn ingepakt is het volume kernafval per jaar van een kerncentrale te plaatsen in uw garage. Kernafval en ook overtollige kernkoppen uit de wapenwedloop kunnen worden opgebrand tot laag stralingsafval in de nieuwste typen Molten Salt Reactors (MSR) die anders op Thorium brandstof draaien.

Thorium is het meest voorkomende en voor de hand liggende grondstof voor een nieuwe generatie schone en lage straling kernenergiecentrales. R&D en subsidie is dan net zo nodig zoals ook de windenergie en zonne-energie in de energietransitie in Nederland al zo’n 30 jaar subsidie hebben ontvangen.

(China bouwt nu reeds enige proefreactoren in ver gevorderde staat van voltooing het type Thorium-MSR ** PS)

***

(Wordt vervolgd.)

Het boek van Simon Rozendaal is hier verkrijgbaar.