Frans Timmermans. Foto: Shutterstock.

Van een onzer correspondenten.

Daar waar de universiteit als kennisinstituut zeer strenge procedures in acht neemt bij het verkrijgen van een felbegeerde universitaire graad, is de weg voor de toekenning van een eredoctoraat ondoorzichtig, leidt soms tot problemen en maatschappelijke onrust.

Er is een beschrijving te maken van eredoctoraten die tot ophef hebben geleid, van Juliana tot Obama, van Albert Heijn tot Hoogoven-eigenaar Tata, van Winnie Mandela tot Prins Filip. Allemaal aanvankelijk met de mooiste loftuitingen bediend, maar de wetenschap uiteindelijk geen dienst bewezen, integendeel. Het feit dat de TU-Delft als hoogwaardig wetenschappelijk instituut ooit Prins Bernhard de ereversierselen heeft omgehangen, kan een weldenkend mens anno 2021 alleen maar met besmuikte lach verwerken.

Normale academische promoties, om tot doctor te kunnen worden verheven, gaan niet over één nacht ijs. De dankbetuiging in menig dissertatie, aan collega, man, vrouw, vriend, kind en hond, geven blijk van de enorme ontbering die lange tijd is doorstaan op dat kamertje waar tot diep in de nacht licht brandde. Hoe anders is de weg van het eredoctoraat. In wezen hoeft de ontvanger daarvan niets te doen, noch te laten. Louter schoongewassen en op tijd te verschijnen om de bul in ontvangst te nemen. Er is geen examen, geen proefschrift, geen intense wetenschappelijke discussie. Je zou kunnen zeggen dat het eredoctoraat een anachronisme is, voortvloeiend uit een traditie die inmiddels leeg is gebleken en niet meer functioneert, zoals de verheffing in de adelstand hier te lande. Een gril van de vorst was genoeg. Het eredoctoraat riekt ook naar die willekeur.

Willen universiteiten niettemin het verschijnsel voor de toekomst behouden – de uitreiking is in wezen een eredienst – dan zou alleen bij zeer strenge ‘zelf’-regeloplegging het ornament nog kunnen worden gered. Een daarvan is de eenvoudige en heldere stelregel dat er een uitzondering is voor politici die nog volledig politiek actief zijn, een electoraat vertegenwoordigen en gekozen zijn.

De goede Frans Timmermans zou zo niet in aanmerking moeten kunnen komen, gewoonweg omdat hij inderdaad politicus is: hors concours. Hij dient ook geen zuiver algemeen belang, maar is vleesgeworden politieke strijd. Velen vinden immers, uit de aard der zaak, zijn politieke standpunten over het klimaat abject. Anderen niet. Na de liquidatie van een Maltese onderzoeksjournaliste, zei Pieter Omtzigt: ‘Timmermans staat gewoon campagne te voeren met de corrupte leiders van Malta.”

Hij maakt wellicht ook smerige handen, zoals dat nu eenmaal gaat in de politiek, door anderen, door hem. Moet je daarvan profiteren, dan leg je zo iemand natuurlijk flink in de watten: kansen pakken, opportunities, je doet mee met de tralala en kijkt weg. Noodgedwongen misschien wel door slinkende budgetten. Maar wat je aan geld of kansen wint, verlies je aan wetenschappelijke integriteit. Alumni herkennen die verloedering en komen in opstand. De Verlichting heeft altijd het gelijk aan haar kant.

***