De G7 veroorzaakt energiecrisis Samuel Furfari is hoogleraar Geopolitiek van Energie voorzitter European Society of Engineers Industrialists

Samuel Furfari.

Auteur: Samuel Furfari.

Het is niet nodig voor de OPEC of Rusland om energieproblemen te creëren om hun hegemonie te versterken. Daar zorgt de G7 zelf wel voor.

In oktober 1973, tijdens de Yom Kippur-oorlog, hebben de Arabische landen van de OPEC (Organisatie van olie-exporterende landen) in navolging van kolonel Kadhafi plotseling de prijs van hun olie verhoogd en vooral een leveringsembargo ingesteld tegen landen die bevriend zijn met Israël. In februari 1979 versterkte Ayatollah Khomeini de olieschok. De getroffen OESO-landen ontdekten de harde realiteit van hun energieafhankelijkheid [i].

Vóór deze crisis hielden ingenieurs, grote bedrijven en enkele diplomaten zich met energie bezig. Maar tijdens de crisis ontdekte de wereld een schreeuwende behoefde aan energie te hebben: het belangrijkste imperatief van de moderne wereld, dat vandaag de dag nog belangrijker is dan voorheen.

Zonder energie, zouden we terugkeren naar een hard en schraal bestaan, naar welvaart alleen voor de rijken, naar moeilijkheden om te reizen, naar slechte hygiënische toestanden, korte levensverwachting en gebrek aan ontspanning en media.

De Grieken hadden de fundamenten van de wetenschap gelegd. Galileo, Newton en hun navolgers formaliseerden het en tilden het naar een hoger plan. Maar hun kinderen en kleinkinderen bleven leven zoals zij, in een wereld van permanente armoede, waarin alleen de rijken die erfdienstbaarheden bezaten van een minimum aan comfort konden genieten.

Toen kwam fossiele energie en alles veranderde, zoals Richard Rhodes zo goed laat zien in zijn boek, dat de ondertitel ‘Energy – A human history’ draagt. De industriële revolutie was mogelijk en creëerde de wereld die we nu kennen. Absoluut alles! – wat je aanraakt en ziet tijdens het lezen van deze regels – is geproduceerd en getransporteerd met behulp van overvloedige en goedkope fossiele energie. Letterlijk alles wordt daardoor beïnvloed.

Het Westen veroorzaakte de eerste olieschok …

Waarom hebben Kadhafi, Khomeini en anderen ons een paar jaar op de knieën kunnen krijgen? Omdat we ze een stok gaven om ons te slaan. Zij zijn niet degenen die de Club van Rome hebben opgericht! Zij zijn niet degenen die modellen hebben opgesteld die het einde van de olie in 2000 aankondigden! Zij zijn niet degenen die een hele generatie hebben geïndoctrineerd met stellingen zoals “zo kunnen we niet doorgaan, we hebben niet genoeg middelen”.

Het waren de leiders en academici van de meest invloedrijke OESO-landen – die tegenwoordig de G7 vormen – die zeiden dat er geen olie meer zou zijn. Integendeel, de olieproducerende landen wisten heel goed hoe overvloedig, goedkoop en veilig hun reserves waren. Ze zeiden tegen zichzelf dat, aangezien de OESO geloofde in het einde van olie, ze het Westen zouden kunnen domineren door het via energie te muilkorven.

Dit veroorzaakte een inflatie die tientallen jaren duurde om te beteugelen. Ontwikkelingslanden, die uit het kolonialisme kwamen en probeerden hun land te industrialiseren, werden zwaar getroffen door deze op hol geslagen inflatie, tot het punt dat ze geen rente op rente meer konden betalen. Dit maakte een einde aan hun legitieme droom van industrialisatie.

Succesvolle reacties op olieschokken

Gelukkig reageerden de OESO-landen adequaat en konden ze zich uit hun geopolitieke afhankelijkheid bevrijden, maar niet van hun inflatie.

Hoe werd deze “oliecrisis” opgelost? De EU creëerde onmiddellijk het demonstratieprogramma “Olie en gas”, waarmee de olie-industrie en de daarvan afhankelijke industrieën werden gefinancierd. Die ontwikkelden de technologieën die door de producerende bedrijven worden gebruikt. Dat maakte het mogelijk om de productie van olie en aardgas in de Noordzee te ontwikkelen.

De andere oplossing was de bijdrage van nucleaire elektriciteit. Besloten in de jaren vijftig door de oprichters van de EU, bereikte het zeer opportuun de volwassenheid om ten tijde van de crisis te worden ingezet. In 1973 was 31,9% van de in de toenmalige EU opgewekte elektriciteit afkomstig van aardolieproducten en kernenergie (in de beginjaren slechts 7,5%).

In 1985 schreef ik in een boek dat deze cijfers in 1983 respectievelijk 13,1% en 27,5% waren[ii]. Het gevolg van deze maatregelen veroorzaakte “de olie-tegenschok” met een prijs per vat van slechts $ 15/b in 1986.

Zoals we kunnen zien, waren de juiste antwoorden om meer energie te produceren en niet om er minder van te produceren. Energiebesparingen hebben bijgedragen en zullen bijdragen, maar laten we serieus blijven: de EU verbruikte 52 exajoule in 1973 en 55 exajoule tien jaar later, het bewijs dat we niet minder hebben verbruikt.

De G7 zorgt voor een nieuw crisis

Maar nu leidt de G7, geleid door de VS en de EU, ons naar een nieuwe energiecrisis. We hebben geluk dat de OPEC en Rusland tot nu toe niet de geopolitieke kaart spelen die ze in handen hebben. Stel je voor dat ze een nieuw olie-embargo zouden afkondigen! Het zou veel pijnlijker zijn, omdat we veel afhankelijker zijn energie voor ons dagelijks leven dan vier decennia geleden. Vandaag (vóór Covid) heeft de wereld 97 miljoen vaten olie per dag nodig (Mb/d), terwijl dat in 1979 nog slechts 59 Mb/d was.

Dezelfde fouten leiden tot dezelfde gevolgen. Vandaag zijn de hoofdrolspeler niet langer de Club van Rome, maar het IPCC. Ze heten niet langer Gaddafi, maar Jo Biden, niet Khomeini, maar Frans Timmermans. De Verenigde Naties en de leiders van de EU hebben bijna de hele bevolking – en vooral de jeugd – ervan overtuigd dat we op een catastrofe afstevenen als we niet stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen, alhoewel deze onze levenswijze zodanig hebben verbeterd dat die ongeëvenaard is in de geschiedenis van de mensheid. Ik hoor nu al de protesten van degenen die daar anders over denken en die herhalen, zoals in 1973/1979: “we kunnen zo niet doorgaan ..”.

Maar de G7 omvat slechts een beperkte groep landen

Behalve dat er deze keer een groot verschil is dat degenen die de komende catastrofe voorspellen sterk zal straffen. Zoals 26 opeenvolgende COP’s hebben aangetoond, hebben ontwikkelingslanden geen boodschap aan studies van het IPCC, de democratische leiders in de Verenigde Staten, het establishment in Brussel en Straatsburg, en zelfs de regering in Berlijn. China verbruikte 1 MB/d tijdens de eerdere olieschokken; vandaag verbruikt het 14 Mb/d.

Dit schept een geheel nieuwe situatie, omdat we weten dat China zal blijven groeien, wat ook haar CO 2–uitstoot zal zijn. In 1973 was het slechts 6% van de wereldwijde uitstoot; vandaag is het veruit de grootste emittent met 31%.

Slechts 400 miljoen Chinezen leven in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van de inwoners van de G7. Om de andere miljard Chinezen op hetzelfde niveau te brengen, is de enige manier om het verbruik van fossiele en nucleaire energie duizelingwekkend te doen toenemen. Het China van Xi Jinping zorgt ervoor dat Iran een hoofdleverancier van koolwaterstoffen wordt zonder het volledige potentieel van de invoer van gas en olie uit Afrika en centraal-Azië te verwaarlozen [iii], een potentieel dat China geduldig heeft ontwikkeld.

Wat betreft de in Brussel en Berlijn niet-geliefde nucleaire energie, die is booming met conventionele (Gen-II, Gen-III) en onconventionele (Gen-IV) technologieën. Hetzelfde kan gezegd worden van India en inderdaad voor alle andere niet-OESO-landen.

Misschien zullen deze cijfers de sceptici overtuigen: sinds 1992, toen de VN predikten dat de CO2-uitstoot moest worden verminderd, is de wereldwijde uitstoot met 58% gestegen en die van Vietnam zelfs met met 1.100 %.

Dus de gedachte dat de wereld afstand zal doen van fossiele brandstoffen en kernenergie, is van een ontwapenende naïviteit. President Macron zou er goed aan doen een bevel uit te vaardigen tegen “zijn” Engie-bedrijf dat kerncentrales in België wil opdoeken, omdat Frankrijk het moeilijker zal krijgen om fabrieken te verkopen als “zijn” bedrijf geen nucleaire energie promoot [iv].

Dat is niet alles. Om hun economisch zelfmoordbeleid uit te voeren, hebben de meeste leden van de G7 – voornamelijk de EU en de Verenigde Staten – zelf hun koolwaterstofproductie beperkt. Twee voorbeelden: de Verenigde Staten en Italië.

Biden meest verantwoordelijk voor stijgende energieprijzen

Joe Biden kondigde tijdens zijn verkiezingscampagne aan dat hij de Amerikaanse olie-industrie ging vernietigen. Hij is bezig in zijn opzet te slagen dankzij een kostbaar plan om concurrerende oplossingen te pushen, zelfs als ze oneconomisch zijn. Hij raakte in paniek door de stijging van de olieprijs die hij zelf creëerde. Hij berispte de industriëlen in de sector en presteerde het om de OPEC en Rusland te verzoeken om hun productie te verhogen om de prijs van brandstof in de Verenigde Staten te verlagen.

Hij houdt zich ook ook niet aan de regels van het IEA (Internationaal Energie Agentschap), een agentschap opgericht door de OESO om te reageren op de poging tot het verwerven van geopolitieke controle door de OPEC. Om te reageren op de fysieke tekorten van 1973/1979, voerde het IEA de verplichting voor haar lidstaten in om 90 dagen reserves aan ruwe olie of aardolieproducten aan te houden, die alleen mogen worden gebruikt na een unaniem besluit van de leden, en alleen in het geval dat de fysieke levering zou worden onderbroken.

Deze evenwichtige strategie dwong de OPEC-landen om nooit meer het wapen ‘de kraan dichtdraaien’ te gebruiken. In strijd met de IEA-regels heeft Joe Biden nu in zijn eentje reserves vrijgemaakt vanwege een prijsverhoging zonder onderbreking van de bevoorrading. Niemand reageerde om het niet-respect van een ‘politiek correcte’ president van een praktijk die bijna een halve eeuw teruggaat, aan de kaak te stellen.

Bovendien heeft Biden zich omringd met mensen die een hekel hebben aan olie en aardgas. Bijvoorbeeld Saule Omarova, die genomineerd is voor de functie van directeur bancaire regelgeving voor de Verenigde Staten. Zij heeft openlijk verklaard dat “we willen dat [de olie- en gasmaatschappijen] failliet gaan” en dat “de manier waarop we van deze koolstoffinanciers afkomen, is om ze hun bron van kapitaal te ontnemen” [v].

Dit alles heeft nadelige gevolgen voor de productie en exploratie. In Texas hebben oliemaatschappijen moeite om nieuwe boringen te financieren [vi] omdat banken vrezen dat ze hun leningen niet zullen terugkrijgen, gezien het olie- en aardgasbeleid van de regering-Biden.

In de Verenigde Staten, die dankzij de knowhow van hun olieindustrie de grootste producent ter wereld waren geworden door schalieolie en –gas, kwam de exploitatie plotseling tot stilstand door indirecte gevolgen van het IPCC-rapport en het akkoord van Parijs.

Deze aanval op Amerika’s successymbool zal waarschijnlijk een grote impact hebben op de volgende parlementsverkiezingen van 8 november 2022, waarbij een derde van de Senaat en het hele Huis van Afgevaardigden zal worden vervangen.

De EU heeft Italië geïndoctrineerd

In de EU hebben sommige G7-landen zelfs de exploratie van koolwaterstoffen verboden. Het voorbeeld van Italië is bizar. Met het potentieel voor olie en aardgas dat de Adriatische Zee verbergt, zou Italië een energiemacht kunnen zijn. De Italiaanse Petroleum Federatie heeft studies [vii] uitgevoerd om de aanwezigheid van koolwaterstoffen te verifiëren, zelfs waar dat ondenkbaar was: het stroomgebied tussen Sardinië en Toscane, de Tyrreense Zee, de Campanië, Calabrië, Molise en Veneto. Italië bezit voorraden die nog onbekend zijn.

Niet ver daarvandaan, zijn Egypte met zijn Zohr-afzetting (ontdekt door het Italiaanse bedrijf ENI), en Israël, met zijn Leviathan Bassin, producenten geworden in de Middellandse Zee. Als Italië zou besluiten hetzelfde te doen in zijn exclusieve economische zone, zou dit land een grote producent van olie en gas kunnen worden.

Niet alleen is het verboden om in Italië te naar olie en gas te zoeken, maar het land ontneemt zichzelf alles wat dat zou kunnen vanuit industrieel oogpunt. In plaats daarvan financiert het variabele, intermitterende energieën die de CO 2-uitstoot nauwelijks verminderen omdat ze een fossiele back-up nodig hebben. ENI, dat een van de meest vooraanstaande bedrijven in de wereld is op het gebied van de opsporing van fossiele brandstoffen dankzij zijn knowhow en zijn rekencentrum van San Donato Milanese, dwaalt af naar zonne-energieprojecten in Griekenland door een kapitaaldeelname in een Duitse financiële onderneming. [viii]

De instigator van deze ongelooflijke terugtrekking is de Europese Commissie. Artikel 194.2 staat haar niet toe om de lidstaten een energiekeuze op te leggen, maar via staatssteun [ix] en taxonomie legt ze de facto haar ideologische keuze op: stop met fossiele brandstoffen en de markteconomie op het gebied van energie.

Brussel is thans geheel in de greep van ideologie. In een paar jaar tijd heeft Brussel het staats-sovjetisme overgenomen. In de 36 jaar als ambtenaar van DG-Energie van de Europese Commissie, heb ik dit nog nooit meegemaakt.

Terwijl Amerikanen Joe Biden de schuld geven van stijgende gasprijzen, zullen de andere inwoners van G7-landen op de harde manier leren dat nul procent fossiele energie een utopie is, zoals blijkt uit een recent gepubliceerde studie in The European Physical Journal Plus [x]. De rekening zal erg hoog zijn. Sinds de EU de oekazen volgt van de huidige Kadhafi’s en Khomeini’s, door ‘hernieuwbare’ energie – fotovoltaïsche wind- en zonne-energie – te promoten door meer dan duizend miljard miljard euro [xi] uit te geven alleen al sinds 2000, hebben deze slechts 2,9% van de fossiele brandstoffen kunnen vervangen. [xii] In bijna een halve eeuw, minder dan drie procent! Alleen demagogen kunnen zich voorstellen dat dit getal in 28 jaar 100% zal zijn.

Het voorzorgsbeginsel, klimaatbeleid en big finance hebben de markt on zeep geholpen

Toen in november 1980 ― midden in de energiecrisis ― Ronald Reagan president werd van de Verenigde Staten gaven experts hem een reeks tips en aandachtspunten, waaronder deze die ons meer dan ooit zorgen baart: “De strijd tussen de regels overheid en de private markt is nergens duidelijker dan op het gebied van energie, waar de markt een beslissend comparatief voordeel heeft.”

De bemoeienis van de overheid met de productie en het gebruik van energie is een schrijnend voorbeeld van hoe regulering ons allemaal veel kost [xiii]”. De G7 doet nu precies het tegenovergestelde met volledige controle over het energiebeleid dat zonder subsidies – dat wil zeggen onze belastingen – onmiddellijk failliet zou gaan.

Zoals de kikker die zichzelf laat koken omdat de temperatuur van het water langzaam stijgt, ontdekken we nu de beleidsblunders die aanvankelijk sympathiek leken, maar die uiteindelijk funest bleken.

In 2007 waarschuwde de Franse econoom Henri Lepage dat “we de rechters zullen vragen om u te veroordelen door achteraf te beslissen wat u had moeten doen (of niet doen) op basis van de informatie die niet beschikbaar was op het moment dat u de beslissing moest nemen.”

We betreden een universum dat moet worden gekwalificeerd als Alice in Wonderland.” [xiv]. De grote oliemaatschappijen worden aangevallen door klimaatactivisten, door de rechtbanken, en sommige zelfs door hun eigen aandeelhouders. Neem het voorbeeld van Shell, dat door een Nederlandse rechter werd gedwongen zijn CO2–uitstoot tussen 2019 en 2030 met 45% te verminderen. Deze zaak was aangespannen door Friends of the Earth en zes andere NGO’s. Shell maakt zich er volgens de rechter schuldig aan jarenlang te hebben bijgedragen aan het ontwrichten van het klimaat. Maar zoals we zojuist hebben gezien, is China verantwoordelijk voor een derde van de wereldwijde CO2–uitstoot. Shell, een Brits-Nederlands bedrijf, reageerde heel goed door het hoofdkantoor naar het Verenigd Koninkrijk te verplaatsen, ondanks dat het zeer politiek correct was. Maar aangezien Boris Johnson evenzeer een milieuactivist is als de Nederlandse rechter, zou het bedrijf, opgericht in 1907, wellicht beter zijn toevlucht kunnen zoeken in Moskou.

Deze aanvallen op bedrijven die de OESO-landen in de jaren tachtig uit de puree hebben geholpen, komen niet van OPEC, Iran of Rusland, maar de destructie komt uit de OESO zèlf. De waardevernietiging vindt plaats met de medeplichtigheid van een steeds machtiger financiële wereld, zoals blijkt uit het voorbeeld van BlackRock. Deze vermogensbeheerder, die in 2020 zo’n 10.000 miljard dollar of 10% van het wereldwijde bbp beheert, heeft ervoor gekozen om maatregelen op te leggen om de economie koolstofarm te maken. Ze wist drie bestuurders te plaatsen bij ExxonMobil, de oliemaatschappij die de grootste ter wereld was. Toshiba, een andere industriële gigant, heeft om soortgelijke redenen zijn raad van bestuur gewijzigd.

De bedreigingen worden overal steeds sterker. Zelfs in Texas hebben producenten van schalieolie en –gas nu moeite om bankkrediet te krijgen. Het is duidelijk dat als de schade veroorzaakt door Biden, zijn klimaatchef, John Kerry, en activistische politici zoals Alexandria Ocasio-Cortez, zelfs de belangrijkste Amerikaanse oliestaat treft, Iran een mooie toekomst tegemoet kan zien.

Inderdaad, de wereld kan zeker zonder Amerikaanse olie en gas, maar niet zonder olie en gas in het algemeen, zelfs als dat betekent dat ze er meer voor moeten betalen en zo de tegenstanders van de Verenigde Staten verrijken. Het regime van Khomeini in 1979 is niet veranderd en wil nog steeds de vernietiging van Israël. Beseffen Washington en Brussel/Straatsburg wel dat hun groene indoctrinatie binnen een paar jaar een wereldwijde ramp zou kunnen veroorzaken? Zo’n catastrofe zou veel erger zijn dan die voorzien door de IPCC-modellen.

Deze klimaatideologen hebben niet begrepen dat het straffen of zelfs elimineren van de zes belangrijkste olie- en gasmaatschappijen van de G7 (ExxonMobil en Chevron uit de VS, Shell, BP, ENI en TotalEnergies uit de EU) het klimaat absoluut niet zullen beïnvloeden en evenmin de vraag naar olie en gas zullen beëindigen.

Zij zijn niet degenen die de vraag creëren, maar het is onze moderne maatschappij. Bovendien zijn deze ‘reuzen op lemen voeten’ goed voor slechts 15% van de wereldolieproductie [xv]. Hun vernietiging door de groene kongsi van politici, financiers en milieu-NGO’s zal alleen maar de hegemonie versterken van degenen die de overige 85% produceren en die binnenkort 100% kunnen oppompen, terwijl ze gestrande activa creëren in de OESO.

Australië, een reus in kolen, olie, aardgas en … uranium vormt gelukkig een uitzondering. Premier, Scott Morrison, had zelfs besloten niet naar … Glasgow voor COP26, maar koningin Elizabeth dwong hem daartoe. Gezien de mislukking van deze COP, bewijzen de feiten dat de premier gelijk heeft, een staatshoofd dat, in tegenstelling tot zijn G7-collega’s, van plan is de economie van zijn land veilig te stellen. Heeft hij het parlement niet verteld dat Australië alle steenkool zal produceren die de wereld nodig heeft?

China en Rusland, de begunstigden van het energiedebacle van de G7-landen

Dit energiedebacle dat van ons is – dat ik geen crisis noem, omdat er geen is verstoring van de bevoorrading zoals in 1973/1979 – is inderdaad de schuld van de leiders van de G7. China (grootste energieverbruiker ter wereld), Rusland (grootste gasreserves ter wereld) en Iran (10% van de oliereserves en tweede gasreserves) verheugen. Deze drie tegenstanders van de Verenigde Staten zullen blijven produceren en vooral consumeren, wat hen voorziet van overvloedige en goedkope energie, waardoor ze verzekerd zijn van een economische ontwikkelingsvoordeel ten opzichte van de EU. De EU – nuttige idioot – zal veel meer dan de Verenigde Staten lijden onder de gevolgen van dit debacle.

Ali Al-Naimi zei tijdens een bijeenkomst in Washington in 2002, toen hij minister van Energie van Saudi-Arabië was: “Olie is geen tank. Olie is geen F-16. Olie is geen raket. Het zal niet als wapen worden gebruikt. Het is een bron van welvaart.” [xvi].

Jammer dat de G7 dit niet begreep. Het ecologisme staat op gespannen voet met de geopolitiek van energie. De G7 geeft zich liever over aan de groene ideologie dan, zoals in het verleden, door te gaan met het scheppen van welvaart die afhankelijk is van de beschikking over overvloedige en betaalbare energie.

De leiders van de G7 zijn onherroepelijk op weg naar geopolitieke zelfmoord op energiegebied. Hun klimatologische arrogantie brengt hen ertoe te geloven in de model-gedreven angsten. Zij negeren de realiteit van de grondoorzaken van de stijging van de energieprijzen – inclusief de voortdurende discriminatie van fossiele brandstoffen en kernenergie en de roekeloze promotie van hernieuwbare energiebronnen. In plaats daarvan vallen zij Poetin aan, terwijl Gazprom voldoet aan zijn contractuele verplichtingen voor gasleveringen. Gasexploratie is verboden, maar we eisen dat Rusland meer gas levert om onze voorraden aan te vullen. Het is als Alice in Wonderland.

De ideologische verblinding van Brussel/Straatsburg zal helaas leiden tot een versterking van de afwijzing van de EU, zoals reeds aangetoond in de huidige Franse verkiezingscampagne, om nog maar te zwijgen van de verbijstering waartoe deze leidt in de Midden- en Oost-Europese landen.

Wat een ellende! En we gingen toch zo goed van start.

***

Referenties

[i] Samuele Furfari, Le monde et l’énergie, Technip, 2007, Page 45

[ii] Samuel Furfari, General strategy for energy in the European Community, in G.E.

Beghi, Syntetic Fuels, Reidel Pub. Comp. 1985,

[iii] Tom Miller, Asie centrale : la perte de l’Amérique est le gain de la Chine, Revue

Conflits, 31 décembre 2021, https://www.revueconflits.com/asie-centrale-la-perte-de-

lamerique-est-le-gain-de-la-chine/

[iv] Marc Deffrennes et Samuel Furfari, La France peut-elle ignorer l’impact de la

sortie du nucléaire en Belgique ?, La Tribune, 28 décembre 2021

[v] https://www.youtube.com/watch?

app=desktop&v=67vM6tZ2U_U&feature=youtu.be

[vi] WorldOil, Shale drillers face record cost pressures as banks shun the sector,

12/29/2021, https://www.worldoil.com/news/2021/12/29/shale-drillers-face-record-

cost-pressures-as-banks-shun-the-sector

[vii] Michele Marsiglia, Tempi, 19/6/2014, https://www.tempi.it/petrolio-adriatico-

italia-sarebbe-potenza-energetica-ma-abbiamo-preferito-non-produrre/

[viii] ENI, Communiqué de presse du 12 janvier 2022, https://www.eni.com/it-

IT/media/comunicati-stampa/2022/01/eni-acquisisce-solar-konzept-greece-entra-

fotovoltaico-grecia.html

[ix] European Commissiojn, Guidelines on State aid for climate, environmental

protection and energy 2022, C(2021) 9817 final21.12.2021

[x] Furfari, S., Mund, E. Is the European green deal achievable? Eur. Phys. J. Plus

136, 1101 (2021), https://link.springer.com/article/10.1140%2Fepjp%2Fs13360-021-

02075-7

[xi] Samuel Furfari, Le masochisme énergétique de l’Europ, Les Echos, 22/12/2021

https://www.lesechos.fr/idees-debats/cercle/opinion-le-masochisme-energetique-

de-leurope-1374341

[xii] Ernest Mund et Samuel Furfari, Énergies renouvelables dans l’UE : de la

perception aux réalités, 22/11/2020,

https://www.connaissancedesenergies.org/tribune-actualite-energies/energies-

renouvelables-dans-lue-de-la-perception-aux-realites

[xiii] Wall Street Journal, Advice for a New President, 16 Novembre 1980,

https://www.wsj.com/articles/SB10001424052970204880404577225870253766212 ,

republié le 25 mai 2012

[xiv] Henri Lepage, Le principe de précaution : la fin du règne du droit, Objectif

Liberté, 2007, https://www.objectifliberte.fr/ih-precaution-principle-fin-regne-

droit.html

[xv] Dominique Finon, Les compagnies pétrolières face à la coercision climatique,

La revue de l’énergie, n° 658, septembre-octobre 2021, page 32

[xvi] Samuele Furfari, Le monde et l’énergie. 1. Les clefs pour comprendre,

Technip, 2007, page 252

***

Over de auteur

Samuel Furfari is hoogleraar Geopolitiek van Energie, voorzitter van de European Society of Engineers and Industrialists, voormalig topambtenaar bij het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie, doctor in de toegepaste wetenschappen, polytechnisch ingenieur.

Het nieuwste boek van Samuel Furfari is ‘Ecologism: aanval op de westerse samenleving’ (VA-edities).

***

Bron hier.