Michael Kretschmer. Foto: Shutterstock.

Saksische minister-president verwerpt energie-embargo. Stijgende prijzen zijn ook de schuld van ‘paniekpremies.

Het destructieve effect van deze momenteel exploderende energieprijzen mag niet worden onderschat,” aldus Michael Kretschmer.

Auteur: Kai Kollenberg.

Vertaling: Martien de Wit.

Dresden. De regeringsleider van Saksen, Michael Kretschmer (CDU), wijst een energie-embargo tegen Rusland af, waarbij men volledig zou afzien van leveranties uit dat land. “We kunnen niet op korte termijn stoppen met de invoer van gas, steenkool en olie uit Rusland”, zei hij dinsdag op radiozender Deutschlandfunk. Evenzo pleitte Kretschmer ervoor de economische betrekkingen met Rusland niet te verbreken ondanks de oorlog tegen Oekraïne.

“Rusland heeft ons nodig als markt. Een Rusland, onder welke regering, welk regime en welke grondwet dan ook, is voorspelbaarder als het afhankelijk is van economische samenwerking met ons en er niet volledig onafhankelijk van is”.

Vanwege de stijgende energieprijzen sprak Kretschmer zich uit voor een lastenverlichting voor de burgers en de economie. Hij ziet de huidige kostenstijging als een gevolg van de onzekerheid over de vraag of Russisch gas en Russische olie beschikbaar zullen blijven in het licht van de sancties. De Russische regering heeft reeds gedreigd de gasleveringen via de Nord Stream 1-pijpleiding door de Oostzee stop te zetten. Kretschmer sprak van “onzekerheidspremies” en “paniekpremies”: “Er zijn geen feitelijke redenen voor, de gasleveringen vinden nog steeds plaats. “Men moet zich daar zorgen over maken”, zei hij. “Het destructieve effect van deze momenteel exploderende energieprijzen mag op dit moment niet worden onderschat.”

Kretschmer is niet de enige premier van een deelstaat die de energieprijzen bespreekt. De regeringsleider van Saarland, Tobias Hans (CDU), die momenteel een verkiezingsstrijd voor het deelstaatparlement voert, heeft dinsdag opgeroepen tot een “rem op de brandstofprijzen”. Hans had op Twitter een video gepubliceerd waarin hij zijn beklag deed over de hoge benzineprijzen: een prijs voor een liter diesel van 2,12 euro was “echt te gek”. De prijsstijging houdt zeker verband met de oorlog in Oekraïne. “Maar het probleem is gewoon dat de staat zich op dit moment verrijkt”.

Bondsminister van Financiën Christian Linder (FDP) wijst een verlaging van de benzinebelasting af. Minister van Economische Zaken Robert Habeck (Groenen) wil daarentegen de mogelijkheden onderzoeken om de stijgende energieprijzen op te vangen. Na overleg met de ministers van energie van de deelstaten verklaarde hij dat, vooral met het oog op een Europese regeling, wordt onderzocht of ‘oorlogswinsten’ van ondernemingen die energie zeer goedkoop hadden ingekocht maar nu tegen exorbitante, door de oorlog opgedreven prijzen verkochten, opnieuw kunnen worden belast. Dit zou een dempend effect kunnen hebben. Er wordt ook gesproken over verdere lastenverlichting voor consumenten.

Na afloop van de bijeenkomst verklaarde de Saksische minister van Energie Wolfram Günther (Groenen) dat het zaak is de gevolgen van de hoge prijzen van fossiele energiebronnen voor de bevolking en de economie te verzachten: “Vandaag heeft de bondsregering nogmaals de rol bevestigd die de strategische reserves aan aardgas, aardolie en steenkool spelen.”

***

Bron: Leipziger Volkszeitung, 9 maart 2022