Van een onzer correspondenten.

In Amerika moest vorige week het energiebedrijf ESI, dat windturbines exploiteert erkennen dat de laatste tien jaar 150 steenarenden en zeearenden de dood vonden in de wieken van het bedrijf.

Het ging om een juridische procedure. Het bedrijf schikte in de zaak met een boete van 8 miljoen dollar, ongeveer 53.300 dollar per gedode vogel.

Het bijzondere van de zaak was dat het niet ging om het doden van de vogels zelf, maar om het feit dat de vergunningen niet in orde waren. Voor dit type energiebedrijven is de vogeldoding een ingecalculeerd risico en de boetes wegen niet op tegen enorme bedragen groene subsidie die de bedrijven hebben ontvangen. Men overtreedt liever de regels, dan dat men de vergunningen op orde heeft.

‘ESI en zijn dochterondernemingen ontvingen honderden miljoenen dollars aan federale belastingkredieten voor het opwekken van elektriciteit uit windenergie in faciliteiten die het exploiteerde, wetende dat meerdere adelaars zouden worden gedood en verwond zonder wettelijke toestemming.’ Bron: Ministerie van Justitie van VS.

De zogenaamde FWS-limieten voor zeearenden werden in februari 2022 herzien om een ​​meer dan viervoudige toename van de legale slacht mogelijk te maken:

Figure 1 – U.S. Fish and Wildlife Service take limits for bald eagles (revised February 8, 2022)

Bron hier.

Daar waar milieudoelen heftig met elkaar botsen, is er voor het bedrijfsleven een verdienmodel: groene bedoelingen en desastreuze praktijken worden beide in stand gehouden met subsidie.

***