Zichtbare en infrarode MMTS (maximum-minimum temperatuurstation) plaatsing bij een grote door de zon opgewarmde rotswand en een grote parkeerplaats bij Colfac, CA, USHCN Station. De MMTS-temperatuursensor is omcirkeld op beide foto’s. De vorige plaatsing was in een grasveld voordat de brandweerkazerne werd gerenoveerd. Bron: Anthony Watts.

96% Van de klimaatgegevens van de VS zijn onbetrouwbaar.

Bron: Heartland Instituut (VS).

Vertaling: Martien de Wit.

Officiële NOAA temperatuurstations produceren foute gegevens door doelbewuste plaatsing in door mensen gemaakte hot spots.

Nationaal onderzoek volgt op wijdverspreide manipulatie van temperatuurmetingen die in 2009 bij NOAA-stations werd vastgesteld; het probleem blijkt nu nog erger

ARLINGTON HEIGHTS – Een nieuwe studie, Corrupted Climate Stations: The Official U.S. Surface Temperature Record Remains Fatally Flawed, (Onbetrouwbare klimaatstations: Het officiële oppervlakte temperatuur rapport van de V.S. blijft fataal gebrekkig) stelt vast dat ongeveer 96% van de Amerikaanse temperatuurstations die worden gebruikt om de klimaatverandering te meten, niet voldoen aan wat de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) beschouwt als een “aanvaardbare” en betrouwbare plaatsing volgens haar eigen gepubliceerde normen.

Het rapport, gepubliceerd door The Heartland Institute, is samengesteld op basis van satellietonderzoek en persoonlijke bezoeken aan NOAA-weerstations die bijdragen aan de officiële‘ landtemperatuurgegevens in de Verenigde Staten. Het onderzoek toont aan dat 96% van deze stations onbetrouwbaar zijn door lokale effecten van verstedelijking – het produceren van ‘warmte-bias vanwege de nabijheid van asfalt, machines en andere warmte-producerende, warmte-vangende, of warmte-accentuerende objecten. Het plaatsen van temperatuurstations op dergelijke locaties is in strijd met de eigen gepubliceerde normen van NOAA (zie paragraaf 3.1 via deze link), en ondermijnt in sterke mate de legitimiteit en de omvang van de officiële consensus over de opwarming van het klimaat op lange termijn in de Verenigde Staten.

“Met een 96% ‘warmte-bias’ in de Amerikaanse temperatuurmetingen, is het onmogelijk om welke statistische methode dan ook te gebruiken om een accurate klimaattrend voor de VS af te leiden,” zei Heartland Institute Senior Fellow Anthony Watts, de directeur van de studie. “Gegevens van de stations die niet onbetrouwbaar zijn door foutieve plaatsing, laten een opwarmingspercentage in de Verenigde Staten zien dat met bijna de helft minder is in vergelijking met alle stations.”

NOAA’s “Requirements and Standards for [National Weather Service] Climate Observations” (Voorschriften en Normen voor [National Weather Service] klimaatwaarnemingen) schrijft voor dat instrumenten voor temperatuurwaarnemingen “op een vlak terrein (aarde of graszoden) moeten staan dat typisch is voor het gebied rond het station en op minstens 100 voet van een uitgestrekt betonnen of verhard oppervlak. En dat “alles in het werk zal worden gesteld om gebieden te vermijden waar ruw terrein of luchtafvoer aantoonbaar resulteren in niet-representatieve temperatuurgegevens”. Uit dit nieuwe rapport blijkt dat die instructie regelmatig wordt overtreden.

Lees hier het rapport (pdf)

Dit nieuwe rapport is een vervolg op een studie uit maart 2009, getiteld “Is the U.S. Surface Temperature Record Reliable?, waarin een subset van meer dan 1000 onderzochte stations onder de loep werd genomen en waaruit bleek dat 89% van de stations last had van warmte-bias. In april en mei 2022 bezocht een team onderzoekers van het Heartland Instituut veel van dezelfde temperatuurstations als in 2009, plus veel die nog niet eerder waren bezocht. In het nieuwe onderzoek werden 128 NOAA-stations bemonsterd en het probleem van de warmte-bias is alleen maar erger geworden.

“Het oorspronkelijke project met oppervlaktestations uit 2009 toonde onomstotelijk aan dat het systeem voor het monitoren van de oppervlaktetemperatuur van de federale regering faalde, omdat de overgrote meerderheid van de stations niet voldeed aan NOAA’s eigen normen voor betrouwbaarheid en kwaliteit. Onderzoeken door overheidswaakhonden OIG en GAO bevestigden de bevindingen van het rapport uit 2009,”

zei H. Sterling Burnett, directeur van het Arthur B. Robinson Center on Climate and Environment Policy van The Heartland Institute, die dit voorjaar zelf NOAA-oppervlaktestations onderzocht.

“Deze nieuwe studie is het bewijs van twee dingen. Ten eerste is de regering ofwel onbekwaam ofwel weigert ze om politieke redenen te leren van haar fouten. Ten tweede zijn de officiële temperatuurgegevens van de regering niet te vertrouwen. Het weerspiegelt een duidelijk stedelijk warmte-effect, geen nationale temperatuurtrends.”

Een voorbeeld van het bias-probleem

Onderstaande grafiek, te vinden op bladzijde 17 van het rapport, toont 30 jaar gegevens van NOAA-temperatuurstations op het vasteland van de Verenigde Staten (CONUS). De blauwe lijnen geven de geregistreerde temperaturen en de trend weer van stations die voldoen aan de door NOAA gepubliceerde normen. De gele lijnen zijn de temperaturen van stations die niet aan die normen voldoen (d.w.z. in de buurt van kunstmatige ‘hot spots‘). De rode lijnen zijn de ‘officiële‘ aangepaste temperaturen die door NOAA zijn gepubliceerd.

“Als je kijkt naar de niet-verstoorde stations die voldoen aan de gepubliceerde standaard van NOAA – stations, die dus correct zijn gelokaliseerd en vrij zijn van plaatselijke stedelijke warmtebronnen – die vertonen ongeveer de helft van de opwarming vergeleken met verstoorde stations die wel zulke fouten vertonen,” zei Watts. “Toch blijft NOAA de gegevens van hun eeuwenoude netwerken voor oppervlaktetemperaturen met warmte-bias gebruiken om maandelijkse en jaarlijkse rapporten te produceren voor het Amerikaanse publiek over de toestand van het klimaat.” “Het probleem van de lokale warmte-bias met deze stations is bewezen in een real-world experiment uitgevoerd door NOAA’s laboratorium in Oak Ridge, Tennessee en gepubliceerd in een peer reviewed wetenschappelijk tijdschrift.” voegde Watts eraan toe.

“NOAA beheert daarentegen een ultramodern oppervlaktetemperatuurnetwerk, het U.S. Climate Reference Network,” zei Watts. “Dat is vrij van plaatselijke warmte-bias door de aard van ontwerp, maar de gegevens die het produceert worden nooit genoemd in maandelijkse of jaarlijkse klimaatrapporten gepubliceerd door NOAA voor een algemeen publiek.”

***

Bron hier.

Het Heartland Instituut, een denktank voor de vrije markt die in 1984 werd opgericht, is een van ’s werelds toonaangevende organisaties die het werk promoten van wetenschappers die sceptisch zijn over het feit dat menselijke activiteit een klimaatcrisis veroorzaakt.

Heartland heeft 14 internationale conferenties over klimaatverandering georganiseerd die sinds 2008 door duizenden werden bijgewoond, de zesdelige reeks Climate Change Reconsidered van het Nongovernmental International Panel on Climate Change gepubliceerd, en 21 jaar lang Environment and Climate News gepubliceerd. Het Heartland Instituute heeft ook verschillende populaire boeken over het klimaat gepubliceerd, waaronder Why Scientists Disagree About Global Warming (2015), Seven Theories of Climate Change (2010), en Is the U.S. Surface Temperature Record Reliable? (2009).

***