Afbeelding: Shutterstock.

Uit de oude doos.

Na een paar jaar lang veel sceptische artikelen te hebben gepubliceerd over de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde, die zwaar werden bekritiseerd door een aantal niet-professionele en enkele professionele volgelingen van het IPCC-paradigma of – erger nog – helemaal geen reactie uitlokten, waren we blij om – eindelijk – een serieuzere reactie te ontvangen, ja zelfs een soort officiële erkenning als klimaatsceptici.

Begin December 2002 nodigde de Nederlandse minister van Milieu een groep academische tegenstanders van het IPCC deel te nemen aan een publiek debat op het ministerie met wetenschappers die Nederland in het IPCC-proces hebben vertegenwoordigd. De groep bestond uit Hans Labohm, Dick Thoenes (scheikundige technologie), Harry Priem (geoloog), Kees de Jager (astrofysicus) en Bas van Geel (paleoklimatoloog). Andere prominente wetenschappers, die graag wilden meedoen, moesten worden geweigerd omdat tijdsdruk een bredere discussie niet mogelijk zou maken. Het duurde even voordat het Ministerie orde op zaken had: een paar maanden. Maar uiteindelijk vond de bijeenkomst plaats op 12 maart 2003.

De staatssecretaris Pieter van Geel (geen familie van Bas) was een van de deelnemers. Hij droeg een witte band om zijn arm te ondersteunen, die hij had verwond bij een recent ski-ongeluk. Ondanks zijn blessure wilde hij er blijkbaar toch graag bij zijn. Het toonde aan dat hij serieus was over de vergadering.

De discussie vond plaats in een zakelijke en zelfs ontspannen sfeer. Natuurlijk bleven de groepen in debat mijlenver uit elkaar, maar ze luisterden zorgvuldig en respectvol naar elkaar en gaven toe dat niemand de wijsheid in pacht had. Na de bijeenkomst kwamen zij zelfs overeen hun gedachtewisseling op bilaterale basis voort te zetten. Toch eindigde de bijeenkomst met een anti-climax, die ons, de klimaatsceptici, met een gevoel van irritatie liet zitten. Om van dit gevoel af te komen schreven Hans Labohm en Dick Thoenes het volgende artikel.

Het ‘verslag’ van de vergadering

Stel dat u minister van Milieu bent van een lief klein land, Wonderland, ergens in Europa. U bent een prominent lid van de grootste partij van het land, de Christen Democraten, en binnen die partij bent u een voorvechter van groene doelen. Ja, ze noemen u zelfs Mr. Groen. U beschouwt dit als het logische uitvloeisel van uw christelijk geloof. U gelooft dat God toegewijd is aan zijn schepping en dat hij de zorg ervoor aan mensen heeft gedelegeerd. Zo vertaal je goed rentmeesterschap, dat een van de grondbeginselen van je geloof is, in de praktijk.

In dit verband bent u van mening dat het Verdrag van Kyoto, dat de moeder van alle milieu-angsten aanpakt, de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde, van cruciaal belang is en met alle middelen moet worden ondersteund. U hebt een academische achtergrond in het openbaar bestuur, wat dus niet betekent dat u zomaar alle klimatologische kwesties goed zult kunnen begrijpen. Maar u vertrouwt graag op de steun van de experts in uw ministerie.

U herinnert zich ook dat oorlog immers te belangrijk is om aan de generaals over te laten. In dezelfde geest betoogt u dat het klimaat te belangrijk is om aan de klimatologen over te laten.

Overigens is Wonderland er trots op om op de voorhoede te staan tegen de opwarming van de aarde. Greenpeace van Wonderland telt meer leden dan die van de VS en Canada samen, hoewel deze landen een bevolking hebben die bijna twintig keer groter is.

Helaas zijn niet alle mensen in Wonderland het daarmee eens. Er is een klein maar vocaal stel sceptici die fel gekant zijn tegen de manier waarop u met het probleem omgaat. Ze zeggen dat de keizer geen kleren draagt, of hooguit een onderbroek aan heeft. Wat te doen? Ze muilkorven? Die optie moet van de hand worden gewezen, want Wonderland koestert de vrije meningsuiting en kwaliteitskranten en tijdschriften publiceren regelmatig hun ketterse artikelen. Hen afschilderen als een stelletje gekken? Dat gaat ook niet want ze hebben allemaal onberispelijke wetenschappelijke referenties en zijn verbonden aan de meest eerbiedwaardige universiteiten en instellingen van Wonderland.

Hoe zit het dan met hun (financiële) contacten met de duistere krachten in de wereld, zoals de goddeloze multinationals? Het is waar dat de sceptici naar verluidt in supermarkten winkelen en hun benzinetanks vullen bij benzinestations, die allemaal eigendom zijn van multinationals. Maar dat geldt ook voor alle anderen. Moet je ze dan voor een of andere rechtbank voor wetenschappelijke integriteit slepen, zoals ze deden met Bjørn Lomborg in Denemarken?

Hmmm … maar u bent niet op de hoogte van het bestaan van zo’n rechtbank in Wonderland. Maar wat nog belangrijker is, u bent in wezen een fatsoenlijke en sympathieke kerel, die deze praktijken verafschuwt en die sterk gelooft in de grote tradities van betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, van transparantie, dialoog en consensus, die Wonderland zo dierbaar zijn. Waarom nodigt u de sceptici niet uit om naar uw ministerie te komen en hen hun grieven te laten uiten in een open debat met uw eigen IPCC-mensen (IPPC = Intergovernmental Panel on Climate Change, waarin Wonderland een zeer actieve rol speelt)? Zo gezegd, zo gedaan.

Na vele maanden van nauwgezette voorbereiding staan uw eigen nationale IPCC-team en het team van klimaatsceptici tegenover elkaar voor een uitgezocht publiek, waaronder mensen uit de academische wereld, de overheid, het bedrijfsleven en de media, plus een aantal geïnteresseerde personen. Natuurlijk, om misverstanden te voorkomen, hebt u uw volk opgedragen dat de vergadering moet beginnen met de herbevestiging van de officiële waarheid: de bekende doemdenkerij die gepaard gaat met de opwarming van de atmosfeer. En je merkt tevreden dat je IPCC-team je niet in de steek laat. Het einde is nabij. We moeten berouw hebben! Als wij mensen ons gedrag niet veranderen, zullen we zeker het einde van de wereld tegemoet gaan. Of om precies te zijn: ‘De wereldwijd gemiddelde oppervlaktetemperatuur zal naar verwachting met 1,4 tot 5,8 C stijgen in de periode 1990 tot 2100.’ Dat zal allerlei schadelijke effecten voor de mensheid veroorzaken, zoals meer neerslag en een zeespiegelstijging van 9 tot 88 centimeter. Dat is de boodschap!

Maar wacht, een van de leden van het team van sceptici stelt dat er bij de wetenschap nog geen consensus hier over is. Tientallen gekwalificeerde wetenschappers over de hele wereld hebben er ernstige twijfels over geuit. De metingen van de grondtemperatuur zijn onbetrouwbaar vanwege de ongelijke verdeling van meetplekken over het aardoppervlak, evenals hogere waardes vanwege de stedelijke en regionale hitte-eiland effecten. Zeer nauwkeurige temperatuurmetingendoor satellieten in de onderste troposfeer laten geen significante opwarming zien, in tegenstelling tot wat de klimaatmodellen voor die laag voorspellen. Waarom wijken de satellietmetingen af van de oppervlaktemetingen? Bovendien wijst hij erop dat de modellen niet gevalideerd zijn. Ze komen niet overeen met de werkelijkheid. Ze hebben het verleden niet eens kunnen voorspellen. Hoe kunnen ze dan vertrouwd worden om de toekomst te voorspellen?

Vergeet niet dat u nog steeds de minister van Milieu van Wonderland bent die naar deze interessante gedachtewisseling luistert en u zich afvraagt waarom uw mensen u nooit hebben verteld dat niet alle wetenschappers het met elkaar eens zijn? En hoe zit het met de grote afwijking tussen lage en hoge opwarming? U vraagt uw IPPC-mensen om dit punt op te helderen. Ze antwoorden dat ze niet het flauwste idee hebben. Hoe teleurstellend! Maar gelukkig hebben ze ook goed nieuws. Ze vertellen graag dat ze een mooie fit van de curves hebben gekregen. Ze hebben in de afgelopen eeuw een temperatuurcurve gecreëerd, gebaseerd op natuurlijke klimaatfactoren (of: forceringen in het jargon van de klimatologen), met inbegrip van El Niño, vulkanen en zonneactiviteit aan de ene kant, en antropogene factoren, inclusief broeikasgassen en aerosolen, aan de andere kant. Deze curve vertoont een opmerkelijke gelijkenis met die van de wereldwijde temperaturen op basis van oppervlaktemetingen. Quod erat demonstrandum? Tja, eh…. nee dus eigenlijk. Sommige vervelende sceptici noemen dit zelfs manipulatie.

De volgende klimaatscepticus, een bekende astrofysicus in Wonderland en daarbuiten, komt met een alternatieve set mooie curve-fitting. Zijn stelling is dat de zon verantwoordelijk is voor de temperatuurveranderingen in de afgelopen eeuw of zo. Hij zegt dat hij gelooft dat men zich niet moet concentreren op de zonnevlekken, maar op de uitstoot van de coronale massa van de zon.

Hij wordt bijgestaan door een derde scepticus, een paleo-klimatoloog, die uitlegt dat zijn recente onderzoek heeft aangetoond dat het klimaatsysteem veel gevoeliger is voor kleine variaties in zonneactiviteit dan over het algemeen wordt aangenomen. Dit zou kunnen betekenen dat de wereldwijde temperatuurschommelingen van de laatste decennia deels of volledig kunnen worden verklaard door kleine veranderingen in zonnestraling.

Deze observaties zetten natuurlijk vraagtekens bij de conventionele wijsheid om de opwarming van de aarde van de afgelopen eeuw of zo toe te schrijven aan de voortdurende stijging van het CO2-gehalte in de lucht. Maar werd deze wijsheid niet a priori verwacht? Ja, maar ondertussen hebben we gezien dat een aanzienlijk en groeiend deel van de door de mens veroorzaakte CO2-uitstoot wordt opgebruikt door de vegetatie van de aarde.

Het punt wordt verder versterkt door de bevindingen van de volgende scepticus, een geoloog, die erop wijst dat het testen (valideren) van de klimaatmodellen vereist dat de relatie tussen temperatuur en CO2 in het verleden wordt bestudeerd. In tegenstelling tot conventional wisdom, tonen alle historische geologische bewijzen van ijskernen, veensedimenten, boomringen en koraalriffen geen verband tussen de afwisseling van warme en koudere perioden in de huidige (interglaciale) periode met veranderingen in CO2-concentraties. Hij voegt eraan toe dat hij als geoloog niet tegen het behoud van fossiele energie is, omdat het een eindige bron is, maar dat de beëindiging ervan gebaseerd moet zijn op rationele wetenschap, gericht op een positieve strategie van technologische innovatie, en niet op de virtuele realiteit van de klimaatmodellen en/of de ideologische broeikasmantra van groene activisten.

Tot slot luistert u naar de laatste scepticus, een econoom, die de economische nadelen van Kyoto benadrukt. U geloofde dat uw eigen IPCC-mensen erin uitblonken om angst aan te jagen, maar u was verbaasd om te merken dat deze man een goede match voor hen bleek te zijn. Hij wees erop dat de kosten-batenverhouding van Kyoto verwoestend zal zijn. Het kost honderden miljarden dollars per jaar. Het zal leiden tot massale ontslagen in energie-intensieve industrieën en tot handelsconflicten met landen die Kyoto niet hebben geratificeerd. Bovendien waarschuwt hij dat het elementen van centrale planning in ons economisch systeem zal introduceren, omdat de noodzaak van naleving van Kyoto allerlei vormen van overheidsinterventie in het bedrijfsleven zal legitimeren.

U luistert en vraagt wat hij precies bedoelt. U vraagt hem of hij de invoering van het stalinisme via de achterdeur bedoelt. De econoom weigert beleefd deze formulering over te nemen. Hij herhaalt alleen dat hij het heeft over de invoering van elementen van centrale planning.

Dan gaat hij verder en vraagt zich af waarom men al die offers zou moeten brengen. Hij wijst erop dat volgens een prominente woordvoerder van het IPCC ‘Kyoto’, zoals gewijzigd in Marrakech, de wereldtemperatuur in 2050 met slechts 0,02 graden C zou verlagen, een hoeveelheid die te klein is om met een standaardthermometer te meten. Het vereist een diplomatieke nachtmerrie van misschien nog eens dertig onderhandelingsrondes à la Marrakech om te komen tot een stabilisering van de CO2-concentratie, die de economie van Wonderland en elke andere economie ter wereld in de donkere middeleeuwen zal storten.

Vergeet niet dat u nog steeds geacht wordt de minister van Milieu van Wonderland te zijn. Na de discussie voelt u zich duidelijk wat verbijsterd. Niemand heeft je eerder verteld dat de wetenschappelijke basis van Kyoto zo gebrekkig was, dat het zoveel kostte en dat het afkoelende effect zo verwaarloosbaar was. Niemand heeft u ooit een nuchtere kosten-batenanalyse van de hele onderneming laten zien.

Hoe komt dat? Had u het niet moeten weten? Hebben uw mensen deze informatie bewust achtergehouden voor u en voor uw collega’s op het ministerie van financiën en economische zaken? Of heb u ze – misschien onbewust – ontmoedigd om met dat soort informatie te komen?

Dus wat te doen? Volgens het programma moet u de vergadering afronden. Enigszins wanhopig kijkt u om zich heen voor hulp van de aanwezige assistenten. Een van hen schuift haastig een van tevoren voorbereid stuk papier naar u toe, dat tot grote uw opluchting netjes de belangrijkste conclusies van de gedachtewisseling trekt.

U bedankt de deelnemers hartelijk. En aangezien deze discussie enigszins vermoeiend is geweest, besluit u het publiek op te vrolijken met een grap over de relatie tussen wetenschap en politiek. U zegt tegen hen:

‘Politiek gebruikt wetenschap zoals een dronkaard een lantaarnpaal gebruikt: voor steun in plaats van verlichting.’

Natuurlijk werd dit humoristische intermezzo met groot gelach ontvangen door een dankbaar publiek. Gezien het late uur – en gelukkig voor u – ontging het hen echter dat dit eigenlijk een nauwkeurige beschrijving van uw eigen beleidspraktijk was.

Tot slot kondigt u, met het speciale soort postmoderne logica dat het kenmerk is voor Wonderland, aan dat u in het licht van de discussie hebt besloten een extra inspanning te leveren om de komende twintig jaar een extra reductie van door de mens gemaakte broeikasgassen van dertig procent te bewerkstelligen.

PS: Elke gelijkenis van dit verhaal met de echte wereld is puur toeval.

***

Niet waar

Natuurlijk was de laatste zin niet waar, zoals een van onze Nederlandse lezers, Koen Swinkels, onmiddellijk opmerkte. In zijn reactie op de website van TechCentralStation schreef hij op 14 april 2003:

Onderwerp: Ongelofelijk, maar jammer genoeg echt waar.

Bericht: Uitstekend artikel. Argumenten en feiten spelen in deze zaken duidelijk geen doorslaggevende rol. Het doet je afvragen of Wonderland’s minister, laten we hem voor het gemak maar P. van G. noemen, ooit nog eens zal nadenken over wat hij in die ontmoeting heeft gehoord, en of hij wel bereid of in staat is om zijn eigen overtuigingen die hij altijd als natuurlijk en hartstochtelijk voor waar heeft gehouden, in twijfel zou trekken. Een antwoord op die vraag kan wat licht werpen op wat de beste strategie zou zijn om gezond verstand een meer prominente plaats in het publieke debat te geven.

Maar is Nederland een uitzonderlijk geval? Nee, blijkbaar gebeurde elders, in Canada, hetzelfde , zoals de in Canada woonachtige Albert Jacobs ons op 16 april 2003 schreef:

Dat is een geweldig stuk op de TCS / Europe-pagina en het raakt heel dicht bij huis. Hoe dichtbij zie je als je kijkt naar onze ‘Friends of Science’ website: http://www.friendsof science. ORG. We zijn er al meer dan een jaar mee bezig en u zelf had de geschiedenis van onze betrokkenheid bij de Kyoto-strijd kunnen schrijven.

Zoals u waarschijnlijk elders hebt kunnen lezen, hebben we de ratificatiestrijd verloren, omdat onze onwetenschappelijke eerste minister zijn onderbuikgevoelens heeft over wat juist is. Nu gaat het geld kosten en hebben industrie en denkende burgers wel wat bedenkingen. Te laat? De gevolgen van de uitvoeringskosten van het Protocol kunnen in 2004 alsnog een nieuwe P.M. naar voren laten treden om dit desastreuze besluit nog terug te draaien. En de Russen hebben nog niet getekend!

Nog een reactie van David Douglass (Department of Physics and Astronomy, University of Rochester NY), die onze aandacht vestigde op een pikant detail waarvan we ons niet bewust waren toen we het stuk schreven.

Geweldig artikel. Er is meer ironie en humor dan je besefte. James Hansen, de vader van de CO2-angst, heeft een computerklimaatmodel genaamd ‘Wonderland’ dat hij serieus neemt. Anderen noemen het een letterlijke interpretatie.

***

Bron hier.

Vertaling: Henry Pool.

***