Onze welvaart is te danken aan fossiele energie.

En gastbijdrage van Ferdinand Meeus.

Ook al is de gemiddelde wereldtemperatuur de afgelopen honderdvijftig jaar maar met 1°C gestegen en neemt het aantal klimaatcatastrofen gestadig af, toch moeten we geloven in een desastreuze klimaatverandering op basis van extreme en betwistbare klimaatmodellen. Dus moet de CO2-uitstoot tegen 2050 naar nul worden teruggebracht. Maar om dat te bereiken zou elke dag een kerncentrale moeten worden bijgebouwd of 1500 windmolens. De groene energietransitie is een sprookje en het afzweren van fossiele energie betekent economische zelfmoord, schrijft dr. Ferdinand Meeus.

Ons klimaatbeleid is gebaseerd op de rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN, dat om de vijf jaar een rapport schrijft over de toestand van het klimaat. In het meest recente Assessment Report 6 (AR6) kunnen we lezen dat de gemiddelde wereldwijde temperatuur is gestegen met ongeveer 1°C sinds 1850, het begin van thermometermetingen. Deze toch wel milde stijging wordt volgens de klimaatwetenschappers van het IPCC hoofdzakelijk veroorzaakt door de menselijke uitstoot van CO2.

Angstpropaganda

Omdat een stijging van 1°C in een periode van honderdvijftig jaar moeilijk te verkopen valt als een klimaatcrisis of noodtoestand, is er een wereldwijde angstpropaganda gestart onder de titel ‘klimaatverandering’. Weersextremen zoals orkanen, bosbranden en overstromingen toegeschreven aan klimaatverandering. Nochtans is er voor deze bewering geen robuuste wetenschappelijke onderbouwing. We gaan met z’n allen naar Spanje en andere warmere vakantielanden, en daar is het constant 10°C warmer, zonder dat we daar last van hebben.

Geen toename klimaatcatastrofen

In tegenstelling tot wat we elke dag horen, is er geen toename in het aantal klimaatcatastrofen waarneembaar. Informatie over wereldwijde catastrofen wordt bijgehouden door het Centre for Research on the Epidemiology of Disasters (CRED) van de Universiteit van Leuven. Deze EM-DAT databank beschikt over betrouwbare cijfers sinds 2000. Daarvoor zijn de cijfers minder betrouwbaar, omdat niet alle landen hun ‘rampen’ op een systematische wijze meldden. Er was een stijging in aantal rampen, maar die stijging was te wijten aan betere en meer volledige rapportering door de verschillende landen.

We kunnen dus met een robuuste wetenschappelijke onderbouwing stellen, dat er geen toename is van ‘klimaatcatastrofen’ sinds het begin van de betrouwbare metingen in 2000. Ook het aantal doden te wijten aan klimaatrampen is fors gedaald. Zie onderstaande grafiek.

Het klimaatalarmverhaal wordt dan ook wijselijk geprojecteerd in de verre toekomst (2050 of 2100) met meters zeestijging, eilanden die gaan verdrinken, apocalyptische orkanen en verschrikkelijke bosbranden. Sommige klimaatactivisten gaan zelfs zover dat ze beweren “nog twaalf jaar en onze planeet gaat eraan”. En dat herhalen ze dan om de drie jaar.

IPCC-rapporten

Klimaatextremisten en vooral groene politici beroepen zich telkens op de rapporten van het IPCC voor de wetenschappelijke onderbouwing van hun klimaatalarm-angstpropaganda. Nochtans zijn die rapporten veel genuanceerder dan velen willen geloven. Het IPCC gebruikt namelijk klimaat-“scenario’s” om voorspellingen te doen over 2050 en 2100. Nu, scenario’s zijn gebaseerd op uiterst complexe klimaatmodellen met verschillende aannames en randvoorwaarden. Bovendien is er niet één model maar wel meer dan dertig modellen, die allemaal verschillende uitkomsten geven voor dezelfde begin-input.

Het klimaat is een uiterst complex systeem, waarbij oceaanstromingen en atmosferische invloeden worden beschreven door fysische processen op basis van niet-lineaire differentiaalvergelijkingen, die enkel kunnen worden ‘opgelost’ door ‘schattingen’ via allerlei parameters en randvoorwaarden. Daarom kan het weer ook niet betrouwbaar worden voorspeld voor meer dan drie dagen. En het klimaat is het gemiddelde van het weer over een periode van dertig jaar (conform de definitie van de World Meteorological Organization).

Hoe goed zijn de klimaatmodellen?

De gebruikte klimaatmodellen van het laatste AR6-rapport geven een bedenkelijk grote spreiding in het voorspellen van de temperatuur tegen 2100, met een opwarming die varieert tussen de uitersten van 1,8°C en 5,6°C . Dat is een factor 3 bij dezelfde aanname dat CO2 gaat verdubbelen (een standaard controletest). In een ‘normaal’ vakgebied, zoals fysica of chemie, zou een theorie met zo’n grote spreiding met de nodige reserve worden gebruikt. Helaas, in de klimatologie is dat niet het geval. Het is daar zoals bij horoscopen: het kan 2°C warmer worden of het kan 6°C warmer worden. En dat is dan het verschil tussen ‘er is niks aan de hand’ of ‘klimaatcrisis’.

De door het IPCC gebruikte klimaatscenario’s met een voorspelling van de temperatuurstijging tegen 2100 vinden we samengevat in deze grafiek:

Volgens het IPCC zijn alle voorspellingen uit die modellen even gelijkwaardig. In de praktijk is er echter een automatisme bij klimaatwetenschappers ontstaan om vooral te werken met de bovenste lijn. En dat scenario geeft per definitie heel extreme uitkomsten. Als die ‘alarmerende’ studies dan worden gepubliceerd in de wetenschappelijke vakliteratuur, worden die gretig opgepikt door de media met nog wat extra toeters en bellen. Zonder dat iemand de moeite neemt om uit te leggen, dat die alarmkreten gebaseerd zijn op de meest extreme aannames met niet-realistische voorspellingen.

Economische zelfmoord

En op die manier zijn we verzeild geraakt in de totaal onrealistische situatie van een klimaatalarm-massapsychose en hebben politici hun groene energietransitie gebouwd op het streven om tegen 2050 de uitstoot van CO2 naar nul te brengen. Met het doel om de wereld te redden. Wat ze niet beseffen is dat zo’n beleid niet alleen technisch onmogelijk is, maar ook economische zelfmoord betekent.

Onze welvaart is immers vandaag de dag nog steeds voor 80% gebaseerd op goedkope en betrouwbare energie, komend van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie en gas. Die fossiele energie tegen 2050 naar nul brengen en vervangen door wiebel-energie uit zon/wind is een sprookje. Prof Pielke van de Universiteit in Colorado heeft dat mooi geïllustreerd met deze grafiek van de wereldwijde energieconsumptie.

Om de groene energietransitie, met als einddoel nul CO2-uitstoot, te bereiken tegen 2050 moeten we volgens prof. Pielke vanaf vandaag, wereldwijd, elke dag een kerncentrale bijbouwen of elke dag 1500 windmolens. Dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Er is nu al paniek omdat Poetin de gaskraan op een iets lagere stand heeft gezet. Na jaren van miljardensubsidies voor windmolens en zonneparken en de afbouw van kernenergie wordt het hopelijk duidelijk in de hoofden van politici dat onze economische welvaart is gebouwd op fossiele energie.

China doet niet mee met hysterie

En zon/wind energie gaan ons niet redden. Vanwege onvoorspelbaar, onbetrouwbaar en niet beschikbaar als we het echt nodig hebben. De groene energietransitie is een westers verschijnsel. China, met de grootste CO2-uitstoot, doet niet mee met de klimaathysterie en met de transitie naar nul CO2-uitstoot. China gaat voor een gezonde energiemix met als basis fossiele brandstoffen samen met kernenergie en – waar het op grond van een kosten-baten-analyse economisch en praktisch zin heeft – zon en wind.

Ferdinand Meeus.

Het wordt hoog tijd dat onze politici het klimaat- en energiebeleid van China gaan volgen. Er is namelijk geen klimaatalarm-crisis en er is dus geen dringende noodzaak om fossiele brandstoffen per dogmatisch decreet naar nul te brengen. Als we niet kiezen voor een gezonde energiemix zoals China, dan wacht ons economische zelfmoord en kunnen we beter beginnen met Chinees te leren.

Over de auteur

Ferdinand MeeusFerdinand Meeus is doctor in de wetenschappen (chemie, fotofysica, fotochemie); IPCC expert reviewer AR6.
***
Bron OpinieZ  hier.
***