Opvang van methaangas (grapje).

Auteur: Udo Pollmer.

De „mensengemaake klimaatverandering” blaast ons toe vanuit de mond van koeien. De adem van vee verpest onze goede lucht met methaan, met moerasgas. Omdat er steeds meer runderen kwamen, zou ook het methaangehalte in de atmosfeer enorm gestegen zijn. Wat de viervoeters betreft, moet ik onze klimaafbevlogenen teleurstellen: De wereldwijde veestapel is volgens het statistiekenportaal Statista sinds 1990 juist iets gedaald. (1) Voor de industrialisering van de landbouw werden er zelfs nog meer runderen gehouden.(2) Klimaatbeschermers hebben het probleem op hun eigen manier opgelost: ze veronderstellen gewoonweg hogere bestanden. (3)

Runderen produceren methaan, beter gezegd hun pensflora doet dat. Nu heeft niet alleen melkvee een pens, maar ook alle andere herkauwers, zoals schapen, konijnen, elanden, antilopen of yaks; zelfs neusapen herkauwen. Kuddes gnoes, buffels en rendieren zwerven over de savannen, prairies en toendra’s en stoten methaan uit. Op de Great Plaines in Noord-Amerika hebben kolonisten de bizon bijna volledig uitgeroeid – 50 miljoen dieren. In Afrika graasden ooit enorme kuddes van de Nomaden. Rond 1890 werden ze abrupt vernietigd door het binnenslepen van de runderpest.(4,5)

Toen duidelijk werd dat het aantal runderen niet gestegen was, richten de onderzoekers hun aandacht op het voer en de koeienvlaaien, want de dieren eten tegenwoordig wat meer. Bij elke koeienvla komt een beetje methaan vrij, afhankelijk van welke microben erin huizen, hoe de vliegenmaden het vinden, en hoeveel mestkevers erin rondkrabbelen. Nu hebben bromvliegen een andere methaanbalans dan kevers, in de kou ishet een andere dan in de hitte, etc…(6) Omdat de oprispingen en de maden van een kudde niet zo gemakkelijk meetbaar zijn, vervangen computermodellen zulk onderzoek.(7) Van achter het bureau worden simulaties gebruikt om de methaanbalans naar wens gestuurd, om opgewonden de klimaatdood te bezweren.

Dubbele moraal

Het methaan uit rectale fermentering zoals van olifanten, paarden of neushoorns wordt vaak afgedaan als onbeduidend. Toch stoot een olifant vele malen meer methaan uit dan een koe. Hij eet immers een halve ton groenvoer per dag en produceert veel methaanrijke uitwerpselen. Maar vanuit het standpunt van klimaatbeschermers is dit vreemd genoeg, juist het redden van het klimaat.(8) Wanneer de dikhuiden planten eten, komt er meer licht door het gebladerte en wordt de groei gestimuleerd. Dit bindt koolstof.(9) Als ze op hun weg struiken en bomen vertrappen, bevorderen ze de groei van grotere bomen die meer koolstof opslaan.(10) Binnenkort komen hier klimaatcertificaten voor, dat wil zeggen veel geld.(11)

Opmerking: Wat een olifant ook doet, hij dient altijd ter bescherming van het klimaat. Als hij groenvoer eet, zorgt hij voor vernieuwing; als hij uitwerpselen achterlaat, bevordert hij de plantengroei. Koeien daarentegen wordt verweten dat zij verantwoordelijk zijn dat zeldzame bloemen en kruiden verdwijnen, graswortels vertrapt worden, bijdragen tot het uitsterven van soorten, de lucht vervuilen met methaan en het water met nitraat. Hoe leugenachtig!

Niet alleen groot wild produceert veel methaan, ook kleine dieren doen er niet voor onder, zoals cavia’s bijvoorbeeld.(12) Onlangs baarden bevers opzien omdat ze jaarlijks bijna een miljoen ton methaan in de atmosfeer uitstoten.(13) Vervolgens haalden grondeekhoorns de pers omdat er drie keer zoveel methaan uit hun holen ontsnapt als er normaal gesproken op de toendrabodem vrijkomt.(14) Ook rendieren activeren het methaan in de toendrabodem.(15) De oorzaak is onbekend. Niemand kan ook maar bij benadering zeggen hoeveel methaan-verspreidende wilde dieren er zijn, maar voor de klimaatscène is dit methaan van geen belang.(3)

Om het narratief van de “door de mens veroorzaakte klimaatverandering” door rundvee in stand te houden, moest de klimaatkerk eerst alle andere dieren uit hun biotopen verdrijven: als eersten moesten de termieten eraan geloven. Rond 1980 waren ze nog de grootste vijanden van het klimaat, goed voor 150 miljoen ton per jaar, aldus de nestor van de klimaatbevlogenen Paul Crutzen.(16 ) Dankzij het uitgekiende ventilatiesysteem van hun terpen ontsnapt het methaan uit het achterste van de termieten onvermijdelijk naar de buitenlucht.

Vandaag worden termieten als even klimaatbewust beschouwd als olifanten. In hun terpen zijn namelijk bacillen gevonden die methaan eten. (17) Zo zou de balans kunnen worden bijgesteld van 150 miljoen ton naar 2 miljoen ton per jaar.(18) Op relevante websites is het narratief al verder gevorderd: daar werken termieten al als “klimaatbeschermers”.(19) Dat werd ook tijd, want deze kruipende insecten die zeer gewaardeerd worden door chimpansees, zullen binnenkort ook het vlees in onze keukens dienen te vervangen: “Larven en termieten – de menukaart van morgen?” is de retorische vraag op een agrarische website. (20)

Daarbij zijn er juist onder insecten tal van verdachten: bladsnijdermieren en kakkerlakken zijn even productief als termieten. (21,22) Alleen al door hun massa zijn ze vergelijkbaar met herkauwers. Ook van mestkevers, larven en miljoenpoten werd per toeval bekend dat zij eveneens methaan uitscheiden.(23-25) Meer dan een miljoen andere soorten wachten er op dat ze onderzocht worden en de balans word opgemaakt.

Een nat pak voor klimaattheorieën

Werpt men een blik op de gebruikelijke methaanbalansen, dan stijgen in de modelberekeningen weliswaar de emissies van runderen over de jaren, maar ze zijn nog altijd niet hoog vergeleken met veengebieden, moerassen en moerassen die tot wel 160 miljoen ton bijdragen. (3) Bijna dezelfde hoeveelheid als deze waterrijke gebieden leveren rivieren en meren is onlangs gebleken. Ze worden nu als “zoet water”opgenomen, maar ze ontbreken nog in oudere balansen. (26) Ook stuwmeren met hun “klimaatvriendelijke” waterkracht dragen veel aan “klimaatgas” bij. (27 )

Vijfentwintig jaar geleden schatten Chinese onderzoekers de methaanproductie van rijstvelden ongeveer even hoog als die van wetlands. (28) Maar sindsdien wordt de uitstoot van rijst van jaar tot jaar lager ingeschat. Dit is ook niet moeilijk: toen de uitstoot werd bepaald op vier velden in de Mekong Delta, bedroeg de laagste van de vier waarden 300 gram methaan per dag en hectare, de hoogste bijna 10 kilo. (29) Uit zulke erratische gegevens kan de hoeveelheid moerasgas gemakkelijk politiek correct aangepast worden.

Degenen die het methaan van ons vee gevaarlijk vinden, kunnen zich beter tot de Aziatische volkeren wenden en eisen dat zij hun rijstvelden droogleggen. Of ze klimaatbelasting laten betalen voor elke zak rijst, net zoals we van plan zijn te doen voor vlees. Maar degenen die speculeren op belastingen kunnen zich beter wenden tot de burgers van staten, die meer geld dan hersens hebben.

Klimaatbalansen zitten vol valkuilen. Bijzonder verraderlijk: eenden. Wanneer de eenden door de “wetlands” waggelen, dan stijgt de emissies met meer dan het dubbele. Dit was het resultaat van een twee jaar durend veldonderzoek door de ETH Zürich. Het methaan is slechts gedeeltelijk te wijten aan eendenpoep, maar is het resultaat van “intensieve beweiding van de rustende plantenwortels tijdens de winter”. Hierdoor konden de planten aan het begin van de vegetatieperiode niet snel uitlopen (…), wat leidde tot de veranderingen in het methaan (…) die we hebben waargenomen”.(30 ) Natuurlijk veroorzaken niet alleen eenden, maar vermoedelijk alles wat kruipt en vliegt, voor het vrijkomen van methaan.

Over het algemeen geldt: in het wild levende dieren hebben, om geochemici in Science te citeren, “myriaden van effecten” op de koolstofbalans van de aarde. (31) Deze effecten zijn echter niet zichtbaar in de gebruikelijke opsporing door satellieten. Daardoor worden de werkelijke effecten van de dierenwereld op de voedingsstoffenkkringloop verdoezeld. (31) Satellieten maken het onderzoekers gemakkelijker om de balans te vervalsen.

Ook op het land geeft het vogelleven vorm aan ecologische kringlopen. Maar klimaatonderzoekers concentreren zich liever op mestkuikens; het is immers moeilijk om met slimme raven in het open veld, angstcampagnes te bedrijven en belasting te gaan innen, maar met domme ganzen lukt dat wel. Een gans van 6 kg produceert 0,58 liter methaan per dag. (32) Niet veel, maar met miljarden ganzen telt het aardig op. Hoeveel methaan mogen gieren, pinguïns of regenwoudvogels wel niet uitstoten? Zelfs als er gegevens beschikbaar zijn, (33) worden ze genegeerd.

Methaan – het levenselixer van de zee

Op een gegeven moment moesten klimaatonderzoekers toegeven dat vissen, walvissen en andere waterdieren ook invloed hebben op de methaanbalans. In de Oostzee zouden mosselen verantwoordelijk zijn voor 10% van de emissies. (34) Zou het dus niet even zinvol zijn om de oesterbankvissers in de Noordzee even hard aan te pakken als de melkveehouders? Eén vis staat al aan de schandpaal, een eetbare vis, de tilapia. (35) Niet alleen baars en mosselen, alle bewoners van de zeeën, meren en rivieren veranderen de methaanbalans. Maar hierover bewaren klimaatonderzoekers liever het stilzwijgen.

De zee is een belangrijke modulator van methaangas, niet alleen vanwege haar flora en fauna. Het gas ontsnapt uit de zeebodem. In de aardkorst heersen hoge drukken en temperaturen. Daardoor ontstaat plasma. Daarin wordt onvermijdelijk methaan gevormd uit carbonaathoudend gesteente en het daarin gebonden water. (36,45-48) Dit methaan wordt “abiotisch” genoemd. Wanneer het uit de zeebodem ontsnapt, lost het geleidelijk op in het zeewater. Voor klimaatonderzoekers was dit een elegant excuus om het te “verwaarlozen”. Maar zelfs een deel van de kleine blaasjes uit de diepzee bereikt het wateroppervlak. (37) Sommige zijn ook wat groter. Voor de kust van Namibië vernietigde een bel bestaande uit methaan en waterstofsulfide de vispopulatie over tienduizenden vierkante kilometers. (38) Ook de gigantische methaanbellen uit de diepten van het Nyos- en Kivumeer in Afrika hebben herhaaldelijk tot rampen gevoerd. (39,40)

Maar nu werd bij booreilanden uitgassend methaan ontdekt – wat een wonder! (41) De volgende klimaatdood dreigt al. Helaas hebben de bellen geen afzender, zodat noodgedwongen alles telt, wat uit het continentaal plat opborrelt. Niemand kan het natuurlijk becijferen, want de grootte en intensiteit van de bellen fluctueren en de plaatsen waar het gas ontsnapt veranderen. (95) Dan wordt er maar gegokt: Nu zou er vanaf het plat jaarlijks tot 65 miljoen ton methaan de zee in borrelen.(42,90) Daarbij komt het gas, dat ontsnapt bij de subductiezones van de continentale platen,(43,93,96) en het abiotische methaan dat zich onder de oceaankorst verzamelt en opstijgt uit scheuren in de diepzeebodem. (44)

En dan is er, naast microbieel methaan en abiotisch methaan uit gesteente, nog een derde type. Het heet “thermogeen methaan”. Dit wordt gegenereerd door (onderzeese) moddervulkanen uit microbiële koolwaterstoffen in de modder en abiotische gassen uit de aardkorst. (46,49) Langs de genoemde wegen komt het een en ander bij elkaar. (50) Maar de zee, die 70% van het aardoppervlak bedekt, is gierig en stoot van dat alles, zo verzekeren klimaatonderzoekers ons, niet meer dan 12 miljoen ton uit in de atmosfeer. (89) Voor wie het gelooft.

Bij het lezen van het huidige onderzoek naar de vorming van methaan valt iets op: De gebruikelijke verwijzing naar “fossiel” aardgas en olie vallen weg, het wordt helemaal niet meer genoemd. Daarvoor wordt als vanzelfsprekend over abiotische oorsprong gesproken, die tot nu toe zo heftig ontkend werd, (43-45,47,52-56) Daarmee zijn de dagen geteld van het narratief over “fossiele brandstoffen”, die in het verre verleden uit verdronken bossen ontstaan zouden zijn. (zie. Brotzeit 20. Juli 2018: Aardolie – een “hernieuwbare” grondstof?)

Op de zeebodem zijn de talloze “rokers” getuigen van de gasvelden. Men zegt dat hier het leven op aarde is ontstaan. (36) Overal waar voldoende methaan aanwezig is, ongeacht de oorsprong ervan, vestigen zich micro-organismen die methaan eten. Ze staan aan de basis van de voedselketen. Daarmee voeden zich ringwormen, slakken, krabben en vissen. (91-94)

Geen succes

Nagenoeg elke meting, elke nieuwe ontdekking vernietigt het huidig actuele klimaatmodel. Toen in 2020 vastgesteld werd dat cyanobacteriën belangrijke methaanproducenten zijn, was de ontzetting groot. (57 )Tot dan toe werden ze beschouwd als een methaanremmer, vooral in de rijstteelt. (58) Bijzonder pijnlijk: terwijl daarmee de rijstpaddy’s rekentechnisch van methaan verlost waren, werkten Japanse ingenieurs al in 1999 aan bioreactoren voor de productie van methaan met behulp van cyanobacteriën. (59)

Cyanobacteriën zijn alomtegenwoordig. Ze zijn letterlijk in elke omgeving te vinden. Op het water en op het land, in de brandende zon en diep onder de grond, met- of zonder zuurstof, op de Noordpool en in de tropen. Nu is de industrie weer terug bij af met haar “modellen”. Toch regelen cyanos al sinds mensenheugenis de gasbalans van de atmosfeer. Veel onderzoekers zijn ervan overtuigd dat de zuurstof in onze atmosfeer geproduceerd word door deze kleine wezentjes. (60) Zo creëerden ze de voorwaarde voor de vorming van de ozonlaag. Zo kon het leven zich in de atmosfeer ontwikkelen. Maar niet alleen dat. Cyanos behoren samen met de eveneens methaanproducerende algen tot de primaire producenten. Ze staan aan de basis van de voedselketen. (61,62)

Om de maat vol te maken, meldde het Max Planck Instituut in 2008 dat planten tot 240 miljoen ton methaan per jaar produceren (63): “Het bewijs van directe methaanemissies door planten verklaart ook de onverwacht hoge methaanconcentraties boven tropische bossen”. (64) Dat wil zeggen, boven die bossen die ons zouden moeten redden van de klimaatdood. In de regel wordt hun methaan niet opgenomen in de klimaatbalansen. Bossen worden immers beschouwd als methaanputten.

Dit doet ook de droom van een “klimaatvriendelijke” veganistische, diervrije landbouw in duigen vallen. Als een koe gras eet of een giraf bladeren, komt er methaan vrij. Als het groen wordt opgegeten door andere dieren, of het nu gaat om coloradokevers of wilde eenden, wordt er ook methaan geproduceerd. Als het groen in de natuur vergaat of verrot, komt er ook methaan vrij. De hoeveelheden hangen af van de microben, de temperatuur en de zuurstof. Ook in composteringsbedrijven worden “enorme hoeveelheden” methaan geproduceerd, ondanks de energie-intensieve beluchting.(65) Dit zijn allemaal nulsommen – met of zonder vee.

Als klimaatonderzoekers hun gegevens serieus zouden nemen, zouden ze snel moerassen moeten droogleggen, op eenden gaan jagen, het Amazonegebied droogleggen, het regenwoud ontginnen, daar stieren vetmesten, ze antibiotica geven tegen de methaanbacillen in hun pens, en tenslotte termieten met insecticide bestrijden. Jagers op groot wild zouden klimaatcertificaten krijgen voor elke olifant of buffel die ze doden.

Bedorven voedsel uit de vriezer

Wij geloven maar al te graag dat het methaangehalte in pre-industriële tijden lekker laag was, maar nu stijgt het dramatisch. Hoe werd het gas toen zo’n 250 of 25.000 jaar geleden gemeten? Er zijn geen verzegelde, geëtiketteerde monsters. Dus behelpt men zich met boorkernen uit het eeuwige ijs. Alles wordt daar bewaard, zoals in een diepvriezer Vrieskasten zijn echter geen plaats om dingen voor de eeuwigheid te bewaren, omdat de inhoud ervan ook veroudert.

Uit de boorkern kunnen in ieder geval ijslagen worden geschat. Maar dat is alles. Want ijs is niet netjes gelaagd zoals een boomstronk, maar staat bloot aan weer en wind. De sneeuw verandert geleidelijk in firnijs, dat poreus is. Er gaan eeuwen voorbij voordat de gasdiffusie uiteindelijk stopt en de lock-in zone zich vormt. (87,88) IJs werkt, er vormen zich scheuren en diepe spleten. Atmosferische afzettingen zoals vulkanisch as of kleistof creëren cryoconietgaten die door het ijs vreten, geholpen door microben die methaan als energiebron gebruiken. (66-68) De gassen diffunderen, worden gefractioneerd en uiteindelijk verplaatsen de gasbellen zich ook onder de ijslast (69,70) Ondertussen produceren andere microben onder het ijs nieuw methaan. (80) Om nog maar te zwijgen van de kosmische straling, die ook direct in het ijs nieuw methaan produceert. (83) Deze straling uit de ruimte is aan grote schommelingen onderhevig. (84,85) Het eeuwige ijs is dus allesbehalve een veilige kluis.

Methaan maakt het zich dus niet gemakkelijk in het ijs door af te wachten totdat er een klimaatwetenschapper een gat in boort! Het blijft steeds actief. Het oxideert onder verbruik van zuurstof, tot koolmonoxide en vervolgens tot kooldioxide. (69) Toen ijskernen uit de diepten van Antarctica en Groenland 50 jaar geleden op hun methaangehalte werden onderzocht, werd een gemiddelde van 0,56 ppm gevonden. (71) Dit komt overeen met wat vandaag met moderne methoden wordt gevonden. Maar de auteur stelde destijds, op basis van zijn analyse van de begeleidende stoffen, dat het oorspronkelijk ongeveer 1,5 ppm moet zijn geweest. Dat zou overeenkomen met de huidige niveaus in de Arctische lucht. Op basis van de cijfers lijkt het alsof het niveau verdrievoudigd is. De “dramatische toename” is gebaseerd op een analytisch artefact: hoe ouder de boorkernen, hoe minder methaan er nog in zit.

Nu werd er in het laatste decennium daadwerkelijk een toename in de atmosfeer gemeten. Is dit dan toch “mensenwerk”? Nog in 2011 had Nature zich beklaagd, dat de methaansporen in de atmosfeer bijna 30 jaar lang constant gebleven zouden zijn. (72) Tot op de dag van vandaag zijn noch de redenen voor die stilstand bekend, noch die voor de huidige toename. Het tijdschrift Nature verduidelijkt: De toename is niet de oorzaak, maar het gevolg van de opwarming van de aarde. (73) Als het warmer wordt, neemt de productiviteit van de biosfeer toe en daarmee ook het methaan in de lucht. Noch vee, noch boorgaten zijn verantwoordelijk voor de temperatuur op aarde, maar onze centrale ster.

Broeikas slogans

Maar klimaatonderzoekers geven zich niet zo gemakkelijk gewonnen. Om te bewijzen dat de aardbol toch ziek is door “koeien” of “rijstpaddy’s”, wordt de isotoopverdeling in de methaanmolecule geïnterpreteerd. Dit is echter een vergeefse moeite: afhankelijk van de voedselplant, bijvoorbeeld C3- of C4-planten, stoten de dieren verschillende isotopenpatronen uit. (86) In de wereld van de microben zijn er zeer verschillende routes naar methaan, met onbekende fractioneringseffecten.(74-76) Niemand kan met zekerheid onderscheiden of het methaan afkomstig is van vee, engerlingen of van bacillen, die in de modder van de rijstvelden uitgassen.

Opmerking: Onlangs zouden metingen van C14-isotopen in het ijs aangetoond hebben dat 70% van het methaan helemaal niet van natuurlijke oorsprong, maar mensenwerk is. (77) De toestand van de wereld is dramatisch, zeggen de mediale roeptoeters eensgezind. Deze keer gaat het echter niet om vee, maar om elke industrie die kolen, olie & gas nodig heeft. Door fracking ontsnapt er steeds meer methaan uit de boorgaten. Bovendien zijn er lekken in de pijpleidingen en emissies van kolenmijnen. Zie hier het bedrog: het methaan in kwestie is nog steeds van natuurlijke oorsprong, maar wordt nu aangemerkt als “antropogeen”. Gelijktijdig is de hoeveelheid methaan die overal uit de aarde ontsnapt onbekend. Het proces vindt niet alleen onder water plaats, maar ook op het land. Chinese geofysici hebben het over de “ademhaling” van de aarde, Europese over “flatuleren”. (28,51) De methode van de C14-onderzoekers roept allerlei vragen op: voor hun meting hadden zij een hele ton ijs nodig, dat zij smolten om er ongeveer 27 microgram methaan uit te halen voor hun C14-analyse. Een dergelijke procedure is foutgevoelig, al was het alleen maar vanwege de verontreinigingen en absorptie-effecten. Bovendien wordt C14 voortdurend aangemaakt door kosmische straling, vooral bij de poolkappen. Om deze valkuil te vermijden hebben zij ook het C14 in koolmonoxide gemeten, dat eveneens uit het ijs werd gehaald, en dit als correctiefactor gebruikt. Maar aangezien koolmonoxide in ijs ook wordt geproduceerd uit methaan, is de berekening misleidend. Vanwege de diffusieprocessen in firn-ijs kunnen geen “jaargangs-waarden” worden vastgesteld. Dus werd er een “firn-air-transportmodel” uitgedacht en temde men veranderende meetresultaten met een “matrixi inversion technique”. (77) Nog een paar slimme “correctiefactoren” en alle klimaatonderzoek-onzin is geschikt om een klimaatbelasting te eisen.

Ondertussen dubben marine onderzoekers nog steeds over de vraag waarom oudere zeewaterlagen soms meer C14 bevatten dan jongere. (78) Fysici kunnen de “mysterieus hoge” C14-gehaltes in oude ijslagen niet verklaren. (79) De rekenmodellen zitten vol ongerijmdheden. (101-106) Daarmee stort dus ook dit kaartenhuis van de klimaatonderzoekers in elkaar.

Wanneer methaan al sinds de oertijd uit de aardkorst in de atmosfeer stroomt, geproduceerd door microben, dieren en planten (63), maar ook door vulkanen, kerncentrales en kosmische straling (81), waarom is het dan nog steeds maar 1 tot 2 ppm? Met andere woorden, maar 1 tot 2 miljoenste? Het glazen dak van de broeikas had er al lang afgeknald moeten zijn! Nu is de atmosfeer geen broeikas, hij is open. Veel methaan gaat verloren via de stratosfeer. In de atmosfeer wordt methaan snel afgebroken door chemische reacties. Op de grond zijn er tal van microben die methaan gebruiken als energiebron.

De uitvinders van het broeikasidee schatten de halfwaardetijd van methaan op ruim acht jaar. Dit is echter geen gemeten waarde, maar de politieke mededeling van het “Intergovernmental Panel on Climate Change” – en dus slechts een meningsuiting. (82) Maar omdat de methaanhuishouding van de aarde door veel en veel meer bronnen wordt gevoed dan wordt toegegeven, verloopt de afbraak ook veel en veel sneller.

Van voedingsstof tot gevaarlijke stof

Udo Pollmer.

En laten we tenslotte hulde brengen aan de uitlaatgassen van de mens. Het goede nieuws voor alle klimaatdiscipelen: wie zich geen zorgen maakt over zijn voedsel, produceert vrijwel geen methaan. Dat ligt anders bij een bewuste keuze voor een plantaardig dieet. Artsen van de universiteit van Graz hebben een opvallende hoeveelheid methaan gemeten in de adem van planteneters. Ze vonden de boosdoeners in de darmen: tot wel duizendvoudig verhoogde concentraties methaanbacteriën. (97) Dat kan nare gevolgen hebben. Tijdens darmoperaties en colonoscopieën heeft het gas al tot explosies geleid, die soms de dood van de patiënt tot gevolg hadden. (98-100)

Conclusie: In de natuur is methaan een gewilde voedingsstof, in de menselijke darm is het een gevaarlijke stof.

***

Literatuur

  1. Statista: Rinderbestand weltweit in den Jahren 1990 bis 2022. https://de.statista.com
  2. Poppinga O, Schulze E: Methan und Kühe. Kasseler Institut für ländliche Entwicklung e.V. Arbeitsergebnisse 15/2020
  3. Saunois M et al: The Global Methane Budget 2000–2017. Earth System Science Data 2020; 12: 1561–1623
  4. Pearce F: Inventing Africa. New Scientist 12. Aug. 2000: 30-33
  5. Mack R: The great African cattle plague epidemic of the 1890’s. Tropical Animal Health and Production 1970; 2: 210-219
  6. Iwasa M et al: Effects of the activity of coprophagous insects on greenhouse gas emissions from cattle dung pats and changes in amounts of nitrogen, carbon, and energy. Environmental Entomology 2015; 44: 106-113
  7. Niu M et al: Prediction of enteric methane production, yield, and intensity in dairy cattle using an intercontinental database. Global Change Biology 2018; 24: 3368–3389
  8. Schueman LJ: Gardeners of the Congo: How African elephants fight climate change. One Earth 25. Aug. 2022, www.oneearth.org
  9. Berzaghi F et al: Carbon stocks in central African forests enhanced by elephant disturbance. Nature Geoscience 2019; 12: 725–729
  10. Gerretsen I: How the African rainforest is helping fight climate change. 19. April 2022, www.bbc.com
  11. Chami R et al: The secret work of elephants. International Monetary Fund, Finance & Development Sept. 2020, www.imf.org
  12. Rodkey FL et al: Carbon monoxide and methane production in rats, guinea pigs, and germ-free rats. Journal of Applied Physiology 1972; 33: 256-260
  13. Westbrook CJ: Beaver-mediated methane emission: The effects of population growth in Eurasia and the Americas. Ambio 2015; 44: 7-15
  14. Golden NA et al: Consequences of arctic ground squirrels on soil carbon loss from Siberian tundra. AGU Fall Meeting, San Francisco 17. Dec. 2014
  15. Laiho R et al: Reindeer droppings may increase methane production potential in subarctic wetlands. Soil Biology & Biochemistry 2017; 113: 260-262
  16. Zimmerman P et al: Termites: a potentially large source of atmospheric methane, carbon dioxide, and molecular hydrogen. Science 1982; 218: 563–565
  17. Nauer PA et al: Termite mounds mitigate half of termite methane emissions. PNAS 2018; 115: 13306–13311
  18. Van Asperen H: The role of termite CH4 emissions on the ecosystem scale: a case study in the Amazon rainforest. Biogeosciences 2021; 18: 2609–2625
  19. OroVerde Die Tropenwaldstiftung: Termiten – wichtige Winzlinge. www.regenwald-schuetzen.org
  20. Proplanta (dpa): Larven und Termiten – Die Speisekarte von morgen? News vom 16. Nov. 2010, www.proplanta.de
  21. Mehring AS et al: Leaf-cutting ant (Atta cephalotes) nests may be hotspots of methane and carbon dioxide emissions in tropical forests. Pedobiologia – Journal of Soil Ecology 2021; 87-88: e150754
  22. Bell EJ et al: Cockroaches: Ecology, Behavior, and Natural History. Johns Hopkins University Press, Baltimore 2007
  23. Görres CM, Kammann C: First field estimation of greenhouse gas release from European soil-dwelling Scarabaeidae larvae targeting the genus Melolontha. PLoS ONE 2020; 15: e0238057
  24. Šustra V, Šimek M: Methane release from millipedes and other soil invertebrates in Central Europe. Soil Biology and Biochemistry 2009; 41: 1684-1688
  25. Hackstein JHP et al: Methane production in terrestrial arthropods. PNAS 1994; 91: 5441-5445
  26. Bastviken D et al: Freshwater methane emissions offset the continental carbon sink. Science 2011; 331: 50
  27. Kandarr J, Wittmann F: Stauseen setzen große Mengen Methan frei. Earth System Knowledge Platform 2019; 6: 15. Juli, doi:10.2312/eskp.014
  28. Xinke Y: Another source of atmospheric methane. Chinese Journal of Geochemistry 1997; 16: 189-192
  29. Vo TBT et al: Methane emission from rice cultivation in different agro-ecological zones of the Mekong river delta: seasonal patterns and emission factors for baseline water management. Soil Science and Plant Nutrition 2018; 64: 47–58
  30. Winton S, Richardson C: Zoogeochemistry: bird grazing enhances wetland methane emissions. Geophysical Research Abstracts 2019; 21: p1-1
  31. Schmitz OJ et al: Animals and the zoogeochemistry of the carbon cycle. Science 2018; 362: 1127
  32. Clauss M et al: Methane emissions of geese (Anser anser) and turkeys (Meleagris gallopavo) fed pelleted lucerne. Comparative Biochemistry & Physiology Part A Molecular Integrative Physiology 2020; 242: e110651
  33. Hackstein JHP, Van Alen TA: Fecal methanogens and vertebrate evolution. Evolution 1996; 50: 559-572
  34. Bonaglia S et al: Methane fluxes from coastal sediments are enhanced by macrofauna. Scientific Reports 2017; 7: e13145
  35. Da Silva MG et al: Increase of methane emission linked to net cage fish farms in a tropical reservoir. Environmental Challenges 2021; 5: e100287
  36. Gold T: The Deep Hot Biosphere – the Myth of Fossil Fuels. Springer, New York 2001
  37. Römer M et al: Amount and fate of gas and oil discharged at 3400 m water depth from a natural seep site in the southern Gulf of Mexico. Frontiers in Marine Science 2019; 6: e700
  38. Weeks SJ et al: Hydrogen sulfide eruptions in the Atlantic Ocean off southern Africa. Deep Sea Research Pt1 2004; 51: 153-172
  39. Jones N: How dangerous is Africa’s explosive Lake Kivu? Nature 2021; 597: 466-470
  40. Barley S: Stir up this lake at the peril of millions. New Scientist 12. Sept. 2009: 14
  41. Vielstädte L et al: Shallow gas migration along hydrocarbon wells – an unconsidered, anthropogenic source of biogenic methane in the North Sea. Environmental Science & Technology 2017; 51: 10262-10268
  42. Borges AV et al: Massive marine methane emissions from near-shore shallow coastal areas. Scientific Reports 2016; 6: e27908
  43. Sano Y et al: Origin of methane-rich natural gas at the West Pacific convergent plate boundary. Scientific Reports 2017; 7: e15646
  44. Klein F et al: Abiotic methane synthesis and serpentinization in olivine-hosted fluid inclusions. PNAS 2019; 116: 17666-17672
  45. Foustoukos DI, Seyfried WE: Hydrocarbons in hydrothermal vent fluids: The role of chromium-bearing catalysts. Science 2004; 304: 1002-1005
  46. Kutcherov V, Kolesnikov A (Eds): Hydrocarbon. Intech, Rijeka 2013
  47. Kenney JF et al: The evolution of multicomponent systems at high pressures: VI. The thermodynamic stability of the hydrogen–carbon system: The genesis of hydrocarbons and the origin of petroleum. PNAS 2002; 99: 10976-10981
  48. Scott HP et al: Generation of methane in Earth’s mantle: In situ high pressure-temperature measurements of carbonate reduction. PNAS 2004; 101: 14023-14026
  49. Wang DT et al: Clumped isotopologue constraints on the origin of methane at seafloor hot springs. Geochimica et Cosmochimica Acta 2018; 223: 141–158
  50. Etiope G: Natural Gas Seepage: The Earth’s Hydrocarbon Degassing. Springer, Cham 2015
  51. Plaza-Faverola A: Seabed methane release follows the rhythm of the tides. Sciencenorway.no 2. July 2021
  52. Levin LA et al: Hydrothermal vents and methane seeps: rethinking the sphere of influence. Frontiers in Marine Science 2016; 3: e72
  53. Judd AG: Geological Sources of Methane. In: Khalil MAK (Ed): Atmospheric Methane. Springer, Berlin 2000: 280-303
  54. Kietäväinen R Purkamo L: The origin, source, and cycling of methane in deep crystalline rock biosphere. Frontiers in Microbiology 2015; 6: e725
  55. Schoell M: Multiple origins of methane in the earth. Chemical Geology 1988; 71: 1-10
  56. Petford N, McCaffrey KJW (Eds): Hydrocarbons in Crystalline Rocks. Geological Society, Special Publication 214, London 2003
  57. Bizic M et al: Aquatic and terrestrial cyanobacteria produce methane. Science Advances 2020; 6: eaax5343
  58. Prasanna R et al: Methane production in rice soil is inhibited by cyanobacteria. Microbiological Research 2002; 157: 1-6
  59. Miyake J et al: Biotechnological hydrogen production: research for efficient light energy conversion. Journal of Biotechnology 1999; 70: 89-101
  60. Aiyer K: The great oxidation event: how cyanobacteria changed life. ASM articles 18. Feb. 2022
  61. Bizic M: Phytoplankton photosynthesis: an unexplored source of biogenic methane emission from oxic environments. Journal of Plankton Research 2021; 43: 822-830
  62. Keppler F et al: Methane emissions from terrestrial plants under aerobic conditions. Nature 2006; 439: 187-191
  63. Ernst L et al: Methane formation driven by reactive oxygen species across all living organisms. Nature 2022; 603: 482-487
  64. Max-Planck-Institut: Die vergessene Methan-Quelle. Pressemeldung vom 11. Jam. 2006
  65. Anon: Kompostierung. www.chemie.de abgerufen am 4. Okt. 2022
  66. Knowlton C et al: Microbial analyses of ancient ice core sections from Greenland and Antarctica. Biology 2013; 2: 206-232
  67. Darcy JL et al: Spatial autocorrelation of microbial communities atop a debris-covered glacier is evidence of a supraglacial chronosequence. FEMS Microbiology Ecology 2017; 93: fix095
  68. Nagatsuka N et al: Mineralogical composition of cryoconite on glaciers in northwest Greenland. Bulletin of Glaciological Research 2014; 32: 107-114
  69. Stauffer B: Die Zusammensetzung der Luft in natürlichem Eis. Zeitschrift für Gletscherkunde und Glazialgeologie 1981; 17: 57-78
  70. Rhodes RH et al: Local artifacts in ice core methane records caused by layered bubble trapping and in situ production: a multi-site investigation. Climate in the Past 2016; 12: 1061-1077
  71. Robbins RC et al: Analysis of ancient atmospheres. Journal of Geophysical Research 1973; 78: 5341-5344
  72. Kai FM et al: Reduced methane growth rate explained by decreased Northern Hemisphere microbial sources. Nature 2011; 476: 194-197
  73. Tollefson J: Scientists raise alarm over ‘dangerously fast’ growth in atmospheric methane. Nature 2022; doi: https://doi.org/10.1038/d41586-022-00312-2
  74. Penger JS: Einflüsse auf die Kohlenstoffisotopenfraktionierung in methanogenen Systemen. Dissertation, Marburg 2012
  75. Wynn JG, Bird MJ: C4-derived soil organic carbon decomposes faster than its C3 counterpart in mixed C3/C4 soils. Global Change Biology 2007; 13: 1–12
  76. Kohn MJ: Carbon isotope compositions of terrestrial C3 plants as indicators of (paleo)ecology and (paleo)climate. PNAS 2010; 107: 1969119695
  77. Hmiel B et al: Preindustrial 14CH4 indicates greater anthropogenic fossil CH4 emissions. Nature 2020; 578: 409-412
  78. Kessler JD et al: A survey of methane isotope abundance (14C, 13C, 2H) from five nearshore marine basins that reveals unusual radiocarbon levels in subsurface waters. Journal of Geophysical Research 2008; 113: C12021
  79. Dinauer A et al: Mysteriously high Δ14C of the glacial atmosphere: influence of 14C production and carbon cycle changes. Climate in the Past 2020; 16: 1159–1185
  80. Michaud AB et al: Microbial oxidation as a methane sink beneath the west Antarctic ice sheet. Nature Geoscience 2017; 10: 582-586
  81. Wahlen M et al: Carbon-14 in methane sources and in atmospheric methane: the contribution from fossil carbon. Science 1989; 245: 286-290
  82. IPCC: Trace gases: current observations, trends, and budgets. Climate Change 2001
  83. Van der Kemp WJM et al: In situ produced 14C by cosmic ray muons in ablating Antarctic ice. Tellus 2002; 54B: 186-192
  84. BenZvi S et al: Obtaining a history of the flux of cosmic rays using in situ cosmogenic 14C trapped in polar ice. Proceedings of Science; 36th International Cosmic Ray Conference -ICRC2019 July 24th – August 1st, 2019 Madison, WI, U.S.A.
  85. Van Allen JA (Ed): Cosmic Rays, The Sun and Geomagnetism. American Geophysical Union, Washington 1993
  86. Bathellier C et al: Carbon Isotope Fractionation in Plant Respiration. In: Tcherkez G, Ghashghaie J (Eds) Plant Respiration: Metabolic Fluxes and Carbon Balance. Advances in Photosynthesis and Respiration, 2017; 43: 43-68
  87. Chappellaz J et al: The ice core record of atmospheric methane. In: Khalil MAK (Ed): Atmospheric Methane. Springer, Berlin 2000: 9-24
  88. Schaller CF et al: Critical porosity of gas enclosure in polar firn independent of climate. Climate in the Past 2017; 13: 1685-1693
  89. Weber T et al: Global ocean methane emissions dominated by shallow coastal waters. Nature Communications 2019; 10: e4584
  90. Skarke A et al: Widespread methane leakage from the sea floor on the northern US Atlantic margin. Nature Geoscience 2014; 7: 657-661
  91. Carrier V et al: The impact of methane on microbial communities at marine arctic gas hydrate bearing sediment. Frontiers in Microbiology 2020; 11: e1932
  92. Turner PJ et al: Methane seeps on the US Atlantic margin and their potential importance to populations of the commercially valuable deep-sea red crab, Chaceon quinquedens. Frontiers in Marine Science 2020; 7: e75
  93. Niemann H et al: Methane-carbon flow into the benthic food web at cold sweeps – A case study from the Costa Rica subductions zone. PLoS One 2013; 8: e74894
  94. Thurber AR et al: Archaea in metazoan diets: implications for food webs and biogeochemical cycling. ISME Journal 2012; 6: 1602-1612
  95. Marcon Y et al: Variability of natural methane bubble release at Southern Hydrate Ridge. Geochemistry, Geophysics, Geosystems 2021; 22: e2021GC009894
  96. Johnson HP et al: Methane plume emissions associated with Puget Sound faults in the Cascadia forearc. Geochemistry, Geophysics, Geosystems 2022; 23: e21021GC010211
  97. Kumpitsch C et al: Reduced B12 uptake and increased gastrointestinal formate are associated with archaeome-mediated breath methane emission in humans. Microbiome 2021; 9: e193
  98. Bisson B: Methane gas explosion during colonoscopy. Gastroenterology Nursing 1997; 20: 136-137
  99. Dhebri AR, Afify SE: Free gas in the peritoneal cavity: the final hazard of diathermy. Postgraduate Medical Journal 2002; 78: 496–497
  100. Josemanders DFG et al: Colonic explosion during endoscopic polypectomy: avoidable complication or bad luck? Endoscopy 2006; 38: 943-944
  101. Keeling RF et al: Atmospheric evidence for a global secular increase in carbon isotopic discrimination of land photosynthesis. PNAS 2017; 114: 10361–10366
  102. Kovaltsov GA et al: A new model of cosmogenic production of radiocarbon 14C in the atmosphere. Earth and Planetary Science Letters 2012; 337-338: 114-120
  103. Adolphi F, Muscheler R: Synchronizing the Greenland ice score and radiocarbon timescales over the Holocene – Bayesian wiggle-matching of cosmogenic radionuclide records. Climate in the Past 2016; 12: 15-30
  104. Steinhilber F et al: 9,400 years of cosmic radiation and solar activity from ice cores and tree rings. PNAS 2012; 109: 59675971
  105. Dällenbach A et al: Changes in the atmospheric CH4 gradient between Greenland and Antarctica during the Last Glacial and the transition to the Holocene. Geophysical Research Letters 2000; 27 :1005- 1008
  106. Hopcroft PO et al: Bayesian analysis of the glacial-interglacial methane increase constrained by stable isotopes and earth system modeling. Geophysical Research Letters 2018; 45: 3653–3663

***

Bron hier.

***