Guus Berkhout.

Door Jan van Friesland.

1. U wilt naar een nieuw tijdperk. Is dat niet overdreven?

Steeds meer mensen maken zich grote zorgen over de snel stijgende energie-armoede, de niet-aflatende stroom van asielimmigranten, de toenemende invloed van de georganiseerde misdaad en de wegsmeltende saamhorigheid. Ze schamen zich ook dood voor het groeiend aantal voedselbanken en daklozen in ons land. En ze zijn het meer dan zat dat de overheid zich overal mee bemoeit, maar niets oplost.

We zijn een land van demonstraties, files en wachtlijsten geworden. Ik ga maar niet de bekende lange rij langs. Wist u overigens dat er nu ook al een wachtlijst is voor aansluiting op ons elektriciteitsnet? Nog niet zo lang geleden hadden we nog een 5-sterren stroomnet. Alles wat we met kennis en hard werken hebben opgebouwd, wordt nu in korte tijd afgebroken. Wat gebeurt er met ons mooie land? Hoe ziet de toekomst eruit?

De bevolking is crisis moe en gelooft er niet meer in dat het ooit nog goed zal komen. Het vertrouwen in Rutte IV is nu zelfs gedaald naar minder dan 20%! Hier en daar wat repareren helpt allang niet meer. We moeten naar een nieuw tijdperk, dat is écht niet overdreven.

De overheid is er niet voor de burger, zoals dat zou moeten, maar de burger is er voor de overheid.

2. Zijn het alleen de kabinetten Rutte, of is er ook iets met de grondslagen van de politiek, de democratie?

Het is niet alleen Mark Rutte; al veel langer is onze democratie in verval geraakt. In een goed functionerende democratie heeft de burger invloed op hoe het land wordt bestuurd. Dat betekent niet alleen invloed op de samenstelling van de regering (via verkiezingen), maar ook invloed op de besluiten van de regering (via referenda). Juist in deze moderne tijd is de invloed van burgers op wat er besloten wordt onmisbaar, omdat zij de enigen zijn die kennis hebben van wat er werkelijk in de samenleving (‘de werkvloer van politici’) gebeurt. In een complexe samenleving is een goedlopende democratie belangrijker dan ooit.

Maar helaas, in plaats gebruik te maken van burgers, zien we juist dat excellente ideeën uit de samenleving door de politiek worden genegeerd en de eigen partijstokpaardjes voorrang krijgen. Voorbeelden zijn hoogwaardige oplossingen van burgers voor de onbetaalbare energietransitie, de dolgedraaide asielimmigratie en de verziekte arbeidsmarkt. Mensen die vanuit hun ervaring met verrassend goede oplossingen komen, worden niet alleen genegeerd, ze worden ook in een kwaad daglicht gesteld en monddood gemaakt. Dat heeft weinig meer met democratie te maken.

Stap voor stap is er een omgekeerde wereld gecreëerd. De overheid is er niet voor de burger, zoals dat zou moeten, maar de burger is er voor de overheid. Die overheid legt burgers steeds meer regels op en laat burgers steeds meer belasting betalen.

Bovendien speelt er op de achtergrond nóg iets. Het lidmaatschap van de EU heeft tot gevolg dat onze regering steeds minder heeft te vertellen. De eigenlijke macht is stap voor stap overgeheveld van Den Haag naar Brussel. We zijn een kleine provincie van een uitdijende EU geworden en onze ministers functioneren steeds meer als zetbazen van een Brusselse toplaag. Hoe vaak horen we onze onderdanige ministers niet zeggen: ‘Dat mag niet van Brussel.’ Wat daarbij meestal vergeten wordt, is dat de Europese Commissie (EC) niet bestaat uit gekozen bewindslieden, maar uit ingehuurde ambtenaren die door ons worden gefinancierd. Het zijn veelal uitgerangeerde politici uit de nationale politiek die zich dik laten betalen. Met democratie heeft het allemaal niets te maken.

In Brussel heerst er dus helemaal een omgekeerde wereld. We hebben in Den Haag weinig te vertellen, maar in Brussel weten ze zelfs niet dat we bestaan. Met alle respect voor de weinige uitstekende parlementsleden die er nog zijn, maar onze democratie is een peperdure poppenkast geworden.

3. U wilt een zakenkabinet. Hoe ziet u dat voor zich?

We zitten in Den Haag met bewindslieden die zich laten leiden door partijbelangen en – door een gênant gebrek aan kennis – zich laten adviseren door dubieuze organisaties. Resultaat is dat als ze dan eindelijk een beslissing nemen, die niet alleen steevast te laat is maar ook meestal steevast verkeerd. Zo zijn in de afgelopen decennia de opeenstapeling van ontsporingen ontstaan. Hoe komen we daaruit?

Als we deze politieke nachtmerrie achter ons willen laten en op een voortvarende manier orde op zaken willen stellen, kan dat alleen maar worden uitgevoerd door een kabinet met kennis van zaken, een zogenaamd zakenkabinet. Zo’n zakenkabinet functioneert als een herstel- en vernieuwingskabinet. Het bestaat uit een team van collegiale projectministers met een hoog probleemoplossend vermogen en een grote daadkracht, eigenschappen die we nu zo hard missen. Teamleider is de minister-president. In mijn nieuwe boek wordt een concreet voorbeeld gegeven hoe zo’n kabinet er uit kan zien.

Verwacht mag worden dat de velen die nu profiteren van het bestaande politieke circus (beroepspolitici, onderzoekbureaus, adviescommissies, lobbyisten) met eindeloze verhalen zullen komen waarom het allemaal niet kan. Natuurlijk willen zij hun mooie posities niet kwijt, maar mijn advies is om daar niet naar te luisteren! Zij zijn het die er een zootje van hebben gemaakt!

4. Eerder was Oud-Minister Veerman (CDA) ook al een pleitbezorger daarvan. Waarom is de tijd daar nu rijp voor?

Ja, een zakenkabinet is zeker niet nieuw en in mei 2021 stelde ook oud-minister Veerman dat voor, met als doel een cultuurverandering in de Haagse politiek. Een goed punt van Veerman, maar het gaat zeker niet alleen om een zakenkabinet. In het bestaande systeem zijn bewindslieden uitvoerders van een in beton gegoten regeerakkoord. Daar krijg je echt geen topbestuurders voor. Er moet tegelijkertijd veel meer gebeuren.

De rode draad in het boek is dat het sterke verval in onze democratie alleen maar hersteld kan worden als we bereid zijn om naar het totale plaatje te kijken. Immers, in de moderne samenleving hangt alles aan elkaar. Vandaar dat mijn hervormingsvoorstellen worden gedragen door een netwerk van samenhangende veranderingen. Tezamen vormen ze de grootste hervorming van ons land sinds Thorbecke. Het zakenkabinet gaat die historische hervorming leiden.

Wat de politiek nu doet, is burgers willens en wetens met ondeugdelijke modellen voor de gek houden. Onze universiteiten weigeren een open debat hierover te voeren.

5. Het klimaatdebat zit muurvast door verkeerde percepties van veel onkundige politici. Hoe doorbreek je dat? 

Het klimaatdebat kunnen we vlot trekken door ook dat debat onderdeel te maken van een groter geheel. Als we dat doen, kunnen we de absurditeit van het huidige klimaatbeleid nog beter zichtbaar maken. Als we goed kijken naar de werkwijze van de overheid, dan zien we dat in alle beleidsvelden de aanpak dezelfde is. Er wordt door een overheidsinstituut, zoals het RIVM, een rekenmodel gemaakt. Dat model claimt de werkelijkheid weer te geven.

De hoofdrolspeler in al die rekenmodellen is een kwaadaardige emissiebron die bestreden moet worden. Voorts is er een overdrachtsalgoritme dat de depositie van de emissie uitrekent bij een aantal relevante ontvangers. Die depositiewaarden in het ontvanggebied moeten onder een wettelijke grenswaarde liggen. Zo niet, dan gaat de overheid in het brongebied wettelijke maatregelen nemen (‘mitigatie’). Bekende voorbeelden zijn lawaaigrenzen rondom Schiphol, stikstofgrenzen in natuurgebieden en CO2-grenzen in de atmosfeer.

Het probleem is dat makers van rekenmodellen alle uitkomsten kunnen maken die gewenst zijn in het voorgenomen overheidsbeleid. In alle bovengenoemde beleidsgebieden laten metingen overduidelijk zien dat die modellen niet overeenkomen met de werkelijkheid. Toch blijft de overheid vasthouden aan die foute modellen en worden de metingen weggemoffeld. Het verontrustende is dat de overheid ‘de smaak te pakken heeft’ en dit in alle beleidsgebieden wil gaan toepassen.

Ik heb mijn hele wetenschappelijke leven veel onderzoek gedaan in het valideren van rekenmodellen. Met mijn publicaties heb ik bewindslieden, volksvertegenwoordigers en ambtenaren voortdurend gewaarschuwd voor het toepassen van rekenmodellen in ingewikkelde situaties. Mijn advies was en is dat de enige juiste oplossing bij complexe problemen luidt: ‘investeer in een meetnetwerk van hoge kwaliteit’. Maar meten is niet populair bij politici. Wat de politiek nu doet, is burgers willens en wetens met ondeugdelijke modellen voor de gek houden. Onze universiteiten weigeren een open debat hierover te voeren.’

Ondertussen zijn we ook nog bezig ons elektriciteitsnet op te blazen.

6. Hoe betrouwbaar is onze energievoorziening op dit moment?

Een oudhollands spreekwoord zegt: ‘Je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt.’ Maar dat heeft de politiek wel gedaan met onze energievoorziening. Ver voor de boycot van Russisch gas was het al een ‘doodzonde’ te investeren in fossiele brandstoffen. Echter, daar stond geen adequate vervanger tegenover. Geen verrassing dat de gevolgen inmiddels dramatisch zijn.

Ondertussen zijn we ook nog bezig ons elektriciteitsnet op te blazen. Dat zit als volgt. Ons elektriciteitsnet kan vrijwel geen energie opslaan. Wat erin komt van de stroomleveranciers, moet er vrijwel gelijk weer uit naar de stroomgebruikers. Leveranciers dienen zich dus voortdurend aan te passen aan de vraag! Dat ging altijd voortreffelijk, maar ook daar heeft de overheid een rotzooi van gemaakt. Die heeft de afgelopen jaren steeds meer onvoorspelbare aanbieders aan ons stroomnet gehangen. Zonnepanelen en windmolens zijn voorbeelden van zulke volledig onvoorspelbare stroomleveranciers. Hoe meer van die bronnen, hoe groter de problemen voor het net. Toch blijft er overheidssubsidie stromen naar energiebronnen die het net instabieler te maken.

Maar ik zeg u: het wordt in de toekomst nóg erger. Wat de Brusselse bestuurders nu willen doen – ons dwingen allemaal elektrisch te gaan rijden – zal de chaos op ons stroomnet compleet maken. Dat is snel uitgelegd. De gemiddelde opslagcapaciteit per elektrische auto is 50 kWh. Als we rekenen met 10 miljoen Nederlandse auto’s, hebben die een totale opslagcapaciteit van 10 miljoen x 50 kWh = 500 miljoen kWh. Die 500 miljoen kWh aan onvoorspelbare vraag moeten nu van Brussel óók aan ons net worden gehangen. Dus krijgen we te maken met sterke pieken en dalen aan de aanbodkant én sterke pieken en dalen aan de vraagkant. Met die bizarre combinatie blazen we gegarandeerd ons hele elektriciteitsnet op.

 

Nog een laatste opmerking hierover. Het concept ‘Energy Return On Investment’ (EROI) is een krachtige maat om keuzen te maken in energiebeleid: ‘Hoeveel energie moet ik er eerst in stoppen om een bepaalde hoeveel energie aan het eind eruit te halen: ‘EROI = energie-uit/ energie-in’. Er zijn kolossale verschillen. Enkele algemeen geaccepteerde getallen:

Kernenergie 75, Fossiele brandstoffen 30, Windturbines (incl. back-up) 4 en Zonnepanelen (incl. back-up) 1.5. Kijken we ook naar het economische plaatje, dan is een EROI kleiner dan 7 verliesgevend, hetgeen betekent dat er bij windturbines en zonnepanelen permanent subsidies bij moeten. Dan hebben we het nog niet over de milieuschade.

7. U spreekt over een verstikkende bureaucratie in Nederland. Hoe komen we daarvan af?

Kijkend naar de bestuurlijke chaos, is het overduidelijk dat doorgaan met het plakken van Rutte-pleisters allang geen oplossing meer is. Dat wordt al kabinettenlang gedaan. Het heeft geleid tot een absurd ingewikkelde regelgeving (‘pleisters op pleisters op pleisters’), waar niemand meer een touw aan vast kan knopen. Het gevolg van al die zelfgemaakte ingewikkeldheid is dat er steeds meer bureaucratische banen worden gecreëerd.

In mijn nieuwe boek wordt onderscheid gemaakt tussen rondpompbanen (RP-banen) en gebakkenluchtbanen (GL-banen). Het aantal RP’ers en GL’ers is in onze economie ondertussen opgelopen tot ca. 3 miljoen. Wist u dat als we in ons land wat voor elkaar willen krijgen (denk bijvoorbeeld aan de woningbouw), dat niet lukt door de bestaande regelgeving? En die regelgeving wordt steeds erger!

Maar er is hoop. Ik kom met een frontale aanval op de verstikkende bureaucratie. De basis van het massale de-bureaucratiseringsplan is verrassend eenvoudig en wordt gerealiseerd door de invoering van het Brede Basis Inkomen (BBI). Daarmee vaag ik in één klap alle RP- en GL-banen weg. In mijn boek leg ik met talloze voorbeelden uit dat met het BBI drie problemen tegelijk worden opgelost: 1) verhoging van de bestaanszekerheid, 2) verhoging van de zorgkwaliteit en 3) verhoging van de arbeidsproductiviteit. Werken wordt weer lonend en het plezier op de werkvloer neemt meer toe.

Rutte IV is de greep op de ontwikkelingen volkomen kwijt.

8. Onze maatschappij vraagt om technische oplossingen, van zeg ingenieurs, maar geven wij ze wel genoeg credit?

In de afgelopen eeuwen is veel geloof en bijgeloof vervangen door rationele denkkracht (‘Verlichting’). Centraal in die revolutie stond het concept ‘Van meten naar weten’. In het bedenken, ontwerpen en maken van de daarvoor vereiste apparatuur speelden de ingenieurs van toen een onmisbare rol. Die rol is in de technologie-intensieve samenleving van nu alleen maar belangrijker geworden.

Zoals ik zojuist heb uitgelegd, moeten we helaas constateren dat het aantal RP- en GL-banen spectaculair is toegenomen, maar dat de hoeveelheid jongeren die voor een technische baan kiest sterk is achtergebleven. Dat heeft grote negatieve gevolgen voor ons land.

Denk bijvoorbeeld aan ons 5-sterren stroomnetwerk van vroeger. Dat werd ontworpen, gebouwd en onderhouden door topingenieurs. Die zijn nu steeds moeilijker te vinden en wat er nu met onze stroomvoorziening gebeurt: die verloedering zou vroeger ondenkbaar zijn geweest.

9. U maakt zich zorgen over de jongeren. Waarom?

De jeugd is onze toekomst. Jongeren moeten daarom een uitstekende opleiding krijgen, waarin we ze kritisch leren denken en waarbij we de grote verscheidenheid aan talenten zo goed mogelijk ontwikkelen. En we moeten ze inspireren om hun leven een zinvolle invulling te geven.

Maar we hebben eerder het omgekeerde gedaan. In plaats van onze jongeren kritisch te leren denken, indoctrineren we ze al op jonge leeftijd met foute modellen en laten we ze kiezen voor gebakkenluchtstudies. We leveren steeds meer slecht opgeleide en sombere jongeren af. Weerbaarheid en aanpassingsvermogen nemen verontrustend af.

Mijn advies aan de jeugd is om van docenten te eisen dat ze je leren HOE te denken en niet dat ze je leren WAT te denken. En laat je niet overhalen een studie te volgen die je gereedmaakt voor een rondpomp- of gebakkenluchtbaan. Dan kies je voor een zinloze invulling van je leven. Kies voor een studie die je opleidt voor een échte baan, dat is een baan met een hoge technische, economische en maatschappelijke toegevoegde waarde. Zo werk je mee aan een échte duurzame toekomst.

10. Wanneer moet volgens u kabinet Rutte IV naar huis?

Rutte IV is de greep op de ontwikkelingen volkomen kwijt. Bewindslieden blijken ver onder de maat; ze kunnen het gewoon niet. Natuurlijk dat de chaos regeert, natuurlijk dat Brussel gelast wat Den Haag moet doen.

Jan van Friesland.

Laat januari een geweldige eerste maand van het jaar worden en ons verlossen van dit kabinet. Na de val van Rutte IV kunnen gelijk burgerinitiatieven in actie komen om de hoogste prioriteiten van burgers zichtbaar te maken; uiteraard nog voordat de verkiezingstijd begint. Politieke partijen die dat negeren vallen vóór de verkiezingen al door de mand.

Burgers kiezen niet alleen op hun favoriete Partij, maar ook op hun favoriete Coalitie, zo stel ik voor. Na de verkiezingen zijn niet alleen de zetels verdeeld, maar is ook de Coalitie van het Volk bekend. Let op mijn woorden, deze verkiezingen monden uit in een volksfeest!

***

Guus Berkhout: ‘Naar een nieuw tijdsperk met een zakenkabinet’. Hier te bestellen.