Een bijdrage van Leonardo da Gioiella.

Er is voor ieder van ons, die zich met klimaat bezig houdt, en niet van paniek met zijn stoel achterover valt, troost te vinden. Niet in de Main Stream Media, die laten ons in de kou staan. Die hebben gekozen voor hun eigen narratief, en de aanwijzingen van de persorganisatie CCN – Climate Change Now. Die grossieren in rampverhalen.

Maar in de geschreven geschiedenis, én in de Bijbel – ook een geschiedenis, van aan God toegeschreven daden en influisteringen – en ook wel in de science fiction literatuur – waar zoveel verscheidene openingen worden gelaten voor de nabije en verre toekomst – ja, daar zal troost te vinden zijn.

En troost hebben we toch allemaal nodig, nietwaar? Ik in ieder geval wel. Ik vind dat alarmisme met de dag enger worden, als water dat aan je voeten komt kabbelen, terwijl ik toch op een heuvel zit.

In een duistere passage zegt de Bijbel dat we eerst tijd en tijden en een halve tijd overgeleverd zijn aan de Boze en zijn kwaad. Nou, die eerste tijd zijn we nog lang niet uit, gezien al het kwaad dat nog over ons heen moet komen. Dus je zou kunnen zeggen, het zal niet alleen onze tijd wel duren, maar ook die van onze kinderen en onze kleinkinderen. Ik zal het hier nu hebben over gisteren, vandaag en morgen als deeltijden van die eerste tijd.

Vandaag: voor de wanhopigen onder ons

Tom Kizzia, een schrijver/journalist, native Alaskan, is als local speaker reisvergezeller voor toeristen op een cruiseschip dat de Glacier Bay en het daarbij behorende National Park aandoet, daar waar zich ijs aan het terugtrekken is. Hij heeft daarvan onlangs verslag gedaan in de New York Times. Nadat een ranger hem verteld heeft dat er ook toeristen zijn die denken dat the park’s warming trend is a natural planetary thing, noteert hij ondermeer dit

A difficulty the National Park Service faces, trying to tell the story of todays science, is that the park’s own brochure maps show lines and dates of a glacial retreat that do indeed make it look like a natural planetary thing. At Glacier Bay, the retreat — really more of a rout — began around 1750, when the glacial advance during a centuries-long period of cooler temperatures known as the Little Ice Age had reached its maximum extent. The entire bay was covered by a glacier more than 4,000 feet thick. The British Navy captain George Vancouver mapped the outer edge when he visited in 1794. By the time the naturalist John Muir arrived, in 1879, the ice had already retreated 40 miles up the bay. The smokestacks of the Industrial Revolution had only just started spewing carbon into the atmosphere.

Dat zou je toch moeten verlossen van klimaatangst. Je kunt je überhaupt afvragen of een cruise nou wel de juiste gelegenheid is om je klimaatangst te bevredigen. Hoe dan ook, aan het eind van zijn verslag gaat hij op een dek zitten, en terwijl de boot de baai verlaat luistert hij naar de negende van Mahler, het laatste deel, ook wel bekend als Mahler’s Abschied der Musik von der Welt des Irdischen, en besluit zijn verslag dan met …

As I watched the last glaciers recede from view, the violins eased me at last into the consoling adagio of geological time. The glaciers will come back someday. But our species will be gone.

Waarom?

En ik moet denken aan een verhaal van Arthur C. Clarke. Engeland is inmiddels een van God en mensen verlaten land, vanwege een op het gebied neerdalende arctische koude. Een professor uit Londen is één van de weinig achtergeblevenen, hij kon zijn stad niet achterlaten. Hij wordt al een tijdje geplaagd door een mysterieus geluid dat uit het noorden komt. Op enig moment ziet hij wolven en rendieren in de stad, en zelfs ijsberen. Als hij dan op een heldere dag zijn uitkijkpost opzoekt, om te kijken of hij daarvoor een reden kan ontwaren …

he finally detects the real origin of the northern sound, catching sight of the glitter of a threatening mass of glacial ice that is relentlessly advancing towards him.

Waarom eindigt een journalist zijn verhaal zo paniekerig, als ie weet dat we geen antwoord hebben op de belangrijkste vraag: waarom ging het ijs smelten – en hijzelf opschrijft:

the smokestacks of the Industrial Revolution had only just started …

Atlantis. Fantasie.

Gisteren: voor de onderzoekende geesten onder ons

Atlantis is de leefgemeenschap, een rijk, dat verdwenen is onder de golven van de Atlantische Oceaan. Wel, wij, de uit de klei getrokkenen, hebben ook zo’n verleden. Heel lang geleden woonden er op de Doggersbank mensen, die best wel onze voorvaderen kunnen zijn geweest, of zich in ieder geval vermengd hebben met wat ons altijd geleerd is dat onze voorvaderen waren: de Batavieren die de Rijn afzakten. Volgens de geschiedschrijving waren die Batavieren ruw volk, maar die Doggers waren beschaafde lui. Die mensen leefden er een rijk leven tussen herten, bevers, waterrallen en snoeken. Ze vierden feest, jaagden, treurden en lachten – althans volgens de NRC.

Ik had nu natuurlijk een boot kunnen verzinnen, die onder het Noordpoolijs vandaan tevoorschijn gekomen was, met daarin een bevroren Dogger die na ontdooiing nog bleek te leven. En die geraadpleegd kon worden over het leven toen. Zoiets als in Hibernatus, een Franse film, bekend door de aanwezigheid van Louis de Funès, die zichzelf dan uiteindelijk laat invriezen. Maar, volgens de archeologen, echte wetenschappers en hobbyisten, kunnen we het wel invullen wat er toen gebeurd is, getuige de reportage in NRC, meerdere reportages zelfs. Mede dankzij de zandopspuitingen aan onze kusten, vanaf de Doggersbank – nieuwe stranden zijn een waar paradijs voor de amateurs onder de vorsers van het verleden.

Zo’n 8000 jaar geleden moet de Doggersbank onder water zijn verdwenen, door een tsunami. Maar enkele tientallen eeuwen daarvoor waren het ook al catastrofale tijden. Het einde van de toenmalige ijstijd deed grote hoeveelheden ijs smelten, waardoor de waterspiegel steeg. En op Noord-Amerika lag een ijslaag die smolt en verwerd tot een grenzeloos groot meer, Lake Agassiz, dat echter leegliep doordat de Hudson Bay ook ontdooide. Daardoor steeg de waterspiegel nog meer (er zijn schattingen, op basis van modeluitkomsten, maar van zulk een bandbreedte dat het weinig zin heeft om daar serieuze aandacht aan te besteden).

Hoe dan ook, de bewoners van de Doggersbank moeten al ver voor die tsunami ongerust zijn geworden door het stijgende water. En moeten ook gevlucht zijn, niet alleen naar wat nu de lage landen heet, maar er zijn ook sporen gevonden, naast Engeland, in Frankrijk.

Die onrust laat zich met geen pen beschrijven. Daar moet je geen film van Louis de Funès bijhalen, dat is spotten met de menselijke diepte van ellende, zeker tegenover de club van klimatologen die liever ziet dat wij nu die angst voelen die die Doggers toen gevoeld moeten hebben. Nou ja, waren er toen klimatologen geweest, dan hadden ze toch een ander deuntje moeten verzinnen dan kooldioxide.

Al zijn er natuurlijk ook goeie redenen om te bedenken dat die angst er niet was. De aarde kende nog geen 8 miljard bewoners. En de NRC kan wel schrijven over feesten en lachen, maar daarvoor moet je met veel mensen zijn. De schattingen van de wereldbevolking voor 10.000 voor Christus lopen uiteen, van 1 miljoen via 4 miljoen tot 10 miljoen. Dus als je natte voeten dreigde te krijgen op de Doggersbank kon je niet vragen aan een buurman: wat denk jij daar nou van? Er waren geen alarmisten en sceptici. Ik denk dat ze gewoon een beetje opschoven … en daar hadden ze niet eens het woord mitigatie voor nodig.

Opnieuw: waarom?

De NRC kon er vorig jaar heel romantiserend over schrijven. Misschien dat ze daarom heel alarmistisch is nu? Als je denkt dat ze op de Doggersbank feestten, zeg maar een popfestival, dan moet je ook wel denken dat die mensen doodsangsten uitstonden omdat tijdens hun lange dansen ineens hun voeten het water raakten. Toch, dat NRC uit de behandeling van dit onderwerp, en met name uit de wetenschap dat het 4000 jaar heeft geduurd voor die enorme ijsmassa gesmolten was, geen lering heeft getrokken voor hoe om te gaan met onze huidige climate change gevoelens blijft een raadsel.

Morgen: voor de ongelovigen onder ons

Morgen is niet zichtbaar. Morgen is geen meetbare eenheid. Morgen is voelbaar in het doemdenken van de alarmisten. Morgen is niet voelbaar in de ontspannen zorgeloosheid van het niet-doem-denken – doordat de MSM het niet te onderdrukken bestaan daarvan coûte que coûte wil doodzwijgen. Maar morgen is onafwendbaar.

Morgen is niet beschreven in de geschiedenis. Dat is bovenal duidelijk geworden uit de maxime: als we iets leren van de geschiedenis is het wel dat we er niets van geleerd hebben. Morgen is beschreven in de Bijbel. Op een tamelijk ongeloofwaardige manier, op een wijze die voedingsbodem is voor het doemdenken: het menselijk tekort, het schuldgevoel … de zondeval!

Morgen is ook beschreven in de Science Fiction literatuur. Soms ongeloofwaardig – iemand verbeeldde het eens voor mij: SF-films zijn net westerns. De revolvers zijn vervangen door lasergeweren, en de stoppelbaarden zijn blotebillengezichten geworden. Desalniettemin, toch wel vaak beeldend en zeer voorstelbaar.

Ik hou niet van de lasergeweren, van de onverslaanbare robots. Ik ben meer gefascineerd door het ineenstorten van een samenleving. Daar is veel minder SF over. Vermoedelijk daarom dat de doembeweging geen problemen heeft om de massa te bewegen: ze hebben nooit geleerd te herkennen dat ook een samenleving kan desintegreren, door verkeerd denken. Vermoedelijk daarom dat Extinction Rebellion en Letzte Generation zo kunnen floreren.

Als voorbeeld zou ik kunnen noemen een mooi verhaal van John Wyndham, The Kraken Wakes. Of de film Planet of the Apes, de moederversie. In het laatste geval wordt de catastrofe pas zichtbaar als Charlton Heston op zijn paard de toekomst inrijdt, en het vrijheidsbeeld ontdekt, zijn Statue of Liberty onder zand bedolven. Maar over de oorzaak van de teloorgang van de menselijke beschaving, en de opkomst van de apen, kan, evenals in de verhalen van Wyndham, niks meegedeeld worden, niet veel meer dan dat het een atoombom moet zijn geweest.

Ik had gedacht nu twee astronautische goden op te voeren, reizigers vanaf een verre planeet: eentje die gewoon langskomt, uit nieuwsgierigheid, een andere die zijn planeet ontvlucht is vanwege het aanbreken van die laatste halve tijd, de eindtijd – een soort goden die ons over belangrijke dingen en minder belangrijke dingen kond konden doen. Maar wat heeft dat voor zin?

De verhalen van zo’n intelligent leven over ijstijden en dinosaurussen op hun planeet blijven hetzelfde, hoe vergevorderd de beschaving, hoe intelligent dat leven ook. Wat heeft het voor zin om te verhalen van ijstijden en interglacialen, maar je kunt niks zeggen over de climate sensitivity die daar, klimatologische pijler, toch achter moet hebben gezeten. Om Wagner, de bioloog, maar eens te citeren:

It sweeps our ignorance under the rug by giving it a different name.

En het kan je wel vertellen over dinosaurussen, maar evenals onze beschaving heeft het geen geheugen voor hoe ze aan hun eind gekomen zijn, en al helemaal niet waar vandaan: hoe hebben die beesten ooit kunnen vliegen?
Hoe oud je beschaving ook, alles blijft ingedikt als stroop. Ook de geschiedenis is een grot van Plato.

Dus ik houd het op een voor de eindtijd vluchtende astronaut, zijn halve tijd. Ik weet een beetje hoe die er uit kan zien. James Bullock, een cosmologist, heeft daarover geschreven. Er is een titanenstrijd gaande tussen dark matter en dark energy. Eerst heeft dark matter de overhand, en aldus een handje geholpen bij het ontstaan van Universe – zonder die sterkere dark matter geen big bang. Maar nu zijn de rollen omgedraaid en gaat dark energy het winnen van dark matter en het universum om zeep helpen. Is het al mee bezig. En het eindigt er mee da:

virtually all new galaxy formation will cease.

Poeh, en wij moeten ons druk maken over een beetje climate change?

Nou ja, het eindigt met

a last triumphant opportunity for our Universe to produce life, and maybe even a few critters to look up at the stars and wonder how they came to be.

Een beetje verwarrend hoor, maar het zij zo, ik begrijp het.

En opnieuw: waarom? Waarom toch altijd maar die angstige eindtijd?

Zo’n Universe traveller gaat er komen, zeker weten; van verder geëvalueerde, hogere intelligentie. Door die intelligentie zal hij zich kenbaar weten te maken aan ons, en ons ook gaan begrijpen – ook al hebben wij maar kleine zorgjes, vergeleken met hem … uh, of met haar.

Onze buitenaardse bezoeker zal het begrijpen zodra die ons ontdekt heeft. Het Universum is oneindig, tijd is oneindig, en leven is oneindig. En hij zal climate change relativeren … en wie weet, de doemaanzeggers voor eens en voor altijd de mond snoeren.

Terzijde: ik geloof in de hypothese van meerdere, zich herhalende big bangs, op verspreide locaties in het Universum, op verschillende tijdstippen … dus voor mij is het niet vreemd dat zo’n ruimtevaarder onze omgeving opzoekt.

Dit was uiteraard het moeilijkste deel van deze exercitie, het morgen. Waarschijnlijk de kost die niet gekocht gaat worden door de alarmist community: ze willen wel in SF geloven, zolang het maar hun SF is. Een stijging van de waterspiegel van 9 meter binnen afzienbare tijd wordt wel gevreten, een Groundhog Day Loop gaat er niet in bij die ouderlingen.

Ik had dit een beetje filosofisch willen houden. We krijgen van de alarmisten al genoeg noodsignalen over weer en klimaat – KNMI biedt die aan onder de titel De weersverwachting als venster op klimaatverandering, een soort attribution analysis avant la lettre – en daar gaan dan de sceptici weer tegenin … maar het blijft allemaal numeriek geneuzel.

En dat van die tijd en tijden en een halve tijd is ook maar een beetje filosofisch geneuzel, Joods filosofisch geneuzel dan. Want, terwijl ik dit aan het schrijven was, las ik van de week van een mevrouw in NRC die, erg begaan als ze was met alle mogelijke dierenzieltjes, als bijkomend voordeel van haar begaan zijn zag: Bovendien draagt een vegan dieet bij aan de oplossing van het wereldvoedselprobleem.

Zoiets kan een weldenkend mens niet beweren. Niet als je kijkt naar de EC die de landbouw biologisch-dynamisch wil maken – en daar zit weinig dynamiek in.

Maar het wordt lichtvaardig opgeschreven, voor een filosofe zeer lichtvaardig. Want, er is toch ook de Nederlandse regering. En die is van plan om zo’n 3000 boeren uit te kopen, niet om van hun boerderijen staatsbedrijven te maken, maar om de bedrijfstak de nek om te draaien. Zoals een econoom, niet main stream, het omschreef, met verwijzing naar de Dust Bowl die een extra zwieper aan de Great Depression gaf:

What is taking place in the Netherlands is a very dark omen for humanity. The most efficient nation on earth for producing food is to be destroyed all for CO2.

Lonardo da Gioiella.

Morgen is angstig dichtbij, het water kabbelt al aan onze voeten. Morgen hebben we meer troost nodig dan we ooit gevoeld hebben. Ik denk dat ik met Kerst de Mattheus Passion maar in de cd-player leg: Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen.

En maar hopen en bidden dat die goddelijke astronaut op tijd komt – voor dingen die uit de hemel nederdalen zijn we toch altijd nog gevoelig geweest.

***