Foto: Shutterstock.

Door Allen Brooks

Vertaling: Martien de Wit.

“Fysieke en economische realiteit moet niet alleen in aanmerking worden genomen, maar ook worden beheerst. Wensen en hopen op verandering is geen succesvolle bedrijfsstrategie en de afgelopen jaren hebben het management van BP wakker geschud.”

“Leaning in” [meebuigen] is een uitdrukking die CEO Bernard Looney van BP graag gebruikt om te beschrijven hoe zijn bedrijf de energietransitie omarmt. BP verandert van een “internationaal oliebedrijf” in een “internationaal energiebedrijf”, aldus Looney. Dit betekent meer hernieuwbare energie en minder olie en gas. Looney riep “leaning in” in februari 2020 toen hij nieuwe strategische doelstellingen voor BP introduceerde om “netto nul koolstofuitstoot op absolute basis te bereiken tegen 2050 of eerder.”

Het plan

In Looney’s presentatie Reimagining energy, reinventing BP[Een nieuwe kijk op energie, opnieuw BP uitvinden] zei hij dat BP zichzelf opnieuw moest uitvinden als producent van schone energie omdat de klimaatverandering dat vereist. Het bedrijf moest deel gaan uitmaken van de oplossing en niet langer van het probleem. Looney zei dat niet alleen het publiek een dergelijke verschuiving eiste, maar ook de investeerders en werknemers van BP. Sommige waarnemers vroegen zich af of dit een herhaling zou zijn van de eind jaren negentig mislukte rebranding van BP als Beyond Petroleum.

Looney haalde zijn eerste werkdag als CEO aan toen hij het kantoor van het bedrijf omringd zag door klimaatactivistische demonstranten die de sluiting ervan afdwongen. Voor Looney toonde dit de urgentie van de strategische verschuiving aan. In zijn presentatie zette Looney slechts vaag de belangrijkste aspecten van het nieuwe plan uiteen – minder olie en gas en meer investeringen in “groeimotoren” – terwijl hij in het najaar details beloofde.

Tegelijkertijd waarschuwde hij beleggers en gepensioneerden van BP dat de dividendgroei in gevaar zou kunnen komen door de lagere rendementen van investeringen in hernieuwbare energie, maar dat hun stabielere rendementen de cycliciteit van olie- en gasopbrengsten zouden compenseren.

Toen Looney medio februari 2020 sprak, was de coronapandemie net uitgebroken en ging als een golf over de hele wereld. De economische lockdown als medicijn voor het bestrijden van Covid vernietigde bijna de aardolie-industrie, waardoor BP’s nieuwe business plan een mogelijke winnaar werd.

Sindsdien zijn de wereldeconomieën weer op gang gekomen en hersteld. Het herstel ging gepaard met meer olie- en gasverbruik. Vorig jaar kwam er een extra stimulans voor olie en gas door de inval van Rusland in Oekraïne, waardoor de wereldenergiemarkten werden verstoord en Europa ertoe werd aangezet niet langer afhankelijk te zijn van goedkope Russische fossiele brandstoffen. De prijzen van olie, gas, kolen en elektriciteit stegen op het hele continent en in het Verenigd Koninkrijk. Plotseling werd energiezekerheid de belangrijkste overweging, waarbij zorgen over betaalbaarheid en vermindering van CO2 terzijde werden geschoven.

Het plan terugdraaien

Onlangs maakte BP zijn winstcijfers voor 2022 bekend – recordresultaten zoals bij alle grote olieconcurrenten. De aankondiging van BP’s winst- en dividendverhoging werd overschaduwd door Looney’s wijzigingen in zijn eerdere grote “heruitvindingsstrategie”.

In 2020 maakte het management plannen om aardolieactiva af te stoten, de kapitaalinvesteringen in de aardolieactiviteiten te verminderen, de investeringen in geothermische energie op te voeren en de toekomstige olieproductie te verlagen. Een hoeksteen van de nieuwe plannen was de vermindering van de olieproductie met 40% ten opzichte van het niveau van 2019 tegen 2030. Dit plan stond in schril contrast met de eerdere doelstelling van het bedrijf om de olieproductie tussen 2018 en 2030 met 20% te verhogen.

Toen BP op 7 februari zijn winstcijfers bekendmaakte, kondigde het management belangrijke aanpassingen aan op het plan om BP opnieuw uit te vinden. BP wil de productie tegen 2025 met ongeveer 12% verlagen ten opzichte van de aangepaste productie van 2019 en tegen 2030 met 25% in plaats van de geplande verlaging met 40%. Meer olie en gas betekent meer koolstofuitstoot, waardoor BP’s verwachtingen voor 2020 verder naar beneden worden bijgesteld.

BP is ook van plan zijn kapitaalinvesteringsprogramma te verhogen met $ 8 miljard voor elk van zijn olie- en gasbedrijven en groeimotoren (geothermische energie). De verhoogde investeringen zullen worden gefinancierd door aanzienlijk hoger verwachte kasstromen, deels als gevolg van hogere olieprijzen. BP gaat nu uit van een reële olieprijs van $ 70 per vat in 2030, tegenover de eerdere raming van $ 60. De hogere olieprijs voorspelt een extra winst voor rente, afschrijving en aflossing (EBITDA) van $ 4-6 miljard in 2030.

Door de kapitaalinvesteringen op te voeren, verwacht BP met geothermie tegen 2025 $ 1 miljard extra EBITDA te genereren en tegen 2030 $ 2 miljard. De $ 8 miljard aan extra kapitaal die voor olie en gas is uitgetrokken, zou nog eens $ 2 miljard moeten toevoegen aan de EBITDA van 2025 en $ 3 tot 4 miljard in 2030. Let op het hogere rendement van hun aardolie dan van hun geothermie. Dat is de kern van BP’s energietransitieprobleem.

Laag rendement van hernieuwbare energiebronnen

Bij de recente introductie van de ‘BP Energy Outlook‘ stelde een toehoorder een vraag:

“Kan het rendement van olie en gas met 15-20% en dat van duurzame energie met 6-8% worden verhoogd of moeten investeerders hun verwachtingen verlagen?”

Het panel bestaande uit BP’s hoofdeconoom, het hoofd van het International Renewable Energy Agency en de leider van het energieprogramma van Columbia University had geen antwoord. De vraag werd beantwoord toen BP zijn resultaten bekendmaakte – vertraag de stormloop op hernieuwbare energie en deel de buit van de hogere olieprijzen door hogere dividenden en aandeleninkoop.

Een week voor de bekendmaking van BP rapporteerde de Britse Shell recordwinst, terwijl het ook zijn plan voor de overgang naar groene energie aanpaste. Zowel BP als Shell hebben nu dus besloten hun inspanningen voor ‘hernieuwbare’ energie af te remmen en te heroriënteren. Tegelijkertijd hebben zij hun inspanningen voor hun traditionele olie- en gasactiviteiten, die steeds hogere rendementen opleveren, opgevoerd.

De lage rendementen van hernieuwbare energie zijn bekend. Zo bekend dat BP’s Looney waarschuwde voor het potentiële risico voor de dividendgroei van het bedrijf en zijn aandelenkoers als gevolg van de versnelde investeringen in ‘hernieuwbare’ energie. Hij beloofde het dividend te beschermen, dat later werd verlaagd vanwege de financiële gevolgen van de door Covid verstoorde economie.

De aandelenkoers van BP blijft achter bij die van zijn Amerikaanse tegenhangers sinds 2005, toen een ongeval met een raffinaderij aan 15 werknemers het leven kostte en het bedrijf in het defensief stuurde. Dat ongeluk werd vijf jaar later gevolgd door de explosie van de Macondo-bron in de Golf van Mexico, waardoor de grootste olieramp in de Amerikaanse geschiedenis ontstond en de toekomst van BP in gevaar kwam.

Veelzeggender zijn echter de beursprestaties van BP sinds de ineenstorting van de industrie begin 2020. Sindsdien is de koers van ExxonMobil verviervoudigd, terwijl de aandelen van BP slechts verdubbeld zijn. Shell en de Franse oliemaatschappij TotalEnergies SE hebben een vergelijkbare underperformance laten zien. Dergelijke resultaten vertellen ons dat beleggers minder onder de indruk zijn van het strategische antwoord van de in Europa gevestigde oliegiganten op de klimaatverandering, wat het rendement van de beleggers schaadt. Zolang de Europese oliemaatschappijen geen antwoorden ontwikkelen voor het lage rendement van ‘hernieuwbare’ energie, zullen beleggers de benen nemen.

Conclusie

Op Bloomberg TV’s London business show op de dag van BP’s publicatie van de winstcijfers vroegen de anchors: Koopt u op het kantelpunt BP? Het kopen op het kantelpunt zou de vraag beantwoorden of beleggers dachten dat BP het serieus meende zich los te maken van zijn geothermie-belangen en zich opnieuw te richten op olie en gas om tegemoet te komen aan de eisen van beleggers. Zo ja, dan zouden beleggers die zich zorgen maken over milieu-, sociale en bestuurskwesties het aandeel mijden. Of zouden beleggers BP’s aandelen moeten kopen omdat het toekomstige rendement zou verbeteren gezien de strategische koerswijziging?

De koers van BP steeg 8% op de dag van de bekendmaking van de winst en 3,4% de volgende dag. Beleggers accepteerden de ommezwaai omdat ze een beter kapitaalbeheer en meer winst en dividend in de toekomst zagen.

Allen Brooks.

De les van de laatste winst- en bedrijfsstrategie-aanpassingen van Big Oil is dat de ‘energietransitie’ veel trager verloopt of zelfs terug beweegt naar consumentvriendelijke, belastingneutrale energiebronnen. De betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie uit energiedichtheid corrigeert het magische denken over ‘hernieuwbare’ energie.

Fysieke en economische realiteit moet niet alleen in aanmerking worden genomen, maar ook worden beheerst. Wensen en hopen op verandering is geen succesvolle bedrijfsstrategie. De afgelopen jaren hebben het management van BP wakker geschud voor die realiteit.

***

Bron hier.

***