Rob Jetten. Foto Shutterstock.

Van een onzer correspondenten.

In de zoektocht naar extra maatregelen om het leven van de Nederlander aan banden te leggen, heeft klimaatminister Jetten het volgende bedacht: hoe groter de afstand die men moet vliegen, hoe meer ‘vliegtaks’ over de vliegticket wordt geheven. Hoe de maatregelen er precies gaan uitzien is nog niet geheel duidelijk. Volgens de Haagse ingewijden waar De Telegraaf mee gesproken heeft, is er in het kabinet ‘enthousiasme’ voor de vliegtaksverhoging, al is er nog geen knoop doorgehakt.

Ging de oude vliegbelasting al meer dan drie keer over de kop voor 2023, dit komt er nog extra bij. Als niets misgaat, zoals een onverhoedse val van het kabinet, zal de maatregel in het koffertje zitten dat minister Kaag (D66) op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Ambtenaren bepleitten al eerder een ‘afstandsafhankelijke vliegbelasting’. Men schetste twee maatregelenpakketten: eentje waarin de vliegtaks op langeafstandsvluchten naar 79 euro per persoon gaat, en een andere waarin de taks op 150 euro per persoon uitkomt. Ook voor middellange vluchten, tussen de 2.500 en 6.000 kilometer, zou de vliegtaks omhoog moeten, maar minder hard: naar 52 tot 75 euro.

Ambtenaren: De vliegtaks voor langeafstandsvluchten moeten verdrie- tot zesvoudigen, van de huidige 26 euro naar 79 tot 150 euro per passagier.

De luchtvaarsector is ontstemd en laat weten dat de aangescherpte klimaatplannen van creatieve armoede getuigen. Vraag is ook of Jetten met dit soort verregaande plannen niet in de sfeer komt van vrijheidsbeperkende maatregelen voor burgers. Voor andere typen van vervoer gelden nog geen afstandslimieten. En voor zover de ‘vervuiler’ moet betalen –C02-uitstoot is eerder een zegen voor de planeet – is aan de consument niet duidelijk te maken waarom de laatste kilometers op lange trajecten vervuilender zijn dan de eerste.

De wereld wordt inmiddels met D66 voor mensen met een kleinere beurs een stuk kleiner.

Familiebezoek met kinderen naar Amerika dreigt onbetaalbaar te worden voor mensen met een wat kleinere beurs. Tevens staat het haaks op de door D66 beleden ideologie van het globalisme. In het verkiezingsprogramma van D66 was nog sprake van een open wereld, waar ‘het buitenland steeds meer het binnenland is’. De partij stelde ervan overtuigd te zijn dat Nederland met een open blik naar de wereld moet kijken. Als relatief klein land met een open economie en een open samenleving waren we in de ogen van D66 in hoge mate afhankelijk van de ontwikkelingen in de wereld.

***

Bronnen hier en hier.

***