Jan Terlouw.

De zondagse beschouwing van Jan van Friesland.

Met het deze week verscheiden van Jan Terlouw (93) mist het klimaatalarmisme een van haar grote boegbeelden. Hij was overal een graag geziene gast. Terlouw was er diep van overtuigd dat de klimaatcrisis een direct gevolg was van menselijk handelen en dat het gebruik van fossiele brandstoffen het natuurlijk evenwicht verstoort. Zijn intense zorg werd allengs een heuse lamentatie als hij wanhoopte:

‘Het is toch vreselijk dat mijn achterkleinkinderen geen leefbare wereld meer zullen hebben.’

Jan was van de menselijke schuld, Jan was een domineeskind. De zorg voor de wereld en de bedenkelijke rol van de mens daarin is een grondthema wat het werk van meer domineeskinderen kenmerkt. Zij zijn kennelijk extra vatbaar voor klimaatalarmisme.

Mogelijk hebben zij een grote mate van moreel besef ingegoten gekregen door en thuis en tijdens de zondagse preek de stichtelijke woorden tot zich te moeten nemen. Hier preekte niet alleen de dominee, hier sprak ook nog je eigen vader. Hier kreeg je geen vette draai om de oren, zoals het stoute kind van de bakker, hier gold de verheven plechtstatigheid van het geloof in zondebesef: papa’s woorden, papa’s gezang, papa’s gebed. Terlouw staat niet alleen, er zijn meer talentvolle domineeskinderen die bovengemiddeld zorgen hebben over de toekomst van mens en wereld.

Ach, Annie MG Schmidt, dochter van een predikant uit Kapelle, kan met al haar levensvreugde en tegendraadsheid, uiteindelijk niet om haar geloofsbelijdenis heen dat mens en aarde teniet zullen gaan, wanneer zij tekstdicht:

‘Hier in Holland sterft de laatste vlinder op de allerlaatste bloem. En alle muziek die overblijft is de supersonische boem.’

Zij spreekt over ‘treurig lachen’ als levenshouding.

Geert Mak.

En domineeskind Geert Mak ziet in de voor hem zichtbare klimaatcrisis dat

‘maatschappelijke en sociale tegenstellingen op scherp worden gezet’.

Critici vinden dat hij een te zwartgallige en pessimistische toon heeft en spreken zelfs van klimaatpropaganda.

Mak:

‘Als de klimaatcrisis losbarst, is die geest nooit meer in de fles te krijgen.’ De historicus met vooruitziende blik: ‘De eenentwintigste eeuw wordt geen leuke eeuw. Het wordt hard en lastig, we krijgen grote energieproblemen, bevolkingsgroepen raken op drift. Daar moeten we mee leren omgaan.’

 

Rutger Bregman.

Domineeszoon Rutger Bregman heft ook zijn waarschuwende vinger voor de gevolgen van klimaatverandering, vooral voor ons land. In zijn pamflet Het water komt stelt hij dat het voortbestaan van Nederland op het spel staat door de stijgende zeespiegel als gevolg van klimaatverandering. Het geschrift zal in veel brievenbussen belanden. Bregman benadrukt dat Nederlanders niet alleen moeten strijden tegen het water, maar ook tegen hun eigen apathie en zuinigheid. Bij hem staat in zijn jeugd een vraag centraal als:

‘Wat is je moreel kompas?’

 

Freek de Jonge.

De optredens van predikantskind Freek de Jonge zijn ook doordesemd met klimaatalarmisme. Hij uit stevige kritiek op de manier waarop de energietransitie wordt overgelaten aan grote bedrijven als Shell. Hij vraagt zich daarbij af waarom de opbrengsten van zon en wind niet bij de burgers terechtkomen, maar bij aandeelhouders, en hekelt het feit dat bedrijven als Shell jarenlang winst hebben gemaakt ‘ten koste van het milieu’ zonder daarvoor te betalen. Hoewel hij geen exacte cijfers noemt, sluit zijn oordeel nauw aan bij de analyses van officiële instanties: De Jonge vindt dat Nederland te traag en onvoldoende ambitieus handelt om de gestelde doelen te halen.

 

Jan van Frisland.

Met de ontkerkelijking neemt ook het aantal domineeskinderen af en navenant het kerkelijk geinspireerde klimaatalarmisme. Terlouw wilde nog overal in Nederland een lege stoel zetten die bij elke vergadering de toekomst zou symboliseren en er aan hielp herinneren om duurzaamheid mee te wegen. Zijn plan om ook in de Tweede Kamer een 151e stoel te plaatsen, heeft het niet gehaald. Maar hij – het zal stellig het domineeskind in hem zijn geweest – bekeerde Rob Jetten (D66) tot het geloof in kernenergie. Dank Jan.

***