“Foei Kindje”, zei de Witte Koningin tot Alice,
“Je moet beter je best doen om het onmogelijke te geloven,
Op jouw leeftijd deed ik al tien geloofsoefeningen voor het ontbijt”.

Door Jozef Leen.

De volgende reactie stuurde ik naar De Tijd.

Er verschenen recent een aantal artikels in De Tijd over windturbines waarin steeds eenzijdig de visie van de windsector gepresenteerd wordt. Dat is zelfs het geval in uw analyse rapport, “Driekwart geplande windmolens dreigt door nieuwe afstandsregels op verbod te stuiten”.

Ook de actiegroepen tegen windturbines worden negatief afgeschilderd. Een illustratie daarvan is het artikel, “Vanwaar komt windmolenverzet? Enkele tientallen buurtbewoners, toch honderden bezwaarschriften. Dat klopt niet!”

Eigenlijk is dat sectorpropaganda vermomd als informatie. Bij deze eenzijdige desinformatie is het “de hoogste Tijd” voor een duidelijke burgerreactie. Dat gebeurt NIET vanuit een actiecomité of een overkoepelende organisatie zoals LEV (Leefbare Energie Vlaanderen) of Vent de Raison/Wind met Redelijkheid, WEL vanuit een individuele, nuchtere waarneming van “facts & figures”.

Dus vraag U niet nodeloos af vanwaar deze keer de wind komt. Het zou nuttig zijn als die wind ook bij de betrokken journalisten, de sector en bij Uw lezers geraakt.

1. De almachtige Vlaamse Overheid zal, zonder enige mogelijkheid van inhoudelijk burgerprotest, qua grote windmolens gelijk wat gelijk waar kunnen neerzetten. Hoe zou de perceptie anders kunnen zijn?

Gecombineerd met het Besluit van de Vlaamse Overheid van 10 juni 2022 waarbij die Overheid alle beslissingsbevoegdheid voor grote windturbines (> 1,5 Mw) naar zich toetrekt vormt de recent voorgestelde Bestemmingsneutraliteit een sluitstuk van de juridische fuik waarin de Burger rechteloos gevangen wordt:

2. Deze evolutie om ruimtelijke ordening te “regelen” met pseudo-wetgeving is problematisch op alle niveaus.

Juridisch was de Vlaamse Overheid al vastgelopen, in eindeloos kontendraaien via bric-à-brac decreten en omzendbrieven (die mekaar opheffen) met dure, maar wazige begrippen zoals “clichering en clustering”. Zowel op Europees als op Vlaams niveau worden daarbij binnen de rechtsregels shortcuts genomen die het geheel herleiden tot een gammele en bedenkelijke juridische constructie.

Die aangezwengelde “beleidsmatig gewenste ontwikkeling” wordt in de rechtspraak dan ook voortdurend op verschillende manieren beoordeeld. Een solide, betrouwbare, duidelijke, voorspelbare, universele rechtspraak qua ruimtelijke ordening, waar we recht op hebben, wordt vervangen door een “steeds evoluerende regeling” waarbij vergunningen soms wel, soms niet uit de boom vallen.

Maar uiteindelijk is in de praktijk de Burger erg geschrokken van onthutsend grote windmolens met een tiphoogte van meer dan 200 m die gepland worden in hun onmiddellijke omgeving. Daarmee wordt de grens van fatsoen en redelijkheid qua ruimtelijke ordening ver overschreden. Het resultaat is protest van Maaseik tot De Panne.

Dat is niet vrijblijvend. Het leidde bij de Overheid opnieuw tot een omzendbrief waarbij afstandsregels zouden opgelegd worden, niet alleen voor grote windmolens maar later misschien ook voor alle windmolens. “Wait and see.” Misschien is in deze Sinksenperiode de Heilige Geest neergedaald over de politiek, al lijkt dat in die opportunistische wereld weinig waarschijnlijk.

Afstandsregels werden bij mijn bezwaar tegen Vlarem II voorgesteld als valabel alternatief voor het geknoei met maximaal toegelaten hinder. Uiteraard staat de Windsector nu precies daarom op z’n achterpoten. Het is makkelijk om met een krakkemikkige Vlarem II normering effe de hinder te weerleggen en de Burger onder te sneeuwen. Hoezo hinder? Niemand kan het echt meten of controleren. Met afstandsregels wordt dat veel moeilijker. De maskers vallen af.

3. De procedures bij een plan-MER om Vlarem II en nu de Bestemmingsneutraliteit te valideren zijn, zacht uitgedrukt, niet op maat van de Burger

Het is een doelbewuste complexe werkwijze die de modale Vlaming herleidt tot een Don Quichote. Inspraak, of wat er moet voor doorgaan, voelt aan als voor een Chinese tank gaan staan op het Tiananmenplein.

Oeverloze teksten vol tien-centiem woorden en begrippen worden ter beoordeling voorgelegd aan de Burger-leek door een verzameling “experten”. Dat die onwetende Burger-leek dan hulp zoekt en krijgt van overal te lande zou dan volgens uw artikels niet fair zijn. Als ge niet in de onmiddellijke omgeving woont van een geplande windmolen “klopt het niet”. Maar als ge wel rechtstreeks betrokken bent wordt ge prompt een “Nimby” genoemd.

Ook fair?

Een terechte, diepe bezorgdheid voor een ingrijpende verloedering van het leefmilieu wordt koudbloedig geneutraliseerd.

Het truken arsenaal omvat bijvoorbeeld een arbitraire “scoping in – scoping out” systeem waarmee een reëel probleem door de versnipperaar wordt gedraaid om het te herleiden tot nietszeggende, voorgekauwde, zogezegd logische en overmijdelijke keuzes die al a priori werden gemaakt.

Een hoop onleesbare “zeefkaarten” worden gepresenteerd, kwestie van al ’ns te proberen waar we grote windmolens kunnen neerpoten. Dat valt best mee als je een “indicatieve” afstandsregel respecteert van 150 m. Ook hier vallen de maskers af.

Een brutale maar zeer toepasselijke Amerikaanse uitdrukking beschrijft zo’n aanpak heel gevat: “If you can’t dazzle them with brilliance, baffle them with bullshit”.

Een plan-MER wordt steeds opgesteld door studiebureaus die achteraf fris en vrolijk actief zijn in de engineering en planning van windturbines. Normaal zou zo’n “rechter en partij” handelwijze een juridische no-no moeten zijn. Bij de project-Mer volgen die studiebureaus dan regels die ze zelf hebben voorgeschreven. Maar dat is blijkbaar voor de Overheid geen enkel probleem.

Het hoeft dan ook geen verbazing vast te stellen dat in Vlarem II de bakstenen omhoog vallen. Er werd herhaaldelijk gewezen op de technische ongerijmdheid van die normering. Voor lawaaihinder werd bijvoorbeeld ISO-9613-2 gebruikt die niet toepasselijk was, noch qua principe noch qua metingen. Overigens is die norm ondertussen door de ISO organisatie vervangen door een nieuwe versie. De wetgeving is nog niet gevolgd.

Voor slagschaduw komt de beperking neer op het gebruik van software pakketten, bijvoorbeeld Windpro. Maar wie garandeert de Burger dat er geen sjoemelsoftware in die windmolens zit? Trouwens op welke grond heeft de Overheid ooit ergens beslist dat “maximaal acht uur per jaar en een half uur per dag” acceptabele hinder is voor een ander?

Het is ook zonder meer potsierlijk dat argumenten zoals het bewaren van waardevolle landschappen, toerisme en trillingen destijds van tafel werden geveegd terwijl ze nu zelf door de Overheid gebruikt worden om windturbines in vraag te stellen. Dat is bijvoorbeeld het geval met het Franse off-shore windpark in Duinkerke en met de mogelijke inplanting van de Einstein telescoop in Limburg.

Zelfs in het Vlaams Parlement werd bij de goedkeuring van Vlarem II door een burgie-parlementslid – die zijn er ook – gewaarschuwd voor de technische ongerijmdheden van Vlarem II. De reacties die geraadpleegd kunnen worden in het verslag waren ronduit karikaturaal. De goedkeuring was louter politiek gestoeld.

Waarom zouden dan nu beslissingen over vergunningen en procedures dat niet zijn?

Er moet ook gewezen worden op de ronduit misleidende propaganda die de windsector presenteert tijdens info-sessies of in de zgn. lokalisatienota’s.

In Mechelen bijvoorbeeld werd recent een super windturbine gepland op een oude stortplaats op de rand van een bijriviertje van de Dijle op een paar honderd meter van Battel, een Mechelse deelgemeente. ‘Lekkerkerk revisited”; hoe kom je daar in Godsnaam bij? De lokale bevolking kreeg geen enkele informatie over de verankering van “een verhoogde windmolen basis”. Het was dan niet nodig om te bemalen; dat zal wel. Maar hoe zou daarbij de verspreiding van de pollutie door o.a. zware metalen beperkt worden? Het laconieke antwoord was: die informatie is niet nodig voor een vergunning. “For every credibility gap, there’s a gullibility fill”.

4. Het doel van deze politiek om “met haast en spoed” Vlaanderen vol te bouwen met gigantische windmolens wordt gedreven door de Europese Richtlijn RED III (EU/2023/2423).

Die richtlijn kan vertaald worden als de beter bekende Energietransitie of de “Road to Net Zero”. Als argumentatie verwijst de windsector, ook in uw artikels, altijd en eigenlijk alleen maar naar die Europese eisen. “We gaan de doelstelling niet halen!”

Om te beginnen wordt in Uw artikels “ideologie” genoemd als één van de redenen om tegen windmolens te protesteren.

Godsamme, het is net andersom. Het hele verhaal komt neer op de “CO-twee, o wee, o nee” ideologie terwijl dit betoog zoals eerder gezegd bij de feiten blijft. Ondertussen wordt het AGW- dogma aan de overkant van de oceaan “complete and utter bullshit” genoemd. Vele landen trekken zich stilzwijgend terug uit het klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Eigenlijk staat Europa stilaan alleen op de barricades. Let wel, het klimaat verandert ontegensprekelijk. Moeder Aarde heeft in de 4,5 miljard jaar van haar bestaan nooit iets anders gedaan.

De vraag is waarom. Ik spreek me daarbij absoluut niet uit over een “welles-nietes” AGW maar toch bestaat wel degelijk de kans dat de hele klimaat hype een mythe is. En zoals J. Kennedy ooit zei, “een mythe kan meer schade aanrichten dan duizend leugens”. Denk maar aan de heksenjacht, ook gesteund door Kerk en Overheid. Dat heeft een paar eeuwen geduurd eer redelijkheid en gezond verstand uiteindelijk de overhand namen.

Dan stelt zich de vraag natuurlijk, hoeveel draagt Europa bij tot de globale uitstoot van broeikasgassen? Dat blijkt ongeveer 6 tot 7 % te zijn. Wat is daarin dan het aandeel van België en van Vlaanderen? Trouwens elektriciteit opwekking is daarbij slechts een deel van het verhaal.

Kan je dan in alle redelijkheid de gevraagde percentages Hernieuwbare Energie binnen een korte periode nog als een “strategische doelstelling” vooropstellen en daarbij ons leefmilieu en onze gezondheid naar de knoppen helpen? We hebben om “goeie redenen”, m.a.w. geldgewin zoals dat bij windmolens het geval is, onze kust al kapot gebouwd en herleid tot een betonnen woestijn. Nu nog de “windrijke” polders. Moeten we daarin leven?

Overigens verplicht nog een andere Europese Richtlijn, de “SMB’” richtlijn (= Strategische Milieu Beoordeling) onze Overheid om een milieubeoordeling uit te voeren van plannen of programma’s die belangrijke milieu effecten kunnen hebben. Dat is nooit gebeurd. De ene Europese richtlijn is blijkbaar de andere niet.

De windsector strooit altijd kwistig met het begrip “duurzaamheid”. Als het maar goed klinkt. De groene symboliek van windmolens wordt daarbij schaamteloos misbruikt. Het begrip duurzaamheid heeft twee dimensies, enerzijds de mogelijkheid tot recycleren van materialen, anderzijds het moeiteloos voortbestaan van systemen.

Dat “moeiteloos voortbestaan van systemen” is een groot probleem bij windturbines. Hoe kunnen die eigenlijk duurzaam zijn als ze blijvend ondersteund moeten worden met wetten en eindeloze subsidies?

Qua materialen is het al voldoende om de wieken van windturbines onder de loupe te nemen. Die wieken van de huidige, reuzegrote windturbines zijn 100 m lang en wegen ongeveer 7 ton per stuk. Ze worden gemaakt zoals de meeste harsen door polymerisatie van bpA (bisphenol A) en epichloorhydrine, beide kankerverwekkend. Ze bevatten ook nog andere materialen zoals glasvezel, koolstof en balsahout. Tijdens de slijtage over een periode van ongeveer 10 tot maximum 15 jaar worden die materialen, o.a. het niet gepolymeriseerde deel van de grondstoffen, in de omgeving verspreid als fijn stof. De windsector zegt dat het geen kwaad kan. Dat beweerden destijds Eternit en Philip Morris ook.

In ieder geval zijn de versleten wieken niet recycleerbaar. Dat materiaal kan je alleen maar vermalen, verbranden of begraven (zoals in de US). Het zal in ieder geval op termijn een overweldigende afvalberg vormen. Duurzaam, zei je?

5. Net Zero is onhaalbaar, onbetaalbaar en het brengt enorme risico’s mee. Techniek is ondanks alle groene clichés en slogans meedogenloos simpel. Elektriciteit is vluchtig wat betekent dat vraag en aanbod altijd in evenwicht moeten zijn. Een buffer opslag op schaal van netwerk terrawatts bestaat niet, noch met batterijen, noch met waterstof. Het aanbod moet dus altijd de vraag volgen, NIET andersom.

Als je dat toch in een groene verdwazing wil omdraaien ontstaan onvermijdelijk significante risico’s en hoge kosten die sterk stijgen samen met het percentage hernieuwbare energie.

Wind en Zon hebben altijd een back up nodig geleverd door fossiele brandstoffen of kernenergie. Hernieuwbare energie gaat dus over een half energie systeem. De andere helft blijft fossiel of nucleair. Vroeger in een normaal, vraag gestuurd netwerk zorgden de klassieke centrales voor een “base load” en de gasturbines voor het opvangen van de piekbelasting.

Die “base load” is niet alleen belangrijk voor een betrouwbare, minimale voorziening maar ook, en eigenlijk vooral, voor de stabiliteit van het net. In de sector wordt dat daarom ook vaak “de inertie” van het systeem genoemd.

Gasturbines kunnen die onverstoorbare “50 Hz beat” nooit leveren, tenzij ze constant optimaal mogen draaien. Maar de Europese richtlijnen van onze briljante politici laten dat niet toe omdat hernieuwbare energie wettelijk voorrang krijgt. Dus moeten gasturbines de hele tijd op en af geregeld worden. Die gasturbines kunnen op 10 minuten tijd van nul naar vollast opstarten, en omgekeerd gaat het nog rapper. Maar voortdurend gas geven en remmen is heel kostelijk. Die turbines kunnen dus nooit op hun optimaal, rendabel regime blijven draaien. Het is de reden waarom niemand gasturbines nog maar wil onderhouden, laat staan bouwen. Er zijn dan (weeral) “capaciteitsvergoedingen” nodig, d.w.z. betaling via subsidies voor capaciteit, niet voor geleverde stroom.

In het Vlaams parlement werd zelfs ooit om een studie gevraagd om ook de “base load” centrales aan een koordje van hernieuwbare energie te hangen. De betrokken ingenieurs zijn ongetwijfeld achter de hoek gaan verder lachen. Maar eigenlijk is het intriest dat onze beleidmakers écht geen iota snappen van een normale elektriciteitsvoorziening want knoeien met energie betekent knoeien met welvaart.

Er wordt ook altijd vergeten dat een klassiek netwerk bestond uit centrale installaties, dicht bij de grootgebruikers, en uit een logische cascade van hoogspanning naar laagspanning. Een netwerk waarbij energie kan opgeladen worden gelijk waar en op gelijk welk spanningsniveau is een monster. Het moet niet alleen veel zwaarder uitgevoerd worden maar ook de sturing is een nachtmerrie. Uiteraard brengt dat enorme bijkomende kosten en moeite mee. Die kosten lopen in de miljarden.

Als er te weinig stroom is bij een “Dunkelflaute” voeren we energie in en (veel) geld uit. Simpel, tenminste als die energie elders voorhanden is. Bruinkool stoken of een oude straalmotor opstarten helpt ook. Om het in de taal van de windsector uit te drukken, “dan kunnen weeral duizenden gezinnen van fossiele stroom genieten.”

Maar als er te veel stroom is moeten we die kwijt kunnen aan de welwillende buren, als je die al hebt. Windmolens moeten vaak gestopt worden als het net het overschot aan energie niet meer aankan. Dat wordt “curtailing” genoemd. In Noord-Frankrijk bijvoorbeeld kan je doorheen “les champs des éoliens” rijden waarbij rechts de turbines draaien terwijl ze links stil liggen. Dat is geen onderhoud, wel “curtailing”. Met zonnepanelen wordt dat veel moeilijker, zoals in Spanje. Ook daar exporteer je dan energie aan “negatieve stroomprijzen” naar de buren.

Die kosten lopen op in de miljarden, maar er is weinig informatie over te vinden.

Wind en zon kunnen nooit een stabiele “base load” leveren die het net overeind houdt. Daar is altijd een klassieke STEG of nucleaire centrale voor nodig.

In Spanje werd zo’n oude centrale uitgeschakeld en een grote kwak zonne-energie op het net gesmeten. Dat duwde hun plots ver over de 50 % hernieuwbare energie die ze bij het aanhoudende zonnige weer niet kwijt konden. Duitsland en Denemarken hebben eigenlijk inherent hetzelfde probleem. In Spanje kan de Overheid natuurlijk niet de echte reden van de black out toegeven. Dat zou een certificaat van onbekwaamheid zijn. Dus gaat het over een “cyber aanval”, of “speciale atmosferische omstandigheden”, of God-weet-wat.

Het onderzoek zal heel lang duren tot we precies weten welke transformator of bekabeling bezweek onder de overlast. Wie zal daar dan nog wakker van liggen?

Over de hoge, onbetaalbare kosten van de energietransitie hoef ik niet uit te wijden. Het volstaat om te verwijzen naar Uw elektriciteitsfactuur. Hernieuwbare energie zou toch goedkoper worden dan fossiele energie? Waarom blijft de kostprijs van energie in Europa dan voortdurend stijgen en is die veel hoger dan elders? En passant wordt de Europese maakindustrie dood geknepen.

6. Bestaat er een alternatief?
Natuurlijk wel! Elke energietransitie, van wind naar stoom, van stoom naar steenkool en olie, heeft ongeveer een eeuw geduurd.

Dat zal ook nu gebeuren ondanks alle pogingen en wetgeving om die transitie versneld te forceren. Tegen die tijd zullen verschillende vormen van kernenergie hun intrede doen: SMRs, Thorium reactoren en ten lange leste kernfusie.

Ook over kernenergie wordt nogal wat onzin verspreid. SMRs zouden nog twintig jaar op zich laten wachten, dixit Groen. Maar als je bij de klassieke PWR (Westinghouse) of BWR (GE-Hitachi) technologie blijft is miniaturisatie geen enkele hinderpaal om ze snel te bouwen. Wat dacht je dat er zit in nucleaire duikboten?

Ook Thorium, heet zout reactoren zouden nog vele jaren onderzoek vergen. Ondertussen draait er al eentje in China. Ook India is daar intensief mee bezig. Het probleem is daarbij het reactormateriaal. Tot nu toe was Hastelloy N de topkandidaat. Ook in de chemie worden heet zout reactoren gebruikt maar niet op een temperatuur van 800 °C. Het is maar de vraag of de Chinese reactor het probleem van hitte/straling/corrosie voor een lange tijd aankan. Het is ook nuttig erop te wijzen dat Thoriumtechnologie destijds door de U.S administratie werd gedropt omdat via die weg geen Plutonium voor een atoombom kon gemaakt worden.

Tenslotte maakt ook de fusie testreactor in Cadarache langzaam maar zeker vooruitgang. Zo’n tokamaktechnologie is een technisch wonder. De hoogste temperatuur in het heelal, de laagste temperatuur en het sterkste magnetisch veld zitten op een paar meter afstand van mekaar. Het zal nog tientallen jaren duren eer een fusiereactor meer energie levert dan er moet ingestoken worden. Maar de zon op aarde komt er ongetwijfeld in de tweede helft van onze eeuw.

Jozef Leen.

Ondertussen werd de bevoorrechte positie van België die we ooit hadden qua know how en ook omwille van het Congo Uranium hersenloos weggegeven aan Frankrijk. We staan er nu bij en kijken ernaar hoe de nucleaire technologie elders vooruitgang maakt.

Ooit zullen onze kinderen en kleinkinderen zich afvragen waar wij hier godbetert mee bezig waren en vooral hoe ze de rommel die wij achterlieten moeten opruimen.

In de zeventiende eeuw werd energie gewonnen uit wind en turf. Nu willen we hetzelfde doen met wind en gas. Grote vooruitgang toch?

Geraken we ooit nog in de eenentwintigste eeuw?

***