
Fig.1 Bron: DoE report 2025
Door Ad Huijser.
Inleiding: Rob de Vos.
Bovenstaande grafiek is afkomstig uit het recente klimaatrapport dat het Amerikaanse Ministerie van Energie heeft laten maken. De grafiek toont de opwarmingstrends voor de zomermaanden (juni, juli, augustus) van 1973-2022 voor de Corn Belt, een van de belangrijkste agrarische regio’s op aarde. Het rapport concludeert: “All 36 climate models (red) warm far too rapidly compared to observations (blue).” Dat is duidelijk.
Hoe zit eigenlijk met de betrouwbaarheid van die klimaatmodellen, die in de klimaatwetenschap een ongekend hoge status hebben? Is dat wel terecht? Ad Huijser schreef er een essay over. Huijser studeerde Technische Natuurkunde aan de TU Eindhoven en promoveerde in 1979 aan de TU Twente. In 1994 werd hij benoemd tot “baas” van het beroemde NatLab van Philips, en vanaf 1998 was hij verantwoordelijk voor de wereldwijde Philips Research organisatie. De laatste jaren heeft Ad zich intensief bezig gehouden met het onderwerp klimaatverandering en toont hij vanwege zijn achtergrond vaak een ‘frisse’ blik op de klimaatproblematiek. Dat hij daarbij af en toe heilige huisjes omver haalt is logisch en onvermijdelijk.
Rob de Vos.
***
Klimaatmodellen: wetenschappelijk bewijs of “nieuwe kleren van de keizer”?
Door Ad Hujser.
Recentelijk schreef Rob de Vos op zijn website weer over de invloed van de Zon op ons klimaat. Aanleiding daarvoor was een essay dat ik van de zomer schreef als een soort terugblik op ons beider analyse [1]. Vijf jaar geleden was het voor mij niet veel meer dan een “back of the envelope” sommetje om even te laten zien hoe groot de invloed van de toename in instraling wel niet was. Dat bleek zo maar 2/3e van de opwarming in Nederland te kunnen verklaren, waardoor er voor CO2 als “boosdoener” niet veel meer overbleef.
Het KNMI reageerde; kennelijk had ik een gevoelige snaar geraakt. Ik vond hun argumentatie tegen mijn aanpak niet erg bevredigend en besloot me maar eens verder in de klimaatproblematiek te gaan verdiepen. In een paar weken tijd had ik al 2 andere manieren gevonden om mijn orde van grootte berekening met feitelijke data te onderbouwen. Het was niet moeilijk om de grote invloed van meer zonneschijn op ons klimaat te kwantificeren.
Sindsdien heb ik daar wel veel uitgebreider en diepgaander over geschreven [2], maar de vraag blijft waarom de overheersende invloed van de Zon op de opwarming in ieder klimaatrapport van het KNMI en IPCC nog altijd ontbreekt. Wel hamert men op die ‘vreselijke’ opwarming door groeiende antropogene emissies van broeikasgassen als CO2 of Methaan.
De Zon bepaalt niet alleen ons klimaat op Aarde, maar ook de veranderingen daarin
In bovengenoemde “terugblik” deed ik het rekenwerk nog eens over, maar nu op basis van de verhouding tussen de stralingsforcing door broeikasgassen en de netto forcing door meer instraling als gevolg van een afname in bewolking. De oude berekening met een verhouding CO2– versus Zon-gerelateerde opwarming van 1 op 2 bleek “te mild”. Ik kwam voor Nederland tot een CO2-bijdrage aan de opwarming van de laatste decennia van slechts 10%. Met een m.i. betere waarde voor de forcingsterkte van CO2 dan van het IPCC [3] was dat zelfs nog aanzienlijk lager [1].
In Nederland is die instraling door de Zon sinds 1980 met zo’n 15% toegenomen. Dat is niet alleen in West-Europa zo, maar ook wereldwijd laten satellietmetingen sinds 2000 een aanzienlijke groei in de jaarlijkse zon-instraling zien. Ik toonde aan dat zeker meer dan 50% van de globale opwarming door méér Zon komt. Zelfs de omslag van een koelend naar een opwarmend klimaat tussen 1970 en 1980 moet door de verandering in de instraling zijn veroorzaakt en niet door de groei in de CO2-concentratie [2].
In een nog te publiceren artikel over o.a. de sterkte van CO2 als broeikasgas en de klimaatgevoeligheid wordt e.e.a. op een geheel andere wijze ook weer bewezen [3].
In KNMI’s oorspronkelijke reactie op mijn “sommetje” werd o.a. gesteld dat klimaatmodellen iets heel anders voorspellen dan ik berekende. Als je -zoals het KNMI- heilig geloof hecht aan klimaatmodellen, dan is dat voor hen uiteraard een logisch argument. Immers, in dat soort rekenwerk moet inmiddels (conservatief geschat) wereldwijd al wel 2 miljard euro zijn geïnvesteerd: 20 jaar x 1000 onderzoekers wereldwijd x € 100.000 per medewerker aan salaris + (computer)kosten per jaar. Hoe durf je dan als amateuristische eenling de uitkomsten daarvan zomaar in twijfel te trekken?

Richard Feynman.
Het antwoord is simpel: de uitkomsten van klimaatmodellen passen gewoon niet bij de bekende metingen [2]. Zoals Richard Feynman ooit zei:
“It doesn’t matter how beautiful your theory is, it doesn’t matter how smart you are. If it doesn’t agree with experiment, it’s wrong”.
Mijns inziens de enig juiste conclusie.
Nu zijn die klimaatmodellen in principe niet heel veel meer dan werelddekkende weermodellen waar – voortschrijdend in de tijd – continu een beetje extra CO2 aan de atmosfeer wordt toegevoerd. Weermodellen leveren qua weersvoorspellend vermogen best wel goede resultaten.
Voor het Nederlandse weer is een week vooruit voorspellen misschien nog niet heel veel beter dan het opgooien van een muntje, maar trendmatig zijn ze echt wel goed. Bovendien, weersvoorspellingen worden regelmatig (meestal om de 6 uur) weer ververst op basis van de laatste metingen die dan als nieuwe startwaardes worden gebruikt. Zo wordt er geleidelijk aan een steeds betere verwachting geschetst. Vijf dagen later zijn we die oude, nog enigszins twijfelachtige voorspelling van een week geleden voor “morgen en overmorgen”, dan ook al lang weer vergeten.
De glijdende schaal van degelijke wetenschap naar een vorm van “koffiedik kijken”
Patrick Frank [4] heeft al jaren geleden een goed onderbouwde beschouwing gepubliceerd waarom klimaatmodellen echter niet geschikt zijn voor lange termijn voorspellingen. De kritiek is daarbij niet zozeer op de fysica met als basis de Navier-Stokes vergelijkingen die in de weermodellen worden gebruikt, maar meer op de rekenmethodiek. De voorspelling wordt namelijk berekend door steeds vaste stappen in de tijd te maken, waarbij de output van de eerste rekencyclus de input van de volgende rekencyclus voor de toestand 3 of 6 uur later is.
Dat proces herhaalt zich in de daaropvolgende rekenstappen. Daarbij zullen afrondingsfouten en kleine systematische afwijkingen in de fysische afhankelijkheden tussen de vele parameters in zo’n model door foutenpropagatie een steeds groeiende afwijking opleveren. Alle grid-parameters in de startfase moeten op zo’n 1% nauwkeurig zijn, hetgeen voor druk en temperatuurmetingen al “a hell of a job” is. Zelfs dan gaat het al na zo’n 50-100 rekencycli zodanig fout dat de voorspelling waardeloos wordt.
Door het programma een aantal keren te doorlopen met kleine variaties in de startparameters wordt de weersverwachting door “ensemble middeling” wel verbeterd, maar het “chaotische” weer blijft moeilijk voorspelbaar. Met 4 tot 8 cycli per etmaal loopt de voorspelling dus na zo’n 10 tot 15 dagen uit op niets meer dan een soort “random weer”, zeg maar het klimatologisch gemiddelde van die maand in het jaar.
Dat is juist ook weer het argument om klimaatmodellen wel te vertrouwen, want die moeten immers alleen de klimatologische veranderingen berekenen. Maar ook dáárvoor geldt het probleem van systematische foutenpropagatie. Dat speelt juist in klimaatvoorspellingen een veel bepalender rol omdat de eens gekozen startwaarden daarna niet meer gereset kunnen worden. Bij klimaatmodellen die 75 jaar of langer vooruit moeten kijken is dat aantal rekencycli al gauw zo’n 200.000. Dat vraagt om 3 ordes nauwkeuriger startwaardes, maar ook 3 ordes kleinere systematische afwijkingen dan die orde van 1% bij weermodellen.
Helaas ontbreken er allerlei fysisch goed gedefinieerde relaties binnen het klimaatsysteem. In plaats daarvan werken die modellen met (empirisch) geparameteriseerde verbanden tussen belangrijke, interactieve effecten als bewolking, vochtigheid, sneeuw- en ijsbedekking, oceaanstromen en nog vele andere invloeden. Dat gaat gewoon niet lukken, ook niet als we de noodzaak van een veel betere laterale resolutie even “vergeten” die nodig is om het effect van m.n. bewolking goed te simuleren.
NASA schrijft op de website van het International Satellite Cloud Climatology Project (ISCCP) [5] dat klimaatmodellen daarin nog zeker een factor 100 (!) te kort schieten om iets zinnigs op te leveren. Zo’n opmerking staat natuurlijk wel haaks op hun klimaatalarmisme dat ze al tijden breeduit verkondigen. Willis Eschenbach heeft ooit op WUWT [6] laten zien hoe dit soort klimaatmodelleurs uit hun modellen door een outputgericht selectieproces een resultaat weten te destilleren waardoor het net lijkt of die modellen toch zinvolle output leveren.
Blind vertrouwen in de wetenschap is niet-wetenschappelijk
Heel veel klimaatwetenschappers lijken ook een blind vertrouwen te hebben in dit soort modellen en de output ervan als input voor hun eigen onderzoek te gebruiken. Ik vermoed dat ze nog nooit gekeken hebben naar hoe die modellen werken, noch enig idee hebben van de betrouwbaarheid van die voorspellingen.
Helaas is er ook weinig inhoudelijks gepubliceerd over hoe deze modelleurs tot hun resultaten komen, maar wát erover gepubliceerd wordt roept nogal wat vragen op. In Mauritsen et al [7] kunnen we lezen hoe de klimaatgroep van het Max Planck Institut für Meteorologie in Hamburg hun klimaatmodellen aanpast om maar vooral een goede “voorspelling” van het temperatuurverloop van de afgelopen eeuw (‘backcast’) te genereren. Reden: hun “vrij” draaiende klimaatmodellen liepen qua opwarming wel erg hard uit de hand. Uitgedrukt als Equilibrium Climate Sensitivity (ECS) resulteerden die in een temperatuurverhoging bij 2xCO2 van wel 7 °C. Dat vonden ze (terecht) te gortig.
Door eerst het verleden te simuleren en de parameters in het model te “tunen” om de resultaten daarmee dekkend te krijgen, leverde dat een ECS ≈ 3 °C. Of beter gezegd, ze stelden vooraf een ECS van 3 °C als doel. Vervolgens draaiden ze aan allerlei “knoppen” in hun model, m.n. de belangrijke “cloud feedback”, om zo het bekende “verleden” te simuleren. Wat daarvan de onbedoelde neveneffecten in hun model zijn is echter niet duidelijk.
Deze prestigieuze Duitse klimaatgroep draait al jaren mee in het Climate Modeling Intercomparison Project (CMIP) en hun publicatie gaat over de meest recente 6e generatie CMIP6-klimaatmodellen. Daaraan deden 49 (!) onderzoeksgroepen mee (i.e. mijn eerdere schatting van 1000 onderzoekers) met zo’n 100 verschillende klimaatmodellen. Via onderlinge uitwisseling van informatie binnen dit project mag je dus verwachten dat meerdere groepen een dergelijk tuning-proces toepassen. Dan mag je ook verwachten dat al die CMIP6-berekende ECS-waardes redelijk overeenkomen, maar dat blijkt niet uit de resultaten.
Daar zit nog altijd een bandbreedte van méér dan een factor 3(!) tussen hoogste en laagste ECS [1]. Dit past weer niet bij de minimale eis waaraan klimaatmodellen zouden moeten voldoen om enigszins kredietwaardig te zijn: ze moeten het recente, ook qua metingen goed bekende verleden natuurlijk wel redelijk accuraat kunnen simuleren. Zo niet, dan voldoen ze niet aan het “Feynman criterium” en moeten dus per definitie fout zijn.
Klimaatmodellen die het recente verleden niet kunnen simuleren moeten fout zijn
Als het om de temperatuurstijging gaat, zitten er voor een goede “voorspelling van het verleden” (afgezien van interne fysische eigenschappen) feitelijk maar twee extern te variëren factoren in die modellen. Dat zijn de hoeveelheid opwarmende broeikasgassen als CO2 en CH4, en een groep van overwegend afkoelende aerosolen als o.a. SO2, maar ook zout- en stofdeeltjes als Sahara-zand in de atmosfeer. Bij deze laatste groep horen ook de uitstoot van bekende vulkanische erupties die tijdelijk wat koeling brengen. De mooi gesimuleerde “dips” met zorgvuldig gekozen decay-tijden in de grafisch gepresenteerde output “passen” altijd precies bij de metingen. Niet vreemd, want ze worden er gewoon vooraf ingestopt; vulkaanerupties zijn immers niet te voorspellen. Maar wat ondanks de vaak imponerende overeenkomsten tussen simulaties en metingen vooral opvalt, is dat eigenlijk alleen de opwarming na 1980 enige discriminatie oplevert t.a.v. de gekozen broeikasgas- en aerosolen concentraties. Niet zo vreemd, ze tonen immers niet de absolute temperaturen, maar alleen de “anomalieën”, afwijkingen van het gemiddelde of van de te verwachten waardes.
Voor 1980 waren er afwisselend wat warmere en wat koelere periodes met alleen incidentele afwijkingen van een langzaam oplopende temperatuur. Daarbij moet men ook bedenken dat de “wereldwijde” gemiddeldes voor die tijd vaak “ge(re)construeerde” data zijn, en daarom niet al te betrouwbaar. Dan blijven er voor het echte tunen van die modellen eigenlijk alleen de sterk oplopende temperaturen na 1980 over. Daarmee ligt de bijbehorende ECS in feite “keihard” vast middels de goed gemeten temperaturen en CO2-concentraties. Voldoet een model bij benadering daar niet aan, dan kan de model-output het verleden simpelweg nooit goed dekkend krijgen, aan welke van de vele “knoppen” in zo’n model men ook draait. Die modellen moeten dan ook absoluut zeker fout zijn.
Met IPCC’s AGW-hypothese dat alle recente opwarming een gevolg is van broeikasgassen als CO2, zitten alleen nog de temperatuurtrend dT/dt en de trend in CO2-concentratie d/dt log[CO2] in de waarde van de ECS [3]. De CO2-concentratie is zeker vanaf 1960, toen men die consistent is gaan meten, nagenoeg exponentieel gestegen. Dit betekent dat die trend in de logaritme van de CO2 -concentratie constant is met 0,66/eeuw [2]. De gemeten temperatuurtrend na 1980 ligt ergens tussen de 1,6 – 2,3 °C/eeuw, afhankelijk van de diverse temperatuurreeksen die we kennen [2]. Alle opwarming sinds 1980 toeschrijvende aan de toename in CO2 geeft dit op basis van deze twee gemeten trends een ECS = log2*(dT/dt)/(d/dt log[CO2]) ≈ 1,7 – 2,5 °C.
In mijn “terugblik” bleek dat van de 33 door het KNMI uitverkoren CMIP6-modellen voor hun klimaatscenario’s 2023, er maar 4 voldeden aan de eis van een ECS < 2,5 °C en niet één haalde 1,7 °C [1]. Zelfs de 3 °C die de Max Planck-groep in Hamburg kennelijk als “ideaal” beschouwt, is aan de hoge kant; gezien het verschil met ECS = 1,7 oC op basis van de meest betrouwbare temperatuurreeks, ook nog veel te hoog.
Natuurlijk zijn de criteria t.a.v. wat is “dekkend” in dit soort simulaties altijd behoorlijk rekbaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Mauritsen et al [7] ondanks een toch nog veel te hoge ECS = 3°C zeer trots zijn op de kwaliteit van hun modellen. Ze zeggen het er nog net niet expliciet bij, maar in feite staat er “bewijs geleverd”. Niet alleen dat hun model ‘heel goed’ is, maar ook dat de Anthropogenic Global Warming (AGW)-hypothese van het IPCC de enig correcte verklaring voor de geconstateerde opwarming is.
Op de website van hun instituut wordt dit “bewijs” al jaren geclaimd als een van hun grootste successen. En dan te bedenken dat ze die “match” alleen bereiken door aan essentiële en fysisch gezien, zeer relevante “knoppen” als bv. cloud-feedback te draaien. Beter hadden ze de gebruikte forcing-sterkte van CO2 drastisch kunnen verlagen, maar die moest kennelijk binnen de CMIP6-bandbreedte van 3,9 + 0,5 W/m2 blijven. Nog zo’n onwaarschijnlijk hoge waarde die “uniform” uit het merendeel van die modellen komt en er dus vooraf, weliswaar impliciet, toch ingestopt lijkt.
Op basis van Radiation Transfer berekeningen kom ik maar op 2,0 W/m2, een waarde die heel wat beter past bij de stralingseigenschappen van CO2-moleculen en veel dichter ligt bij de enige, op basis van satelliet-metingen bepaalde waarde [2,3]. Dat levert maar een zeer geringe ECS ≈ 0,72 °C die een factor 4 kleiner is dan die 3 °C. Maar bij die berekeningen wordt de invloed van de Zon in de opwarming sinds 1980 dan ook niet opzettelijk vergeten en dat scheelt “een slok op een borrel”.
De invloed van CO2 op ons klimaat is qua sterkte al een halve eeuw redelijk goed bekend
Deze echt wel imposante klimaatmodellen die voor bepaalde deelproblemen een zeer interessant instrument zijn om input-output effecten te simuleren, hebben dus sowieso een serieus gebrek: de invloed van de Zon wordt niet echt meegenomen. Merkwaardig, want de Zon is de enige bron van opwarming; meer CO2 onderdrukt slechts de afkoeling.
Zoals vermeld kunnen we dat laatste met goed verifieerbare fysica uitstekend uitrekenen. Mijn zo berekende ECS ≈ 0,72 °C [3], is nagenoeg identiek aan hetgeen NASA-onderzoekers 54 jaar geleden ook al berekenden [7]. NASA gaf toen zelfs een persbericht uit over deze geringe opwarming door een verdubbeling van de CO2-concentratie. Wat is er sindsdien in de basale fysica toch veranderd waardoor NASA’s huidige inschatting voor het veronderstelde effect van CO2 inmiddels 4x zo groot is geworden? [2].
Klimaatmodellen zijn niet beter dan andere modellen: “wat je erin stopt, krijg je eruit”

John von Neumann.
De wiskundige John von Neumann schijnt ooit over computermodellen te hebben gezegd:
“Met vier parameters kan ik een olifant simuleren, en met vijf kan ik hem ook zijn slurf laten wiebelen”.
Dat zal overigens niet de reden zijn waarom men het effect van een veranderde instraling van de Zon niet meeneemt in dit soort klimaatmodellen. Nog meer parameters die kunnen variëren zouden het tunen van zo’n model immers wel makkelijker maken. Helaas kunnen we niet goed verklaren waarom in Nederland de hoeveelheid Zon met zo’n 15% is toegenomen sinds 1980 [1], anders dan dat de lucht kennelijk “schoner” is geworden.
Dit betekent dat je zo’n klimaatverschijnsel ook helemaal niet kunt modelleren. En wat je niet “in” een model kunt stoppen, komt er qua mogelijk effect ook nooit “uit”. Bovendien, het effect van het schoner worden van de atmosfeer door het stoken van aardgas i.p.v. kolen sinds het midden van de jaren-70 moet inmiddels wel uitgewerkt zijn. Dan blijft er voor de modelberekeningen enkel nog de bekende toename in de CO2-concentratie over als oorzaak van de gemeten opwarming.
Dat is geen bewijs voor IPCC’s CO2-gebaseerd AGW-narratief zoals het Max Planck Institut für Meteorologie claimt, maar bewijst enkel ons collectief gebrek aan kennis over de drijvende krachten binnen ons klimaat. Klimaatmodellen “bewijzen” namelijk nooit meer dan er vooraf is ingestopt. Elke keer weer zie je dat modelleurs op allerlei gebieden dat basisprincipe maar al te makkelijk vergeten. Voor hen is hun model kennelijk identiek aan “de echte wereld”.
Dat de Zon veel invloed heeft en dus absoluut niet te verwaarlozen is, weten we uit het temperatuurverloop van de seizoenen; meer uren Zon na de winter leidt tot hogere temperaturen. Na augustus, als de dagen weer veel korter worden, neemt de temperatuur ook weer af. Volhouden dat de geconstateerde toename in de gemiddelde jaarlijkse instraling door de Zon maar weinig bijdraagt aan de opwarming, zoals het KNMI doet, is werkelijk onvoorstelbaar. Een wel heel merkwaardige vorm van “klimaat-ontkenning”.
Net als het hierboven beschreven tunen van modellen om de gewenste uitkomst te krijgen, is dat wetenschappelijk gezien een twijfelachtige vorm van “selectief shoppen”. Netjes uitgedrukt natuurlijk, want in de volksmond heet dat ongetwijfeld anders.
Als ze echt zo goed weten hoe het klimaat werkt, moet men net als in andere fysische disciplines hun klimaatmodellen ab initio de huidige staat van het klimaat laten uitrekenen. Je kan er vergif op innemen dat die uitkomsten helemaal niet zullen kloppen met de werkelijkheid.
Steven Koonin beschrijft in zijn boek “Unsettled ?” dat het op een paar graden nauwkeurig berekenen van de gemiddelde absolute(!) temperatuur van de Aarde met deze modellen veelal niet lukt [9]. Als dat soort essentiële uitkomsten al niet kloppen, kan zo’n model nooit heel erg goed zijn. Maar dat is kennelijk een “ouderwetse” wetenschappelijke wijsheid die voor klimaatwetenschappers blijkbaar niet meer geldt.
Zouden deze wetenschappers echt geloven dat hun modellen de werkelijkheid benaderen omdat ze de output door manipulatie kloppend hebben kunnen maken met de gemeten opwarming? Het klimaat dashboard van het KNMI [1] laat in ieder geval overduidelijk zien dat deze CMIP6-modellen de gemeten toename in de instraling door de Zon totaal niet voorspellen. Wat is die gefabriceerde “match” met de temperaturen van de laatste decennia dan in feite nog waard?
Voorspellingen of ‘wensdenken’ op basis van een heilig geloof?
De ECS ≈ 3 °C als IPCC’s most likely waarde voor de opwarming door hogere CO2-concentraties in de atmosfeer moet niet alleen gezien de eerdergenoemde fysisch berekende waarde van ≈ 0,72 °C maar ook op basis van het verleden als onnatuurlijk hoog worden bestempeld [3]. Als men álle opwarming aan het effect van CO2 toeschrijft, zoals het IPCC in hun AGW-hypothese doet, dan moet ons klimaat zich namelijk in een steady state bevinden [3]. De ECS-waarde is dan niet ingewikkelder dan de verhouding van de temperatuurtrend en de trend in de logaritme van de CO2-concentratie, zoals hierboven al gesteld [2,3]. Bij gebrek aan andere opwarmingsmechanismen dan CO2, moet daar op basis van de metingen een ECS van maximaal 2,5 °C of m.i. zelfs maar 1,7 °C uit komen [2]. IPCC’s 3 °C halen we zelfs niet met de (te) hoge HadCRUTv5 temperatuurtrend.
We moeten die waarde dan ook maar zien als passend bij het alarmistisch overdrijven van de “vreselijke” effecten van onze CO2-uitstoot. KNMI’s projectie van 1,2 meter zeespiegelstijging aan het eind van de eeuw is ook opzettelijk overdreven. Voorspellingen van een “op handen zijnde” ijsvrije Noordpool kennen we ook al 20 jaar.
Laten we nu eens kijken naar voorspellingen van de toekomst op basis van dit soort getunede klimaatmodellen. Daarvoor kunnen we stellen dat zo’n uit het verleden vastgelegde ECS als hierboven beschreven, tevens de ECS-waarde is die de toekomstige opwarming bepaalt. Die stelling is gebaseerd op de klimaatgevoeligheid als intrinsieke eigenschap van ons klimaatsysteem. Het gebruik van ECS als parameter voor de klimaatgevoeligheid door met name het IPCC is helemaal geënt op de AGW-hypothese dat alle opwarming het resultaat is van CO2. Het beschrijft in feite de temperatuurverhoging die nodig is om de verstoring van de stralingsbalans door een verdubbeling in de CO2-concentratie te compenseren. Iedere verstoring van de stralingsbalans, zoals meer instraling als gevolg van minder bewolking, leidt op dezelfde wijze ook tot opwarming. Een temperatuur-verhoging zorgt immers dat de betreffende verstoring van de stralingsbalans tussen binnenkomende- en uitgaande straling te niet wordt gedaan. Deze intrinsieke klimaatgevoeligheid, de verhouding tussen temperatuurverhoging en stralings-onbalans, heeft dan ook niets met CO2 te maken maar is met name gekoppeld aan al het water in ons klimaatsysteem [2].
Onze Aardse temperaturen laten toe dat alle drie de aggregatietoestanden van water met hun unieke eigenschappen in ruime mate aanwezig zijn. Niet alleen de enorme hoeveelheid vloeibaar water in onze oceanen, maar ook het water in vaste vorm als sneeuw en ijs, of als gas in de vorm van waterdamp in de atmosfeer en als kleine druppels in de bewolking. Kleine temperatuurveranderingen beïnvloeden de verdeling van water over die verschillende aggregatietoestanden. Juist dát soort temperatuur gedreven “herverdelingen” bepalen de intrinsieke klimaatgevoeligheid. Het gewone broeikaseffect dat onze Aarde leefbaar maakt, is daaraan gerelateerd en wordt voor 85% bepaald door water. De bewolking is goed voor 65% terwijl 20% wordt bepaald door waterdamp als sterkste broeikasgas in de atmosfeer. De resterende 15% komt van CO2 en kleine concentraties aan Methaan en Ozon [3]. De invloed van CO2 is dus klein. De concentratie moet zelfs verdubbelen om de Aarde 0,72 °C op te warmen, maar deze kleine 0,25% verandering in de absolute temperatuur zal de intrinsieke klimaatgevoeligheid niet significant veranderen. Ook de ECS moet dan binnen al die rekencycli van een klimaatmodel, in de tijd constant blijven.
Klimaatangst creëren of een realistische kijk op de toekomst bieden?
Aangezien de ECS zoals eerder uitgelegd, niet altijd vrij berekend wordt door het klimaatmodel maar meestal al vastligt door het tunen van het “voorspelde” verleden, is ook de toekomstige opwarming daarmee historisch al vastgelegd. Het voorspelde temperatuurverloop naar de toekomst is dan niets anders dan de “historisch” bepaalde ECS vermenigvuldigd met de trend in de logaritme van de CO2-concentratie.
Deze laatste trend is voorgeschreven in het gebruikte IPCC -RCP/SSP-scenario waarmee we in het model de CO2-concentratie laten toenemen. Voor het berekenen van de opwarming hebben we dus helemaal geen supercomputer nodig, zelfs geen laptop of PC. Met een ouderwetse “rekenliniaal” kan iedereen dat zonder elektronische hulpmiddelen heel eenvoudig doen.
Het recept is immers simpel: gebruik de temperatuurtrend van de laatste 4 decennia, deel die door de trend d/dt log[CO2] = 0.66/eeuw over dezelfde periode. Dat levert de waarde ECS/log2, waarbij de ook eerder gebruikte log2-term komt door de definitie van ECS als effect van de verdubbeling van de CO2-concentratie. Afhankelijk van de gekozen temperatuurtrend is ECS/log2 iets als 2.5 – 3.6 °C. Als dat getal vervolgens met de trend d/dt log[CO2] van het gewenste IPCC-RCP/SSP-scenario wordt vermenigvuldigd, krijgen we precies de toekomstige temperatuurtrend van onze planeet.
Als voorbeeld berekenen we hier de temperatuurverhoging volgens het IPCC-RCP8.5- ofwel het “business as usual”-scenario, waar ook KNMI’s voorspelling van 1,2 m zeespiegelstijging op is gebaseerd. Het getal 8.5 slaat op de groei in forcing (W/m2) van alle broeikasgassen in 2100 t.o.v. 1850-1900. Voor de trend in log[CO2] moeten we dan naar de CO2-equivalente groei kijken zoals die ook gebruikt is in de trend van 0,66/eeuw in de bepaling van de ECS [2]. Voor de eenvoud en transparantie, berekenen we hier slechts het CO2-aandeel in de opwarming, dat met meer dan 75%, toch de grootste bijdrage levert.
In RCP8.5 stijgt die CO2-concentratie van de huidige 425 ppm naar 940 ppm in 2100. Dus met ECS = 2,5 °C en log(940/425) ≈ 0,8 moet de Aarde in 2100 daardoor nog 2,9 °C warmer worden dan nu. IPCC’s most likely ECS = 3.0 °C, levert in dit RCP8.5 scenario zelfs bijna 3,5 °C stijging met een 2x hogere opwarmsnelheid tot 2100 dan we de laatste 35 jaar hebben gemeten. Het laat meteen de absurditeit van dit RCP8.5-scenario zien (zie voetnoot [1]).
Maar aangezien slechts weinigen weten hoe men tot dat soort voorspellingen komt, kan het IPCC bijna iedereen wijsmaken dat op basis van ”de wetenschap” er geen toekomst voor de mensheid meer bestaat als we niet onmiddellijk met die antropogene uitstoot stoppen. Het is gewoon prediken over “hel en verdoemenis” zonder dat gewone stervelingen kunnen verifiëren of het allemaal waar is.
Voor deze zogenaamd “wetenschappelijk onderbouwde” boodschap van het IPCC heeft men dus inmiddels minimaal 2 Miljard Euro uitgegeven. Niet dat het allemaal weggegooid geld is want de klimaatwetenschap is er echt wel mee vooruit geholpen, maar voor de temperatuurvoorspellingen had dezelfde boodschap ook “voor niks” worden verkregen. Immers, we hebben er helemaal geen klimaatmodel voor nodig, maar slechts het wetenschappelijk onbewezen “geloof” dat de gemeten opwarming sinds 1980 uitsluitend het gevolg is van onze antropogene uitstoot van CO2.
Klimaat-alarmisme leidt niet tot een veel beter, maar wel een heel ander “klimaat”
En daar is inmiddels een (weliswaar alleen door Westerse overheden) uit uw belastinggeld zwaar gesubsidieerde miljardenindustrie op gebaseerd waar de grootste uitstoter van CO2 op de wereld (China) nog het meest van profiteert. Ook vliegen er om de twee jaar 50- tot 60.000 “AGW-gelovigen” totaal onnodig de wereld rond, om bij de volgende COP-bijeenkomst te zijn. De “Carbon footprint” van dat soort “Poolse landdagen” laat zien dat de deelnemers zelf, weinig om “het klimaat” geven. Hun ruime aanwezigheid dient m.n. om de achterliggende IPCC- mythe/religie in stand te houden.
Ongetwijfeld ook om daarmee te ‘lobbyen’ voor een nog grotere berg subsidiegeld om op te kunnen blijven parasiteren. Ze zijn immers overtuigd dat klimaatmodellen echt de toekomst voorspellen en dat zij de uitverkorenen zijn om de mensheid te behoeden voor die anders onvermijdelijke rampen van “verdrinkende” eilanden, “kokende” zeeën en een “onleefbare” planeet waardoor het einde der mensheid nabij is.

Ad Huijser.
Over de zichzelf aan de weg-vastplakkende, soep-over-kunstwerken-gooiende en maatschappij-ontwrichtende fanaten van XR en Stop Oil zullen we het hier maar niet hebben. Daarvoor geldt net als voor het merendeel van die COP-deelnemers dat ze niet beseffen hoe ze gemanipuleerd worden met uitkomsten uit modellen die niet meer zijn dan een simpele extrapolatie van een verkeerde hypothese over de opwarming sinds 1980. Allemaal zijn ze jarenlang, net als vele gewone burgers en m.n. de jeugd, geïndoctrineerd met een niet bewezen en zelfs feitelijk onjuist narratief dat alle opwarming van de laatste eeuw een gevolg is van broeikasgassen. Kennelijk onbewust dat ze niet meer dan figuranten zijn in een klimaatsoap die inmiddels al heel veel lijkt op het bekende sprookje van Hans Christian Andersen: “De nieuwe kleren van de keizer”.
***
- Huijser A. (2025), https://www.klimaatgek.nl/document/Huijser%20zon%20en%20CO2.pdf
- Huijser, A. (2025), Global Warming and the ‘impossible” Radiation Imbalance, Science of Climate Change 3, 81-106. https://doi.org/10.53234/scc202510/05
- Huijser A (2025), Why GCMs cannot be trusted: CO2-forcingstrength and Equilibrium Climate Sensitivity in an all-sky atmosphere, wordt binnenkort gepubliceerd
- Frank, P. (2019), Propagation of Error and the Reliability of Global Air Temperature Projections, Front. Earth Sci. 7, 223, https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/feart.2019.00223/full
- NASA, https://isccp.giss.nasa.gov/role.html /Cloud Climatology: Computer Climate Models
- Eschenbach W. (2021), https://wattsupwiththat.com/2021/03/12/there-are-climate-models-and-there-are-climate-models/
- Rasool S. & Schneider S. (1971), Atmospheric Carbon Dioxide and Aerosols: Effects of Large Increases on Global Climate, Science 173, 138, https://doi.org/10.1126/science.173.3992.138
- Mauritsen, T., & Roeckner, E. (2020), Tuning the MPI-ESM1.2 global climate model to improve the match with instrumental record warming by lowering its climate sensitivity, J. of Advances in Modeling Earth Systems, 12, https://doi.org/10.1029/2019MS002037
- Koonin, S. E. (2021), Unsettled ? , BenBella Books Inc., ISBN 9781950665792
- Le Pair C. & Huijser A. (2020), How does our CO2 escape?, https://www.clepair.net/oceaanCO2-4.html
[1] De 3,5 °C temperatuurstijging in 2100 met IPCC’s ECS = 3 oC en het RCP8.5-scenario, moet worden vergeleken met een stijging van 0,83 °C in 2100 volgens mijn meer realistische ECS = 0,72 °C. Bij dit RCP8.5-scenario dat vaak door alarmisten wordt misbruikt om paniek te zaaien, is dit nog altijd (zelfs t.o.v. pre-industrieel) binnen de 1,5 °C van de Parijse klimaatakkoorden. Bij de huidige uitstoot (dus echt business as usual) zal de maximum CO2-concentratie in de atmosfeer bij ongeveer 600 ppm stabiliseren [10]. Zo’n veel realistischer scenario, leidt slechts tot 0,36 oC voor het CO2-aandeel in een nog te verwachten stijging van de gemiddelde temperatuur. Het maakt direct duidelijk dat stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen niet heel veel (meer) gaat helpen. Let wel, het gaat hierbij alleen over de CO2/broeikasgas-gerelateerde opwarming die we eventueel zouden kunnen beïnvloeden met “net-zero” beleid en een sterke reductie van de veestapel. Extrapoleren we de huidige trend incl. de opwarming door meer Zon van 0,016 °C/jaar [2], dan zal het in 2100 maximaal 1,2 °C warmer worden. Wat de Zon de komende tijd daaraan blijft bijdragen of nog aan toevoegt, is echter niet te voorspellen.
***
Bron hier.
***





Knap dat je je zelf al antwoord geeft.
Knap dat je dit durft te erkennen, Theo: “Is er iets mis met deze reactie? Tja, het roept op om kritisch te kijken naar beide kanten en gaat daardoor in tegen de overtuiging in deze bubbel.”
Kritisch denken is echt niet toegelaten in deze bubbel!
@ Wim
Is een dergelijke tekst van u
” Enerzijds 1 auteur van 79 jaar oud, die al jaren aanleunt bij een klein groepje met bedenkelijke wetenschappelijke reputatie. Anderzijds 12 eminente klimaatonderzoekers met jarenlange ervaring.”
werkelijk
“een uitgestoken hand om een open debat te voeren”
of verbergt het uw misprijzen ten opzichte van een groep waaronder onder andere 4 Nobelprijs winnaars in de fysica horen.
Onderbouwde feiten geven de realiteit, modellen zijn gecreëerd en geven geen feiten maar geven de zogenaamde waarheid waar iedereen in moet geloven. Dit geldt niet alleen voor het klimaat maar ook voor bijvoorbeeld de Stikstof hoax. eind jaren 80 was er een slogan dat zij ” meten is weten” alleen deze slogan gaat allang niet meer op voor de meerderheid maar is in mijn ogen de waarheid.
Een eenvoudige voorbeeld die aantoont dat voorspellen of dat nou wordt uitgevoerd door modellen of door de mens zelf is dat wanneer je als organisatie een visie en missie opstelt voor een tijdsbestek van 5 jaar dat het eerste jaar redelijk uitkomt en de opvolgende jaren de voorspellingen rigoureus dalen in de uitkomsten. Dit omdat er zoveel factoren zijn die de visie en missie kunnen beïnvloeden. En dat is met modellen precies hetzelfde. Klimaatmodellen die uitkomsten geven over 30 jaar kunnen gelijk de prullenbak in.
Meten is weten, maar om te meten wat je wilt weten, moet je eerst weten wat je wilt meten.
En. Als je het ZEKER wilt weten moet je het ZELF METEN.
Instituten die in dienst zijn van de VFE NIET te vertrouwen.
Heb je ook nog last van meetfouten.
Ja, inderdaad, en temperatuur meten op duizendste van een graad… veel plezier daarmee, door luchtstroming schommelt elke thermometer wel een hele graad.
Je werkt dus altijd al met trage metingen, en gemiddelden over x tijd, tja, als je dat ook nog in een model stopt op basis van ijsboringen en boomringen…..
Ach Cornelia, al die mensen die welke grootheid dan ook in vele decimalen “uitbraken” hebben vast en zeker de allereerste les van laboratorium-metingen overgeslagen of niet begrepen. Ik heb het boekje nog en het hoofdstuk “Fouten en onnauwkeurigheidsgrenzen” noemt achtereenvolgens het begrip absolute fout, relatieve fout en onnauwkeurigheid. Het is vrijwel zeker dat mensen die dat doen die er niet bij stilstaan. Ik herinner mij nog iemand op de afd Rotterdam vd VERON heel trots zijn zelfgebouwde frequentie-teller met een enorme hoeveelheid nixie-(cijfer)buizen kwam laten zien en toen ik hem terloops vroeg hoe nauwkeurig is je tijdbasis-kristal eigenlijk? hij mij wat wazig aankeek en het zwijgend zijn schouders ophaalde. Oke een goedbedoelende hobbyist is prima maar van professionals zou je iet anders mogen verwachten. Ik hem geprobeerd uit te leggen hoe eea moet worden beschouwd.
Cor, OK, het gaat over pensioenen, maar het probleem is hetzelfde; ten onrechte op modellen vertrouwen:
https://www.wyniasweek.nl/stop-de-modelwaanzin-ons-pensioen-verdient-gezond-verstand/
De praktijk: ¨klimaatwetenschappers maken klimaatmodellen op basis van CO2 als broeikasgas. Daarmee gaan ze de toekomstige opwarming voorspellen en verspreiden de modellen onder collega’s die tot soortgelijke uitkomsten komen. Zo krijgen we duizenden wetenschappers die met hetzelfde model werken en vrijwel gelijke uitkomsten komen en dan roepen ze “wetenschappelijke consensus”.
Zelfs als, op basis van resultaten van satelliet metingen, wetenschappers tot andere uitkomsten komen worden deze geïsoleerd en krijgen die het etiket klimaat ontkenner.
Dat is zwally een onderzoeker nasa overkomen.
Vervolgens wordt, uitgaande van de modelresultaten allerhande rampen voorspeld en de media en politiek bewerkt.
Kijk naar de zeespiegelstijging in 2019 werd op basis van metingen van de peilschalen over een periode van meer dan 130 jaar een zeespiegelstijging van 18 cm per eeuw gemeten. Daar moet nog een bodemdaling van 4 cm worden afgetrokken. de stijging was lineair. Nu kun je het rapport zelfs niet meer vinden op de site van Deltaris, wel de resultaten van klimaatwetenschappers en op basis daarvan gaan we nu de dijken verhogen etc.
Hugo, volgens mij is op https://klimaatgek.nl/wordpress/ nog wel wat te vinden.
“..een auteur van 79 oud, die al jaren aanleunt bij een klein groepje bedenkelijke…” Als ik dit lees weet ik genoeg. Wim Mees heeft geen argumenten en gaat dus maar met modder gooien en verdacht maken want het onderbuikgevoel van Wim Mees zegt iets anders.
Als ik jou was zou ik een boekje schrijven met namen, verwonderd mij dat je nog geen vrouwen namen gebruikt.
En een debat, waarom?, wat heb ik er aan, jij komt alleen om te laten zien wat voor stof je je hebt eigen gemaakt, geen hond wat er iets aan heeft.
Het gros van de meelezers interseert dat geen zak, ze willen gewoon duidelijke simpele informatie.
En dat is geen mens hoeft zich druk te maken om de co2 onzin, er is niets aan de hand en er is zeker geen klimaat crisis, nog lang niet.
Er zijn wel figuren die de burgers angst proberen aan te jagen.
Beste Wim, je stelt: “Enerzijds 1 auteur van 79 jaar oud, die al jaren aanleunt bij een klein groepje met bedenkelijke wetenschappelijke reputatie” Een dergelijke ad-hominem gaat je argumentatie niet helpen. Beperk je tot de feiten.
Het blijkt dat als je bij klimaatmodellen de startcondities met minder dan 0.0000000000001 °C aanpast, er totaal andere uitkomsten uit komen, Dat neemt alle vertrouwen in de modellen weg. zie voor de details: https://news.ucar.edu/123108/40-earths-ncars-large-ensemble-reveals-staggering-climate-variability
Kunnen we de macht überhaupt nog vertrouwen als we wetens dat extreem rijken deze agenda bedacht hebben.
De winsten die afgedwongen worden zijn zo onmetelijk hoog voor een kleine groep (die alle medewerking fors betaald) dat fraude op de loer ligt.
En waar liegen ze niet over?
Hoe vaak rammelt de officiële uitleg van de macht.
Je moet wel een kinderlijk vertrouwen hebben om al die (bewezen) smoesjes, waarom iets wel of niet moet, nog serieus te nemen.
Welke crisissen bleken achteraf ook erg handig voor de macht om verregaande (wereldwijde) wetgeving door te drukken?
Ik noem er een paar, bedenk zelf de rest maar.
Klimaatverandering, Corona, Stikstof, Migratie, Onderwijs, Kindermisbruik, Identiteitsfraude, belastingontduiking, Twin Towers, massa vernietigingswapens in IRAK….
Je vergeet de politiek nog.
Als ik de koppen van de berichten in de media zie over de aankomende verkiezingen en wie ze al zien als minister president dan weet je dat klimaatzaken ook zo verlopen.
Hoe hete dat ook weer, geloof niet alles….. en kijk eens naar de reviews.
https://www.bol.com/nl/nl/p/geloof-niet-alles/9300000118255410/?Referrer=ADVNLGOO002008J-S–9300000118255410-PMAX-C-22284331323&gad_source=1&gad_campaignid=22294755118&gbraid=0AAAAAD5OnmPk6E6HyghH-WqeQaJPuQXIJ&gclid=CjwKCAjw0sfHBhB6EiwAQtv5qTFMu4zk9prbdJnN51QFI-xkXkSfPutn_-cDM4oAHrEW59PahXkwvRoCz7UQAvD_BwE
Vorige verkiezing konden moesten ze knarsetandend afstaan aan Wilders, door Wilders en zijn PVV 100% buitenspel te zetten en een vazal van de werkelijke macht te installeren konden ze de schade nog enigszins beperken.
Dat zal ze nu niet gebeuren denk ik.
Dus een van de kartel partijen MOET de grootste zijn om een voorgeschreven premier te kunnen leveren.
Drie maal raden wie de meeste kans heeft.
Theo, reageer jij nou op een brainfart van Cornelia waarin ze suggereert dat er geen kindermisbruik is geweest?
Overigens, zou ze met die ‘macht’ in de eerste zin ook de macht van Poetin bedoelen?
Nee ik denk dat ze bedoelt b.v dat ze de misbruik in de doofpot wilde stoppen zoals het misbruik bij de katholieke kerk.
Daarbij vond ik dat ook niet fijn hoe de media dat bracht of als elke geestelijke zich daar mee opgehouden heeft.
Vele geestelijke waren het er helemaal niet mee eens dat ze alle over een kam scheerde.
Ach wat ben je toch een dom mannetje, natuurlijk beweer ik dat niet.
Ik beweer wél dat men wereldwijd een digitale identificatie voor Internet uitrolt om kindermisbruik aan te pakken. (wat daarna gewoon door blijft gaan) Wist jij dat kindermisbruik toevallig ook allemaal leidt naar mensen met macht?
De macht die ik bedoel kun jij niet begrijpen, jouw zwart/wit denken en je gebrek aan abstractieniveau weerhoudt mensen met kennis er van om met jou in discussie te gaan, simpel gezegd, je mist gewoon de crux, je slaat de plank mis.
Dat is natuurlijk helemaal niet je bedoeling om in debat te gaan, jij wilt alleen stoken, je weet inmiddels wat ze er hier van vinden, je bevindt je steevast in de hoogste minduimpjes regionen.
Goed, reageerrondje heb je weer gehad, plasje weer gedaan, morgen misschien beter.
Theo, met dat doofpot verhaal heeft Cornelia helemaal gelijk als het over kindermisbruik gaat, maar Cornelia stelt dat de macht allerlei crisissen heeft gebruikt om wetgeving door te drukken.
Dan mag ze natuurlijk ook wel even vertellen welke wetten er zijn doorgedrukt als gevolg van kindermisbruik.
Overigens, ook die andere wetten mag ze wel even toelichten i.p.v. het bekende geraaskal.
En Modelleur ben je weer afgehaakt met je debat met @lo?
Een verkiezing interview met yessulgus op tv. Uit het publiek vragen. Een al oudere man over het klimaat. De voorspelling is heel slecht en wat gaat de vvd daar aan doen. Antwoord was dat ze al staatssecretaris voor klimaat was. Voor een klimaatwet heeft gezorgd en alles wat toe is vastgelegd onverdroten gaat doorvoeren. CO2 reductie is het doel in Nederland zolang de bedrijven niet weggaan, onbenoemd bleef dat bedrijven inderdaad niet weggaan. Ze gaan dicht. In een linkse of midden coalitie zak klimaat nig heel belangrijk blijven. Als je echt iets wil zeggen dan past een wedervraag om na te denken.
Waar heeft u nu het meeste aan te lijden nu het gemiddeld een graad warmer is dan een eeuw geleden.
“Heilige huisjes” blijken lucht/spookkastelen waar de gewone burger in wordt gejaagd; je mag er alleen uit als je veel geld betaald met de belofte dat het dan beter gaat met de leefomgeving.
You could never convince a monkey to give you now a banana by promising him limitless bananas in the future
Kijk eens naar het artikel “de smelt van permafrost is een gevolg van het klimaat in Siberië en niet door de opwarming op deze site.
Daarin is heel goed zichtbaar hoe Timmermans al jaren bezig is “onderzoek” met geld te sturen.
https://www.climategate.nl/2022/02/de-smelt-van-permafrost-is-een-gevolg-van-het-klimaat-in-siberie-niet-door-de-opwarming/
Dat de invloed van de zon op de opwarming groot is geloof ik direct. Wij mensen kunnen daar geen invloed op uitoefenen.
Een interessant aspect voor mij in dit artikel is dat Ad Hujser hoofd was van het Natlab , net zo wereldberoemd als toen nog de landbouwkundige Universiteit van Wageningen. Beide verdwenen als iconen van het pré waanzin-tijdperk agv de komst van de globalistische markt ; de voortgaande verschuiving van arbeid richting kapitaal vanaf het begin van de industriële revolutie én – daardoor – de verschuiving van het primaat van de ingenieur naar dat van de (financieel ) manager. ( vandaar het onderschrift bij ‘ het einde van de vooruitgang ‘, ‘van engineering naar financial enginering ‘ )
Ik heb ergens nog in mijn archief een artikel over een 90 er die bij het Natlab had gewerkt en vertelde over de gloriedagen van het Natlab. Tótdat de managers cultuur Philips overnam en het Natlab ophief. Volgens deze man de grootste fout die Philips maakte. Ad Hujser moet ‘m haast nog wel hebben gekend.
Philips werd een globaal opererend bedrijf dat meebeweegt met financiële markten een (geo)politieke gebeurtenissen, niet meer het trotse bedrijf waar ooit de eerste gloeilampen werden geproduceerd en als spil fungeerde in een de sociale gemeenschap van Eindhoven, zoals alle bedrijven toen inclusief PSV.
Dat bleef zo tot gloeilampen – als metafoor van het meest innovatieve en duurzame product – als gevolg van de komst van de managers cultuur, werden ingeruild voor ‘spaarlampen’ die het tegenovergestelde daarvan zijn. Het was het begin van mijn carrière als onderzoeker toen ik voor het eerst de vraag stelde over de energetische verlies- en winstrekening van een gloeilamp vs Spaarlamp.
Op dat principe werd later de ‘energietransitie ‘ gebaseerd, eveneens geheel ingebed in het denken van mensen. ( verspilling is goed )
Philips stootte de lichtdivisie af en de productie werd verplaats naar lage lonen landen en het Natlab werd opgeheven, want daar waren de ingenieurs niet getrapt in de truc( leugen ) van de ‘spaarlamp ‘ en ‘hernieuwbare‘ energie.
Het verval van Philips én Eindhoven was een feit . Het enige dat nog aan haar Gloriedagen doet herinneren is PSV.
Nog even terugkomend op mijn kritiek op het artikel van Maarten van Andel gisteren . Ook collega Arnoud Jaspers ( ook natuurkunde ) blijkt voorstander te zijn van windmolens.
Hopeloos.
Ondertussen heeft Marianne Zwagerman – nadat heel Nederland werd bij daglicht werd volgeplemd en 100 organisaties in het stof beten; zelfs mensen werden veroordeeld – de strijd tegen windmolens ontdekt. Zo stribbelen we steeds verder de afgrond in onder leiding van onze influencers. De afgrond dus die al begon bij de spaarlamp , zo was de boodschap .
toevoeging , naar aanleiding van een bericht op X, heb ik ook Clintel aan de lijst toegevoegd.
Wat blijkt is , dat het enkel nog gaat over de ‘kijkcijfers ‘.
Het natlab an sich is niet weg. De opzet is wel heel erg veranderd. Zeg maar vanaf begin jaren 80 zag je dat het min of meer vrijblijvend experimenteel onderzoek langzaam verdween en er kwam gericht onderzoek voor de diverse HIGs (hoofd industrie groepen) voor terug. Na Timmer (+/-1990) en flapdrol boonstra ging het volledig bergafwaarts met de HIGs maw het “tafelzilver” werd verpatst zoals een van mijn bazen dat zo mooi uitdrukte. Een voor een werden alle HIGs uit de Philips-familie van de hand gedaan zodat er nu alleen medical van over is wat toch wel met wat tegenslagen kampt. ASML heeft er wel iets moois van weten te maken, van relatief kleine club Lithografie tot een wereldomvattend bedrijf, knap. Overigens een van de stomste opmerkingen die ik van boonstra onthouden heb is dat het uit moest zijn met informele contacten tussen de HIGs onderling (incl het Natlab). Dat was juist wat Philips groot maakte dat je contacten had. Was er een probleem waar je niet zo snel uitkwam, er was altijd wel een expert via de telefoon te bereiken. Zo waren er ook nog vele vaste bijeenkomsten op het Natlab (op de maandag namiddag) waar je altijd wel iemand trof om erover te kletsen. Zo kon je ook aardige informatie opdoen waar er nieuwe vacatures waren die mogelijk aantrekkelijk waren enz. Daar had je de wekelijkse Philips-koerier
niet voor nodig. Jammer dat het bedrijf naar de knoppen is geholpen.
Dat dus bedrijven als Philips , werkspoor, Demka , de textielindustrie , kortom de maakindustrie verdween, was het gevolg van het autonome mechanisme van arbeid versus kapitaal.
Daaruit kunnen we leren dat de energietransitie nog niet het eindpunt is . Zeker niet als men blijft meestribbelen .
Gelukkig staat dit artikel, bovenaan https://www.bertpijnsevanderaa.nl/arbeid-en-kapitaal/
“Confronting Earth System Model trends with observations”
https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.adt8035
Beweren dat de modellen juist wel bij de waarnemingen passen.
Niet Huijser is in tegenspraak met 8035 maar het rapport van het ministerie van energie. Een overschatting van de temperatuur toename in de Cornbelt met een factor 3 is in lijnrechte tegenspraak met de conclusie van 8035. Die twee publicaties kunnen dus niet allebei tegelijk juist zijn. De simpele vergelijking van een voorspelde temperatuur met de waargenomen temperatuur is veel directer dan een analyse van trends vol met ‘als en ‘maar’. die leest als een krampachtige poging om de waarnemingen in overeenstemming met de modellen te brengen.
Een zeer goed verhaal dat de tekortkoming in kennis en inzicht bij de “Klimaatkerkwetenschap”” duidelijk blootlegt. Grappig dat het begrip ”Klimaatontkenning” bij de juiste partij wordt gelegd. ( Dat “grappig” is eigenlijk onbedoeld heel cynisch )
Hopelijk verschijnt dit verhaal ook op ander plaatsen.
De kern van de aarde is 6000gr.C. Er zijn meer dan 1 miljoen onderzeese vulkanen.
Wat is hun invloed? . Immers, de thermische energie zit grotendeels in de oceanen.
Gezien de intervallen tussen warmteperiodes denken we aan planetaire invloeden.
Zou het dat planetenstanden de golfstromen beïnvloeden zoals de maan de getijden?
Of bepalen ze de zonnecycli wat de wolkvorming beïnvloed?
Er zijn ca. 40 natuurlijke klimaatfactoren, die schijnbaar willekeurig en asynchroon optreden en elkaar ook nog eens (onvoorspelbaar) positief dan wel negatief beïnvloeden, …… dat is een onontgonnen gedeelte van de klimaatwetenschap waarbinnen het VN-IPCC liever niet zijn vingers aan brandt in haar rapporten en dus maar buiten beschouwing laat in hun alarmistisch gefabriceerde klimaatmodel algoritmes ….. die vervolgens door de mand vallen met de meer dan opvallend en aanzienlijk lagere zeeniveau (‘stijging’) metingen en temperatuur (‘stijging’) metingen.
Het plaatje boven het hoofdartikel van vandaag : “Alle 36 klimaatmodellen (rood) warmen veel te snel op vergeleken met de waarnemingen (blauw)”.
https://www.climategate.nl/2019/12/klimaatmodellen-is-het-wel-juist-wat-zij-voorspellen/ ???
AP Cloosterman in reeds in 2019: ……. NIET DUS! Het leunt aan tegen bewust gepolitiseerde wetenschapsfraude door het VN-IPCC.
Inderdaad had William Arnold in 1985 al vastgesteld dat de stand van de planeten een effect hebben op het schijnsel van de zon en de neerslag (Nijlstand). Ik kon dat met mijn eigen statistische metingen bevestigen. Ik stelde vast dat als je naar de verandering in maxima kijkt, in K/decennium en deze weer uitzet tegen tijd, je inderdaad een sinus krijgt, of een quasi sinus met een golflengte van 87 jaar.
Quasi= golglengte mag wisselen.
Dit is dus de versnelling of vertraging van hitte verandering. Je kunt je voorstellen dat op de hoogte – en laagte punten van die functie iets op zon verandert, namelijk de polen op de zon die wisselen. Daarvoor heb je toch een beetje extra positieve of negatieve gravitatie nodig van de centrifugale kracht van de planeten.
Als dit niet zo van het begin zo was ontworpen, zouden wij allemaal dood kunnen gaan van verzengende hitte of ongelovelijke kou. Er zijn wel aanduidingen vh verleden dat de (electrische) switch die door de planeten (centrifugale kracht) op het binnenste van de zon wordt bewerkstelligd, ‘gemist’ wordt. Dan krijg je een langer zonne minimum of een langer maximum.
In het artikel wordt consequent gesproken over ECS terwijl het duidelijk gaat over TCR. ECS kan alleen door klimaatmodellen worden bepaald door 100-500 jaar door te rekenen. TCR wordt door modellen o.a. bepaald door 70 jaar doorrekenen met 1% CO2-stijging per jaar. Daarnaast kun TCR ook uit metingen bepalen.
Klimaatmodellen zijn niet te vergelijken met weermodellen. Om het kort samen te vatten: bij weermodellen wil je weten waar het systeem zich in de faseruimte bevindt op een bepaald tijdstip. Dat is uitermate gevoelig voor de startcondities. Bij klimaatmodellen wil je weten hoe groot het gebied is in de faseruimte waar het systeem zich bevindt en wat de gemiddelde fysische condities daarvan zijn.
Een subtiele bijkomstigheid is dat een aleatorische bepaling (het bepalen van het ensemblegemiddelde door kleine variaties in de begincondities) heel sterk kan afwijken van werkelijk gemeten gemiddelden.
De natuur maakt geen verschil tussen ECS en TCR, maar reageert slechts op verstoringen. Daarbij speelt zoals bij alle regelsystemen uiteraard de frequentie een rol. Bij de veel te hoge klimaatgevoeligheden van de klimaatmodellen is er automatisch een hele lange relaxatietijd (orde 20 jaar en zelfs hoger) in het klimaatsysteem waardoor ECS en TCR behoorlijk verschillend zijn. Maar ons klimaatsysteem heeft maar een relaxatie tijd van 3-5 jaar en dan is dat verschil al behoorlijk klein. Daarbij komt dat we al 40 jaar lang een constante trend in de toenemende forcing van broeikasgassen hebben. De aanname dat alle opwarming door broeikasgassen wordt veroorzaakt, heeft dan als gevolg dat ons klimaatsysteem zich in een steady state bevindt, en dan is het verschil helemaal afwezig (zie mijn ref 2). Het idee dat je 100-500 jaar nodig zou hebben om een ECS te bepalen is sowieso weinig zeggend omdat het hele klimaatsysteem in de praktijk nooit in evenwicht zal verkeren. Het is nu eenmaal een dynamisch gebeuren, kijk maar naar de Zon.
Bij klimaatmodellen zijn de atmosfeer en oceanen gekoppeld. De responstijd van de oceanen is ~1000 jaar. Door de grote warmtecapaciteit lopen de oceanen achter in opwarming. Bij ECS-berekeningen wordt daar enigszins mee rekening gehouden. TCR en ECS zijn goed omschreven grootheden. Dat er nooit evenwicht is in het klimaat maakt voor hun toepasbaarheid weinig uit.
Zie mijn reactie 11:11 hier boven.
En de trol, hij trolde voort
De trol met een meervoudig gespeten persoonlijkheidsstoornis kan zich beter melden bij een gesloten inrichting nu het nog kan
Ad, je zegt
Zoals vermeld kunnen we dat laatste met goed verifieerbare fysica uitstekend uitrekenen. Mijn zo berekende ECS ≈ 0,72 °C [3], is nagenoeg identiek aan hetgeen NASA-onderzoekers 54 jaar geleden ook al berekenden [7].
7 = Rasool & Schneider 1971
Zoals je misschien wel weet, ben ik erg skeptisch over enige opwarming door meer kool dioxide in de lucht. Als er enige opwarming door meer CO2 zou wezen, dan zou dat de minimum temperaturen moeten affecteren. Daar stootte ik in de eerste plek al op een tegenstelling toen ik zag dat de minima in het NH stegen maar in het ZH daalden. (denk aan het commentaar van David Derkse hierboven). Aangezien CO2 zich gedraagt als een ideaal gas, is dit resultaat natuurlijk geheel onlogisch ingevolge het idee dat meer CO2 in de lucht het warmer maakt, door vertraging van hitte straling naar de buitenste ruimte.
Ik heb toen een uitgebreide analyse gedaan vh IR spectrum van CO2. Bedenk dat er behalve de 14-15 um absorptie in het schijnsel van de aarde er ook absorpties zijn van CO2 in de zonneschijn. Er is zelfs een absorptie van CO2 in het UV en daarmee kunnen we inderdaad inschatten hoeveel CO2 er op de andere planeten is.
Ik kom dan op niks uit, of, om nou heel precies te zijn, een klein beetje negatief. Meer CO2 kaatst dus meer zonneschijn energie af dan de energie in aaardeschijnsel hetgeen afkoeling veroorzaakt. (klik op mijn naam).
Robert Holmes heeft een heel andere methode als ik. Hij gebruikt de gaswet om overal op de aarde en op planeten de temperatuur te meten en met een verdubbeling van CO2 komt hij inderdaad ook uit op een heel klein negatief getal. Merkwaardig, toch? Wat denk jij van het werk van Holmes?
Jij noemt Rasool & Schneider en inderdaad kon ik nog nooit precies vaststellen wat zij precies hebben gemeten. Weet jij dat misschien? (Volgens Roempps zou enige opwarming door meer CO2 ‘niet krtisch ” zijn.
Reactie @ Ad
in de wacht
het report van Holmes had ik vergeten aan te hechten:
https://sciencepublishinggroup.com/journal/paperinfo?journalid=161&doi=10.11648/j.earth.20170606.18
Beste Dirk Visser,
Ik apprecieer je opmerkingen, maar je kan TCR en ECS nog zo mooi definieren, het zijn daarmee nog geen echt verschillende fysische grootheden. Ze zijn alleen de response van hetzelfde klimaat op verschillende manieren uitgedrukt. Verder, de bodem van de oceaan is sinds de laatste ijstijd nog altijd heel koud. Die komt zonder voldoende aardwarmte waarschijnlijk nooit in meer in evenwicht. Die deep-ocean heeft alle natuurlijke grote klimaatvariaties van de laatste millenia als sterke opwarming (MWP) en sterke afkoeling (LIA) doorstaan zonder noemenswaardige opwarming/afkoeling. Met 500 jaar tussen MWP en LIA dus ook duidelijk met veel kleinere responstijden dan 1000 jaar.
Lees mijn verhaal over de stralingsonbalans (ref 2) nu eerst maar eens en dan mag je me ook rechtsstreeks aanschrijven als je daar over wilt discussieren. Lijkt me hier niet de plaats voor.
Geachte heer Ad Huijser
”Lijkt me hier niet de plaats voor. Had wel gemoeten op dit platform van de wetenschap , maar daar figureren alleen nog maar mensen die de boel willen saboteren helaas.
Voor mij – als leek – trouwens interessant wat u schrijft over het feit dat de diepe oceaan zo koud is, ondanks dat de gloeiend hete kern zo dichtbij is.
Mod4llleur
‘vvan zixhzelf’
Heb je al een beetje teveel wijn op, op de vrijdag middag?
“fat finger syndrome” geeft problemen op een smartphone!
De figuur gaat specifiek over de ‘Corn Belt’ en over de zomermaanden.
Lijkt me dat er in de Corn Belt veel irrigatie is, en dat je met grootschalige irrigatie de temperatuur aardig naar beneden kunt drukken. Een verschijnsel dat ook te zien is op het KNMI meetpunt in Ell, te midden van akkers. Zelfs in De Bilt is een temperatuur effect te zien als de naastgelegen volkstuintjes besproeid worden.
“ Op basis van Radiation Transfer berekeningen kom ik maar op 2,0 W/m2, een waarde die heel wat beter past bij de stralingseigenschappen van CO2-moleculen en veel dichter ligt bij de enige, op basis van satelliet-metingen bepaalde waarde”
Je bent niet de enige. WMO rapporteert dat ook:
https://wmo.int/sites/default/files/2025-10/GHG-21_en.pdf
Maar er zijn meer broeikasgassen dan CO2 alleen. Tel je die mee, dan kom je op 3.5 W/m2 forcering.
“ECS = log2*(dT/dt)/(d/dt log[CO2]) ≈ 1,7 – 2,5 °C.”
Nee, dat is de TCR. De ECS is dus hoger dan die waarde.
Dus toch maar weer terug naar de tekentafel en alles nog eens opnieuw berekenen met inachtneming van de correcte definities en alle broeikasgassen.
Ik heb nog eens beter naar de figuur gekeken. Die lijkt op de figuur in het onderstaande artikel, ook van Roy Spencer, maar uit oktober 2022.
https://www.drroyspencer.com/2022/10/50-year-u-s-summer-temperature-trends-all-36-climate-models-are-too-warm/
Echter:
1. het eerdere artikel ging over de zomermaanden in de totale USA. Hier zien we veel meer opwarming: 0,26 C per decade, en niet 0,13. Het dubbele dus!! Als de opwarming in de Corn Belt langzamer gaat dan moeten er dus ook delen van de USA zijn waar de opwarming nog sneller gaat dan 0,26 C per decade.
2. De gegevens in het DOE rapport gaan ook maar tot 2022, terwijl de opwarming in 2023 en 2024 een enorme sprong maakte. Erg misleidend om dat weg te laten.
3. In de figuur staat de gemiddelde opwarming “volgens 36 modellen” vanaf 1973. Maar veel van die modellen zijn pas na 1973 ontwikkeld. Beetje raar dus.
Veel misleiding dus. Het artikel van Roy Spencer uit 2022 lijkt me te goeder trouw, de figuur in het recente DoE rapport is dat zeker niet. Het is erg jammer dat Climategate.nl zulke misleidende stukken blijft publiceren.
via email ontving ik een antwoord van Ad.
ik ben nog bezig om het geheel te bestuderen.
Ad gaf mij ook het report van R&S.
ik zie dus nou dat van het begin af aan iedereen gewoon dezelfde fout heeft gemaakt.
Er werd alleen gekeken naar de uitgaande LW en het gat dat daar bij 14-15 um door de waterdamp en de CO2.
Alsof de inkomende SW niet geaffecteerd wordt door de toenemende gh gassen.
Merkwaardig. Kijk fig. 6.
https://iopscience.iop.org/article/10.1086/503322/pdf
Feitelijk zit Huijser op de lijn van het IPCC, alleen heeft hij dat zelf nog niet door.
Feitelijk is begrijpend lezen zeg maar niet zo zijn ding, alleen heeft Modelleur dat zelf nog niet door.
Inhoudelijk nog iets te melden? Ach, laat maar
En de brodelleur, hij broddelde deur..
Ja, een stuk beter dan Ad Huijser