Serengeti Hollandaise: 'echte oernatuur' in de polder op 4 meter beneden zeeniveau, aangeboden door de bouwmeesters van Staatsbosbeheer

Zojuist ontving ik per post de Westhoff-lezing van dit jaar ‘Op zoek naar een nieuwe verantwoordelijkheid jegens de natuur’. De jaarlijkse lezing is georganiseerd door de groep rond plantkundige Joop Schaminee die vroeger met aartsvader van Nedernatuurbeheer Victor Westhoff (+2003) samenwerkte. Schaminee wil al jaren met de Westhofflezing discussie aanwakkeren, nieuwe vormen van denken over natuur stimuleren. Een goede zaak.

Ecosysteem is geen lichaam met onmisbare ledematen en organen
Filosoof Bas Haring gaf deze editie een lezing in het verlengde van zijn omstreden boek ‘Plastic Panda’s , over het opheffen van de natuur’. Daarbij plaatst hij ‘het nut’ van natuur, ecosystemen en ‘soorten’in evolutionair perspectief. Zijn betoog is met een gehuil van woede onthaald in ecologenland, waaruit blijkt dat hij toch zout in een open wond strooit.

Er is geen vastliggende en onvervangbare‘rol’van een soort, die ‘nut’heeft voor het functioneren van ecosystemen: zoals een arm in het lichaam van een mens. Een soort ontstaat niet OMDAT het ecosysteem dan beter functioneert. Evolutie zou niet op ecosystemen werken, maar alleen op individuen. Het staat dus ook niet vast dat zo veel mogelijk soorten’beslist nodig zijn voor het functioneren van een ecosysteem.

    En hoe objectief zijn ecologen eigenlijk, constateert Haring. Mensen die met veel meer biologische fouten de orthodoxie over biodiversiteit huldigden, werden volgens hem niet zo fel aangevallen.

Rob Lenders: zinnig tegenspel vermengd met retorica
De tegenlezing van herpetoloog Rob Lenders – werkzaam in de natuurbouw-adviesindustrie van Nederland- demonstreert een ander pijnpunt, waar Haring in gaat staan. Je krijgt even goede hoop: Lenders zal met experimentele bewijzen komen voor het belang van biodiversiteit. En hij zal een theoretisch fundament geven.

Ja, hij haalt één recente studie aan in Science van Reich et al: al zijn er vele studies die juist demonstreren dat productiviteit NIET beslist hoger wordt bij meer soorten, en ook Reich et al duidt niet op onmisbaarheid maar het relatieve belang van soorten. En nee, na even het belang van symbiose aan te duiden en de wederzijdse invloed van organismen op elkaar, verzandt hij in platte retoriek om Haring als moreel gemankeerd af te serveren. Jammer.

De natuur is zelf ook ‘milieu’dat selecteert
Neem zijn hoofdvoorbeeld, Mycorrhizae, schimmels die ‘samen’leven met bomen en ze van voedingsstoffen voorzien. Lenders gebruikt hier eigenlijk één wetenschappelijk ecologisch begrip als ‘interactiesterkte’, zonder het te noemen’, om met een sterke ecologische relatie- tussen boom en schimmel – het belang van álle soorten voor het functioneren van de hele aarde als zekerheid te postuleren. Om zich er dan met beroep op het voorzorgprincipe vanaf te helpen.

Kon Lenders niet met iets beters komen?
Hoe kan een zaal vol academici hiermee genoegen nemen? Neem alleen al de term ‘levensgemeenschap’. Die is zóó 19de eeuw. Wat is die gemeenschap meer dan een historisch gevormde lokale toevalligheid die verandert op alle tijd- en ruimteschalen? En Lynn Margulis kwam vooral met symbiose op de proppen voor het verklaren van COMPLEXITEIT en stabiliteit, niet noodzakelijk diversiteit: omdat natuurlijke selectie vanuit het competitiemodel alleen de klus niet zou klaren. Ecologen zijn geen goede denkers, als het om evolutie gaat: dat constateerde de hier besproken Gerard Jagers ook al.

Natuurlijk kun je een balletje opgooien over Haring zijn benadering van evolutie.
Haring lijkt te drijven op een paar invloedrijke auteurs die het competitiemodel iets té gretig hanteren als Richard Dawkins, en natuurlijk Huxley’s Nature Red in Tooth and Claw. Het competitiemodel is vast niet het hele verhaal. Interacties tussen soorten- het speelveld van de ecologie- hebben een evolutionair vormende invloed. Dus vanzelfsprekend dat Lenders met symbiose aan komt zetten.

En ja. Afgezien van het feit dat variatie en natuurlijke selectie werkt is eigenlijk verrassend weinig bekend is hoe complexiteit kan ontstaan. Bij veel biologen mag je alleen vaststellen dat Darwin heilig was, en ’the Origin’ de Bijbel, als ze ‘m al echt lazen. Verder dan de cirkelredenering ‘natuurlijke selectie leidt tot complexiteit, want we zien het gebeuren’komt men vaak niet.

Natuurlijk, wanneer een plant zijn milieu beïnvloedt, wordt hij zelf milieu en een selecterende invloed. Maar….Daarmee heeft Haring niet beslist minder gelijk wat ‘biodiversiteit’betreft.

Biodiversiteit is gewoon ‘milieu’, maar dat zegt niets over relatieve evolutionair belang
Want is er een kwantitatief bewijs dat ‘minder biodiversiteit’leidt tot ‘minder selecterende milieuinvloed’? Lenders ‘leent’ hier een argument uit een ander speelveld/debat om de discussie met zichzelf te winnen. Hij stelt alleen vast dat de natuur zelf selectiedruk uitoefent, en kent biodiversiteit een rol toe als selecterende actor: biodiversiteit is milieu.

Nogal wiedes, we leven in het tijdperk van de planten, het Herboceen en het historisch ontstane assemblage dat we nu ‘biodiversiteit’ noemen zou er volledig anders uitzien.
Dat betekent niet dat natuurlijke selectie daardoor anders aangrijpt, en dat ecosystemen niet meer zijn dan een historisch gevormd samenraapsel dat elkaar beïnvloedt. En dat waarde van natuur meestal toegekende waarde is, die aanmerkelijk afneemt naarmate de aaibaarheid/aantrekkelijkheid van het organisme afneemt.

Geen bewijs voor belang ‘diversiteit’an sich
Ik bedoel, er zijn meer tijgerbiologen dan tijgermug-biologen. Terwijl bestrijding van de tijgermug veel belangrijker is. Er bestaat ook ongewenste biodiversiteit. Welke ree zal de keelhorzel missen, wat voor ‘functie’wil je aan een keelhorzel toeschrijven behalve dat het een toevalsproduct is: een doorge-evolueerde aasvlieg die een levende niche exploiteerde en zo parasitaire neigingen kreeg.

Of dat we 1 van de 1300 soorten muskieten niet kunnen missen. Of dat verándering beslist verslechtering is, alléén omdat die verandering nu vaak door mensen ontstaat. Of waarom monotonisering beslist minder is. Alle wereldleiders dragen nu Westerse maatpakken op conferenties, in plaats van een luipaardvel met botje door de neus, Japanse kimono. Betekent dit dat de wereldorde daardoor instort?

De Dom van Trier: waarom heet een beverdam 'natuur'en is dit 'goed'voor ecologen, en een menselijk bouwwerk 'slecht': behalve dat dierproducten veel knulliger in elkaar zitten?

Het essay van Astrid Bout over ‘de fanclub voor moeder natuur:
Oibibiologie

Aan de Westhofflezing zit een jaarlijkse schrijfwedstrijd gekoppeld voor biologen. Het winnende essay van Astrid Bout lijkt wel opzettelijk bedoeld om Haring’s kritiek met uitroeptekens te onderstrepen. Bout schrijft hier over een leeftijdgenoot die- hoe ernstig- niet net als haar de natuur aanbidt: een bekeringsobject dus.
De combi van morele superioriteit en een te herstellen natuurlijke balans buitelen bij Bout over elkaar. Blijkbaar is biologie bij Bout het zelfde als Oibibio, en vindt een jury met academici dat ook. Extra lachwekkend: Bout wil haar te bekeren natuurbarbaar ‘de polder’innemen om hem van de waarde van ‘De Natuur’te overtuigen. Wat Bout haar drijfveer was bij het schrijven, afgezien van verregaande domheid is mij een raadsel. Maar goed, veel prijzen worden toegekend voor de gezelligheid.

Terug naar Haring. Bouwmeester in plaats van rentmeester
Met een evolutionaire kijk is ook niet beslist de natuur van het verleden de norm, maar kun je ook toekomstige vormen verwelkomen. In plaats van voorzichtige rentmeester die zijn handen thuis houdt, kan de mens zich ook zien als bouwmeester die iets toevoegt.

Serengetie Hollandaise, aangeboden door de bouwmeesters van Staatsbosbeheer
Toepasselijk in een door mensen gemaakt land als Nederland, waar het oernatuur-stokpaardje van systeemecologen ‘de Oostvaardersplassen’ ontstond op 4 meter beneden zeeniveau in een polder op een gepland industrieterrein: en waar exotische paarden en door de Nazi’s bedachte oerrunderen (gebroeders Heck) aan een romantisch plaatje zitten te voldoen van ‘echte natuur’. Binnenkort op film te zien gemaakt door Chris Smit: de Serengeti Hollandaise. Hier zijn Frans Vera en Staatsbosbeheer met haar kadaverdiscipline de bouwmeester geweest, met ‘de natuurlijkheid’als romantisch verkoopargument.

Haring constateert terecht dat veel verzet tegen zijn betoog niet van wetenschappelijke maar emotionele aard is. En dat biologen en ecologen emotionele en wetenschappelijke argumenten door elkaar gebruiken om de orthodoxie te verdedigen. Een discussie wordt dan een Babylonische spraakverwarring. Natuurlijk moet je ecologen hun emoties gunnen, die kunnen heel oprecht zijn, maar volgens mij was dat niet de discussie die Haring wilde.

Zoals bij de meeste conferenties en populaire debatten is het eindresultaat dan weer licht teleurstellend. Toch is de Westhofflezing een aanwinst.