Redenen voor klimaatscepsis

Een gastbijdrage van  Albert-Jan Wagensveld.

CO2 is het sterkste broeikasgas. Is dat waar?

H2O oftewel waterdamp is het sterkste broeikasgas. De schattingen lopen uiteen, maar waterdamp zou 70 tot 90 procent uitmaken van het totale broeikaseffect. Het VN-klimaatpanel (IPCC = Intergovernmental Panel on Climate Change) gaat deze discussie uit de weg, door alleen CO2 als broeikasgas te noemen. Per molecuul is CO2 wel sterker, maar de CO2–concentratie in de atmosfeer is nu gestegen van 300 ppm naar 400 ppm dat is 0,04% van de atmosfeer. Waterdamp ofwel de luchtvochtigheid is ongeveer 0,6 % van de atmosfeer bij een temperatuur van 20 graden C. Er is dus gemiddeld 15 keer zoveel waterdamp als CO2 in de atmosfeer. Bron hier.

Merk op dat in de rechter cirkel alleen de Antropomorfe broeikasgassen worden weergegeven. Dit geeft een vertekend beeld ten opzichte van het totale broeikaseffect, waarin het antromorfe aandeel al erg klein is. Merk op dat ook het antropomorfe deel zelf al niet klopt omdat het hele CO- aandeel als antropomorf wordt weergegeven, terwijl dit slechts voor 1/40 deel per jaar het geval is. Het overgrote deel is de natuurlijke koolstofkringloop. Dus wat daar als 84% wordt aangegeven in de afbeelding rechts, is in feite 1/15 deel, maal 1/40 deel = 1/600 deel ofwel 0,16 % van de broeikasgassen is antropomorf.

Dit staat voor mij symbool voor de overdrijving door het IPCC. Mijn bezwaar gaat bij het IPCC niet zozeer over wat zij zeggen, maar meer nog over wat zij verzwijgen.

Menselijke CO2 uitstoot is de oorzaak van de stijging van de CO2–concentratie in de atmosfeer. Is dat waar?

Het CO2–gehalte van de atmosfeer is de laatste 100 jaar gestegen van 300 ppm naar inmiddels meer dan 400 ppm. Dat de CO2–uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen hiervan voor een deel de oorzaak is, is waarschijnlijk.

Maar er is meer aan de hand. De totale CO2–kringloop, ook wel koolstofkringloop genoemd, van oerwouden en oceanen is een veelvoud van de menselijke CO2–uitstoot door fossiele brandstoffen. Zie het schema ‘koolstofkringloop’ hieronder.

De totale CO2–kringloop van bossen en oceanen is hier 120+92 = 212 Gta (gigaton per jaar). De 5,5 Gta voor de fossiele uitstoot is hierbij vergeleken maar klein. 212 gedeeld door 5,5 = 38,5; dat is dus slechts een 38,5 ste deel; afgerond een 40 ste deel.

Men gaat ervan uit dat deze 40-voudige CO2–kringloop in bossen en oceanen precies in balans is en in balans blijft. Als er een onbalans van 1/40 deel ontstaat is de hele CO2–stijging geneutraliseerd of verdubbeld.

In het verre verleden hebben zich trouwens ook al grote CO2–veranderingen voorgedaan toen er nog geen fossiele brandstoffen werden gebruikt, dus zonder menselijke invloed. Dat is door paleontologie, die onder meer de studie van fossiele laagjes in ijsboorkernen en oceaanbodems omvat, vastgesteld. Hieruit is gebleken dat het CO2–niveau de opwarming van de atmosfeer volgt en niet leidt. Hierdoor kan CO2 dus niet de oorzaak van zijn van de opwarming.

Zie hier en hier.

Sinds de CO2–concentratie in de atmosfeer stijgt warmt deze op. Is dat waar?

Het ligt anders. Op de lange termijn zijn de Milankovic–cycli de oorzaak van klimaatveranderingen. De baan van de aarde om de zon is nu vrijwel cirkelvormig, maar dat is niet altijd het geval. Soms wordt die baan elliptisch waardoor de aarde een groot deel van het jaar verder van de zon af staat met grote afkoeling als gevolg. Daarna wordt de baan weer cirkelvormig en warmt de aarde weer op.

Zo’n Milankovic–cyclus heeft een zeer lange periodetijd, namelijk ongeveer honderdduizend jaar. De afgelopen miljoen jaar is dat dus al tien keer voorgekomen. Dit was terug te lezen door het analyseren van de ijsboorkernen in Groenland en Antarctica. Van die honderdduizend jaar zijn ongeveer 13 duizend jaar warm en 87 duizend jaar koud. Van de 13 duizend jaar warm, zijn heden ongeveer 10 duizend jaar warm geweest. En dus mogen we over ongeveer drieduizend jaar weer een daling van temperatuur verwachten met waarschijnlijk weer een ijstijd van 87 duizend jaar.

Deze Milankovic–cycli hebben hun naam gekregen in 1976 toen de metingen op Groenland en Antarctica aantoonden dat deze theorie klopte. Het klimaat verandert dus periodiek, en dat al miljoenen jaren. Maar doordat de 100–duizend jaar perioden erg lang zijn, moeten we ver terug in de tijd om deze te kunnen teruglezen. Gezien deze lange historie is het niet aannemelijk dat de menselijke CO2uitstoot de hoofdoorzaak is van de opwarming van de atmosfeer.

Aangenomen wordt dat de Milankovic-cycli een dominante invloed hebben op het klimaat op de lange termijn. Maar daarnaast zijn er nog talloze factoren die op kortere tijdschalen daarop van invloed zijn, zoals de fluctuerende zonneactiviteit. Zie hier.

Door de CO2 uitstoot te verminderen wordt de opwarming van de atmosfeer verminderd of gestopt. Is dat waar?

Om de CO2–uitstoot te beperken zouden we moeten we stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen. In de eerste plaats wil dit al niet lukken, want de meeste landen in de wereld met de grootste CO2–uitstoot werken niet mee. In de tweede plaats: als de uitstoot met 50% wordt teruggebracht, wordt gesuggereerd dat de CO2 afneemt, maar het neemt dan nog steeds toe. In de derde plaats: ook als morgen de menselijke CO2–uitstoot naar nul wordt gereduceerd, blijft het CO2–gehalte nog vele jaren op hetzelfde niveau. Maar het belangrijkste punt is: als de CO2 niet de oorzaak van de klimaatverandering is (zie hierboven) zal een vermindering van CO2 natuurlijk de verwachte opwarming ook niet stoppen.

Alle klimatologen zijn het eens over het feit dat CO2 een belangrijke invloed heeft op de opwarming van de atmosfeer. Is dat waar?

Dat is niet juist. Het IPCC pretendeert te bepalen wie zich klimatoloog mag noemen. En wie het niet met het IPCC eens is, mag zich van het IPCC geen klimatoloog noemen.

Zie hier. (Dit is een groot Wikipedia artikel, maar scroll down naar ‘kritiek’, waar staat: Met name astrofysici, geologen en paleo-ecologen staan vaak afwijzend over het IPCC, omdat zij vinden dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van inzichten uit hun vakgebieden.)

Klimaatsceptici zijn zonderlingen, die weigeren de vaststaande feiten te aanvaarden. Is dat waar?

Een groot aantal wetenschappers bestrijdt de standpunten van het IPCC. Zie hier.

En het aantal volgelingen van deze bestrijders, klimaatsceptici genaamd, groeit sterk. Zie hier.

Er is wereldwijde consensus over het klimaatbeleid. Is dat waar?

Het IPCC is een overwegend politieke organisatie. Binnen de zogenoemde Groep van zeven belangrijkste westerse economieën (G7) heeft Margareth Thatcher aanvankelijk gepleit voor de oprichting daarvan. (Op latere leeftijd heeft Thatcher zich in haar memoires overigens van de klimaathype gedistantieerd.) Binnen de VN speelde Maurice Strong daarin een belangrijke rol.

Het IPCC wordt vaak als hèt gezaghebbende instituut voor klimaat en klimaatbeleid beschouwd. Het panel doet zelf geen onderzoek. Het inventariseert periodiek de artikelen die in de peer-reviewed wetenschappelijke literatuur zijn verschenen, maar doet dat zeer selectief. Artikelen die andere oorzaken aanwijzen voor de klimaatverandering dan de CO2–toename in de atmosfeer worden door hen doorgaans genegeerd. Afwijkende opvattingen, uit wetenschappelijke disciplines als de natuurkunde, geologie, astronomie, paleontologie, worden door het IPCC veelal als marginaal afgedaan.

Zie hier. (Dit is de Engelse versie, omdat de Nederlandse versie is aangepast aan de Nederlandse visie.)

We hebben het met onze klimaatmodellen uitgerekend dat de atmosfeer dramatisch zal opwarmen. Is dat waar?

De uitkomsten van de klimaatmodellen moeten steeds weer naar beneden worden bijgesteld en aan de bestaande situatie worden aangepast. Zie hier en hier.

Door de klimaatverandering sterven er op grote schaal diersoorten uit. Is dat waar?

Klimaatverandering is normaal en nagenoeg onafhankelijk van de menselijke activiteit. Het uitsterven van diersoorten is meer een gevolg van evolutie à la Darwin, die het ontstaan van soorten beschreef als het uitsterven van de soorten die zich niet tijdig kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden. De soorten die zich wel op tijd hebben aangepast, overleven en planten zich voort en breiden zich uit. Dus ja, er sterven diersoorten uit, maar dat heet evolutie. Dat is niet iets van deze tijd, maar dat gebeurt al zolang als het leven op aarde bestaat.

Door de klimaatverandering wordt de wereld onleefbaar. Is dat waar?

Albert-Jan Wagensveld.

Het klimaat verandert langzaam en de mensen en dieren passen zich aan deze verandering aan. Als het warmer wordt op aarde heeft dat niet alleen maar nadelen. Thans schuift de opwarming op naar het noorden. Het klimaat van Italië komt naar Nederland. Het klimaat van Nederland gaat naar Noorwegen. Het klimaat van Noorwegen gaat naar de Noordelijke IJszee, die weer bevaarbaar wordt. Grote noordelijke streken in Canada en Siberië zouden meer bewoonbaar kunnen worden, terwijl het er nu te koud is om er met grote aantallen mensen te wonen.

Omdat de opwarming zich mogelijk uitstrekt over eeuwen, gaan de toekomstige generaties mensen zich misschien gewoon steeds een beetje noordelijker vestigen. Dat heet klimaatmigratie. Maar de vraag is of de recente opwarming zal doorzetten. Vele astrofysici verwachten spoedig afkoeling à la een eerdere afkoelingsperiode die bekend staat als het Dalton Minimum.

Zie hier.

***